Hoofdcategorieėn
Home » Overige » For you in full blossom » I'll Jump for You
For you in full blossom
I'll Jump for You
"Maar ik, hou van jou." zei Nakastu. Hij bleef een tijdje stil terwijl ik verward hem probeerde aan te kijken.
"Je houd van hem he? Je houd van Sano, ik had het wel door." Hij draaide mij om, "Weet je, jou glimlach geeft mij altijd kracht. Maar jou verdrietigheid komt altijd van Sano. Hij trok mij weer tegen hem aan, "Ik zal jou nooit verdrietig maken.”¯
Na een paar lange minuten vertrok Nakatsu zonder iets te zeggen.
In een roes deed ik mijn jurk uit en ging in bed liggen, Sano heb ik niet meer binnen horen komen.
“De nationale sport wedstrijden, zal dit jaar op onze school plaats vinden.”¯ zei Umeda toen ik zuchtend op het bed in zijn kantoor ging zitten. Ik bleef stil, geen zin om te antwoorden.
“Zoals ik al had verwacht.”¯ zei hij.
“Zou het kunnen dat Nakatsu weet dat ik een meisje ben?”¯ vroeg ik onzeker.
Umeda haalde diep adem, “Zelfs als hij het zou uitvinden, hij zou niks zeggen, over Nakatsu hoef je je geen zorgen te maken. Uitgaand van het feit dat je een meisje of jongen bent, hij heeft zijn gevoelens naar jou toe al bekend gemaakt. Ik denk dat je hem een antwoord moet geven.”¯
“Antwoord?”¯
“Ik bedoel dat je hem onder ogen moet zien. Dat is de enige manier om hier uit te komen.”¯ Umeda ging naast mij zitten, “Dan hebben we nog Sano, je bent wel druk bezig. Eerst hadden jullie alleen ruzie en nu maak je er een zooitje van. Het is zo leuk om verliefd te zijn!”¯ zei Umeda sarcastisch.
“Praat niet zo over mijn problemen.”¯ zei ik boos.
“Als je er zo veel om geeft, ga naar zijn training.”¯
Ik knikte en rende naar Toukyo High, waar Sano tegenwoordig trainde.
Het was niet ver weg dus ik was er met een paar minuten.
Toen ik de poort door liep zag ik een ambulance staan, Sano Shin zag ik mee lopen met een bang gezicht. Op de brancard lag Sano’s vader, snel rende ik terug naar huis.
“Sano!”¯ riep ik toen ik de kamer in kwam gerend, “Je vader is opgenomen in het ziekenhuis! Hij is net naar het Central Hospital gestuurd.”¯
Hij keek mij even aan en trok zijn shirt rustig aan.
“Wat ben je aan het doen? Snel ga!”¯
Sano reageerde totaal niet en ging rustig verder met het paken van zijn tas.
“Je hebt je shirt verkeerd om aan.”¯ zei ik rustig, hij keek verveeld naar zijn shirt.
“Hoe lang ben je van plan om zo koppig te blijven? Hoewel ik niks van je familie verleden weet en ik niet weet wat jou gevoelens zijn voor je vader, een vader is een vader. Je hebt er maar een.”¯ Hij keek naar mijn hand die ik op zijn schouder had gelegd.
“Laat maar, ik ga zelf wel.”¯
“Eh?”¯
Snel rende ik de kamer uit naar de taxi die ik had laten wachten. Na vijf minuten kwam Sano de hoek om gerend, mijn plan had gewerkt. “Je bent te sloom!”¯ zei ik en ik trok hem naar de taxi.
“Snel stap in.”¯ Sano stapte in en de taxi reed weg.
De taxi was snel op zijn eindpunt, al die tijd had Sano in een roes gezeten. Toen hij wilde betalen, zei de chauffeur dat alles al was geregeld.
Aan de balie vroeg Sano aan een knappe jonge vrouw waar zijn vader lag, ze bracht hem zelfs.
