Hoofdcategorieën
Home » Overige » SAAAA'S » Voor eeuwig [twilight]
SAAAA'S
Voor eeuwig [twilight]
''Liefje, sta nou eens op. Het laat je niet beter voelen om dagen lang in bed te liggen.'' Mijn moeder stond naast me en trok mijn dekens af. ''Mam! Laat me met rust! Het gaat niet met me, en het zal ook niet goed met me gaan.'' Ik trok mijn dekens terug en trok ze over mijn hoofd. Tranen huilde ik al lang niet meer. Ze waren op. Tevergeefs keek ik op mijn telefoon, geen berichten. Hij had me pijn gedaan. Veel pijn. Hij had me gedumpt, waar iedereen bijstond. Hij had me vernederd, mijn reputatie geschaadt. Niet dat ik die had, maar tóch. Hij had een ander. Al een maand. Hij ging gewoon vreemd. Ik stapte uit bed, mijn moeder een plezier doenend, pakte wat ondergoed uit mijn lade en liep naar de badkamer. Toen ik gedouched had liep ik terug naar mijn kamer en stapte in een schone trainingsbroek en greep een truitje uit mijn kledingkast. Daarna pakte ik mijn telefoon en greep een vestje van de stapel met kleren op mijn stoel. Daarna strompelde ik van de trap af en liep naar de keuken. Mijn moeder keek me aan met een bezorgde, maar gelukkige glimlach. ''Hoe voel je je?'' vroeg ze bezorgd. ''Beroerd. Ik heb me nog nooit zo gevoeld'' zei ik naar waarheid. Ik voelde me slecht. Leeg, maar vooral teleurgesteld. We waren 1 jaar samen geweest, 1 jaar, vol liefde en passie. We waren gelukkig geweest, maar ik had het zien aakomen. Ik wilde me niet aan hem vastklampen, maar ik moest wel. Anders zou ik hem kwijtraken, teminste, dat dacht ik. Én toch deed ik het, toch kon ik hem niet loslaten. Ik pakte een kommetje uit de kast, gooide er wat kellogs in en goot er wat melk bij. Daarna at ik het op. Het smaakte niet. Het was meer de smaak van nat karton. Het was echt vies. Ik goot de helft van het goedje in de gootsteen. ''Mam, moet je nog wat hebben van de winkel? Ik ga chocola halen'' vroeg ik aan haar, terwijl ik mijn jas pakte. ''Het lijstje hangt op de koelkast, mijn beurs ligt in de lade'' riep mijn moeder terug. Ik pakte het lijstje en haar beurs en nam een tas. Daarna liep ik naar buiten en wandelde even in het dorp. Ik kwam uit bij een weggetje dat me nog niet eerder was opgevallen en ik sloeg het in. Het zou wel een binnenweggetje zijn. Ik deed mijn oortjes van mijn iPod in en zette hem aan. Tranen schoten in mijn ogen toen ik het liedje hoorde dat op dat moment speelde. Second hand serenade. Stay close, don't go. Het nummer verwoordde precies wat ik voelde. Ik liep door, tot ik niet meer verder kon. De weg hield op. Ik besloot terug te gaan en de andere weg door te lopen, toen er ineens iemand voor me stond. ''Hello girl'' hoorde ik hem zeggen. Hij was mooi. Té mooi. Hij bewoog elegant en sierlijk. Zijn stem klonk als muziek in mijn oren. Zijn huid was parelwit, en zijn lippen rood. ''Hello'' zei ik terug. ''Were are you going?'' vroeg hij weer. Zijn ogen waren zwart, pik zwart. Ik probeerde mijn blik van hem los te scheuren, en met moeite keek ik naar mijn versleten All Stars. ''To the supermarket'' gaf ik hem antwoord en ik begon te lopen. ''Waylon, don't play with our food, please'' hoorde ik een andere stem achter me. Hij klonk net zoals de jongen voor me. ''I'm sorry Taylor. But she smells so good. But the weirdest thing is that I can't feel the way she's feeling now...'' zei de jongen, Waylon, tegen de andere. ''I promise, you don't want to know'' zei ik zacht terwijl er een traan over mijn wang gleed. Ik wil weglopen maar in een tel zet de jongen die eerst achter me stond me klem tussen de andere jongen en hem in. ''Oke, nu ben ik bang'' zei ik zacht. Ik zocht naar mijn telefoon, maar merkte dat ik die niet bij me had. Shit! Die lag nog onder mijn kussen. ''You understand that we can't let you go now. You smell to good!'' zei Taylor. Hij pakte mijn haar vast en snoof eraan. Ik rilde. ''Taylor, may I?'' hoorde ik Waylon zeggen. Hij maakte een instemmend geluidje. Mijn haren werden bij mijn nek weggehaalt en voordat ik het wist boorde hij zijn tanden in mijn nek. Het brandde enorm. Ik viel neer, en begon te schreeuwen. Het deed zo'n pijn! Tranen liepen over mijn wangen. ''Het brand! Mijn hoofd. Alsjeblieft. Stop het!'' Ik schreeuwde. Ik hoorde de jongens me uitlachen. ''So, now you know how we feld'' hoorde ik een van de jongens op de achtergrond zeggen. Mijn benen begonnen te tintelen en ik voelde mijn armen niet meer. Het duurde niet lang voordat ik helemaal wegzakte in een diep zwart gat.
