Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen n schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Eyecatcher » \19./

Eyecatcher

2 feb 2010 - 17:55

4823

0

378



\19./

Tom

Wie er belde? Ze slikte, deed alsof ze niet wist waar Bill het over had. Ze was niet echt een bijster overtuigende actrice.
Dat.. Iedereen mag toch zo zijn geheimpjes hebben? Die zin kwam als een donderslag bij heldere hemel, als een slag in mijn gezicht. Ik was er opeens niet zo heel zeker meer van of ze wel degelijk niets gehoord had.
Sofie? Kan ik even met je praten? Gustavs stem doorsneed de bedenkelijke stilte die in haar kamer hing na die zin.
Haar ogen lichtten op, blij als ze was dat dat onderwerp van de baan was. Tuurlijk.
Ze stond op, klopte het stof uit haar jeans. En zonder om te kijken trok ze de deur van de kamer achter hen dicht.
Zag ons nu zitten. Ãâ°én stom verscheurd hoopje hormonen. Verdomme toch.
Mijn ogen gleden naar Bills gezicht, bang om daar nog steeds aan te treffen wat er daarjuist al was.
Maar niets was minder waar. Het leek alsof samen met Claso de serieuze Bill was verdwenen; zijn ogen blonken en heel even dacht ik dat hij alles vergeten was.
Gaan we nog ns iets duiveltjes uithalen, jongens? Zijn stem sloeg over door de onverscholen deugnieterij.
Het leek niet alleen, het wí¡s zo.

Sofie

Ik sloot de deur van de gang achter me en keek besluiteloos naar Gustavs achterhoofd.
Ga anders even zitten. Terwijl een licht maar warm briesje het witte gordijn door het open schuifraam naar mijn balkon trok merkte ik opeens op dat Gustav zijn stem altijd, maar dan ook altijd onder controle had. Het was gloeiend heet. En toen ik me liet neerzakken in de zetel, flitste de vraag door mijn hoofd of het niet alleen al aan mijn gezelschap lag dag de temperatuur spontaan de ijle hoogten boven de 28ðC verkoos.
Waar denk je aan? Ik weigerde categorisch hem aan te kijken toen ik antwoordde.
Niks speciaals. bloosde ik. Hij moest ns weten welke beelden er na die innerlijke vraag voor mijn ogen dansten. Tipje van de sluier: TH in zwemshort.
Hij antwoordde daar niet op, en ineens welde een raar gevoel op in mijn buik waardoor ik plots niet meer met diezelfde vastberadenheid van voor dat gevoel kon zeggen of hij toch diezelfde beelden zag. Was mijn gezicht zo goed te lezen?
Ik voelde Gustavs ogen. Ik keek hem vanonder mijn wimpers aan, zijn bruine kijkers vingen de mijne handig op. Ik schrok me rot toen ik zijn geamuseerde blik zag. Ik weet niet waarom, maar ik was er al vanaf het begin van overtuigd geweest dat dit gesprek niet het meest vrolijke zou zijn, dat Gustav niet met me zou moeten praten als het onderwerp gewone koetjes en kalfjes betrof. En nu
Ik keek hem verward aan. Hij schaterde het uit. Je hebt echt geen idee, hé?
Ik grommelde. Het zou al veel helpen als je me niet zat uit te lachen. zei ik cynisch. Hij hoorde dat niet, miste de niet moeilijk te verstane toon. Integendeel daarvan, hij lachte nog eens, afweziger nu, en herhaalde nog eens wat hij me daarnet gevraagd had, als wou hij zichzelf overtuigen van iets dat te bizar voor woorden en gedachten was maar nu zijn hand schudde.
Helemaal geen idee. Ik wachtte, vond het merkwaardig dat deze situatie nog het meest leek op een alleswetende meester die dezelfde les nu al de tigste keer aan de eeuwige dromer - droomster in dit geval - uitlegde, zonder dat deze droomster ooit had beseft dat de oplossing voor al dat gezeur recht onder haar neus had liggen -namelijk één schamel uurtje opletten.
Ik schrok op toen Gustav opveerde uit de zetel en behoedzaam naar de deur liep. Er was een detail dat me in het oog sprong; hij leek koste wat het kost te willen vermijden dat hij op één lijn met de deur kwam. In een flits trok hij de deur open, hij keek al triomfantelijk nog voor de kluwen mens - waarin ik Georg, Tom en, wat me zeer teleurstelde, ook Bill kon ontwaren - naar binnen struikelde en door een combinatie van ellenlange, puberale benen en verwarring tien centimeter over de drempel in een er relatief miserabele knoop neerviel, moeizaam spartelend omdat ze dachten dat ze zich verbaal beter zouden kunnen verdedigen als ze weer met beide voeten richting het magnetische middelpunt van de aarde stonden.
Dachten.
Gustav en ik torenden dreigend boven hen uit, probeerden zoveel mogelijk walging uit te stralen, onze armen over elkaar gekruist. Het leek te werken, want ze brulden door elkaar heen.
Het waren Tom en Bill!
Niet waar! Het was alleen maar Georg!!
Alleen Bill keek schuldbewust. En hoe teleurgesteld ik ook in hem was, ik kon bijna met zekerheid zeggen dat hij niet met dit bespottelijke idee op de proppen was gekomen.
Ach Sofie! Geef ze ns iets actiefs te doen, alsjeblief? k Weet niet, een stofzuiger of zo? Toms hoofde zakte moedeloos naar achter. Ik grijnsde, want ik beschikte over een bijzonder kleurrijke verbeelding.
Strak plan! lachte ik en probeerde mijn stem niet te laten vervormen door het duivels plezier dat ik door die verbeelding had.

