Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Beautiful Disaster [SA] » Beautiful Disaster
Beautiful Disaster [SA]
Beautiful Disaster
Witte vlokjes vielen uit de lucht. Ze vulden de minieme gaatjes op waar de zachte sneeuw gesmolten was door de warme stralen van de zon. Een ijskoud briesje verplaatste het hele tafereel, tilde de sneeuw van de grond om alleen maar weer plaats te maken voor een nieuwe lading. Het was een prachtig beeld. De witte deken vergezeld door de gele zon. De mate waarin twee uitersten, kou en warmte, zo perfect samen leken te gaan.
De temperatuur die dag was ver beneden het normale gemiddelde. Druppeltjes water bevroren terplekke tot glinsterende kristallen, auto’s waren bedolven onder het witte spul dat zich stevig aan het omhulsel van aluminium had vastgeplakt. De stoeptegels waren verdwenen, diep onder de verzamelde stukken wit poeder, de wegens hadden hetzelfde lot ondergaan. Enkel de verkeersborden hadden zich uit de witte massa kunnen redden.
De omstandigheden wezen op een heftige sneeuwstorm, zomaar uit het niets ontstaan in het altijd zo rustige dorpje. Alarmbellen waren gerinkeld, de mensen werden gewaarschuwd voor het onheilspellende weer. Deuren waren goed vergrendeld. Kachels werden hoog aangezet om de huizen tegen het ijskoude weer te beschermen. Maar overal waar je verstandige mensen had, had je er zo ook soms een paar die nalatig met waarschuwingen omgingen. Zo had je ook de mensen die verkeerden in de onwetendheid. En die onwetendheid kon je veel kosten op een moment zoals dit, onder omstandigheden zoals deze.
De kleine vlokjes landden op een even oppervlak, waar ze meteen weer smolten door de hitte dat het af gaf. Een lichaam, half bedolven onder de sneeuw, tot rood verkleurd door de ijskoude temperatuur. Ze lag wezenloos in de zachte deken dat de grond moest voorstellen, op haar zijkant, haar benen bedekt met een laag ijs. Haar wangen roodgekleurd, haar haren zwart, diep geworteld in het witte. Haar dunne rode jas stak fel af tegen het witte dat haar omhulde. Kleine wolkjes lucht verlieten haar neusgaten, verdwenen vrijwel meteen, waarna het proces weer herhaald werd. Ze was op het punt van slapen. Iets anders lukte haar niet meer. De lange tocht had haar afgezwakt, had alle kracht dat ze nog had van haar afgenomen. Ze had de hoop opgegeven, maar probeerde toch door te zetten...
Ze zou niet verder komen. Ze kon niet verder, haar ledematen veroorzaakten te veel pijn. In zo’n grote mate dat ze het gevoel erin had verloren. De situatie waarin ze zat was verre van een goed teken. Alles was verkleumd. Alles deed pijn. Elk zacht briesje prikte genadeloos tegen haar gevoelszenuwen aan. Haar tranen waren vastgevroren aan de lange wimpers die haar ogen zo mooi leken te sieren.
'Jezus...'
Ze hoorde een fluisterende stem boven haar klinken, maar kon niet evenveel zo kracht als dat ze een nieuwsgierigheid bezat, opbrengen om de stem te volgen en zichzelf te laten leiden naar de medemens die het verwonderde geluid had geproduceerd.
'Ze ademt.'
Diezelfde zachte stem klonk nu niet zo ver weg meer als dat het eerst was. De woorden suisden in haar oor. De trillingen weerklonken na in het gedeelte waar haar verstand had moeten werken. Maar op het moment diende dat als een opslagplaats voor de zachte, maar sterke stem. Haar aandacht ging volledig op aan het horen van dat geluid. Het hielp haar wakker te houden en niet toe te geven aan de verraderlijke zachtheid van de deken waar ze op lag. Ze kon niet toegeven aan de vermoeidheid, de slaap. Als haar ogen eenmaal gesloten waren, zouden deze een deel van hun taak opgeven door nooit meer open te gaan. Een verleiding om te weerstaan.
Een hand werd op haar wang geplaatst, vingers om haar pols. Haar hoofd veerde op, getild door twee paar koude, vriezende handen. Haar ogen volgden zich een weg naar de eigenaar.
Een jongen. Een goed ingepakte jongen: dikke jas, stevige handschoenen, waarvan ze beiden uit waren getrokken om een stevige grip te hebben bij het tillen van het hoofd dat tot het wezenloze meisje behoorde, en met een warme sjaal waar ze verlangend naar toekeek. Ze wilde alleen maar een kleine fractie van de warmte die de jongen had moeten voelen. Ze wilde dat gevoel delen. Het gevoel dat je nog kon bewegen, dat niet alles vast was gevroren op hun plaats en nutteloos aan je lichaam vastzat.
Langzaam werd ze opgetild door de twee koude handen. Een paar bepakte armen werden om haar bevroren lichaam heen geslagen. Ze voelde niets, ze kon niets. Haar ledematen bleven even gevoelloos en tegelijkertijd ook even pijnlijk. De kleine wrijvingen gaven haar een klein sprankje warmte dat zonder een kans om te overleven ook gelijk weer werd uitgedoofd door de storm waarin ze zich bevond.
'Kom maar mee,' fluisterde de zachte stem medelijdend. Hij plaatste zijn ene hand onder haar knieholtes, terwijl zijn andere hand zich had vastgegrepen aan de rug van de rode jas van het meisje. Met moeite tilde hij het onderkoelde lichaampje mee, terwijl bij elke stap zijn voeten een halve meter bedolven raakten onder de witte, zachte deken van ijskoude sneeuw. De wind werkte hard tegen, leek hem ervan te willen weerhouden om het meisje warme onderdak te bieden. Hij zette door. Zo moedig en heldhaftig als hij probeerde te zijn.
