Hoofdcategorieën
Home » Overige » The Fairies' Tale » Chapter 15
The Fairies' Tale
Chapter 15
Suki POV
Ik loop de trap af, mezelf uitrekkend en in mijn haren krabbend. Aan tafel, mooi op een rijtje, zitten een stel zombies.
‘Heb ik iets gemist?’ vraag ik verrast. Kayley kijkt op, ik schrik me een hoedje! Haar ogen kunnen er elk moment uitvallen, zo moe ziet ze eruit. En ligt het nu aan mij of trekt Bill het zich voor de eerste keer in zijn leven niet aan hoe erg zijn haar er bijzit?
‘Wat is er met jullie gebeurd?’ vraag ik als ik geen antwoord krijg en schuif aan tafel.
‘We konden niet slapen, om speciale redenen.’ gaapt Nadezhda, die met haar vork in een stuk ei prikt.
Tom ligt met zijn hoofd in zijn eten, en snurkt relatief luid doordat de anderen allemaal zwijgen. Kayley tikt hem aan, wat niet werkt want er komt geen reactie.
Halleluja! Die speciale redenen, dan vraag ik me toch af wat precies. Ik sla mezelf uit mijn gedachten en pak een sneetje brood. Ik pak de pindakaas, geen kaas, en smeer het op mijn brood.
‘Vinden jullie het goed als ik straks nieuwe boodschappen ga halen?’ Ze knikken met hun hoofd op hun handen. Op dat moment komt mijn liefde ook aan tafel zitten.
‘Goedemorgen iedereen!’ zegt Gustav vrolijk. Tessa en Kol kijken Gustav vernietigend aan, waardoor zijn grijs heel even verdwijnt.
‘Kol die niet vrolijk is, wat is hier aan de hand? En wat doet Tessa hier?’ vraagt hij en wrijft door zijn warrige, blonde haren.
‘Oh, ze is blijven slapen. En let niet op hen, ze hebben blijkbaar iets meegemaakt waardoor ze niet konden slapen.’ mompel ik en nip aan mij kopje met thee. ‘Oh, en we gaan boodschappen doen!’ voeg ik er vrolijk aan toe.
Zijn vrolijkheid zelve komt weer terug. Hij klemt zijn arm om die van mij en hijst me overeind. Hij trekt me naar zich toe en begint met mij in zijn armen op en neer te springen.
‘Het is maar boodschappen.’ piep ik, Gustav laat me uiteindelijk los.
Knuffelen? Leuk!
Bijna stikken in die sterke, mogelijkheid tot ademhalen afbrekende worstelgreep? Niet leuk!
Hij kijkt me met puppyoogjes aan, waardoor ik toch niet boos kan zijn.
‘Oké, we gaan nu.’ lach ik.
We stappen de plaatselijke supermarkt in, die vrij goed afgeschermd is van het centrum. Gustav heeft een pet op, maar meer aan vermomming heeft hij niet bij. Normaal gezien is dat ook niet nodig, we wonen in een rustige buurt en… Eigenlijk is onze buurt niet meer rustig sinds wij er wonen. Maar het vroege uur helpt ook een handje in Gustavs onopvallendheid.
Gustav stopt een munt in het ijzeren, soortement doosje en trekt een karretje uit de rij. Dan draait hij zich om, slaat zijn armen om me heen en heft me op. Zonder moeite word ik het karretje ingezet.
‘Oké superman. Even op mijn lijstje kijken. Aha, breng me naar de chips!’ commandeer ik.
Hij zet zich schrap en zet het dan op een lopen. In sneltreinvaart razen we door de rij, de enkelingen in de winkel voorbij stekend.
De chipsafdeling is niet groot, maar wel groot genoeg om allerlei smaken, die ik allemaal al wel een keer getest heb, te bevatten. Ik wijs naar de paprika, het zout, en al die andere smaken. En mijn momenteel slaafje gooit ze in het karretje.
‘Goed. Chips, check. Breng me maar naar de kaas!’
Nog sneller dan net duwt hij het karretje door het woordje ‘kaas’. Mijn microbe begint hem nu ook te beïnvloeden/
We komen in de hemel der kazen terecht. Ik kijk naar de alle verschillende soorten en voel kwijl over mijn kin druipen. Ze hebben jong, oud, mozzarella, blauwe, groene, Franse, Italiaanse, Spaanse,... Het houdt maar niet op.
Ik kies de mozzarella en de jonge kaas en Gustav gooit ze in het karretje. Eerlijk gezegd gooit hij het bovenop mij, maar dat is ongeveer hetzelfde.
Een medewerker komt aangelopen, stopt vlak voor onze neus. Ze kijkt aardig kwaad en wijst naar mij.