Sano zag Shin op een bankje zitten, zijn gele shirt herkende hij uit duizende, vroeger droeg hij zelf die kleuren. Geel met een witte streep als t-shirt en een zwarte korte broek met twee gele strepen.
“Shin, hoe is het met hem?”¯ vroeg Sano aan zijn kleine broer.
Shin keek op, “Hij is weer stabiel. Dit was een terugval.”¯
“Terugval?”¯ vroeg Sano geschrokken.
“De vorige keer moest ik het van pap stil houden.”¯ Shin stond op en liep weg zonder iets te zeggen.
Sano haalde diep adem en ging de kamer van zijn vader in. Hij zag de man onder een wit laken liggen, een arm lag er op, er gingen slangetjes in en uit zijn pols.
De ogen van de oude man gingen langzaam open, Sano voelde zich ongemakkelijk.
“Hoe gaat het met je?”¯ vroeg hij maar.
“Goed, de medicijnen doen hun werk.”¯ hij keek zijn zoon aan maar kreeg geen oogcontact.
“Het spijt mij zo, dat ik je moeder niet op het laatste moment nog kon zien.”¯
Sano keek voorzichtig op naar zijn vader.
“Niet alleen dat, ik was geen goede echtgenoot.”¯
Sano ging op het krukje zitten dat tegen het andere bed aan stond, “Je zou meer moeten zeggen dat alleen dat.”¯ zei hij voorzichtig.
“Tot het einde bleef mama jou naam zeggen. Ze bleef maar geloven dat je zou komen.”¯
Het gezicht van zijn vader vertrok.
“Op het einde stond haar gezicht blij, ze zag er zo gelukkig uit.”¯ Sano stopte even, hij slikte de tranen weg en dacht aan Mizuki het gaf hem kracht.
“Op dat moment begreep ik het niet, maar ik denk dat ik het nu beter snap. Ik heb ook mensen die ik kan vertrouwen.”¯ met die woorden stond Sano op en liep naar buiten.
Shin zat daar weer, “Zorg je voor hem?”¯
“Niet echt.”¯ zei Shin, “Waarom zou ik dat voor jou doen, broer?”¯
“Je noemt me weer broer, he?”¯
“Dat is het niet.”¯ hij stond op, “Ik ben gewoon.”¯
“Shin.”¯ Sano liep naar zijn broertje en legde zijn hand op zijn schouder.
“Over hem, jij moet nu voor hem zorgen.”¯
“Yo.”¯ zei Nakatsu onzeker toen ik hem tegen kwam in de gang.
Ik keek hem even aan maar in zijn doordringende ogen kon ik niet blijven kijken.
“Oh.. Nakatsu.. Ik.. Eh.. Hoe zal ik het zeggen?”¯
“Je was verrast? Je hoeft nu nog geen antwoord te geven. Dat.. Oh, het ziet er naar uit dat de drie Dormen weer gaan strijden tegen elkaar! Ik ga mijn best doen.”¯
“Eh?”¯ ik was helemaal verrast over zijn wending.
“Ik ga absoluut niet verliezen.”¯ hij gaf een grote glimlach en gaf een klopje op mijn hoofd. Snel kon ik hem nog aankijken voordat hij vertrok.
Over het grote groene gras veld waar Sano elke dag op trainde liep hij nog een keer af die dag, hij liep naar de witte streep waar Nakatsu zat en ging twee meter naast hem zitten.
“Wat wil je?”¯ vroeg Nakatsu kort af, Sano negeerde de vraag en keek naar zijn voeten, “Je weet het al he? Van Mizuki?”¯ vroeg Nakatsu en keek Sano aan.
“Ha, net als ik had verwacht. Vergeet het. Hoe dan ook.”¯ Nakatsu stond op en keek naar Sano, “Mijn gevoelens voor Mizuki zal ik niet verliezen, tegen over niemand. Ik zal haar niet opgeven, zelfs niet als mijn tegenstander Sano Izumi is.”¯
Ik draaide rond op de bureau stoel wachtend op Sano, ik moest hem mijn excuses aanbieden voor mijn gedrag van gister. Was gister nog maar de dans wedstrijd? Ik zag echt op tegen het gesprek maar Umeda had gelijk.
