Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » :: In Die Nacht :: » :: In die nacht :: 2
:: In Die Nacht ::
:: In die nacht :: 2
De warme zonnestralen schijnen op mijn gezicht. Het lijkt net zomer, terwijl het nog maar net april is. Als ik opsta begint mijn hoofd te tollen. Langzaam trekt het weer weg. Nu heb ik wel honger. Beneden smeer ik vier boterhammen voor mezelf, en ga ze op de bank opeten. Als ik op mijn telefoon kijk, heb ik een sms-je.
Marleen. Waarom neem je niet op?? Is er iets? Bel even terug!
Afzender staat er niet bij, en de telefoon herken ik ook niet. Ik toets het nummer in, en hij gaat over.
‘Met Marleen.’
‘Eindelijk! Je neemt op! Wat was er?’
Het is Tom.
‘Ik was zo ongerust!’
‘Ik voelde me ineens heel slecht. Ik was vroeg naar bed gegaan.’
‘Het was nog niet eens half 9!’
‘Tom, ik bepaal zelf wel hoe laat ik naar bed ga, en je hoeft je helemaal niet ongerust te maken.’
‘Ow, sorry, ik wil je alleen maar helpen.’
‘Waarmee?’ hoor ik Bill op de achtergrond roepen. Tom legt ze telefoon neer.
‘Dat maakt jou niks uit. Dat is tussen mij en Marleen.’
‘Ga je haar nu ook al van me afpakken?’
En er valt een deur dicht. Tom pakt de telefoon weer.
‘Sorry hoor, maar wat zei je net?’
‘Ik zei dat als ik hulp wilde, ik die wel zou vragen.’
‘Ow..’
‘Sorry, zo bedoel ik het niet. Je zou me niet begrijpen. Niemand doet dat.’
‘Alleen vertellen lucht al op.’
‘Liever niet. Kom maar een keer langs. Dan zeg ik het wel.’
‘Ow.. okee.’
Ik hoor dat Tom teleurgesteld is.
‘Maar dan moet je wel snel langskomen!’
‘Ja! Natuurlijk!’
Dan loopt mijn wekker af. Ik moet mijn medicijnen weer innemen.
Tom hoort het.
‘Wat is dat?’
Ik hoor de deur bij Tom weer openslaan.
‘Ow, mijn wekker. Ik moet mijn medicijnen weer innemen.’
‘Moet je ophangen, of kan je nog even aan de telefoon blijven?’
‘Tom, heb je een telefoondate ofzo?’ roept bill op de achtergrond. Tom legt zijn hand op de hoorn, maar ik hoor ze nog steeds.
‘Wat gaat jou dat aan?’
‘Ik heb gewoon geen zin om haar kwijt te raken! Zoek je eigen vriendin! Je hebt haar nog nooit gezien!’
‘Wat maakt dat nou uit! Ze is aardig! En trouwens, ik pak haar niet eens af. Na jouw uitbarsting komt ze zo wel naar me toe!’
Ik schiet in de lach.
‘Tom??’
‘Ja, Marleen?’
‘Ben je klaar met bekvechten?’
Ik slik de pilletjes met een hoop water door.
‘dat zijn een hoop medicijnen! Je bent nu al 5 minuten bezig.’
‘Uhu, 4 grote pillen, en in de winter ook nog een drankje.’
‘Wow! Dat is kij veel. Waarvoor moet je die slikken?’
Ik zucht.
‘Dat vertel ik liever niet. Ik hoop dat ik ze moet blijven slikken. Donderdag krijg ik de uitslag, en hopelijk is het niet verslechterd.’
‘Ik hoop dat alles goed komt!’
‘Ja, ik ook! Maar ik moet maar weer eens ophangen.’
‘Ooh, jammer, ik bel je snel weer.’
Bill begint weer te schreeuwen.
‘Ik wil haar ook nog spreken! Niet ophangen!’
‘Doei!’ zegt Tom tegen mij, en hij hangt op.
Ik glimlach. Even later gaat mijn telefoon weer.
‘Met Marleen.’
‘Ja, met Bill.’
‘Ik heb hier geen tijd voor, jongens.’
‘Maar ik wilde je ook spreken!’
Ik hoor een deur dichtslaan.
‘Ik wilde zeggen dat het me spijt van mijn lompe brief. Het moest eigenlijk anders gaan, met een etentje nog, alleen daar was geen tijd meer voor.’
Ik denk weer aan de knuffel op mijn kamer.
‘Wanneer ben je weer hier?’
‘Ik denk over een maand.’
‘Ow, dat is nog best lang. Ik weet niet of ik dat wel volhoud zonder jou en Tom.’
‘Hoezo mij en Tom?’
‘Gewoon, dat denk ik. Tom kan zo leuk luisteren.’
Ik glimlach in mezelf.
‘Maar jij bent ook lief, hoor.’
‘Jij ook. Jij bent veel liever als Tom.’
Ik glimlach. Ik voel mijn benen weer tintelen, maar niet zo erg als gister. Langzaam sta ik op. Donderdag komt steeds dichterbij.
‘Heb je nog iets te vertellen?’
‘Ik heb gedroomd over jou.’
‘Echt? Dat is leuk. Waar ging het over?’
‘Nauw, ik stapte in de toerbus, en daar zat jij met Tom. Jullie hadden het met elkaar, en Tom werd boos op mij, omdat ik binnen kwam. En toen trok hij jou mee naar buiten, en toen zei hij tegen mij dat jij hem veel liever vond. En toen renden jullie naar hebt bos, en ik rende jullie achterna, maar ik kon jullie niet vinden, en toen reed de bus ineens verder, met jullie er weer in. En ik was helemaal alleen gestrand, daar ergens. En het was zo eng, en het leek zo echt. Dus eigenlijk wilde ik weten of je echt iets met tom hebt.’
‘Vind je het dan zo erg?’
‘Nauw, eigenlijk wel.’
‘Ik heb niks met hem. Ik heb met niemand iets.’
‘Ow.. maar wat wilde je dan niet tegen tom zeggen?’
‘Waarom dringen jullie zo aan? Ik wil jullie niet ongerust maken!’
‘Maar dat maakt niet uit! Ik wil het graag weten!’
‘Ooooh! Ik zeg het wel! Mijn nieren werken bijna niet meer, en donderdag hoor ik of ik moet dialyseren, en ik heb er echt geen zin in. En als het dan nog slechter gaat, kan ik doodgaan, tenzij er een donor is, maar die kans is heel erg klein. Ik leef waarschijnlijk nog maar 5 jaar, tenzij er een donor is.’
‘Hè? Wat? Meen je dat? Dat is kij heftig!’
Ineens hoor ik dat tom de telefoon afpakt.
‘Geef hier!’
‘Nee, ik wil!’
‘Tom, geef terug!’
‘Jij doet het toch fout!’
Tuut tuut tuut. De lijn is verbroken. Boos gooi ik de telefoon op tafel. Ik wist wel dat ik het niet moest zeggen.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.