Hoofdcategorieėn
Home » Cinema Bizarre » Cogito Ergo Sum » Hoofdstuk 4.1
Cogito Ergo Sum
Hoofdstuk 4.1
Strify stak zijn handen zo diep mogelijk in zijn zakken, in een poging om de rillingen die over zijn rug liepen te beperken. De kou was bijna ondragelijk en zijn adem kwam in kleine wolkjes uit zijn mond. Het was een buitengewoon donkere dag, zelfs voor een winternacht, en ook al was het pas half vijf, de schemer stond al in de kleine steegjes waar Strify doorheen liep. Hij had het nare gevoel bespied te worden, maar de half-brunette had zichzelf gezegd dat hij dat gevoel gewend was, dus dat hij het inmiddels bijna altijd voelde. Achter hem hoorde hij sneeuw kraken, maar toen hij omkeek was er niemand. Ineens schoot er een kat langs een vuilnisbak en die landde met een luide klap op het ijs. Een opgeluchte zucht verliet Strify’s lippen en hij zakte door zijn knieën om de straatkat even te aaien. Het katje spon tevreden en gaf Strify’s scheenbeen kopjes. Een zacht giecheltje was te horen toen de kat Strify’s hand likte, en de half-brunette vergat alles om zich heen voor eventjes.
“Mooie. Mooie. Strify,”¯ fluisterde een stem achter Strify. De half-brunette schoot omhoog en draaide zich pijlsnel om. Met grote ogen bestudeerde hij de gestalte die voor hem stond en daarna draaide hij geïrriteerd met zijn ogen. “Laat me met rust,”¯ snauwde Strify en hij deed een poging langs de persoon te lopen, maar die pakte hem bij zijn bovenarm. “Kom op, Strify! Sinds wanneer doe je zo gemeen tegen een oude.. vriend,”¯ lachte de persoon. “Ik heb je nooit gemogen, en dat weet je. Laat me nu met rust,”¯ siste Strify en hij trok zich los. Na nog een geërgerde blik op de persoon te hebben geworpen liep hij verder. “Niet echt een aardige manier om je vriendje te begroeten,”¯ zei de persoon kalm en hij kwam naast Strify lopen. “Wij hebben niks, oké?!”¯ snauwde de half-brunette. “Je bent van mij, Strify. Mij. En dat ben je altijd al geweest, dat weet je,”¯ fluisterde de gestalte in Strify’s oor. Strify’s voetstappen werden langzamer en uiteindelijk stond hij stil. “Ik ben niet van jou. Je kan me niet zomaar claimen,”¯ fluisterde hij, de zekerheid die eerst duidelijk in zijn stem te horen was, was weggeglipt en hij kwam veel minder zelfverzekerd over.
De persoon lachte ademloos en legde zijn hand op Strify’s kaak. Langzaam sloeg Strify zijn ogen neer en daarna keek hij de persoon aan. Zelfs in het donkere steegje was er een twinkeltje te zien in de ogen die de half-brunette al jaren verwarring bezorgden. “Ik houd van je, Strify,”¯ zei de persoon en hij veegde een lok uit Strify’s gezicht. Het gezicht van de jongen kwam steeds dichterbij en Strify slikte even om moed te verzamelen. “Rot toch een eind op, Yu,”¯ fluisterde de half-brunette en hij keek de jongen tegenover hem boos aan. Ineens beende Strify weg, zijn handen weer diep in zijn zakken gestoken. “Waar ga je heen?”¯ riep de andere jongen door het steegje. “Gaat je niks aan!”¯ riep Strify terug met nijd in zijn stem. Even keek de half-brunette over zijn schouder en hij wierp een laatste boze blik op de zwart-harige jongen in het steegje. Die stond er een beetje verslagen bij, maar Strify wist dat hij alleen deed alsof. En hij wist dat hij nog helemaal niet van hem af was.
Dat de jongen terug was maakte Strify bezorgd en bang. Ze kenden elkaar nu al een tijd, en ergens wist Strify zeker dat hij niet in deze situatie was belandt als Yu hem niet op club Temptation had gewezen. Maar uiteindelijk was het Strify’s keus geweest, en daarom gaf Strify Yu niet de schuld. Het was zijn eigen schuld dat hij was waar hij was.
Strify stapte snel door, omdat hij snel bij zijn bestemming wilde zijn, en omdat hij niet nog eens met Yu geconfronteerd wilde worden. Strify sloeg snel links af de grote straat in en keek om zich heen. Er stonden verscheidene flatgebouwen, en hij wist niet zeker welke hij moest hebben. Dat werd zoeken. Boven de eerste hing een bord waarop stond dat het een bejaardenflat was. Strify nam aan dat Shin daar niet woonde, dus probeerde hij de tweede flat. Hij zocht naar nummer 22 b en glimlachte breed toen hij Shin’s naam zag staan. Hij drukte op het glimmende knopje van de bel en wachtte geduldig tot Shin antwoordde. “Hallo?”¯ hoorde hij een onbekende stem zeggen. Vaag herkende hij de stem als de stem van één van de jongens die bij Shin waren in de club. “Ehm.. Ik kom voor Shin,”¯ mompelde Strify in het microfoontje. “Oh, ben jij Strify?”¯ zei de stem. “Ja,”¯ antwoordde de half-brunette. “Oké, kom er maar in.”¯ Een zoemend geluid was te horen en Strify duwde de zware deur open. Hij keek even om zich heen, op zoek naar een lift, maar er was er geen, dus begon hij zuchtend aan zijn klim naar de 11de verdieping. Daar aangekomen stond de deur van 22 b al open en Shin stond op hem te wachten. Strify grijnsde breed.
Shin wachtte al op hem. Die gedachte maakte dat Strify’s binnenste warm aanvoelde en kriebels vulden zijn buik.
Dat hij Yu tegen was gekomen was Strify inmiddels allang vergeten, het leek voor hem net alsof het alleen om hem en Shin draaide.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.