Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Tears on my guitar » Deel 42: Een drukke dag

Tears on my guitar

14 maart 2010 - 13:50

2192

0

383



Deel 42: Een drukke dag

Vanaf die dag van ons eerste concert wordt plots alles in versnelling in gang gebracht. Het rustig werken in ons eigen appartementje en uitslapen is gedaan. We worden nu elke dag om negen uur al in de studio verwacht om daar dan tot soms negen uur ’s avonds aan ons album te werken.
Uit de vijftien nummers die we in onze twee weken tijd geschreven hebben, zijn er tien gekozen die bij op het album komen (samen met de andere die we al hadden afgesproken). Deze nummers moeten we nu bijna letterlijk dag en nacht inoefenen tot we ze perfect kunnen spelen. Michael drong er op aan dat we de liedjes zelfs in onze dromen moesten horen. Geen moment mag voorbij gaan zonder dat we aan ons album denken. Soms overdrijft hij natuurlijk wel, maar hij blijft onze manager dus vertrouwen we hem op zijn woord.
Er zijn ondertussen al een stuk of vijf nummers ingeblikt volgens mij. Het duurde uren en uren voor alles perfect gespeeld en gezongen was, maar het resultaat mag er zijn. Onze eigen liedjes nu ook echt spelen, opnemen en dan nog wat verbeteren samen met Frank en een paar leuke effecten toevoegen is echt leuk. Het mag dan wel hard werken zijn, maar we worden ervoor beloond met iets waar we van kunnen zeggen dat we zelf gemaakt hebben.
Daarbij moet er buiten het uren staan zwoegen en zweten in de studio ook nog tijd gemaakt worden voor persconferenties, signeersessies en interviewen. Onze eerste single op de radio heeft voor heel wat publiciteit gezorgd en wonder boven wonder blijft de hoeveelheid fans groeien. Bij onze eerste signeersessie verschoot ik van de rij die te wachten stond op een kleine krabbel van ons, ik had nooit kunnen dromen dat er zoveel mensen geïnteresseerd zouden zijn in onze muziek, in onze band.
De woorden van Max over het feit dat onze carrière als een raket de lucht in zou schieten echoën nog na in mijn hoofd, voor de zoveelste keer had hij gelijk. Ik ben in een andere wereld getuimeld op een paar weken tijd. Een wereld die me eerst nog helemaal vreemd was, maar waar ik nu probeer aan te wennen. Het is niet eenvoudig. Op sommige momenten kan ik nog steeds niet vatten dat al dit echt is. Dat we echt samen een band zijn, dat we muziek maken, fans hebben, geld verdienen, interviews geven en dat allemaal door gewoon onszelf te zijn en plezier te maken.
En zoals ik zeg, ik moet wennen aan dit nieuwe wereldje. De band en onze verplichtingen slokken al mijn vrije tijd op. ’s Avonds liggen we pas laat in ons bed en ’s morgens moeten we er ook weer vroeg uit. Het voordeel hiervan is dan weer dat ik bijna geen tijd heb om te piekeren over Max of om op sommige momenten te verdrinken in zelfmedelijden en dat levert zijn resultaten op. Ik heb het gevoel dat ik aan het afkikken ben en dat het de goede kant uitgaat. Dat mijn ‘verslaving’ bijna achter de rug is.
Maar ik moet niet alleen wennen aan ons druk schema en ons nieuw dagritme, maar ook aan de aandacht die we krijgen. Het is vreemd dat er mensen opkijken naar ons, naar onze muziek. Het is vreemd om meerdere keren dezelfde vragen van journalisten te beantwoorden en die dan een paar dagen later in een tijdschrift te kunnen lezen. Ik vind het zelfs nog steeds vreemd om mezelf op de radio te horen, maar hoe vreemd dit alles ook is, hoe het me soms van mijn stoel blaast, ik neem het er allemaal graag bij. Ik kan niet beschrijven hoe goed ik me voel. Het voelt alsof ik hiervoor geboren ben, alsof dit was wat ik al die tijd hoorde te doen. Dat dit het pad is dat het lot voor me klaargelegd heeft.
Vandaag is weer zo’n drukke dag. Om zes uur vanmorgen liep mijn wekker af, ondertussen is het al vier uur in de namiddag en zitten we in onze kleedkamer te wachten op de interviewer. Vandaag is het 21 september, de dag van ons concert in een zaal die iets groter is als een café. We hebben daarnet een soundcheck gedaan en de zaal dus gezien, hij is inderdaad groter, ik denk dat er zoiets van een 200 man in kan. En bovendien zal straks die zaal helemaal vol staan want de kaartjes waren uitverkocht (weer zoiets waar ik even bij moest gaan zitten).
De show start vanavond pas om acht uur, maar natuurlijk zijn we hier al van twaalf vanmiddag om alles klaar te zetten en zo. En nu tussen onze soundcheck, pauze en het optreden zelf komt er nog maar eens een journalist ons interviewen. Veel van de vragen komen terug, maar sommige zijn wat origineler en dat is ook net iets leuker voor ons, of juist moeilijker.
‘Wanneer komt hij of zij nu? Ik verveel me hier echt!’ klaagt Lukas terwijl hij ijsbeert door de kamer. Ik heb hem al proberen te stoppen, want hij maakt mij alleen maar zenuwachtiger, maar zonder resultaat.