De deur ging open en ik keek om, Sano, snel stond ik op en zei “Sorry van gisteren.”¯ precies op het zelfde moment van Sano. Ik keek verbaasd, “Ik heb te veel gezegt.”¯ zeiden we weer tegelijk. We begonnen samen te lachen. “Welkom terug.”¯ zei ik.
Sano ging op bed zitten, “Mijn vader zal over een week weer uit het ziekenhuis komen.”¯
“Echt dat is geweldig.”¯ zei ik blij voor hem en ging weer op de stoel zitten.
“Ik kon eindelijk een open gesprek met hem hebben. Ik had eigenlijk niet gedacht dat ik zo lang zou wachten om met hem te praten.”¯
“Het was nodig. Maar het zal wel tijd nodig hebben om te helen.”¯
Sano lachte, “Misschien. Als jij mij niet zo pushte, was ik nooit gegaan.”¯
“Eh?”¯
“Bedankt.”¯
Na een lange vermoeiende dag gingen we naar bed, als een blok viel ik in slaap.
Sano keek vanuit zijn bed naar boven, “Ik zal haar ook niet opgeven.”¯
De volgende avond zat ik weer op Sano te wachten, ondertussen las ik een masageboek.
De deur ging open, “Welkom terug.”¯ zei ik met een glimlach en stond op.
Een kistje viel van mijn balkonnetje af en ik liep naar beneden om het op te pakken. Sano hielp met het oppakken van mijn bezittingen. “Je moet voorzichtiger zijn met dit soort documenten.”¯ zei Sano een beetje streng toen hij mijn paspoort pakte. Snel viste ik het uit zijn handen en stopte het in mijn portomonee. Sano liep naar zijn bed en knielde er naast.
“Hey, hey, hey Sano. Ga even op het bed liggen voor een momentje.”¯ zei ik en hielp hem overeind. “Eh?”¯
“Kom op, gezicht naar beneden.”¯
Sano ging liggen en ik begon rond zijn knieholte te maseren.
“Waarom doe je dit opeens?”¯ vroeg hij nieuwsgierig.
“Dat is omdat je geen eigen trainer hebt, dus ik dacht dat ik de jouwe kan worden.”¯
“Kan je het aan?”¯ vroeg Sano met een lach.
“Wat? Ik wil je gewoon op elk mogelijke manier helpen. Mag ik?”¯
“Je zou het toch wel doen ook al zei ik nee, toch?”¯
“Ik denk het.”¯ lachte ik met hem mee.
“Ik ben blij”¯ zei ik na een tijdje, “Sano, je bent weer je oude ik geworden, hoewel ik niet weet hoe je toen was.”¯
“Ik ben niet mijn oude ik.”¯ zei Sano serieus, “Ik vind mijzelf nu leuker als eerst.”¯
“Sano..”¯
“Bij de aankomende wedstrijd, zal ik voor jou springen.”¯
“Oke.”¯ zei ik met een warm gevoel in mijn lichaam.
“Begrijp je de bedoeling daar van wel?”¯
“Ja, je zei dat je voor mij zal springen, toch? Omdat je mij wil bedanken.”¯
“Waar voor zou ik jou willen bedanken?”¯ zei Sano.
“Voor, Hm.. Jou mijn tandpasta laten lenen, je was wassen en voor het geven van de antwoorden van de laatste test.”¯
“Je begrijpt het nog steeds niet.”¯
“Eh? Wat? Vertel! Sano?”¯ ik ging naast Sano zitten, zijn ogen waren gesloten, hij sliep.
De dag van De Nationale Sportwedstrijden was aangebroken, ik zat met Sano in de kleedkamer, zijn benen masseerde ik alvast warm voor de grote wedstrijd van Sano. Het zou zijn come back zijn.