De zachte vlokken die eerst zo leken te smelten met de aanraking van het menselijk lichaam, leken nu als harde pegels tegen het oppervlak aan te slaan. De eerst zo zachte sneeuw bevroor nu in een klein ogenblik, met als gevolg dat je werd opgesloten in de ijskoude massa. Hij keek achter zich om, zag de onvaste grond veranderen in een gladde ijsbaan waar hij niet aan zou ontkomen. Hij begon te rennen. Rennen om het voor te zijn. Rennen met het slappe lichaampje stevig tegen hem aangedrukt, met zware stappen omdat hij moeilijk vooruit leek te komen. Paniek was van zijn gezicht af te lezen, maar toch bleef hij uiterst kalm onder de situatie waarin hij zich bevond. Hij ging te snel te werk. Te snel om zelf nog enig besef te hebben van de handelingen die hij uitvoerde. De storm werd alsmaar heviger, leek een soort vloedgolf te vormen met de pegels die het meevoerde.
'We moeten weg hier!'
Het meisje draaide haar hoofd langzaam om en bekeek het tafereel dat hen achtervolgde. De golven torenden boven alle wolkenkrabbers uit. Ze slokten één voor één alle huizen op. Elk levend wezen verdween in het lichtblauwe, vloeibare spul dat woest overal tegen aanknalde.
Haar bloed leek opeens veel sneller te pompen. Haar voeten leken de drang te krijgen om een vluchtpoging te wagen. De spontane adrenaline gaf haar leven, dééd haar leven. Plotseling sprong ze uit zijn armen en belandde met een grote klap op de grond. Haar benen schaafden door de sneeuw dat nu in een harde betonnen ondergrond leek veranderd te zijn. Ze voelde de pijn. Ze vóelde werkelijk waar iets.
De jongen hielp haar snel overeind en begon weer zo snel mogelijk te vluchten voor de storm die hen achtervolgde. De stappen gingen steeds sneller, de vloed kwam steeds sneller. Hun handen hadden zich stevig aan elkaar vergrepen en trokken elkaar vooruit als de een achterop dreigde te geraken.
De harde klanken van de golven suizden door hun oren en joegen de angst steeds verder naar hun verstand toe. Maar hun verstand hadden ze nodig, want zonder het verstand was het bijna onmogelijk om je uit de situatie te redden.
‘Snel! Snel! Hij gaat ons inhalen,’ schreeuwde de jongen naar het meisje, dat haar stappen steeds verder vertraagde. Haar benen begonnen nu te steken. Gevoelloos als het eerst was, was het nu zo pijnlijk door al haar inspanningen. Langzaam schudde ze haar hoofd. Ze wist dat het niet zou gaan. Ze wist dat het een verloren zaak was. En ze wist dat zij hem niet kon ophouden.
‘Ga,’ fluisterde ze schor naar de jongen toe. Ze keek hem doordringend aan en leek hem met haar ogen te willen zeggen dat hij niet moest tegenstribbelen. Ze had zijn hulp erg gewaardeerd, maar het was niet voor haar bestemd om geholpen te worden. Zij moest alleen blijven. Alleen ondergaan.
De jongen twijfelde een moment. Hij had twee keuzes. Een keuze om met het meisje te blijven en samen dit lot te ondergaan. En een keuze om alleen verder te gaan, om alleen verder te leven en het meisje hier achter te laten voor het gevaar dat heel snel dreigde te komen.
Hij maakte de keuze. Dat was snel gebeurd. De twijfel die hij eerst had, had hij weer zo snel als het kwam verdreven. Hij ging op zijn gevoel af. En zijn gevoel vertelde hem dat hij bij beide keuzes een einde zou treffen.
Een einde was veel mooier met iemand om je heen. Een einde was veel specialer als je die samen deelde. En daarom koos hij voor het meisje. Hij zou niet alleen zijn. Iemand zou zijn geschiedenis gezien hebben. En dat was genoeg voor hem. Hij wilde alleen dat iemand ervan afwist, dat hij niet alleen de dood zou treffen.
Hij rende snel naar haar toe en richtte zijn blik op haar gezicht. Ze stond peinzend naar hem te kijken. Ze wilde dat hij ging, dat hij zichzelf redde. Hij moest niet voor haar blijven.
‘Bill,’ fluisterde hij zacht. Zijn handen gingen langzaam naar haar gezicht, haalden de slierten weg uit haar zicht, strelend over haar bevroren wangen. Stilletjes nam hij haar in zijn armen en hield haar stevig vast. Beschermend draaide hij zich om, trotseerde hij de woeste golven die binnen enkele tientallen seconden hun weg over hem en haar heen zouden vinden.
‘Mila.’ Ze sloeg haar zwakke armen om zijn middel heen en plaatste voorzichtig haar hoofd op zijn borst. Ze sloot haar ogen stevig en wachtte geduldig af. Hij keek haar nog eens aan en drukte heel lichtjes zijn lippen op die van haar. Zodra hij ze eraf haalde klampte hij zich helemaal aan haar vast. Het ijskoude water omhulde hen als een deken over hun gevoelige huid. De woestheid van de golven, de onmeetbare kracht van de stroming nam hun als lichte veertjes mee op hun weg over de grond. De harten waren verzwakt, klopten steeds langzamer door de ijskoude temperatuur waarin ze zich bevonden. Hun handen bevroren, hun benen bevroren. Oogleden waren vastgevroren en twee lichamen aan elkaar versmolten tot één geheel. Zo werden ze meegevoerd door de stille verwoesting, verdoemd het te voelen hoe ieder ander mee verdween in een grote massa.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.