''Volgens mij wordt ze wakker'' hoorde ik een melodieuze stem zeggen. Ik probeerde mijn ogen te openen. Vage schimmen werden helderder en ik kon mensen onderscheiden. Mensen met een bleke huid. Allemaal zo enorm mooi, elegant en sierlijk. ''Hallo'' hoorde ik de man zeggen. ''Ik ben Carlisle en zijn Edward en Alice.'' Hij knikte naar de jongen en het meisje die achter hem stonden. Ik probeerde rechtop te gaan zitten. ''Hoe voel je je?'' vroeg Carlisle aan me. ''Het gaat wel'' probeerde ik te zeggen. Wow, was dit mijn stem?! Ik keek verbaasd. ''Je bent veranderd'' hoorde ik Edward zeggen. ''Je bent niet meer zoals je vroeger was'' zei hij weer. Huh, hoe wist hij ... ''Ik kan gedachten lezen'' antwoordde Edward. ''Daarom weet ik wat je denkt'' zei hij weer. ''Wat is je naam?'' vroeg Alice aan me. ''Haiden, Haiden Someren'' zei ik zacht. ''Luister Haiden. Wat ik je nu ga vertellen is belangrijk. Je bent geen gewoon mens meer, wij ook niet. Al lang niet meer. En, het spijt me om dit te zeggen, maar, normaal wordt je ook niet meer. Je zult je vanaf nu moeten aanpassen aan alles, je moeten verbergen voor alles, geheimen bewaren. Vanaf nu ben je een vampier.'' Carlisles woorden drongen niet tot me door. ''Ik ben een .. Vampier ... '' zei ik zacht. ''Ja, en wij ook'' hoorde ik nog een stem. Ik keek op en zag een blond meisje staan, naast haar stond een brede jongen en daarachter een jongen met goudblond haar. Achter hen kwam een vrouw tevoorschijn die naar Carlisle toeliep. Zij allen waren erg mooi. Ze waren gewoonweg prachtig. ''Ik wil je graag welkom heten in onze familie Haiden'' zei de vrouw achter Carlisle. ''Ik ben Esme. Dit is Emmet.'' Ze wees naar de brede jongen. ''Rosalie.'' Ze weest naar het blonde meisje. ''En Jasper'' zei Esme en ze wees de jongen aan met de honingblonde haren. ''Heb je geen dorst?'' vroeg Rosalie verbaasd. ''Voel je het niet branden in je keel?'' Nu pas viel me het op. Het was een raar gevoel, maar ik smachtte ergens naar. ''Edward en Emmet gaan je leren jagen. Alice heeft nog wel wat kleren voor je'' zei Carisle en hij stond op en liep samen met Esme weg. ''Nou zusje. Schiet op, ik heb dorst'' zei Emmet lachend en hij liep ook weg. Rosalie volgde hem op zijn hielen. ''Nou, Haiden kom maar mee. Ik geef je wel wat kleren'' zei Alice en ze trok me mee. ''Jas? Zou jij even die tassen beneden willen pakken?'' vroeg ze aan Jasper. Hij knikte en verdween. ''Zo, nu hier wachten, dan pak ik wat voor je.'' Ik ging op de bank zitten die er stond en een paar tellen later was Alice al terug met een stapel kleren. ''Hier, aandoen'' zei ze lachend. Ik verdween in de kast waarna ik me omkleedde en er weer uitliep. ''Je ziet er leuk uit'' zei Jasper met een glimlach. Ik keek in de spiegel. ''Ben ik dit echt?'' vroeg ik verbaasd aan Alice. Ze knikte. ''En zo blijf je, nog heel lang. Dus ik hoop dat je er gelukkig mee bent'' zei ze lachend. ''Ja best wel. Ik zie er beter uit als toen ik nog ... mens was'' zei ik aarzelend. Ze glimlachte. Mijn ogen waren rood doorlopen. ''Alleen was ik toen minder gelukkig'' zei ik zacht. Ik ging op de bank zitten en staarde naar mijn voeten. ''Meid, vertel eens. Wat zit je dwars?'' vroeg Alice aan me. ''Het is gewoon .. Ik ben gedumpt door mijn vriend, mijn moeder mist me nu vast. Ze heeft me nodig. Ik moet naar haar toe'' zei ik en ik stond op. ''Haiden, dat kan niet.'' Alice stond razendsnel in de deuropening. ''Je kunt niet naar haar toe gaan. Niemand mag weten dat je een vampier bent. Je moet nu hier blijven en gaan jagen. Dat is nu even het belangrijkste'' zei Alice. ''Jas'' zei ze zacht. Ik voelde een golf van rust door me heen gaan. ''Huh, wat is dat?'' vroeg ik verbaasd. ''Jaspers gave'' zei Alice zacht. Ik rende naar beneden, opende de deur en rende het bos in. Na een paar honderd meter gerend te hebben plofte ik neer op een boomstronk. Tranen kwamen niet, maar ik snikte. Ik voelde me ellendig. ''Waarom kon hij het niet gewoon tegen me zeggen'' praatte ik in mezelf. ''Wie?'' hoorde ik een stem naast me. Edward was naast me komen zitten. ''Niets, niemand. Laat maar'' zei ik tegen hem en ik stond op en liep weg van hem. ''Heey, kom terug. Emmet komt zo, we gaan jagen'' zei Edward die in een paar tellen voor me stond. Hij was nog sneller als Alice, dacht ik. ''Klopt, ik ben de snelste van ons allemaal'' zei hij lachend. ''Oh ja, je kan gedachten lezen'' zei ik sarcastisch. ''Welke gave heb jij eigelijk?'' vroeg hij aan me. ''Weet ik veel, moet dat dan?'' vroeg ik aan hem. ''Dat niet. Maar het kan toch?'' vroeg hij aan me. Ik knikte. Achter Edward verscheen Emmet. ''Gaan we? Er zitten een paar vossen een stuk verder in het bos'' zei hij. We renden een stuk en daarna wees Edward me een groep vossen aan. ''Pak die maar. Die is lekker groot'' zei hij. Hoe moet ik nou weten hoe ik zo'n dier moet bijten, dacht ik bij mezelf. ''Het gaat vanzelf'' zei Edward. Ik stortte me op de grote vos en beet hem in zijn nek. Het bloed stroomde mijn mond in. Toen het beest leeg was gooide ik het neer. Ik veegde mijn mond af en likte het van mijn hand af. ''Zo, dat smaakte'' zei ik tegen de