Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » perseverance » Perseverance [14]
perseverance
Perseverance [14]
Met mijn gedachten ergens anders ga ik op het afgewassen bedovertrek van Greenday zitten. Bill kucht en opeens vind ik de poster van Nirvana héél interessant. In mijn ooghoeken zie ik Bill zijn schouders optrekken met zo een dan-praten-we-gewoon-niet blik.
‘Mijn beurt geloof ik’ zegt hij, ‘en ik kies.. Nena!’
De intro van 99 Luft Balloons spoelt door de TVboxen en Bill begint opgewekt mee te zingen. Door het vrolijke deuntje begin ik zelf ook heen en weer te bewegen.
‘Hé!’ roep ik opeens verontwaardigt ‘Ik wil ook een liedje in het Duits zingen!’
‘Wat?’ Bil zijn lippen vormen zich in een speelse grijns en hij vervolgt: ‘Zeg je nu net dat je ní²g een liedje wilt zingen?’
‘Nee Kaulitz’ trek ik mijn wenkbrauwen op ‘Ik bedoel dat het oneerlijk is dat jij een liedje in je eigen taal mag zingen en ik er een uit een taal die.. uhm.. niet mijn eigen taal is!’
‘Ach het spijt me lieve Fien’ en hij trekt een pruillipje. ‘Ik zal het goed maken. Wat dacht je van.. nog een liedje zingen, maar dan in een het Duits?’ Hij wiebelt zo gevaarlijk met zijn wenkbrauwen dat ik bang ben dat ze er zullen afvallen. Ik zucht overdreven, gooi mijn handen in de lucht en roep: ‘Oke, oke, jij wint. Als jij je oren wilt martelen, dan doe je dat maar!’
‘Oh, I love mijn oren, en mijn lachspieren martelen.’
Ik steek mijn tong uit en neem de microfoon aan.
‘Welk liedje?’
‘Het zelfde als jou. I’m gonna beat ya.’
‘Oh, dus wordt het hier een gevecht?’ Hij lacht en zijn ogen glinsteren.
‘Nee, het wordt geen gevecht..’ en ik steek mijn vuist in de lucht ‘Het wordt fucking oorlog!’ Hij schatert en valt achterover op het bed, terwijl ik heldhaftig begin te zingen, met de bijhorende danspasjes. Ik zit zo verdiept in mijn eigen zang en danstalent dat ik te laat merk dat Tom binnen komt met zijn handen om zijn oren, zeggend: ‘Bill dude, sinds wanneer zing jij zoals een m- owh.’ Hij trekt een raar gezicht bij het zien van mijn Michael Jackson move en mijn gezicht wordt knal rood. O help. Zeg dat dit niet waar is.
Ondertussen heeft Bill het hoogtepunt van hilariteit bereikt en de tranen stromen over zijn wangen van het lachen.
‘Ik.. uhm.. ik ben er niet.’ Stotter ik, mijn gezicht verbergend terwijl ik achter Bill zijn kast kruip.
‘Ook hallo Fien?’ probeert Tom voorzichtig.
‘Fien bestaat niet, tragische historie. De persoon die hier misschien achter een kast zit is Marie en zij heeft een besmettelijke ziekte waardoor ze -jammer genoeg- niet vanachter het houten ding kan komen.’
‘Stop’ gilt Bill ‘Ik hou het niet langer!’ en ik hoor hem over het bed rollen van het lachen.
‘Bill’ grom ik, terwijl ik naar de stoffige achterkant van de kast kijk ,‘je moet de achterkant van je kast eens afkuisen, het ziet er niet uit.’
‘Kom er dan vanachter gek’ gniffelt hij.
‘Nee’ en ik blijf koppig kijken naar het muffe ding. Ik wil even terloops kijken achter de kast, om te zien wat Bill aan het doen is, maar in plaats daarvan kijk ik recht in de bruine kijkers van Tom.
‘Mwaah!’ gil ik met geschrokken ogen ‘wat.doe.jij.hier?’
‘Uhm..’ hij trekt verontschuldigend zijn schouders op, ‘ik woon hier?’
‘Juist ja.’ Ik bijt op mijn lip en Bill zijn hoofd komt onder dat van Tom gemoffeld.
‘Ik wil ok bij deze conversatie horen’ zegt hij met glunderende ogen. Hij kijkt van mij naar Tom en terug naar mij. ‘Waar gaat het over?’
‘Over dat Fien juist vanachter de kast wou komen.’
‘Ach, je bedoelt Marie zeker.’ verbeter ik hem.
‘Juist, dat bedoel ik. Heeft Marie geen zin om vanachter de kast te komen?’
‘Misschien.’
‘Oké’ en hij trekt zijn hoofd terug. Bill en ik blijven alleen achter en fluistert in mijn oor. ‘Je kan echt heel goed Michael Jackson na doen Fientje’
‘Dankje’ en ik geef hem een vlugge kus op zijn wang.