‘Normaal over vijf minuten, kan je nu geen paar minuten stil zitten?’ vraagt Niel geërgerd. Ik ben dus niet alleen.
‘Nee, ik heb geen zin om te wachten ik wil optreden.’ Gaat Lukas koppig door.
Ik zucht alleen maar, maar Tayana staat op en loopt naar hem toe. Ze neemt hem bij de arm vast, sleurt hem naar de zetel en geeft zijn iPod aan die op de tafel lag.
‘En nu zwijgen,’ zegt ze streng. Ik moet een grinnik onderdrukken wanneer ik Lukas zijn gezicht zie, maar hij neemt toch braaf zijn iPod aan en steekt de oortelefoontjes zonder morren in zijn oren. Hij kan soms echt een klein kind zijn, maar dat zijn we eigenlijk allemaal wel eens. Lukas gewoon net iets meer. Gelukkig kunnen we hem altijd wel op de één of andere manier kalmeren. Hij kan soms zeer irritant zijn, maar zouden hem ook niet anders willen. Niemand is perfect.
Maar Lukas kan niet lang naar zijn muziek luisteren, want even later wordt er op de deur geklopt en komt Michael samen met een blonde vrouw binnen. Ze heeft golvend haar dat iets langer dan haar schouders komt, heeft wat lachrimpels rond haar mond en ogen en ziet er vriendelijk uit.
‘Jongens, dit is Marjanne, de journaliste,’ stelt Michael haar voor. Ze lacht even naar ons en zwaait. Beleefd als we zijn, zwaaien wij natuurlijk terug of zeggen goeie dag.
‘Ik heb vandaag geen tijd om hier te blijven, maar jullie overleven het zonder mij ook wel geloof ik. Braaf zijn!’ waarschuwt Michael ons nog en loopt dan de kleedkamer weer uit.
‘Ik stel voor dat we hier gaan zitten,’ zegt Marjanne met een lachje en loopt naar de hoek van de kamer waar twee eenpersoonszetels staan. Lukas heeft er al ingenomen en Tayana gaat in de andere zitten. Niel en ik zetten ons op de leuning en Marjanne neemt er een stoel van de tafel (die hier ook nog in de kamer is binnen gepropt) bij.
‘Oké laten we eraan beginnen,’ glimlacht Marjanne en neemt haar notitieboekje uit haar tas. Nu pas zie ik dat het geen gewone tas is, maar een camera-tas. Er zullen straks dus ook foto’s getrokken worden.
Het interview gaat van start met de al zo bekende vragen; hoe we omgaan met de plotse verandering in ons leven, wat we zouden doen als we geen band hadden, of we single zijn. Geen originele vragen deze keer, maar Marjanne is erg enthousiast en praat tussendoor ook echt met ons in plaats van alleen maar vragen te stellen. Het lijkt eerder op een luchtig gesprek dan een geforceerd interview waar we eigenlijk geen zin in hebben en te moe voor zijn.
‘Hebben jullie nog heel even tijd voor foto’s?’ vraagt ze na een uurtje en haalt haar camera vragend uit haar tas. We wisselen even een paar blikken.
‘Natuurlijk,’ antwoordt Niel.
‘Waar wil je ze?’ vraag ik op mijn beurt.
Marjanne kijkt even de kleedkamer rond en we volgen alle vier haar blik, het is hier echt een rommelkot, maar de muren zijn wit dus dat is goed al achtergrond. Tayana staat als eerste recht en begint onze rugzakken, instrumenten en vooral rommel allemaal te verschuiven naar één hoekje zodat er een stuk witte muur helemaal vrij komt waarvoor wij kunnen poseren.
‘Perfect!’ grinnikt Marjanne en staat op net zoals wij.
Een echte fotoshoot hebben we in deze drukke weken nog niet gehad, maar ik ben er zeker van dat die binnenkort wel ergens op het programma zou kunnen staan.
We nemen wat verschillende poses aan terwijl de camera foto’s blijft trekken. De eerste foto’s zijn wat stijver, maar hoe langer we voor de muur staan de poseren, hoe meer we loskomen en hoe grappiger de foto’s worden. Na een paar normale, stijvere poses zijn we al aan het lachen en gieren met mopjes van elkaar waardoor we ook niet meer nadenken over hoe we staan of hoe we lachen, maar Marjanne blijft foto’s nemen.
‘Willen jullie ze zien?’ vraagt Marjanne terwijl ze met het fototoestel zwaait.
Ik kom als eerste aan bij haar en val bijna om als Niel tegen me op botst.
Marjanne haar vinger beweegt over de knopjes terwijl ze ons de foto’s één voor één laat zien. Zoals ik al dacht zijn de eerste foto’s wel mooi, maar ook wat meer geforceerd terwijl de laatste in het rijtje spontaner zijn.
‘Jullie mogen zelf kiezen welke bij het interview zal gaan horen. Kies maar!’
We overlopen de foto’s nog een keer en kiezen uiteindelijk de foto waar we alle vier met de slappe lach op staan. We hangen er allemaal wat op elkaar met onze ogen toegeknepen van het lachen en onze hoofden naar voor of achteren geleund, maar het is een foto die ons toont zoals we zijn, het is de beste foto.
De tijd vliegt snel voorbij en tegen zes uur staat Michael weer in de kamer met vijf belegde broodjes in zijn armen. We nemen afscheid van Marjanne en vallen daarna het eten aan. Ik had zelfs niet gevoeld dat ik zoveel honger had.