jongens. Ze keken me met open mond aan. ''Wat?'' vroeg ik aan ze. ''Ik heb nog nooit, iemand zo snel zien bijten, eten en genieten tegelijk'' zei Emmet. ''Oké?'' zei ik verbaasd. ''Ag, heb je nog dorst?'' vroeg Edward aan me. Ik schudde mijn hoofd. Het gevoel was weg. Ik had geen dorst meer. ''Heb je serieus geen dorst meer?'' vroeg Emmet nu nog verbaasder. Ik knikte. ''Een klein vosje, en je dorst is gestilt. Kon ik dat maar'' zei Edward nu ook. ''Dan drink nog maar wat'' zei ik tegen hen. ''Jij ook, voor de zekerheid'' zei Emmet. Ik knikte. We renden een stuk toen Edward ons zei af te remmen. ''Hier zitten een aantal herten'' zei hij. We knikten. Binnen een paar tellen was ik op het beest gesprongen en zette mijn tanden erin. Het duurde niet lang, hoogstends een halve minuut voordat ik het beest leeghad. Ik legde het neer en keek naar Edward en Emmet die nog zaten te genieten van de beesten. ''Smakelijk'' zei ik tegen ze. Toen ook hen klaar waren, was er iets vreemds aan de hand met hun ogen. Ze waren niet zwart meer, ze waren goudbruin. Net als Carlisle en Esme. En Jasper en Alice. ''Hoe komen jullie ogen zo?'' vroeg ik verbaasd. ''Dat komt omdat we 'vegetariërs' zijn'' zei Edward. ''Onze familie, we zijn anders dan andere vampierfamilie's. Wij drinken geen mensenbloed, vandaar dat jij rode ogen hebt nu. Je moet er nog aan wennen. Maar op een dag zijn die van jou net zoals die van ons. Teminste, als je bij ons blijft'' zei hij. Dat laatste zei hij zachter. Alsof hij bang was dat ik hen ging verlaten. ''Oke, dan. Zullen we teruggaan? Ik heb nog een heleboel vragen'' zei ik waarna we met z'n drieën terugrenden naar 'huis'. Daar aangekomen vroeg Carlisle of het gelukt was. ''Helemaal'' zei ik met een grijns. ''Echt waar hoor Carlisle, zij is echt raar. Ze had na een vos geen dorst meer!'' zei Emmet verontwaardigd. ''Zo, dat is knap. Zou je misschien dadelijk even naar de studeerkamer willen komen? Ik ga eens even dingen opzoeken'' zei Carlisle. Ik knikte en Carlisle liep weg. Ik ging op de bank zitten en bekeek de kamer eens goed. Hij was enorm ruim, en er kwam veel licht binnen. Een zonnestraal viel op mijn hand. ''Huh?!'' met grote ogen keek ik naar mijn hand. Hij glinsterde helemaal, alsof er duizenden diamantjes opzaten. ''Dat, Haiden, is je huid. De reden waarom wij ons niet mogen vertonen in de zon. Vandaar dat we ook naar Forks zijn verhuisd'' zei Edward. ''FORKS?!'' riep ik uit. ''Waarom hier?'' zei ik, nu zachter. ''Hier regent het bijna altijd. Hoezo, is dat een probleem dan?'' vroeg Edward geïnteresseerd. Hij kwam naaast me op de bank zitten. ''Nee hoor'' zei ik. Ik wou hem niet opzadelen met mijn verdriet. ''Je kunt me vertrouwen hoor'' zei hij nu. ''En je zadelt me niet op met je verdriet. Zo kan ik je helpen.'' Fuck, daar moest ik echt even aan gaan wennen. Edward grinnikte. ''Wil je het echt weten?'' vroeg ik weer. Edward knikte heftig. ''Oke dan, maar het is geen leuk verhaal. Het heeft geen happy ending'' zei ik zacht. Ik haalde diep adem en begon aan mijn verhaal. ''Toen ik geboren werd verhuisden mijn moeder en ik naar Forks. Dit omdat de toenmalige vriend van mijn moeder hier woonde. Hij is niet mijn oorspronkelijke vader. Wie dat is, is mij een raadsel. Nouja. Toen het na een tijd uitging, vertrok hij met de noordenzon en bleven mijn moeder en ik in Forks. Toen ik oud genoeg was ging ik naar de middelbare school. Daar werd ik hopeloos verliefd op de aanvoerder van het voetbalteam. Hij vond mij ook leuk, tegen de wil in van de captain van de cheerleaders. Zij vond dat hij met haar moest gaan, omdat hij de coolste jongen van de school was, en zij het coolste meisje. Ik was maar een onpopulaire nietsnut volgens haar. Jason beschermde mij tegen veel dingen, en ik holp hem met school. Hij stond op de rand van de afgrond toen hij zijn moeder verloor. Hij was plotseling alleen met zijn vader. Het duurde lang voordat hij weer de oude was, maar ik stond hem bij. Niemand buiten mij en zijn vrienden wist wat er aan de hand was. De reden dat hij een tijd lang stopte met rugby. De reden dat hij het jaar overdeed. Het was ook voor mij moeilijk, mijn moeder was op dat moment verslaafd aan pijnstillers. Iedere dag nam ze bijna een hele strip in, wat ervoor zorgde dat ze niets meer kon en van de wereld af was. De kinderbescherming werd gebeld en ik werd uit huis geplaatst. Weg van Jason. Ik kon hem niet meer zien, ik ging naar Phoenix. Daar kwam ik terecht in een cirquit van pleeggezinnen. Ik bleef verhuizen, waardoor ik geen vrienden kon maken. Mijn moeder was opgenomen in een kliniek, en soms hoorde ik hoe het met haar ging. Toen mijn moeder, na een paar jaar, uit de kliniek mocht, was ik intens gelukkig. Contact met Jason had ik toen niet meer, en ik was eindelijk niet meer alleen. Mijn moeder kocht een huisje voor ons twee en ze zocht een baan. Ze kon aan de slag bij een bedrijf dat plaats delicten schoonmaakt. Bijvoorbeeld bij een schietpartij. Toen ik op een dag gebeld werd door Jason, wist ik niet wat te doen. Hij had mijn nummer achterhaalt en wou een keer afspreken. We begonnen opnieuw een relatie, dit