Alsjeblief! Mijn stem schoot vrolijk de hoogte in bij de laatste lettergreep. Georg keek me met ontzag aan. Je meent het écht, hé? Ik sperde mijn ogen open, knipperde een paar keer en krulde mijn lippen omhoog in een blije, brede glimlach.
Natí¹í¹rlijk meen ik het echt, gekke Georg van me! Neem je hem nou nog van me over of moet ik hier nog heel erg lang staan wortelen met dat ding in mijn armen? Met geschokte ogen nam hij de zuiger van me over, hij gaf geen krimp toen ik die last opgelucht weggaf.
De stofzuiger was oud, om niet te zeggen antiek, maar nog helemaal niet versleten. Het was er zo eentje die je vandaag de dag nergens meer in de winkel vind - ik moest al helemaal naar Hasselt als ik een nieuwe filter nodig had - maar van de soort die het pas begeeft als je hem van een wolkenkrabber gooit, brí ndend, met op de grond niets meer maar ook niets minder dan een veld met dicht op elkaar geplaatste spiesen dat dodelijk op hem wachtte.
Bijgevolg woog hij dan ook als lood, en hem alleen nog maar optillen bezorgde je spontaan een hernia. Het was daarom ook dat ik zo schrok toen Georg hem zonder een krimp te geven van me overnam. Misschien was hij toch zo sterk als de meeste fanfictions me wilden doen geloven
Ik schrok ervan hoezeer mijn beeld van de jongens zo beïnvloed kon worden. Ik had die verhalen altijd als onmogelijk, onwerkelijk en onwaar bestempeld, maar nu het ernaar uitzag dat ik er middenin eentje zat, besefte ik pas dat ze behoorlijk waarheidsgetrouw waren. Niet dat ik ze niet graag las, intégendeel zelfs, de schrijfsters ervan waren geniaal en verdienden stuk voor stuk de Nobelprijs (en die dan nog het liefst enkele jaren achter elkaar) maar ik had het nooit voor mogelijk gehouden dat die verhalen - of een deeltje ervan - ook écht echt zouden gebeuren. Ik bedoel, als we alleen al naar het verschijnen van TH keken, dat alléén al was onrealistisch genoeg om duizend-en-een fantasieën bij me op te wekken, en nu stonden ze verdikke vrolijk mijn kamer te stofzuigen!
Ooit, in een ver verleden - drie jaar om precies te zijn - was ik er zelf ook ns aan begonnen; ik lag al in een deuk als ik alleen nog maar aan dacht. Dat ik ooit echt geloofd had dat ik dat ook wel moest kunnen, dat dromen in woorden gieten voor iedereen in de wieg was gelegd
Zoals ik al zei: ik verging van het lachen.
Alleen de allergrootsten waren ertoe in staat me telkens opnieuw te doen rillen, lachen, huilen en kwijlen, en alleen zij waren voorbestemd om niet alleen door mij maar door de hele wereld geniaal te worden genoemd en ook alleen zij mochten na een laatste blik op hun 5de Nobelprijs met een gerust hart in slaap vallen, wetend dat zí­j het tenminste gemaakt hadden, en verdikke nog niet eens zo amateuristisch!

