Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Zwischen die Welten » Hoofdstuk 9
Zwischen die Welten
Hoofdstuk 9
Ik heb in tijden niet zo fijn geslapen. Ik word wakker met de volle zon op mijn gezicht. Dromerig loop ik naar beneden. Net op het moment dat ik de woonkamer in wil stappen herinner ik me alles wat er de afgelopen weken, maar vooral gisteren, is gebeurd. Ik laat de deurkrik los en loop naar de keuken. Bill zit aan de tafel, achter zijn laptop. Jeannette zit naast hem, uitdrukkingloos voor zich uit starend.
‘Je bent wakker.’ Grijnst mijn broertje.
‘Ja.’ Glimlach ik terug.
‘Ik wil de harmonie niet vestoren, maar nu we allemaal wakker zijn: zullen we gaan kijken of er al iemand in de straat staat?’ Bill en ik stemmen in. We lopen met zijn allen naar boven. Daar aangekomen bedenken Bill en ik welke kamer het best in kunnen gaan. We kiezen er eentje met een deur die vanuit de straat vrijwel onzichtbaar is en naar ons toe opent. We openen hem, zakken door ons knieën en kruipen op handen en voeten richting het raam.
‘Ik stel voor dat ik kijk. Ze nemen waarschijnlijk niet Claudettes auto, omdat Tom die zeker weten herkent. Ik weet ook hoe de andere auto’s eruit zien. Als julllie me dat toevertrouwen, natuurlijk.’ Stelt Jeannette voor. Bill stemt als eerste in en ik vertrouw op zijn gevoel, dus stem ik ook in. Ze doet het alsof ze geoefend heeft. Wat hoogst waarschijnlijk ook zo is. Geoefend op Bill en mij.
‘Ze staan er.’ Fluistert ze. Ik leun met mijn rug tegen de muur en ontspan me. Dit betekend dat we aardig kunnen inschatten wat Claudette doet.
De weken kruipen voorbij. Elke dag hebben we uit het raam gekeken, om elke dag weer te zien dat Claudette voor de deur staat. Ik ben net wakker en ga op weg naar de keuken. Bill zit zoals altijd aan de keukentafel. We gebruiken de woonkamer niet meer. Ik snap eigenlijk niet waarom, het is duidelijk dat Claudette weet dat we hier zijn. Vandaag is er echter iets veranderd. Bill staart leeg voor zich uit. Op het moment dat hij me binnen hoort komen kijkt hij me aan. Zonder iets te zeggen schuift hij een envelop naar me toe. Ik neem ook plaats aan de tafel en open de envelop. Terwijl ik de inhoud lees valt mijn mond open van verbazing:
Geachte Tom,
Het spijt me deze brief te moeten schrijven. Als je gewoon naar me had geluisterd, had dit niet gehoeven. Verder ga ik er niet omheen draaien.
Je hebt je niet aan onze overeenkomst gehouden. Ik heb je nog verscheidene keren opgezocht om het op te lossen, maar tevergeefs.
Jammer, Tom. Ik had je familie en vrienden hier graag buiten gehouden.
Gr. Claudette
PS. Doe de groeten aan Jeannette
Er zit nog een papiertje in de envelop. Een lijst met kloppende adressen van mijn ouders en de rest van de familie. Ook de adressen van Andreas, Gustav, Georg en de studio zitten erbij. En ook daar is geen fout te bekennen. Paniek maakt zich meester van me. Ik storm de keuken uit, ren de gang door en wil de voordeur door, maar kom er niet. Jeannette houdt me tegen. Ik draai me om, zodat ik de achterdeur kan nemen, maar Bill verspert de weg naar de keuken. Via de woonkamer kan ik nergens heen, die heeft geen deuren naar verdere vertrekken. De trap op heeft ook geen nut, met uit het raam springen schiet ik ook niet veel op. Voor ik de kans heb gehad te verzinnen waar ik heen ga, pakt Jeannette mijn polsen beet en brengt me naar de keuken. Bill kijkt me met een triomfantelijke grijns aan.
‘Komt het toch nog van pas.’ Grijnst hij naar me, duidend op wat Jeannette voor Claudette deed.
‘Maar wat was je van plan te gaan doen? Claudette persoonlijk de weg wijzen naar het huis van pap en mam?’
‘Ik weet het niet. Het gebeurde gewoon.’
‘Ik heb ze al gebeld, Tom. Ze zijn op hun hoede.’
‘Ze weet trouwens wel precies hoe ze je naar buiten moet lokken, Tom.’ Glimlacht Jeannette.
‘Maken jullie je dan helemaal geen zorgen?’ Breng ik verwonderd uit.
‘Natuurlijk wel. Maar de kans dat Claudette je familie echt iets aandoet is klein. Ze wil je angst aanjagen, Tom. Je naar buiten lokken. Ze had je bijna te pakken.’ Terwijl de woorden tot me doordringen besef ik me hoe ik hier in terecht ben gekomen. Op sommige momenten kan ik gewoon niet meer helder denken. Dan handel ik uit paniek en doe ik domme dingen.
‘Hoe wisten jullie dat ik weg zou rennen?’ Vraag ik.
‘Hoe weet je dat wij dat wisten?’ Vraagt Jeannette.
‘Ik neem aan dat je niet voor de lol bij de voordeur gaat zitten.’
‘Nee, dat klopt.’
‘Je bent voorspelbaar, Tom. En dat is gevaarlijk.’ Mengt Bill zich weer in het gesprek.
Reacties:
Claudette moet met haar takke handen van de familly van Bill en Tom afblijven :3
En jij moet ajb veder gaan
ik krijg een grafhekel aan Claudette :"D
stomme bitch, ze mag niet iemand auw doen
nu mag je wel weer verder
Ik neem aan dat je niet voor de lol bij de voordeur gaat zitten.
Nou.. Dat deed ik vroeger wel. Of voor de deur of zo. Hahaha, want toen speelde ik nog in mijn tuin.
En nu serieus. Ik vind dit stukje zielig. ahw, ze mag de andere mensen niks aandoen.;o
x<3
Die vind ik niet leuk!
Tom mag echt niet meer zo impulsief handelen, anders valt hij binnenkort in de handen van Claudette. Dan beland die arme jongen in het ziekenhuis.
Maar ik vraag me nu eigenlijk af wat haar drijft, want, nou, er moet toch echt een reden zijn! ;o
En en en
Oké, ik ga gewoon verder lezen.