keer op afstand. Het ging goed, tot hij me vroeg of ik hem kwam ophalen op school. Ik had moeten weten dat het foute boel was.'' Ik slikte even. Gelukkig huilde ik niet. ''We kunnen niet huilen, net zoals eten en drinken'' zei Edward zacht. ''Oh.'' Ik vervolgde mijn verhaal. ''Hij dumpte me, alsof ik een jong hondje was dat hij naar een asiel bracht. Iedereen stond achter hem, en ik stond daar maar alleen. Ik heb hem uitgescholden en hem een blauw oog geslagen. Gewoon kwaadheid van verdriet. Daarna ben ik weggerend en heb de bus terug genomen naar Phoenix. Best een aardig reisje, maar mijn moeder moest werken. Beelden van ons samen schoten de hele tijd door mijn hoofd, en ik voelde me ellendig. Mijn iPod ging op het hardst aan en ik mistte bijna mijn halte. Bij mij thuis aangekomen ging ik direct in bed liggen en ben ik dagenlang niet uit mijn bed gekomen. Maar toen ik dat wel deed, wou ik boodschappen gaan doen. Ik wou wandelen en nam een binnenweg. En de rest is vaag'' beëindigde ik mijn verhaal. ''Wow, heftig'' zei Edward zacht. ''En die Jason dus, die woont nog steeds hier in Forks?'' ''Ja, hij zit waarschijnlijk in het laatste jaar nu. ''Dus het is eigelijk nog niet zo lang uit'' vroeg Edward nu, het verhaal begrijpend. Ik schudde mijn hoofd. ''Een paar weken. We hebben nu officieel zomervakantie in Phoenix'' zei ik. ''Ik zou ook naar het laatste jaar gaan, samen met Alicia. Ik kan zeker ook niet naar haar toe?'' vroeg ik zacht. Edward schudde zijn hoofd. ''Je zou onze familie in gevaar kunnen brengen. Als je je niet kunt beheersen en haar vermoord, zou je het geheim kunnen verraden'' legde Edward uit. ''Wie heeft me eigelijk gevonden?'' vroeg ik aan Edward. ''Alice en Jasper. Ze zagen je daar bloedend op de grond liggen met veel pijn. Alice heeft je helemaal hierheen gedragen, terwijl Jasper al weg was. Hij is nog niet zo lang vegetariër, maar hij wist dat als hij je zou leegdrinken.. Hij Alice verdriet zou doen. Alice heeft zichzelf dus kunnen beheersen en je toen naar Carlisle gebracht. Hij zag dat het al te laat was en toen besloten we dat je maar hier moest blijven'' vertelde Edward.''Hoe oud ben je nu eigelijk?'' vroeg Edward na een stilte aan me. ''Ik ben 17. Maar ik ga even naar Carlisle'' zei ik en ik stond op. ''Is goed'' zei hij. ''Weet je waar zijn kamer is?'' Beschamend schudde ik mijn hoofd. ''Ik loop wel even mee'' zei Edward en hij trok me mee de trap op. ''Carlisle?'' zei Edward en hij klopte op de deur. ''Kom maar'' hoorde ik Carlisles stem. Edward opende de deur en liep me voor de kamer binnen. Ik sloot de deur achter me en nam plaats, net als Edward in de stoel voor het bureau. ''Ik ga een paar testen doen met je, om te kijken of je een gave hebt. Daarna ga ik je een paar vragen stellen over je verleden, goed?'' vroeg Carlisle. Ik knikte. ''Ik heb hier een boek met gaves. Ik heb er een paar uitgezocht, en zou die op je willen uitproberen'' zei Carlisle. ''Eerst ga ik kijken of je dingen kunt laten vliegen'' zei Carlisle. Hij pakte een boek en legde dat achter me op de grond. ''Concentreer je goed'' zei hij. Ik concentreerde me op het boek, maar er gebeurde niets. ''Oke, dan gaan we door'' zei Carlisle. Hij pakte het boek weg en ging terug zitten. ''Concentreer je eens op Edward...'' Deze keek Carlisle verontwaardigd aan. ''Rustig maar'' zei Carlisle. ''Kijk eens of je zijn gevoelens kan beïnvloeden'' ging Carlisle verder. ''Edward, doe eens alsof je enorm kwaad bent'' zei hij weer. Ik voelde Edwards woede door mijn lijf stromen. Ik concentreerde me en hij werd rustiger. ''Watteheck?!'' riep Edward uit. Edward viel neer op de grond. ''Ik heb totaal geen energie meer'' riep hij uit. Ik grijnsde. Ik concentreerde me weer op hem en hij kon weer opstaan. ''Zo! Dat is een boeiende gave'' zei Carlisle. Edward veegde zijn kleren af en ging terug zitten. ''Mag ik je nu wat vragen over je verleden?'' Ik knikte. ''Had je last van stemmingswisselingen?'' vroeg hij. ''Nadat ik in pleeggezinnen terecht kwam wel ja'' gaf ik antwoord. ''Zag je energievelden om mensen heen?'' vroeg hij. ''Soms, alleen om de mensen waar ik een band mee had.'' ''En was dat een duidelijk beeld?'' vroeg hij weer. Ik knikte. ''Ik kon zien of ik met die persoon kon praten of niet. Of hij boos was of juist gelukkig'' zei ik zacht. ''Jason?'' vroeg Edward zacht. Ik knikte. ''Wie is Jason?'' vroeg Carlisle nu. ''Mijn ex-vriendje hier uit Forks.'' ''Dus iemand hier weet wie je bent?'' vroeg hij weer. Ik knikte. ''Dan veranderen we je naam'' zei Carlisle. ''Niemand mag weten dat jij die Haiden bent die al eerder daar was'' zei hij weer. Ik slikte. ''We willen hier nog lang blijven, want we wonen hier net. Vandaar dat we niet verhuizen, maar je naam veranderen'' legde Edward uit. Ik knikte.
De volgende paar weken werd ik voorbereid om naar school te gaan. Ik moest veel gaan jagen en de stad in met Alice. Ze zei dat ik moest wennen aan de geur van bloed, maar ze gebruikte het volgens Edward als smoes om te kunnen shoppen. Doordat ze in de toekomst kon kijken had ze veel geld gewonnen met gokken. Waardoor ze dus alles kon kopen wat ze wou.
