Hoofdcategorieën
Home » Overige » SAAAA'S » Since than I was dying inside . [dood]
SAAAA'S
Since than I was dying inside . [dood]
Couldn't save you from the start
Love you so it hurts my soul
Can you forgive me for trying again?
Your silence makes me hold my breath
All the time has passed you by
For so long, I've tried to shield you from the world
You couldn't face the freedom on your own
Here I am
Left in silence
You gave up the fight
You left me behind
All that stands forgiven
You'll always be mine
I know deep inside
All that stands forgiven
Watched the clouds drifting away
Still the sun can't warm my face
I know it was destined to go wrong
You were looking for the great escape
To chase your demons away
For so long, I've tried to shield you from the world
You couldnt face the freedom on your own
Here I am
Left in silence
You gave up the fight
You left me behind
All that stands forgiven
You'll always be mine
I know deep inside
All that stands forgiven
I've been so lost since you've gone
Why not me before you?
Why did fate deceive me?
Everything turned out so wrong
Why do you leave me in silence?
You gave up the fight
You left me behind
All that stands forgiven
You'll always be mine
I know deep inside
All that stands forgiven
Ik legde mijn gitaar neer en veegde de tranen van mijn wangen weg. Een koude windvlaag kwam naast me en ik wist dat je bij me was. Hoe kon hij me dit aan doen? Ik pakte het fotolijstje van mijn nachtkastje. Het was op je 16e verjaardag. Vandaag precies een jaar geleden. We hadden toen al bijna 2 jaar iets. Je staat er zo gelukkig en lachend op.
Je was zo blij die dag, ik denk steeds aan hoe je erachter kwam dat we op vakantie gingen. Met onze hele vriendengroep gingen we naar de Malediven. De plaats waar je vaak op vakantie ging met je familie. Dagenlang praatte je erover, over hoe mooi het wel niet was. En dat we een keer daar naartoe moesten. De dag nadat we terug waren gekomen van de vakantie werd je ziek. De hele week lag je met koorts in bed. Na die week was je moeder met je naar de dokter gegaan. Hij voorspelde een griepje wat zo over moest gaan. Na twee weken was je nog steeds niet beter, en je moeder ging weer met je naar de dokter. Je werd direct opgenomen. Dit was niet normaal. Er waren vele onderzoeken, veel constateringen van de dokters. Verschillende trachtte je te helpen. Iedere dag was ik bij je, terwijl het met mijzelf slechter en slechter ging. Samen met je moeder probeerde ik dag en nacht bij je te zijn. Als zij er niet was, was ik er. En wanneer ik op school zat, probeerde zij zoveel mogelijk bij jou te zijn. Ik zag je met de dag afbrokkelen. En op een dag kwam de conrector de klas binnen, of ik met hem mee wou komen. Ik verwachtte het ergste en liep voorzichtig het lokaal uit. De conrector vertelde me dat je op het randje van de dood bungelde. Terwijl de doktoren niet eens wisten wat er was. Ik mocht direct naar je toe. Mijn tas bleef roerloos in het lokaal staan en ik ben zonder jas naar buiten gerend. Niets kon me meer schelen, ik wou alleen naar je toe. Toen ik bij het ziekenhuis aankwam rende ik direct naar de kamer waar je al weken lag. Je ogen waren dicht en je moeder huilde. Ik dacht dat je al weggegaan was, maar toen je mijn stem hoorde opende je je ogen. ''Ik hou van je'' vormde je