Ik schrok op uit mijn psychische pleidooi door een hoestje, behoorlijk nep en vooral bedoeld om op subtiele wijze duidelijk te maken dat de fake-kucher de aandacht van de onoplettende graag als het even kon wou hebben. Bijzonder gíªnant trouwens als zon kuchje je overkomt tijdens De Speech Van De Schooldirecteur.
Juist. Gustav wilde mijn aandacht. Brand maar los! trachtte ik bemoedigend te zeggen, probeerde mijn fout van daarnet toch grotendeels te compenseren door overdreven interesse.
Hij bekeek me op een manier waarvan ik zeker wist dat hij er niet intrapte en ademde diep in. Ik plooide mijn benen onder elkaar en zweeg tot hij zou beginnen.

Kijk Sofie, begon hij, en ik signaleerde mezelf verwonderd dat hij en Georg nog de enigen waren die mijn echte naam gebruikten, ik weet niet zeker of ik dit mag vertellen. Tom vermoordt me, denk ik. Zeker na vanmiddag. Hij scande mijn gezicht, ik hoopte dat hij wou natrekken of ik me wel degelijk gevleid voelde dat hij zijn leven wou riskeren door me in te lichten.
Stonden- nee, uh. Onze vorige tour? Ik vermoed dat- Was je toen al fan?
Ja, tuurlijk zei ik met mijn wenkbrauwen gefronsd.
En op onze vorige tour heb je -stond nee, uh, heb je ergens iets opgevangen? Gelezen? Internet? Via via? Van horen zeggen?
Euhm niet dat ik weet tenzij-nee. Niets eigenlijk. Waarom? Zijn ogen flikkerden even hoopvol op bij de tenzij, maar dat verdween even vlug als het gekomen was. Hij grijnsde en keek naar een punt boven mijn hoofd, mompelde iets waar ik noch kop noch staart aan kon vastknopen: Als hij iets wil verbergen, dan doet-ie het goed. En dat is wel het minste wat je van David kan zeggen.
Zeg Gustav? Waarom gooi je het er niet meteen uit? Want hoe meer je vraagt en insinueert en mompelt, hoe minder ik er eigenlijk van snap! Ik schrok ervan hoe nieuwsgierig ik klonk.
Hij lachte, zei: Nieuwsgierige gek. Dus op onze vorige tour was er.. een meisje.
Oh. zei ik. Fascinerend. Hij glimlachte. In onze bus. Toen ik niet reageerde was hij verbaasd.
Wat? Alsof ik daar iets aan kan veranderen! Hij grijnsde.
Ze heette Jill. De sterretjes in zijn ogen blonken toen ik verstrakte. Je hebt dus wel iets gehoord. concludeerde hij tevreden.
Nee Ja. Maar wel vanmiddag, toen ik terugkwam van van na de emmer. Nou, dat e er bijna voor gezorgd had dat jullie bijna splitten en - nou ja, Toms toon, jullie vind dr niet bijster aardig. antwoordde ik op de vraag in zijn ogen. Hij knikte.
Misschien moet ik eerst beginnen met hoe ze in Bills leven kwam.
Brand maar los! zei ik maar weer. Hij zuchtte diep, en startte, met een verhaal dat wel eens het langste zou kunnen zijn dat hij ooit tegen een vreemde had verteld.
Onze vorige tour startte in Polen. We waren daar twee dagen vroeger, promotiedoeleinden, je kent dat wel. David verplichtte ons om aan sightseeing te gaan doen. Davids wil is wet, dus kropen we dik tegen onze zin op één van die bussen die ons Met Plezier Het Cultuurhistorisch Centrum Van Warschau zou laten zien. En daar zat ze. Onze Sympathieke Gids. Witblond, zonnebankbruin, ijzige blauwe ogen, en, hoe zal ik het stellen, goed voorzien van oren en poten. Ik keek bijna scheel van walging bij haar beschrijving.
Hoe? Bah.
Hoe hij voor haar kon vallen, niemand kwam het ooit te weten. En het zou me zelfs niet verbazen als Bill het zelf niet zou weten. wij - Georg, Tom en ik - houden het erop dat hij gewoon nog ns wou testen of hij het wel nog kon, snap je wat ik bedoel?