De 'zomervakantie' was omgevlogen en vandaag was mijn eerste schooldag. Vanaf nu heette ik officieel Jade Cullen. ''Jade? Ga je mee?'' riep Edward me. Ik pakte mijn nieuwe schooltas en greep mijn jas, waarna ik naar de garage liep en in de auto bij Edward stapte. Edward reed achter Jasper en Alice naar school toe. Daar aangekomen stapten we uit. Direct waren alle ogen op ons gericht. Niet zo moeilijk, zo moeilijk te missen waren we niet. ''Gaat het?'' vroeg Edward. Ik knikte. Ik had genoeg gejaagd om de geuren van het bloed van de leerlingen om me heen te weerstaan. We liepen de school binnen en ik ging bij de administratie mijn lockersleutel halen. Omdat ik even oud was als Edward, zaten we bij elkaar in de klas. ''Welk lokaal hebben we?'' vroeg ik aan Edward die naast me stond. ''302. mentoruur'' antwoordde hij. ''Als het niet gaan hé, dan moet je je gewoon ziek melden, ik ga wel met je mee'' zei hij weer. ''Dat is normaal.'' Hij schonk me een glimlach. We liepen naar het lokaal en ik nam naast hem plaats. Edward te grinniken. ''Wat?'' vroeg ik hem verbaasd. ''Die jongen daar, Mike Newton, vindt je een lekkerding'' zei hij lachend. Ik keek om en zag een jongen met kort blond haar naar me kijken. Resoluut draaide ik me om. ''Hij?'' zei ik vol afgrijzen. Zo knap was hij niet. Ineens werd het stil in de klas en overal klonk geroezemoes. Ik draaide me om en mijn adem stokte. Daar, in de deur opening, stond Jason. Met een ruk keek ik weer naar Edward, hij zag dat het niet goed met me ging. ''Meneer? Hai ... Ik bedoel Jade voelt zich niet zo lekker. Mag ik even met haar de gang op?'' vroeg Edward aan onze mentor. Hij knikte en Edward nam me mee de gang op, Jason ontwijkend. ''Haiden, wat is er?'' vroeg Edward bezorgt. ''Die jongen... Dí t is Jason'' zei ik zacht. Edward wreef met zijn hand over mijn rug. ''Gewoon negeren, dan komt het vanzelf goed. Als hij tegen je praat, praat je maar tegen mij, ofzo'' zei hij weer. Ik knikte. Ik hoefde dan wel niet te ademen, maar ik stond hier bijna te hyperventileren. Ik probeerde mijn 'ademhaling' onder controle te brengen. Toen ik die onder controle had liepen Edward en ik de klas terug in waar onze mentor al bezig was met zijn praatje te houden. ''Ah, daar zijn jullie ook weer. Ga maar gauw zitten'' zei hij en we liepen naar onze plaats. ''Ik denk dat jullie mij allemaal wel kennen. Ik ben meneer de Snook. Jullie mentor voor allerlei dingen waarmee jullie me lastig vallen.'' Hij zette een glimlach op. Ik voelde me niet op mijn gemak en ik voelde Jasons ogen in mijn rug branden. ''Volgens mij herkent hij me'' zei ik tegen Edward, op een lage toon zodat een normaal mensengehoor dit niet kon horen. ''Lijkt me sterk, want Alice heeft zich flink mogen uitleven.'' Hij grinnikte kort. ''En hij vindt je ook een lekkerding'' zei hij weer. Ik schonk hem een sarcastische glimlach en luisterde verder naar het onzinpraatje van mijn mentor.
45 minuten later schrok ik op van de bel en liep ik samen met Edward het lokaal uit. ''Wat hebben we nu?'' vroeg ik aan hem. ''Eerst wiskunde, daarna scheikunde en daarna Engels. Daarna hebben we uit'' somde hij op. ''Alice, Jasper, Rosalie en Emmet hebben later uit'' ging hij grijnzend verder. Ik grijnsde ook, dat zou Alice niet leuk vinden. Ze moest en zou met mij naar stad gaan vandaag. Want er kwamen van die leuke schoenen binnen die mij waarschijnlijk prachtig zouden staan. ''Ben ik blij'' zei ik lachend. ''Ik leef met je mee'' zei Edward nu ook lachend. ''Die Jason praat over je.'' ''Wat zegt hij dan?'' vroeg ik aan Edward. ''Hij verteld aan zijn vrienden dat hij jou nog niet gehad heeft, maar dat dat niet lang zou duren. En dat ...'' Edward stopte midden in zijn zin. ''En dat wat?'' vroeg ik hem, nieuwsgierig. ''Niets, laat maar'' zei Edward kortaf. Hij keek me aan. Zijn ogen waren zwart. ''Edward? Kom mee, nu!'' zei ik tegen hem en ik trok hem mee naar buiten. ''Edward!'' Hij reageerde niet. In paniek smste ik Alice.
Edward doet raar. We zitten buiten.