Om twee voor acht sta ik weer met mijn trillende handen om mijn gitaar geklemd in de coulissen te wachten op het teken dat we het podium op mogen. Die eerste zenuwen, de vlinder die hyperactief rond fladderen in mijn buik zullen nooit verdwijnen. Gelukkig verdwijnen ze op het podium wel, maar ik weet nu al dat ik altijd zenuwachtig zal zijn voor een optreden, ondanks dat ik weet dat ik op het podium tot leven zal komen en zal open bloeien als een bloempje zoals papa altijd zegt.
Wel, ik neem die vlinders er ook graag bij. Ze doen me zweten en trillen, maar geven me ook de adrenaline om zo meteen alles van me te geven en alle zorgen te vergeten.
Het gebrul en geschreeuw van onze fans in het zaaltje worden luider en luider. Ik kan blijven herhalen hoeveel geluk we wel niet hebben gehad. Je komt niet zoveel bands tegen die in een maand tijd zo bekend worden dat ze een 200 man bij elkaar krijgen voor een concert. In gedachten bedank ik het Lot voor dit geweldig cadeau.
Ik voel de adrenalinestroom in mijn bloed wanneer het teken wordt gegeven. De lichten op het podium gaan aan, de zaal gaat uit zijn dak en ik zet mijn verstand op nul om het podium op te lopen. Vanavond spelen we acht nummers voor ons publiek en staan dus ongeveer een 40 minuten op het podium. Het zijn meer nummers, maar we hebben hard geoefend, ik ken ze.
Mijn vingers bewegen over de snaren en mijn mond gaat naar de micro wanneer het tijd is om te zingen. Die vlinders in mijn buik slapen alweer. Ik heb ze alleen nodig om de kracht te vinden om hier het podium op te lopen. Ze zorgen voor een goede balans tussen het enthousiasme, de adrenaline en de angst.
Ik zing en speel gitaar, voel hoe ik gelukkig ben hier op het podium met mijn publiek voor me. Handen steken de lucht in en ik zie hoe het publiek probeert mee te zingen met de nummers die ze zelfs nog niet kennen, want ons album is nog niet eens af, maar het is leuk dat ze proberen. Raar dat ik hier vroeger zo bang voor was. Bang om mezelf te zijn, om mezelf te tonen, terwijl ik nu net aangemoedigd word door deze menigte die schreeuwt en zingt en lacht.
Wanneer ik de zaal rond kijk, mijn blik laat glijden over de verschillende gezichten zie ik hoe iedereen gelukkig is net zoals ik hier op het podium ben. Het maakt me blij om anderen ook blij te kunnen maken met onze muziek, daar doen we het toch voor? En voor het plezier natuurlijk. En als ik naar links in de coulissen kijk zie ik het trotse gezicht van papa (en Liesbeth naast hem). Zijn lach en de traan in zijn oog die ik kan zien glinsteren zeggen genoeg; hij is fier op me. Hij ziet in mijn het bloempje dat open bloeit zoals hij dat bij mama ook zag. Ik glimlach tussen het zingen in en richt mijn ogen even naar het plafond waar ik spijtig genoeg niet door kan zien naar de hemel.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.