Krijg ik niet eens een tekeningetje? Schandalig. Hoe had ik ooit dí¹rven geloven dat Bill eeuwig maagd zou blijven?
Hij glimlachte, kon zo vlug niet op een antwoord komen - of vond zijn antwoord erover - en besloot verder te gaan.
Niemand wist wat hem bezielde toen hij opeens vlak voor het concert meedeelde dat ze met ons meeging. Hij had niet met ons overlegd, wist verdomme donders goed wat David dacht over dat soort dingen, maar kreeg het toch gedaan. Hij wreef het David elke keer onder zijn neus dat als hí­j niet persé had gewild dat we naar die stad gingen, dat hij haar dan ook nooit had tegengekomen en dat hij nu zijn verantwoordelijkheid wel eens mocht opnemen en dat hij dus de gevolgen moest dragen ook. Veel blablabla, grote mond, klein hartje, ruwe bolster, blanke pit, wat nog allemaal. David stemde toe. Hij heeft het zichzelf nog altijd niet vergeven, denk ik.
Vanaf dag één voelde iedereen meteen meer antipathie dan sympathie voor haar. Alleen in de ogen van Bill kon ze niks verkeerd doen. Pas op, als hij erbij was, was ze Maagd Maria in hoogsteigen persoon. Maar vanaf hij zijn rug draaide, herviel ze weer in haar stom patroon. Ze deed alsof ze de koningin was, ah ja, Bill Had Haar Uitkozen, keek hooghartig neer op de crew, deed elke keer alsof ze er ons niet begreep als we haar iets zeiden in zon hilarische kluts van Duits en Engels. En twee minuten later antwoordde ze Bill in van dat vrolijk vloeiend Duits dat jij verbazingwekkend ook zo goed kan. En het werd nog erger.
Als een sneeuwbal die een lawine kan veroorzaken, zo werd Jills gedrag rampzalig toen Bill haar op ons aandringen daarover aansprak. Ze liet haar koffie brengen, had een manicure én pedicure die bij de crew logeerden, ga zo maar door. Ze vervreemde steeds meer van Bill, gebruikte hem bijna. Die arme knul ging er helemaal onderdoor, werd zo wit als een lijk, en toch bleef hij over en weer hollen voor dat kreng, die heks.
Het verbaast me echt dat jullie er niets van gemerkt hebben. Ik vraag me af waarmee David haar onder de knoet houdt misschien dreigt hij ermee al haar uitgaven en alles wat ze gebruikt heeft in rekening te brengen. Inventief, daar niet van.
Maar Bill was moe, futloos door de weinige slaap. Zij wou altijd maar het was af-schuwe-lijk. Ze kreunde dat het het horen en zien verging. Alsof iedereen moest en zou weten dat zí­j met Bill maar daar wil je vast geen tekeningetje van, of vergis ik me? plaagde hij. Ik sperde mijn ogen open, gilde bijna.
Ben je gèk?! Ik plooide me over de leuning van de sofa en produceerde een overtuigend gamma aan braakgeluiden. Toen ik weer ging zitten glimlachte hij.
En Bill kroop voor haar. Als ze hem gevraagd had zijn haar af te scheren, dan had hij dat gedaan. We spraken hem erover aan, maakten hem voorzichtig duidelijk dat we nog driekwart van de concerten moesten doen en als hij zo bleef gí¡í¡n dat hij dat nooit ging overleven. Hij werd furieus, brulde dat we jaloers waren, op hem, op hun relatie.
Een relatie tussen een meesteres en haar knechtje is geen relatie, maar uitbuiting en misbruik. Dat was het enige wat Tom zei in die tirade, maar het sloeg in als een bom. Op de negatieve manier. Het concert werd gecanceld, Bill weigerde samen te werken met een bende egoïstische jaloerse hypocrieten. Hij hield voet bij stuk, drie dagen lang.