x Haiden
Binnen een paar minuten stond Alice voor ons, samen met Jasper. Alice trok Edward mee en even later kwamen ze terug. Edward had zijn goudbruine-oogkleur teruggekregen. Hij glimlachte naar me. ''Dankjewel dat je me naar buiten trok'' zei Edward. ''Anders was ik gek geworden'' zei hij weer. ''Wat was er dan?'' vroeg ik nieuwsgierig. Edward keek naar Jasper, deze knikte. ''Jason, die zei dat je, toen je nog met hem had, hij je gebruikte, en er nu een nieuw 'chickie' aan over hield'' zei hij zacht. Verdriet nam bezit van mijn lichaam. Het duurde niet lang, Jaspers gave. Hij zorgde ervoor dat ik rustig werd. ''Wat een eikel'' zei ik met een gebroken stem. ''Wil je naar huis?'' vroeg Alice bezorgd. Ik schudde mijn hoofd. ''Ik laat hem zien wie ik ben'' zei ik strijdlustig. ''Als je maar niet verraad dat je Haiden bent'' zei Jasper nu. ''Nee. Ik ben Jade Cullen, en ik ben geen ex van hem, maar dat wordt ik ook niet'' zei ik met een glimlach. ''Dankje Jasper'' zei Edward tegen hem. ''Ja, dankje'' zei ik nog steeds glimlachend. ''Anders was ik naar hem toe gegaan.'' We stonden op van het bankje en liepen naar binnen. Edward en ik haalden een briefje bij de administratie en gingen naar wiskunde. Ik vroeg me steeds weer maar af, waarom het Edward zoveel deed, dat Jason me gebruikt had. Natuurlijk deed het mij ook pijn, maar hij kon Jason niet eens. Na wiskunde kwam scheikunde en daarna was pauze. Opgelucht plofte ik neer aan een tafel in de hoek van de aula. Edward en ik hadden beiden een appel bij ons om de schijn erop te houden. Even later kwamen Rosalie en Emmet bij ons zitten, en daarna ook Alice en Jasper. ''En, hoeveel uur hebben jullie nog?'' vroeg Emmet aan me. ''Nog een, en daarna zijn we uit'' zei ik met een grijns. ''Wat! Nu kunnen we niet naar de stad'' zei Alice verontwaardigd. ''Sorry'' zei ik schijnheilig. ''We gaan wel een andere keer'' zei Alice toen. De bel ging en Edward en ik gingen naar onze laatste les. Engels was erg makkelijk. Ookal had ik deze leerstof nog niet gehad. ''Jade, let je even op?'' hoorde ik de lerares vragen. Ik knikte. ''Dan mag je ook antwoordt geven op de laatst gestelde vraag. Als ik rood kon worden, was ik nu tomatig. Ik hoorde Edwards stem in mijn hoofd. ''Ik had'' Ik keek in mijn schrift. ''Will you give me my book, please?'' zei ik hardop. De lerares keek me doordringend aan. ''Dat is goed'' zei ze zuur. Ik grijnsde. ''Dankje'' fluisterde ik naar Edward. ''Graag gedaan'' zei hij. De rest van de les hield ik mijn gedachten maar bij Engels. Toen het uur was afgelopen liepen Edward en ik naar ons kluisje, pakten onze jas eruit en toen ik met hem naar buiten wou gaan hoorde ik mijn naam. ''Jade was het toch?'' hoorde ik een lage stem. Ik draaide me om en daar stond Jason. Ik slikte. ''Ja, wat is er?'' vroeg ik geïriteerd. ''Mag ik je wat vragen?'' vroeg hij. Ik keek naar Edward, deze knikte. ''Ja.'' ''Ken jij Haiden McLee?'' Ik schudde mijn hoofd. ''Hoezo? Wie is dat dan?'' vroeg ik hem. ''Laat maar, ik dacht even dat je haar tweelingzus was of zo'' zei hij, waarna hij wegliep. ''Rare jongen'' zei Edward tegen me, waarna we samen naar buiten liepen. ''Inderdaad'' zei ik. We stapten in Edwards Volvo en reden naar huis toe.
Thuis aangekomen liepen we naar binnen, waar Esme ons met een grote glimlach zat op te wachten. ''Hallo, hoe was het op school?'' vroeg ze. ''Goed hé'' zei ik. Ik nam aan dat Edward liever niet had dat ik haar vertelde van zijn 'aanval'. Ik liep naar mijn kamer en maakte snel mijn huiswerk. Edward hielp me, want hij had dit al gehad. Toen we klaar waren zette ik de tv aan. Het nieuws was net begonnen. ''We hebben het nu over de verdwijning van Haiden McLee. Ze is op de ochtend van 24 juli verdwenen toen ze boodschappen ging doen. De portemonee van haar moeder is gevonden in het bos, maar er zijn geen verdere aanwijzingen gevonden. Heeft u haar zien lopen op deze betreffende dag of heeft u tips? Bel naar ...'' Ik drukte de tv uit. Ik was vermist. Ik kon geen enkel teken van leven aan mijn moeder laten merken. Zou ik een brief mogen schrijven? ''Van mij wel, ik vraag het wel aan Carlisle. Ik denk niet dat hij onrust wil'' zei Edward. ''Ik had je niet eens horen aankomen'' zei ik met een glimlach. ''Mag ik hem dan al beginnen met schrijven? Ik kan hem ook bewaren'' zei ik. Edward knikte. ''Ga je gang.'' Ik liep naar boven en ging achter mijn bureau zitten. Ik begon te schrijven.
Lieve mam,
Ik zag het bericht op Tv, dat ik vermist was. Ik wil hierbij ...
Ik propte de brief bij elkaar en gooide hem weg. Dit was niets. Ik pakte een nieuw blaadje en begon opnieuw.
Mam,
Je weet dat ik van je hou. Het was niet de bedoeling om je alleen achter te laten. Ik kon er niets aan doen. Het waren ...
Shit, dan kon ik natuurlijk niet zeggen. Opnieuw verpropte ik de brief en smeet hem in een hoekje. Ik legde mijn hoofd op mijn handen. Als ik nu kon huilen, dan liepen de tranen over mijn wangen. ''Heey'' hoorde ik Edwards stem zacht. ''Wat is er?'' ''Het lukt niet. Wat moet ik schrijven, ik mag niets verraden over waar ik ben'' zei ik met een gebroken stem. ''Misschien moet je schrijven, dat je oké bent, dat je haar misschien ooit komt opzoeken. Ik ga wel met je mee, als je dat wil?'' Dat laatste zei hij zachter. ''Dankje'' zei ik welgemeend. Ik pakte een blaadje en begon te schrijven. Ik was zelfs zo druk met schrijven dat ik niet eens merkte dat Edward me zat te bekijken.
''En, gelukt?'' vroeg Edward toen ik diep zuchtte en mijn pen neerlegde. Ik knikte. ''Eindelijk'' zei ik lachend. ''Het is best moeilijk. Ik heb dan niet veel, maar dat maakt niet uit. Wil je hem lezen?'' vroeg ik aan Edward. Hij haalde zijn schouders op. Ik gaf hem de brief.
Lieve mam,
Ik mis je enorm. Maar ik kan niet naar je toe komen. De mensen waar ik ben zorgen goed voor me, en ik ben gelukkig. Ik hoop dat het goed met je gaat, en ik hoop dat je me los kunt laten. Ik ben nu 17 jaar, binnenkort wordt ik 18, dan moet ik mijn eigen boontjes doppen. Ik moet me echt zelf kunnen redden, en dat lukt ook. Ik heb echt goede vrienden. Ik kan helaas niet laten weten waar ik ben of met wie. Dat spijt me heel erg! Maar je moet me geloven.