Hij trekt mij recht en we komen samen vanachter de kast vandaan.
Gordon, Simone, Tom, Bill en ik zitten aan tafel. De tweeling eet gulzig van hun bord en ik zit wat onwennig naar het mijne te kijken. Mijn maag rommelt maar ik durf niet snel of veel te eten. Ik ben altijd bang dat mensen naar mij zullen kijken en zeggen: ‘Ja logisch dat ze zo dik is, dat zou ik ook zijn als ik zoveel at.’ Daarom dat ik ook mijn hoofd schud als Simone vraagt of ik trek heb in nog een beetje.
‘En’ ze legt haar bestek op haar bord en kijkt ons een voor een aan. ‘Hoe was jullie dag?’
‘Goed’ zegt Tom met zijn mond vol.
‘Ja’ bevestigt Bill en ik mompel iets gelijkaardigs.
‘Nog toetsen terug gekregen?’
De wangen van Tom worden even rood als zijn tomatensaus op zijn bord. Bill en ik kijken elkaar aan en grijnzen tezelfdertijd.
We weten allebei dat Tom een slechte test had terug gekregen, en dat hij koeltjes had gezegd:
‘Dat laat ik wel even tekenen, niets aan.’ Ondertussen moest die test al één week getekend terug zijn, maar ze ligt nog steeds verstopt in zijn kamer. We excuseren ons van tafel, zodat Tom even de waarheid kan vertellen, waar ‘niets aan’ is.
Net als we bij de deur zijn vraagt Gordon: ‘Hebben jullie toevallig geen zin in een dessert?’
Mijn hart maakt een sprongetje bij het woord ‘dessert’ en ik doe al mijn mond open om ‘Ja graag!’ te zeggen, maar ik doe mijn mond dan weer dicht. Ik ben net goed bezig, en als ik een keer toegeef, zal de verleiding veel te groot zijn om het dan een tweede keer te doen. Het is ook met grote spijt dat ik mompel: ‘Nee dankje, ik heb genoeg gegeten.’ Bill ziet aan mijn gezicht hoe moeilijk het is, en hij knijpt eventjes subtiel in mijn hand zodat niemand het merkt. Hij bedankt Gordon ook even en we lopen samen de trappen op.
en voor mezelf omdat ik de laatste tijd als een sneltrein schrijf
*steekt lolly in haar mond en danst rondjes rond haar stoel*
Reacties:
‘Oh, dus wordt het hier een gevecht?’ Hij lacht en zijn ogen glinsteren.
‘Nee, het wordt geen gevecht..’ en ik steek mijn vuist in de lucht ‘Het wordt fucking oorlog!’
_o_
‘Fien bestaat niet, tragische historie. De persoon die hier misschien achter een kast zit is Marie en zij heeft een besmettelijke ziekte waardoor ze -jammer genoeg- niet vanachter het houten ding kan komen.’
How funny can the human race be?
OF:
‘Mwaah!’ gil ik met geschrokken ogen ‘wat.doe.jij.hier?’
‘Uhm..’ hij trekt verontschuldigend zijn schouders op, ‘ik woon hier?’
‘Juist ja.'
Mwaampfff!! ^^
*kuist eht ondergeproeste scherm af*
OF (nog beter):
We weten allebei dat Tom een slechte test had terug gekregen, en dat hij koeltjes had gezegd: ‘Dat laat ik wel even tekenen, niets aan.’ Ondertussen moest die test al één week getekend terug zijn, maar ze ligt nog steeds verstopt in zijn kamer.
Wietje, die Tommie.
Maar ZO'N heerlijk grappig wietje.
ZOef
Mwiiii <3
Fien is lief :'3
En die humor, oh serieus, ik lach me daar steeds stuk over ^^
+ hoera voor je schrijftempo! *yay-face*
:']
xoxo <3
Arii! <3
Ze zijn zo ontzettend geweldig samen!
Ik houd echt van de manier waarop jij Bill en Fientje samen beschrijft, ze zijn zo ontzettend lief.
En Tom moet ook lief doen tegen Fien, anders kom ik naar hem toe en dat gaat hij niet leuk vinden.
En het is geweldig dat je in sneltreinvaart schrijft, dat er nog maar veel stukjes Fien mogen komen <3
ily
‘Ik.. uhm.. ik ben er niet.’ Stotter ik, mijn gezicht verbergend terwijl ik achter Bill zijn kast kruip.
‘Ook hallo Fien?’ probeert Tom voorzichtig.
‘Fien bestaat niet, tragische historie. De persoon die hier misschien achter een kast zit is Marie en zij heeft een besmettelijke ziekte waardoor ze -jammer genoeg- niet vanachter het houten ding kan komen.’
HEERLIJK. ____o____