lippen. ''Ik ook van jou...'' zei ik. Je ogen sloten zich en de hartslagmeter gaf een lange eentonige piep aan. ''Voor altijd'' maakte ik mijn zin af. Samen met je moeder huilde ik. Doktoren kwamen binnen en probeerde je te reanimeren. Je terug te brengen naar de bewoonde wereld. Maar je was al weg, je had ons al alleen gelaten. Dagenlang had ik gehuild, in bed gelegen met jouw foto. De begrafenis kwam dichterbij. Ik deed de jurk aan die jij toen zo mooi vond, hij was zwart en perfect. Samen met mijn moeder reden we naar jouw huis. Waar een doodse stilte heerste. Min ogen stonden waterig, maar huilen kon ik niet. Niet meer althans. Ik had al mijn tranen opgehuild. De bel ging, ik hoopte dat jij daar stond om te zeggen dat het een grapje was. Maar jij stond daar niet. Het was Eefje, mijn en jouw beste vriendin. We liepen naar binnen en ik ging op de bank zitten, voor me uitstarend. Mijn ouders waren inmiddels in de keuken bij jouw moeder. ''Eefje? Wil je me even vasthouden?'' vroeg ik met een schorre stem. Ze sloeg haar armen om me heen en wiegde me heen en weer. Tranen liepen weer over mijn wangen. ''Ik mis hem zo'' huilde ik. ''Ik ook.'' Ik merkte dat ze ook huilde. Elkaar vasthoudend huilden we. Waarom liet je ons nou alleen? Je andere vrienden kwam ook de kamer binnen gelopen. Allemaal in het zwart. Toen ze ons zagen zitten kwamen ze bij ons en Dave, je broer, begon ook te huilen. Daar zaten we dan, huilend in je woonkamer. Wachtend tot deze duistere tijd voorbij was. De klok in de kamer sloeg en verbrak de stilte. De doodse stilte. Letterlijk en figuurlijk. Mijn telefoon trilde en ik nam op. ''Hey meid'' hoorde ik een zachte stem. Jade. Mijn zus. ''Hey'' zei ik nog zachter. ''Ben je bij hem thuis?'' vroeg ze. ''Ja'' antwoorde ik schor. ''Ik ben over 5 minuten ook daar'' ''Oke'' Ik hing op en stopte mijn telefoon terug in mijn zak en vijf minuten later ging inderdaad de bel. Iemand maakte de deur open en gedempte stemmen klonken. Jade liep de kamer binnen en ik stond op om haar te omhelzen. ''Meisje toch'' zei ze terwijl ik haar schouder nat huilde. Ze streek door mijn haren. Ook de rest had tranen in zijn ogen staan. ''Het komt goed'' zei Jade zachtjes. Mijn ouders en je moeder kwam de kamer in. ''Zullen we dan maar gaan?'' vroeg je moeder schor. Ik knikte maar. Alles ging in een waas voorbij. We liepen naar buiten en stapten in de auto's op weg naar de kerk. Daar aangekomen stapten we uit en liepen naar de ingang, waar al verschillende mensen zich hadden verzameld. Zacht geroezemoes klonk. We liepen de kerk in en gingen zitten. Voorin stond jouw kist met jou erin. Ik kon het nog steeds niet bevatten en voor dat ik het wist liepen de tranen weer over mijn wangen. Dave kwam naast me zitten en samen huilden we weer. De dienst begon en alles ging in een waas voorbij. Mooie gedichten werden voorgelezen, en toen kwam het moment, het moment dat ik het liedje zou moeten zingen. Het nummer wat voor ons zo speciaal was. Ik stond op en liep naar de microfoon. ''Lieve mensen, Lex was een geweldige jongen. HIj was altijd vrolijk en hield van allerlei soorten muziek. Een nummer was voor ons beide speciaal, en dat wil ik nu graag voor hem zingen'' zei ik schor. Ik nam een slokje water uit het glas dat naast de microfoon stond. Toen begon ik te zingen.