“Sano. Je kan het!”¯ zei ik.
“Oke.”¯
“Doe het!”¯
“Ja.”¯
“Doe het!”¯
“Ja!”¯
We zaten even in ons moment van inspanning en bundeling.
“Het ziet er naar uit dat je de laatste tijd je lichaam goed hebt getraind.”¯ zei Shin van de zijkant.
“Oh!”¯ zeiden Sano en ik tegelijk.
Er kwam een klein lachje op zijn mond, “Versla Kagurazaka, kom dan naar mij.”¯
“Ik zie je daar.”¯ zei Sano tegen zijn kleine broertje.
Shin lachte nu echt naar zijn broer en liep weg.
Sano stak zijn hand in zijn zak, “Ah!”¯
“Wat is er?”¯
“Ik ben mijn lucky charm vergeten, gekregen van mijn moeder, ik neem ‘m altijd mee naar wedstrijden.”¯
“Waar is het?”¯
“In mijn nachtkastje.”¯ zei Sano.
“Ik ga het halen!”¯ ik stond snel op en rende naar de deur.
“Mizuki! Kan jij hem voor mij vasthouden?”¯ vroeg Sano.
Ik draaide mij langzaam om, “Noemde je me net.. Mizuki?”¯
“Ik wilde je al zo noemen vanaf het begin.”¯
“Oke!”¯ lachte ik en rende naar onze kamer.
In het laatje van zijn nachtkastje vond ik een roze lucky charm en pakte die.
Er klonk boven mij een trillend geluid, ik keek en zag dat Sano’s telefoon dat geluid maakte.
Central Hospital stond er op het schermpje, ik nam op.
“Mizuki!”¯ riep Nakatsu toen ik op de tribune kwam.
Ik ging een beetje ongemakkelijk naast hem zitten en keek naar Sano die op de grond zat.
“Hij heeft nog steeds niet gesprongen. Hij blijft maar passen, hij is zelfs al over zijn persoonlijke record heen.”¯
“Denken jullie niet dat hij het cool probeert te spelen?”¯ vroeg Kitahama.
De lat lag nu op 2.04 meter en Sano schudde weer zijn hoofd, net als Kagurazaka.
“Dat is het niet.”¯ zei Sekime, “Als twee personen samen passen dan zal de uiteindelijke score bepaald worden door het aantal gefaald. Dus passen kan effectied zijn.”¯
“Echt? Waarom?”¯ vroeg ik in mij zelf.
“Voor jou.”¯ zei Nakatsu.
“Eh?”¯
“Als de sprong niet hoger is dan die van een andere, dan is de sprong waar jij bij bent niet goed genoeg. Ik zou het zelfde doen als ik hem was geweest.”¯
“Op dit moment passen alleen Kagurazaka en Sano nog.”¯ zei Sekime, “Zo’n situatie gebeurt vaak op een nationale wedstrijd.”¯
Op het moment dat 2.21 meter op het bord verscheen nam Sano actie hij stond op en ritste zijn vest open. Hij bukte om zijn schoenen op te pakken en liep naar een bankje.
“2.21 meter? Kagurazaka’s record?”¯ zei Nakatsu ongelovig.
Uit mijn zak pakte ik de lucky charm en hield het stevig vast. Sano stond klaar voor de sprong, het maakte een klein sprongetje in de lucht en begon vaart te maken. Hij rende naar de lat en sprong de lucht in. Bij langena was het niet hoog genoeg en hij gooide met zijn rug de lat er af.
Kagurazaka sprong er zonder moeite overheen.
Sano deed een tweede poging maar vaalde weer, “Wat is hij aan het doen?”¯ hoorde ik Nakatsu naast mij zeggen.
Sano stond weer op en liep naar de witte stip op de grond, hij keek naar de lat en bleef geconcentreed kijken.
