Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Coincidence doesn't exist » 3.
Coincidence doesn't exist
3.
Tom
Zonder na te denken schop ik met de punt van mijn schoen tegen een leeg colablikje. Kleine druppeltjes bruine vloeistof spatten op de zomen van mijn kani, het blikje zelf rolt met een zacht geklingel de stoep af. Ik hoor eigenlijk niet buiten te zijn, maar ik werd Bill even hélemaal zat. En hij mij ook zo onderhand, geloof ik. Het is niet goed om zo op elkaars lip te hangen. Dat heb ik trouwens altijd al een raar spreekwoord gevonden - alsof ik letterlijk aan zijn lip hang. Stel je voor. Bill en ik. Aan elkaars lip. Zoenend. Eh - dat zei ik niet. Ik heb niets gezegd. Niets. Helemaal niets.
Oké, waar was ik? Bill. En ik heb honger. Misschien is hier wel iets van een pizzeria. Ik trek mijn capuchon ver over mijn ogen, laat mijn gedachten afdwalen naar salami en buigrietjes en steek de straat over. Een oud vrouwtje loopt in slakkentempo het trapje voor haar voordeur op, de straatlantaarns flikkeren even en alsof het allemaal zo gepland is begint het zachtjes te waaien. Een rilling loopt over mijn rug van de plotselinge kou. Achter me hoor ik een sleutel in het slot draaien, en even later valt de oude deur weer dicht. Een foldertje fladdert tegen mijn schoen aan, het blikje dat ik net achter me heb gelaten klingelt weer, al zie ik niet waar het heen gaat. Even blijf ik stilstaan en kijk naar boven. De maan is vol vannacht. Als een soort foto flitst een beeld van een kleinere Bill en ik kijkend naar een horrorfilm door mijn hoofd. Ik kan de kleuterversie van mezelf haast horen roepen dat weerwolven niet bestaan, ik voel bijna weer hoe ik een arm om Bills trillende schouders heen sla. Ik mis hem. Die oude Bill. Kleine Bill. Mijn broertje. Mijn lieve broertje, die ik beloofd had hem altijd te beschermen. En nu, nu kan ik het niet meer, omdat hij het zelf is tegen wie ik hem moet beschermen. Dat kan ik niet. Niet zonder hem pijn te doen. En dat - dat is nou juist wat ik niet wil. Dat is wat ik koste wat het kost wil vermijden, zelfs al weet ik dat het zo goed als onmogelijk is. Ik zucht. Mijn vingers strijken langs een van de bakstenen huizen en een fijn rood poeder blijft aan mijn vingertoppen kleven als sneeuw doet aan vuile ramen. Als ik het goed heb is er twee straten verder ergens een klein restaurantje. En dat is maar goed ook, want ik heb écht honger. Ik hoop dat het nog open is, en anders - nou - dan bak ik zelf wel een pizza. Met salami. En ham. En paprika, en kaas, champignons, ananas, tonijn, oh - en tomaat natuurlijk. Het is niet verstandig om aan eten te denken als je honger hebt. Je krijgt er alleen maar meer honger van, en dat heb ik al genoeg. Honger. Dat is best een raar woord. H-o-n-g-e-r.
Ik vraag me af wie dat heeft verzonnen. Ik bedoel - taal op zich is al onlogisch, maar sommige woorden lijken echt nergens op. Kaars, bijvoorbeeld. Of jam. Mayonaise. Op een hamburger. Dí¡t is trouwens wel een logisch woord, hamburger. Vroeger dacht ik altijd van niet, omdat er geen ham op zit. Maar Bill zei dat het wel klopte, omdat zulke dingen uit Hamburg komen. Niet dat je daar over nadenkt als je er een eet, maar toch. Ik zucht. Mijn maag knort zachtjes, maar ik kan de heen en weer wapperende luifel al zien. Een nieuwe windvlaag waait de onderkant van mijn shirt omhoog en ruist door de bomen. Een klein plastiekzakje zweeft ergens boven me, en een gelig blaadje landt vlak voor mijn voet. Mijn schoen hangt er al boven om erop te gaan staan, maar als ik het krullerige handschrift zie waarmee het volgekrabbeld is bedenk ik me en stap ik eroverheen. Eigenlijk wel raar. Ik bedoel - wie laat zijn brieven nou op de grond liggen? Tenminste, ik denk wel dat het een brief was. Het leek op een brief. Maar misschien is het wel een proefwerkblaadje, of een uitnodiging voor een saai kinderfeestje, of een koekjesrecept van een oud omaatje. Nu maak ik mezelf nieuwsgierig, terwijl ik weet dat het onzin is zomaar iets van de grond op te rapen en te verwachten dat het iets interessants is. Met een ruk draai ik me om, en voor ik me kan bedenken ren ik een paar stappen, gris het blaadje van de stoep en steek het in mijn zak. Ik lees het later wel, nu heb ik honger.
Reacties:
Jamie's brief
Ga is heel gauw verder.
Want nu heb je me nieuwsgierig gemaakt, en dat
is niet echt aardig. Eh wow, wonen ze nog zo dichtbij elkaar?:3
Heheheh "de wereld is klein"
<3
[insert wat Kay zei, want ik weet niet wat ik moet zeggen]
Tom denkt droog. ^^
En ik wil ook weten wat er op dat briefje staat ö
En sorry dat dit zo'n suffe reactie is, maar ik ben gewoon sprakeloos (;
JIJ verder moeten gaan!!!
ik vind dit een leuk verhaaltje en ik heb zo medelijden met de twins!!!
Tom is echt goed, en dat komt door jou!