Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Just Him .. » 19
Just Him ..
19
Ik deed vredig mijn ogen open. Ik was me nogsteeds bewust van hem, heel eventjes maar, want ik had een verschrikkelijke pijn in mij knie. Ik stond zachtjes op, en hij werd niet wakker, ik ging naar beneden, pakte een paracetemol, en ging naar boven met nog 2 nieuwe kopjes koffie. Ik ging stiekempjes mijn kamer binnen, en hij lag nogsteeds te slapen. Zie je wel dat hij zijn slaap nodig heeft. Ik besloot nog eventjes naast hem te liggen en ging dus tegen hem aan liggen. Ik ging dus liggen en de tijd vloog, en ik bekeek hem alleen maar. Uiteindelijk werd het een uur of half 3 en hij sliep nogsteeds, dus ik besloot hem wakker te maken. Ik ging rustig staan en liep naar de andere kant van mij bed toe, ik keek naar zijn rug en vroeg me af of hij zou schrikken als ik hem kietelde. Ik besloot het maar niet uit te proberen. Dus tikte hem aan tegen zijn schouder. Hij mompelde wat, en zuchtte toen en sliep weer verder. Ik kuste zijn nek en kietelde hem in zijn zij. Voor ik wist wat er gebeurde lag ik naast hem, hij drukte me tegen het bed aan en hield zijn hand voor mijn mond. < Goeienmorgen > plaagde hij en haalde zijn hand weg voor mijn mond. < jij ook goeiemiddag> Hij liet me los en ging liggen. < Hoelaat is het ?> vroeg hij. Ik gniffelde en liet hem mijn pols zien, waar mijn horloge aan zat. Zijn gezicht ging van verbazing naar een shock en toen stond hij snel op, hij drukte een kus op mijn lippen en zei < O, kut, k ben te laat, ik moet weg liefje > Toen deed hij iets stoms. Hij deed mijn raam open en sprong eruit, zonder te twijfelen. Ik liep snel naar mijn raam, met het beeld voor me dat hij beneden halfdood lag. Maar hij was nergens te bekennen. Waarom zo een haast? Vroeg ik mezlef af, en besloot vandaag doelloos rond te zwerven. Ik trok mijn kleren aan en ging het huis uit, opweg naar het bos. Ik ging de bos in en vond al snel de struik waar ik doorheen moest, je zou denken, daar ligt zeker een weilandje perfect rond enzo, nee, wat daar eigenijk staat, is een boom. Lekker intersaant zou je dneken. Maar dat is het ook, Deze boom hebben mijn moeder en ik samen geplant. Het is onze boom. Ik ging met mijn rug tegen die boom aan zitten en sloot mijn ogen. Ik haalde wat herinneringen op en binnen de kortstekeren zat ik te huilen. Na aan de paar laatste dagen te dneken, verscheen er een glimlach op mijn gezicht, wat was Jared toch mooi. En met die gedachten, viel ik waarschijnlijk in slaap.
Iemand schudde me wakker, zacht, maar gelijk ook ruw. Ik deed mijn ogen open, en schudde de handen van me af en ging staan. In staat om mezlef te verdedigen. Todat ik zag dat die figuur heel veel op die van Jared kreeg, en aangezien het wat donkerder was geworden buiten, kon ikhet niet goed zien. Ik hoorde gegniffel en toen wist ik zkkr dat het jared was. Ik hinkelde naar hem en omhelsde hem. Ik voelde dat zijn bovenlijf naakt was, maar dan nog was hij warm, niet koud. Ik vroeg net mezelf af of de tijd al rijp was. Toen hij me vroeg wat ik hier deed. < gewoon zitten. > < zomaar, ergens in het bos?> <Oke, ik kwam voor deze boom > Hij bekeek de boom eens < Is er iets speciaals met deze boom ?> < Neeh, niet echt, het is alleen de boom die ik samen met mijn moeder heb geplant, snapje > < O > zei hij < begrepen > Hij ging zittn waar ik net zat en klopte naast hem, als teken dat ik daar moest komen zitten. Ik ging bij hem voet einde zitten en vroeg: < Hoe heb jij me eigenlijk gevonden > ik pakte me bij mijn schouders en trok me razendsnel naar de plek waar hij net klopte. Ik zat nu tegn hem aan en wachtte op zijn antwoord. < Het is niet moeilijk iemand te vidnen die je van 10m verderop kunt horen snurken. > gniffelde hij. < Ik snurk niet! > riep ik, en ik wist dat dat waar was, ik snurk nooit, ik mompel alleen soms wat, als ik echt heel moet ben, maar verder ook niet. < Hoe heb ik je anderrs kunnen vinden denk je ?> vroeg hij, en daar had ik geen antwoord op. < Jared > vroeg ik hem. < Hmm ?> < Mag ik je wat vragen > vroeg ik terwijl ik mijn hoofd in zijn borst begroef. < natuurlijk > zei hij. Ik zei eventjes niks, moest ikhet wel vragen? < Is.. Is de tijd al rijp ?> Hij snapte wat ik bedoelde, dat wist ik zeker, want hij verstrakte.Hij zei niks, en ik durfde niet verder te vragen. Het was een tijdje stil. Tooen hij zij < Kom, ik brneg je naar huis. > < Nee, nee. Hoevaak moet ik het nog zeggen, loop jij vast naar jou huis en dan loop ik naar de mijne. > Hij zei niks, maar tilde me op en liep. < echt niet, dnek je echt dat ik je naar huis laat hinkelen, god mag weten hoeveel pijn je je knie vandaag heb bezorgt door hier te komen. > < Jared, laat me los, het lukt wel, oke ik zeg niks, jemag meelopen, maar laat me dan op z’n minst zelf lopen. > Hij gniffelde, en liep door, hij was heel snel bij ons thuis. Hij zette me voor mijn deur neer en zei< Slaap lekker, schone slaapster. > < He, wacht, waarom kom je niet gewoon binnen ?> vroeg ik. < dat kan ook > zei hij en leip naar binnen. We liepen direct door naar mijn kamer, mijn vader was er tog nog niet. < waarom ging jij er vanochtend eigenlik zo snel ervandoor ?> < O, ik had mijn vriend beloofd hem ergens mee te helpen, en ben dathelemaal vrgetn > < O, en is het gelukt ?> < Wat? > vroeg hij. < Helpen natuurlijk. > < o, ja, dat, ja dat is gelukt > < fijn> zei ik. Ik ging liggen op mijn bed, en hij kwam naast me liggen. <Krijg ik nog antoord op mijn vraag. > vroegik hm zachjes, hij verstrakte. Evnetjes zij hij niks. < Morgen, goed? Morgen is de tijd rijp > zei hij toen zeker.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.