Liefs,
je dochter Haiden.
''Mooi geschreven'' zei Edward en hij gaf de brief terug. ''Mag ik hem zo versturen?'' vroeg ik aan hem. ''Van mij wel. Ik al even aan Carlisle vragen of hij postzegels heeft.'' Edward stond op. Ik liep hem achterna en waarna we naar Carlisle liepen en Edward een postzegel voor me regelde. Ik plakte deze op de envelop en rende met Edward naar de brievenbus, even verderop. Daarna liepen we door naar Port Angeles. ''Ik wil graag nog wat kleren, als je dat niet erg vindt'' zei ik aarzelend. ''Ik ga wel mee. Het is beter als met Alice volgens mij'' zei Edward met een glimlach. De rest van de dag liepen we wat winkels in, maar we praatten vooral veel. Ik kwam veel te weten over waar hij vandaan kwam, maar hij vroeg mij ook het hemd van mijn lijf.
De volgende weken ging ik net zoals eerder met Edward mee naar school. Er was nu een nieuw meisje. Bella Swan. Edward vertelde me dat hij zich erg aangetrokken voelde tot haar, maar dat hij zich ook bedreigd voelde. Hij hoopte dat hij zich kon beheersen bij haar. Daarom ging hij ook extra jagen. Ik snapte niet wat hij in haar zag, ze was niet extreem knap, en ze was ook erg kwetsbaar. Ze viel de hele tijd en liep Edward achterna alsof ze vastzat aan hem. Ik ergerde me enorm aan haar. Ook Jasper merkte dat. ''Hee?'' riep hij me. ''Ja, wat is er Jasper?'' riep ik terug. ''Kom eens'' riep hij weer. Ik liep de keuken in, waar Jasper aan het aanrechtblad zijn huiswerk zat te maken. ''Je voelt je niet geweldig of wel?'' zei hij zacht. Ik schudde mijn hoofd. ''Hoe komt het?'' vroeg Jasper aarzelend aan me. ''Ik kan er niet omheen he'' zei ik met een glimlach. Nu schudde Jasper zijn hoofd. ''Het is Edward. Hij maakt me gek. Hij is helemaal geobserdeerd door dat Bella-kind. En ik begrijp het niet. Oke, ze ruikt best goed, maar zo leuk is ze toch niet?'' gooide ik mijn frustraties eruit. ''Luister Haiden. Ik denk niet dat je dit begrijpt, maar weet je hoe Alice en ik elkaar ontmoet hebben?'' vroeg hij me. Ik schudde mijn hoofd. ''Ik kwam een caféetje binnen, en daar zat ze. Ze had me al gezien. Ik kende haar niet, maar ik wist dat ik met haar mee moest gaan. Al vanaf het begin voelde ik liefde voor haar. Ze was direct geweldig. Ik was gewoon totaal verliefd op haar. Zonder haar te kennen, wist ik dat ze de ware voor me was. En nu, jaren later, zijn we nog steeds samen. En nog steeds gelukkig'' zei Jasper. ''Oke, en nu de moraal van het verhaal?'' zei ik ongeduldig. ''Soms kun je er niets aandoen. Soms wordt je gewoon verliefd op iemand. Soms, is het leven totaal onverwacht, maar ook oh zo leuk. Je leert ermee leven. En anders, moet je er misschien iets aandoen. Misschien moet je hem ...'' Jasper stopte met praten. Edward kwam binnen en Jasper deed alsof hij mij iets aan het uitleggen was. Edward liep weer weg en Jasper ging verder. ''Misschien moet je hem gewoon vertellen wat je voelt. Het lucht echt op!'' ''Dankje'' zei ik met een glimlach. ''Graag gedaan. En, het is ook voor mijn bestwil hoor'' zei hij met een grijns. ''Ik word gek van je gepieker.'' Ik grijnsde. Ik liep de keuken weer uit en liep naar boven, naar mijn kamer en begon te schrijven.
Lieve Edward,
Wat er ook gebeurd, ik zal er voor je zijn. Wat er ook is, ik ben hier, wachtend op jou. Ik ben er niet voor eeuwig, dus maak een keuze, en doe het juist. Anders ben je misschien niet gelukkig. En dat is wat ik wil. Het maakt niet uit, Bella, ik of iemand anders, ik wil dat je gelukkig bent. Hopelijk met mij, want ik ben enorm verliefd op jou. Sinds de dag dat ik je zag, waren we al de beste vrienden. Ik was enorm gelukkig dat ik eindelijk een vriend had die me hielp met alles, ervoor zorgde dat ik gelukkig was. Ik hoopte zo dat dit niet voor korte duur was, maar je bewees het tegendeel. De zomervakantie was lang genoeg voor jou en Bella kwam in beeld. Je voelde je enorm tot haar aangetrokken, was wat je me vertelde. Ik kon het niet geloven. Stukje bij beetje verloor ik je aan haar. Ik verafschuw haar, iedere keer als ze bij je is. Iedere keer minder bij mij. Ik mis je armen om me heen. Om me te troosten, om samen met me te lachen als we weer iets raar doen. Ik mis je ...
Toennet in de keuken, was ik met Jasper aan het praten over jou. Hij werd gek van mijn gepieker, en dat is wederzijds. Ik word gek van mezelf, gek van jou. Het lijkt alsof het je niets kan schelen. Het lijkt wel alsof ik niet meer besta voor jou. Maar voor mij ben je nog steeds dezelfde Edward, die ik ken. Of kende eigenlijk. Ik heb het gevoel, dat Bella jou van mij afpakt. Ik zie je nooit meer. Ze is zó afhankelijk van jou, dat je haar niet eens meer wil loslaten. Je zegt dat ze een drug voor jou is, maar dat ben jij ook voor mij. Ik kan niet zonder je, maar zolang je met Bella bent, kan ik ook niet met je leven.
Ik hoop dat je gelukkig bent met haar, dat is alles wat ik je wens.