“Sorry dat ik je helemaal hier heb laten komen”¯ zei Sano’s vader toen ik naast zijn ziekenhuisbed stond. “Ik moet je om een gunst vragen. Als Izumi de sprong niet kan maken zoals ik denk...”¯
“SANO!”¯ Riep ik en rende naar de railing, hij keek mij aan.
“Doe twee stappen naar achter!”¯ riep ik naar hem, “Doe twee stappen naar achter van je normale ren-afstand!”¯ hij keek mij een beetje ongeloofwaardig aan.
Ik hield de lucky charm van zijn moeder naar voren, hij kwam in beweging en deed twee stappen naar voren en plaatste de witte stip daar. Hij draaide zich weer om en keek van mij weer naar de lat.
Nakatsu kwam naast mij staan en ging op een rustig tempo klappen, ik deed mee, en al snel volgde de hele tribune. Alle wedstrijden waren stop gezet en keken naar Sano.
Zijn blik ruste weer op mij en hij lachte, hij sprong twee keer en begon te rennen.
Toen hij zijn voeten van de grond lifte stopte iedereen met klappen, hij raakte heel licht de lat aan maar die bleef liggen.
De blik van Sano was onbetaalbaar, het geluk was van hem aftestralen, de Sano die ik had afgenomen was er weer. Hij sprong weer over hindernissen en rende niet meer weg van een uitdaging.
Er brak een oorverdovend geklap uit, Sano Izumi was weer terug.
Hij stond op uit het kussen en was totaal overdonderd, hij keek even in het rond, toen ik zijn blik opving wees hij naar mij. Er liep een rilling over mijn lichaam en een traan over mijn wang.
“Je hebt het gehaald.”¯ zei ik tegen Sano toen we samen over het plein naar onze kamer liepen.
“Ja.”¯
“Tja... Het is allemaal vanwege mij.”¯ ik sloeg mijn arm om hem heen.
Hij schudde die er van af, “Niet vanwegen jou, het was mijn vader.”¯
“Wat? Ik heb het doorgegeven.”¯
“Natuurlijk. Waarschijnlijk kon jij niet eens zo iets bedenken.”¯
“Nouen, je had het niet gehaald als ik het bericht niet had doorgegeven, dus ik krijg als nog wel een beetje eer, toch?”¯
“Ik had het toch wel gehaal ook als jij niks had gezegt.”¯
“Leugenaar. Je was al tendode opgeschreven, omdat je al twee keer had gemist.”¯ zei ik en ik gaf hem een zet.
“Echt niet!”¯
“Echt wel, geef maar toe.”¯ en ik sprong nog een keer tegen hem aan.
“In andere woorden, Sano, je kan niks doen zonder mij.”¯ ik wilde hem slaan op zijn hoofd maar hij ontweek.
“Loser.”¯
“Waarom ben je niet gewoon eerlijk? Het is de waarheid.”¯
“Waarom moesten wij zo snel komen?”¯ vroeg Nanba aan Hibari.
“Ik ben laatst tot de ontdekking gekomen dat er een groot schandaal is hier op Osaka High.”¯
Nakatsu bleef achter de bosjes staan hij zag Nanba, Tennoji en Oscar staan en Hibari sprak tegen hun.
“Dit is een situatie die we niet kunnen accepteren.”¯ in haar hand had ze iets vast, een klein blauw boekje.
“Ik weet dat het moeilijk te geloven is. Onder de studenten van Osaka High is een meisje.”¯
“Eh?”¯
Ik gooide mijn arm weer om Sano’s schouder en trok hem naar beneden waar ik zijn haar door de war maakte.
“Echt waar, je bent te klein om je armen om mijn schouders te doen. Kleintje.”¯
Hij legde zijn hand op mijn hoofd en begon te lachen.
“Wat? Noem me geen kleintje.”¯ zei ik lachend en legde mijn arm om zijn schouder, waar die bleef.
;o
jij moet als de donder verder schrijven ;o;o
ik lieft dit verhaal ^^
x