Keiner weiss wies Dir geht
Keiner da der Dich versteht
Der Tag war Dunkel und allein
Du schreibst Hilfe mit Deinem Blut
Obwohl es immer weh tut
Du machst die Augen auf und alles bleibt gleich
Ich will nicht storn und ich will auch nicht
zu lang bleiben
Ich bin hier nur um Dir zu sagen
Ich bin da wenn du willst
Schau Dich um dann siehst Du mich
Ganz egal wo Du bist
Wenn Du nach mir greifst dann halt ich Dich
Dein Leben sinnentleert. Deine schatten tonnenschwer
Und alles was Du jetzt brauchst hast Du nicht
Du suchst den Regenbogen
Er liegt tot vor Dir am Boden
Er hat solang es ging strahlen nur fr Dich
Ich will nicht storn und ich will auch nicht
zu lang bleiben
Ich bin hier nur um Dir zu sagen
Wenn Du die Welt nicht mehr verstehst
end jeder Tag im Nichts vergeht
Wenn sie der Sturm nicht mehr legt
und Du die Nacht nicht mehr ertrgst
Ich bin da wenn Du willst
Ganz egal wo du bist
An deiner seite nur eiene Weile
Ich bin da
Ich bin da wenn du willst
Ich bin da ganz egal wo Du bist
Ich bin da schau in Dich rein dann siehst Du mich
Ganz egal wo Du bist
Wenn Du nach mir greifst dann halt ich Dich
Ich bin da wenn Du willst ganz egal wo Du bist
An Deiner Seite nur eine Weile
Du bist nicht alleine
Mijn stem stierf weg en ik veegde mijn tranen van mijn wangen. In de tweede bank zat mijn moeder. Ze glimlachte en knikte bemoedigend. Mijn blik ging door de kerk en achterin de kerk zag ik een gedaante zitten. Hij leek op jou, en toen ik beter keek, zag ik dat jij het was. Je lachte en huilde tegelijk. ''Ik hou van je, lieve Sophie, voor altijd ben ik aan je zijde.'' ''Ik zal voor altijd van hem houden, zoals hij ook van ons allemaal hield. Mensen zullen altijd van ons weggaan, maar de herinneringen zullen voor altijd blijven bestaan'' sloot ik af. Toen liep ik terug naar de bank. Na een zegen was de dienst afgelopen en gingen we naar het crematorium. Je zei altijd; 'Als ik doodga, wil ik dat jij een deel van mij krijgt. Zorg er goed voor, en ik ben altijd bij je'. Dat vond ik altijd zo mooi. Maar ik had je liever nog echt bij me gehad. We liepen in een tocht ernaartoe. Het lag er toch niet zo lang vanaf. Je vrienden en broer droegen de kist. Dat wou je zo. Samen met je moeder, mijn ouders, je familie en allemaal andere mensen liepen we achter je aan. Stilte overheerste. Bij het crematorium aangekomen kwam je familie, je moeder, mijn ouders en ik naar binnen. Het was een besloten-dienst. Dat wou je moeder graag. Samen met iedereen waar je veel van hield. Een korte dienst volgde en daarna mochten we afscheid nemen. Ik liet iedereen voorgaan, ik wilde het moment zolang mogelijk uitstellen. Je zolang mogelijk bij me hebben. Dave ging voor me, toen hij terug kwam mocht ik. Je broer gaf me een bemoedigend kneepje in mijn schouder en knuffelde me stevig. Daarna liet hij me los en liep hij naar de andere toe. Ik liep de kamer in en was daar alleen met jou. Ik wou je nog zoveel vertellen, want ik wist dat je luisterde. ''Lex, ik hou zoveel van je. Ik mis je zo erg. Kom alsjeblieft terug'' huilde ik. Een koude windvlaag blies naast me en iemand legde een hand op mijn schouder. Ik draaide me om en daar stond je dan. In je eigen gedaante. ''Ik weet het, ik mis jou ook.'' Hij pakte mijn hand, deed er iets in en sloot mijn hand daarna weer. Hij gaf me een laatste kus en verdween. Even dacht ik dat het een droom was, maar toen ik mijn hand opende zag ik dat je je ketting in mijn hand had gelegd. De ketting die je had gekregen toen je vader wegging. Hij betekende altijd enorm veel voor je. Ik kuste je voor de laatste keer en liep toen naar de deur. ''Ik zal altijd aan je denken'' zei ik zacht waarna