Liefs, Haiden
Ik vouwde het blad dubbel en schreef zijn naam erop. Daarna liep ik geluidloos naar Edwards kamer, wetend dat hij daar was, en schoof het blad onder de deur door. Daarna klopte ik op de deur en rende razendsnel naar mijn kamer terug, deed de deur achter me dicht en ging op mijn bank liggen. Ik sloot mijn ogen en rustte uit.
Geklop op mijn deur liet me opschrikken uit mijn dagdromen en ik keek naar de deur. ''Binnen?'' zei ik zacht. De deur ging langzaam open en daar stond Edward. ''Ga weg'' zei ik, nu nog zachter. Hij schudde zijn hoofd en kwam naar binnen, waarna hij de deur achter zich sloot. ''Moet je niet naar Bella'' zei ik met een brok in mijn keel. ''Eerst moet ik dit oplossen'' zei Edward nu. Een stilte volgde. ''Ik begrijp dat je haar niet mag, maar kun je het ook van mijn kant bekijken. Ik kan haar niet vermijden, daarvoor mag ik haar te graag. Ze is, als bloed voor ons'' doorbrak Edward de stilte. ''Ze is een mens'' zei ik nu. ''Ja, dat is ze. En daarom ook gevaarlijker, maar ik mag haar echt graag. Zij is de ware voor mij, denk ik'' zei Edward weer. ''Nou, ik wens je veel geluk in het leven. Doei Edward'' zei ik nu, diep gekwetst. Ik greep mijn mobiel van mijn bureau en vloog door mijn balkondeuren mijn kamer uit. Eenmaal op de grond begon ik te rennen. ''Haiden, wacht'' hoorde ik achter me. Ik keek om en zag dat Edward me in begon te halen. Ik stopte met rennen en concentreerde me op hem. Hij zakte ineen. Daarna begon ik weer te rennen. Toen ik zo ver was, dat mijn benen me niet meer konden dragen, plofte ik neer op een kei. Als ik kon huilen, zouden er nu honderden tranen over mijn wangen lopen. 'Waarom?' dacht ik. Waarom koos hij niet voor mij, waarom voor dat domme wicht. Ik was toch zeker niet lelijker als haar. Ze was, gewoon niet aantrekkelijk. Ik schrok op uit mijn gedachten toen ik achter me een tak hoorde breken. Binnen een tel stond ik recht en draaide me om. Achter me stonden Rosalie en Alice. ''Oh meid'' zei Alice toen ze mijn gezicht zag en ze kwamen naar me toe, sloegen hun armen om me heen en knuffelden me. Toen ze me loslieten zakte ik ineen van verdriet. Ik sloot mijn ogen en langzaam vervaagde alle geluiden om me heen.
Met moeite probeerde ik mijn ogen te openen. ''Volgens mij wordt ze wakker'' hoorde ik Carlisles stem. Ik opende mijn ogen met veel moeite en meteen vielen ze weer dicht. Ik probeerde het opnieuw, dit keer kon ik ze langer open houden. Ik herkende de silhouetten van Alice, Rosalie, Esme en Carlisle. In een hoekje zat Edward op een stoel, ineengedoken. ''Hee meid'' zei Esme nu. ''Hoe voel je je?'' ''Beroerd'' kwam er met veel moeite over mijn lippen. Ze glimlachte. ''Rust maar wat, je hebt veel energie gebruikt'' zei Carlisle nu. Ik deed mijn ogen dicht en verdween in een zwart gat.
Toen ik me weer bewust werd van mijn omgeving, merkte ik dat Edward naast me zat. Hij had mijn hand vast en praatte tegen iemand. Ik kon vaag de geur van Jasper ruiken. ''Ik weet het niet Jas. Bella betekend veel voor me, maar Haiden des te meer'' zei Edward nu, zacht, hopend dat hij me niet wakker maakte. ''Maak een keuze, Edward, dit houdt ze niet lang vol'' zei Jasper. ''Zie je dat niet wat je haar aandoet? Ze gaat hier kapot aan. Als je bij Bella bent is ze een hoopje kleren bijeengeveegd. Ze voelt zich zo leeg dan. Niemand trekt dit, zij niet en ik niet'' ging Jasper verder. Hij stond op, waarna hij mijn kamer verliet. ''Waarom is alles toch zo moeilijk?'' hoorde ik Edward zeggen, hij liet zijn hoofd hangen. Het valt reuze mee, dacht ik naar Edward. ''Ben je wakker?'' vroeg Edward, toen hij zijn hoofd ophefte naar me. Ik opende mijn ogen. ''Nu wel'' antwoordde ik. ''Toen ik je brief las, Ik wist niet wat ik moest zeggen. Het was toen zo helder voor me. Bella was de ware voor me, en jij.. Ik zag je als mijn zus. En toen, toen rende je weg voor me. Ik voelde me zo klote. Ik wist niet wat te doen. Alice en Rosalie hebben me naar huis gebracht en je daarna opgezocht. Alice had het al gezien in een visioen'' legde Edward uit. ''En nu?'' vroeg ik hem. ''Ik heb met Jasper gepraat, hij heeft me het gesprek tussen jullie verteld. Hij hoopt dat je het niet erg vindt, maar je moet ook niet kwaad op hem worden. Ik zei dat hij dat moest doen'' biechtte Edward op. Ik glimlachte. ''Je bent echt het mooiste meisje dat ik ooit heb gezien'' zei Edward. ''Zeg je dat nou gewoon, omdat je denkt dat dit alles goed maakt, of omdat je het meent?'' zei ik zacht, aarzelend. ''Omdat ik dat meen.'' Edward fluisterde dit laatste in mijn oor, om vervolgens zijn lippen op de mijne te drukken. Ik sloeg mijn armen om zijn nek en hij tilde me op. Waarna hij me op zijn rug gooide en hij naar buiten vloog. Hij klom naar het hoogste puntje van een boom met mij op zijn rug. ''Is dit genoeg bewijs voor je?'' Edwards stem was dicht bij mijn oor. ''Ja'' zei ik en ik drukte mijn lippen op die van hem. Mijn liefde was beantwoord, voor eeuwig.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.