‘Pardon, maar mensen in een karretje is niet toegestaan.’ zegt ze kil en ijskoud.
‘Toch wel? Er is zelfs een speciaal zitje voor kleintjes.’ mompel ik bijdehand. Elke keer als ik naar de winkel ga, zit ik in het karretje, en net nu maken ze er een probleem van.
‘U bent geen kleintje.’
‘Oh bedankt,’ giechel ik.
‘Ik meen het. Het is verboden.’
‘Staat er ergens een bordje dan?’
Ze verkleurt van normaal naar rode tomaat.
‘Kom er uit en ik doe alsof er niets gebeurd is.’ mompelt ze en haar handen trillen in de zakken van haar uniform.
‘Hé, wat is uw probleem misschien?’ mengt Gustav zich in het ‘gesprek’.
Een hele resem Duitse vervloekingen en scheldwoorden passeren, maar ik versta er niet veel van. Mensen stoppen, een cirkel van publiek vormt zich om ons heen.
‘He! Ho! ik ga er wel uit!’ zeg ik, veeg de spullen die eerst nog op me lagen van me af en klim uit het karretje. De vrouw knikt, beent weg en verdwijnt.
‘Wat een trut zeg.’ sis ik en duw samen met Gustav het karretje. We pakken de rest van de benodigdheden, zonder een greintje plezier, en lopen naar de kassa.
Het ijskonijn, die blijkbaar eerst wat anders deed, zit nu achter de kassa. Laat het toevallig zijn dat haar kassa de minste drukste rij is, en ik wil gewoon snel naar huis.
We sluiten bij haar rij aan en leggen onze spullen op de lopende band als het onze beurt is. Ze kijkt ons kwaad aan en begint de producten te scannen terwijl ze onze spullen gewoon… mishandelt!
‘Hé daar betaal ik voor!’ zeg ik, ze geeft geen antwoord en begint nog grover de voorwerpen over de scanner te halen. Als ze bij de kaas is, haalt ze het over de scanner en gooit het ergens in de hoek.
Alles mag ze mishandelen maar nooit de kaas!
Ik klim over de toonbaar en richt me op in volle lengte. Ruim twee koppen ben ik groter.
‘Security!’ roept ze en ik steek mijn vinger naar haar uit.
‘Nu ga je naar mij luisteren, missy. Ik heb helemaal niets…’ Ik voel twee sterke armen om mijn middel, twee grote handen pakken mijn handen en trekken ze naar achter.
‘Hé, ze doet niks!’ zegt Gustav en duwt de meneer weg. Een andere man komt eraan gerend, gevolgd door een man in politie-uniform.
Gustav word op dezelfde manier als mij naar voren gedrukt. Samen worden we meegevoerd naar een soort kamertje. Ze duwen ons in stoelen, en gaan aan de overkant staan van de tafel.
‘Jullie hebben de regels overtreden, en ook een medewerker aangevallen.’
‘Dat is niet waar.’ mompelt Gustav.
‘Die ijspegel begon zelf!’ sis ik en kijk de andere kant op.
‘Dat kan me niet schelen, dit is tegen de regels. Vandalisme wordt niet getolereerd.’ zegt de politieagent. ‘Kom maar mee naar het bureau!’
Dit bedoelde ik helemaal niet met een dagje winkelen!
Reacties:
*te strijk om een goede reactie te geven*
Idd, Kay, winkelen kan echt alleen maar fout gaan bij Suki. x']
GE-NI-AAL!
Wie is nu?
Daantje?
Kom maar op.
Oké, het is half 4 's nachts, en dan zijn m'n reacties niet echt geweldig, maar... Suki, dit is super <3 En het ijskonijn moet maar eens langskomen in het mansion *wbw*
‘Oh, ze is blijven slapen. En let niet op hen, ze hebben blijkbaar iets meegemaakt waardoor ze niet konden slapen.’
Mededeling van huishoudelijke aard: vond je dat erg, kom dan vooral niet naar de kelder
Normaal gezien is dat ook niet nodig, we wonen in een rustige buurt en… Eigenlijk is onze buurt niet meer rustig sinds wij er wonen. Maar het vroege uur helpt ook een handje in Gustavs onopvallendheid.
Inderdaad
Oeh, de politie erbij, dat wordt leuk *wbw*
xXX Daantje
Winkelen kan ook echt alleen maar fout lopen bij Suki.
Wacht, dat is niet waar. Volgens mij kan dat bij elke TFT'er.
@Iedereen: Sorry dat ik zo traag verbeter. x.x
Damn, Suuk, gaat weer lekker met je.
Niemand komt aan de kaas! Aanvallí»hhhhhh!
Maar goed, je hebt dus helemaal niets meegekregen van die hysterie gister nacht? Doe je goed.
Hihi, het was weer super.
Next!