ik door de deur ging en hem achter me sloot. Daar stond de rest. Ik merkte dat ze naar mijn gesloten vuist keken en opende hem. Daar lag zijn ketting nog steeds in. ''Waar heb je die vandaan?'' vroeg Dave meteen. ''Hij, hij heeft hem me gegeven'' antwoorde ik schor. ''Wan .. wanneer dan?'' stotterde Eefje. ''Zojuist, hij stond daar'' zei ik. Ik schraapte mijn keel. ''Huh.. Hoe dan?'' ''Ik weet het niet, Dave, ik weet het niet'' gaf ik eerlijk antwoord. ''Zullen we dan maar naar ons gaan?'' stelde je moeder voor. We knikten allemaal en een stoet volgde naar jouw huis. Daar aangekomen liepen we naar binnen en gingen we weer in jouw woonkamer zitten. De senseo draaide overuren en na een tijdje waren we nog even stil. ''Mag ik misschien even naar zijn kamer?'' vroeg ik aan je moeder. Ze knikte en ik liep de kamer uit de trap op. Ik opende je kamerdeur en zag die vertrouwde kamer. De kamer waar we zo vaak gezeten hadden. Ik sloot de deur achter me en ging op het bed zitten. Een koude windvlaag volgde en daar zat je weer. ''Hoe gaat het?'' vroeg ik zachtjes. ''Wat denk je?'' zei je schor. ''Ik denk dat het goed met je gaat. Je ziet er goed uit'' zei ik zachtjes. ''Dankje, zei hij nu ook zachtjes. ''Ik ben bij je, altijd als je me nodig hebt ben ik er voor je, wil je dat onthouden?'' vroeg je. ''Ja, ik zal er altijd aan denken'' zei ik. Je stond op en kwam naast me zitten. Je sloeg je armen om me heen en ik huilde. ''Waarom ging je weg?'' vroeg ik aan je. ''Ik had pijn, ik wilde er zo snel mogelijk vanaf. Niemand wist wat er aan de hand was, er kwam een fel wit licht en ik dacht dat het de uitweg was. Ik rende ernaartoe en ineens vloog ik boven je. Ik kon niet meer terug'' gaf hij mijn lang gezochte antwoord. ''Maar .. nee laat maar'' maakte ik mijn zin niet meer af. ''Wat is er?'' Je draaide je gezicht naar me toe. ''Niets, laat maar'' zei ik. ''Zeg het maar'' zei je weer terwijl je met je prachtige hand mijn kin vastpakte en mijn gezicht naar dat van jou draaide. ''Weten de andere dat ik met je kan praten?'' Je schudde je hoofd. ''En ik heb liever niet dat je het hun verteld. Ze zullen denken dat je gek wordt. Begrijp je?'' Ik knikte. Er werd op de deur geklopt, je stond op en de deur ging open. ''Kell?'' hoorde ik Dave zeggen. ''Ja?'' zei ik zachtjes. Ik veegde mijn tranen weg. ''Gaat het?'' vroeg hij weer en kwam naast me zitten. Ik knikte. ''En met jou?'' vroeg ik. Ook hij knikte. Een koude windvlaag bezorgde me de rillingen en ik zag je op je bureaustoel zitten. Ik stond op en liep naar je nachtkastje. Ik maakte het deurtje open en zag een foto liggen. Ik keek even rond en zag je knikken, waarna ik de foto oppakte. Ik zag je staan met je broer en ik gaf hem aan Dave. Hij concentreerde zich op de foto en vergat alles om hem heen. Ik keek verder wat er nog in lag, een schrijfblokje, de oplader van je telefoon en nog wat andere dingetjes. Ik pakte het blokje op en begon erin te bladeren. Er stonden allerlei gedichten in en korte verhaaltjes over een bepaalde dag. Dave stond op en legde de foto terug in het kastje. ''Ik ga eventjes naar beneden, tot zo'' zei hij en hij verliet de kamer. Ik bladerde verder. ''Die gedichten heb ik geschreven toen ik verliefd op je was, en ook toen ik ziek was. Sommige heb ik geschreven toen ik met jou was, het verschilt heel erg'' zei je. ''Mag ik er eentje bij schrijven?'' vroeg ik zacht. Je knikte. Ik pakte een pen en begon te schrijven. Toen ik klaar was liet ik het aan je lezen.
Jij bent verliefd op mij!
Ik ben verliefd op jou.
Voor altijd sta ik aan je zij,
Ik hou zoveel van jou!
Niet te breken,
voor altijd samen.
In de eeuwigheid,
Amen.
Je lachte en legde het boekje terug. ''Kell?'' Mijn moeder noemde me zo altijd waarna iedereen dat deed. ''Kom je? We gaan naar huis'' riep ze. ''Ik kom zo'' riep ik terug. ''Ga .. ga je mee?'' vroeg ik verlegen. ''Ik kom straks naar je toe. Ik blijf nog even hier'' zei je. Ik aarzelde. ''Ga maar, het is goed. Ik ben bij je.'' Je kuste me op mijn voorhoofd en verdween, waarna ik naar beneden liep. Daar stond mijn moeder al met mijn jas. Ik deed hem aan en liep met mijn ouders en zus naar buiten. Mijn zus reed achter ons aan met haar auto. Bij mij thuis aangekomen maakte ik een warme kop chocomel en ging naar mijn kamer. Even later hoorde ik zacht geklop op de deur. ''Kelly?'' Jade. Kon niet anders, want niemand waagde het meer om mijn hele naam te zeggen. ''Mag ik binnen komen?'' vroeg ze weer. ''Kom maar'' zei ik. Ze kwam binnen en sloot de deur achter zich. ''Gaat het?'' vroeg ze terwijl ze naast me op mijn bed kwam zitten. Ik schudde mijn hoofd. ''Ik mis hem zo'' zei ik zacht. ''We missen hem allemaal. Kom eens hier.'' Mijn zus sloeg haar armen om me heen en wiegde me heen en weer terwijl ik weer huilde. ''Niet huilen'' hoorde ik je stem. Verbaasd keek ik om me heen. Ik had niet eens gemerkt dat je er was. ''Maar ik mis je zo!'' zei ik schor. ''Kelly? Tegen wie praat je?'' vroeg Jade verbaasd. ''Tegen Lex'' zei ik zachtjes. ''ís hij hier dan?'' vroeg ze zachtjes. Ik knikte. ''Hoi Lex'' zei Jade nu ook zachtjes. ''Hoi Jade'' zei je en Jade keek verbaasd naar de bureaustoel waar je op zat. ''Huh.. Hoe kan .. Hoe kan je .. '' Je onderbrak haar zin en zei; ''Ik wou jullie niet alleen laten en heb er toen voor gekozen om nog even bij jullie te kunnen blijven.'' Jade was stil. ''Je hoeft niet bang te zijn hoor. Ik ben nog steeds dezelfde Lex, alleen kan ik nu niet meer doodgaan'' grapte je. Ik lachtte zachtjes. ''Gelukkig, je kan nog lachen'' zei je glimlachend. ''Mam vroeg, of we kwamen eten. Kom je?'' vroeg Jade. Ik knikte. ''Ik kom eraan'' zei ik zachtjes terwijl ik mijn blik niet van je af wilde wenden. ''Is goed'' zei Jade, ze liet me los en liep de kamer uit. ''Nou, Lex, heb je honger?'' grapte ik zachtjes. ''Nee, zei je, ik heb al gegeten.'' Je lachtte. Ik was blij dat je nog kón lachen, want dat had ik gemist. Het lachen van je. ''Nou, dan ga ik maar'' zei ik terwijl ik me omdraaide en naar beneden liep. Tijdens het eten was het stil, mijn moeder had speciaal voor mij mijn lievelingsgerecht gemaakt; Haar eigen pizza. Maar de altijd zo heerlijke smaak van tomatensaus proefde ik vandaag niet. Vandaag was het niet meer dan een stukje karton waar ik op kauwde. Nadat ik 2 punten naar binnen had gewerkt, stond ik op. ''Ik ga even liggen.'' Ik voelde me duizelig en brak. Ik liep naar de woonkamer en ging op de ligbank onder een deken liggen. De rest van de avond bleef ik daar liggen met mijn ogen gesloten. Lex heb ik niet meer gehoord of gezien.
3 maanden later stond er een bericht in de krant.
Overlijdingsbericht;
Kelly Johanna Gertruda Pietersen
Gestorven op 14 december 2009
Lieve Kel,
Je bent te vroeg bij ons weggegaan,
16 mooie jaren heb je ons bezorgt,
en wij hoopten op meer!
We hopen dat je nu gelukkig en zonder pijn kunt verder leven,
maar we hadden je liever bij ons gehad.
We houden voor altijd van je.
Jade
Kelly hield het niet langer vol, ze mistte Lex ontzettend. Ze liep met haar iPod over straat en keek niet uit toen ze overstak. Een vrachtwagen kon haar niet ontwijken en raakte haar. Ze was op slag dood. Jade was verschrikkelijk verdrietig, maar wist dat het juist was voor haar om te gaan. Omdat ze, diep van binnen, al met Lex gestorven was. Ze wist, dat ze nu samen waren. Voor altijd.
En?
Hij is echt vet mooi. Rilligen lopen over mijn rug, tranen bijna over mijn wangen. "Ich Bin Da", een rotnummer, het doet m'n denken aan m'n ex. Seriously hij is echt freakin' mooi.
ILoveIt!
<33333