30.000 ontevreden en teleurgestelde fans, drie onnodig hoge kosten voor zalen waar we geen voet in zetten, drie dagen technisch werkloze crewleden. We wisten geen blijf met onze energie, onze vingers jeukten. Om de twee minuten gooide wel iemand naar mijn hoofd dat ik moest ophouden met dat irriterende getrommel op elk voorwerp dat ik tegenkwam.
Op de ochtend van de vierde dag, toen Bill met nog duidelijkere paarse kringen onder zijn ogen alleen een glas melk kwam halen en weer naar haar verdween, had ik er genoeg van. Ik sprong op en ging hem achterna. Maar net om het hoekje botste ik tegen hem op. voor zijn neus: David. Bill zag witjes, ik begreep dat het toch nog erger kon. -open-. hoorde ik net nog voor David én Bill - die dat toch al drie dagen niet meer deed - me met opengesperde ogen en opeengeklemde lippen aankeken.
Ach wat! Ze moeten het weten, Bill! gromde David, sleurde een erg hevig protesterende Bill aan zijn pols met hem mee en dreef me voor zich uit, terug naar de ontbijtruimte.
Jongens, zei hij, jullie moeten iets weten. Bill, die gsm op tafel. Nu. Dankje. Ten eerste, jullie treden op deze avond. Over drie uur soundcheck. Hij wachtte tot ons tevreden gebrom weggestorven was voor hij verderging. Ik ben de laatste dagen bijna ziek geweest van de manier waarop jullie elkaar behandelden. En gisterenavond, te laat, heb ik beseft dat de enige manier om dit kinderachtig gedoe, dit niet-spelen, alleen maar opgelost kan worden door, jullie raden het al, te spelen. Alleen door te spelen zullen jullie elkaar weer leren respecteren, alleen daardoor zal het ook voor jullie weer duidelijk worden dat jullie leven simpelweg niet op rolletjes kí¡n lopen zonder die anderen. Dit is het enige wat ik hierover ooit nog zal zeggen. We hielden een eerbiedige stilte, de euforie van daarnet was al volledig weggeëbd.
Maar ik ben nog niet klaar. Bill bleef witjes en roerloos zitten. Ik kende hem te goed om te denken dat het zo zou blijven. David ging verder, zijn stem klonk een beetje onopvallend triomfantelijk. Vandaag kwam ik Jills pedicure tegen, ik vroeg waarom ze er zo gespannen uitzag. En toen kwam het hele verhaal eruit. Jill- Bill was recht gesprongen, had zijn vuisten gebald, zijn ogen waren zwart van woede en er was voor het eerst in weken weer een natuurlijke kleur op zijn ingevallen wangen. Het is een moeilijke opdracht om hem zo kwaad te krijgen, je moet toch al behoorlijk wat zeggen of doen om hem te doen ontploffen. David stoorde zich daar niet aan, zei alleen dat hij weer moest gaan zitten en ging door.
Jill heeft-
HET IS NIET WAAR!! JE LIEGT! VERDOMME, ZE IS ER DOOR JULLIE INGELUISD!! JULLIE GUNNEN ME ECHT HELEMAAL NIKS!! Hij wilde brullend de zaal uitstormen, maar naast de deur stond Steff en een simpel knikje van David was genoeg. Bill worstelde, wriemelde, wroette, spartelde, bokste met zijn vuisten op Steffs borstkas, alles om los gelaten te worden. We zagen met grote ogen aan hoe woeste tranen zijn hele make-up ruïneerden en dat smalle ventje alle kracht die hij ergens op een verborgen plekje in zijn lichaam verborgen had, op Steff losliet. En één moment dachten we dat het niet Steff was die daar stond, maar Jill. David schraapte zijn keel, onwillig draaiden we onze hoofden weer naar hem. Bills getier was een hartverscheurend gesnik geworden, Steff klopte een beetje hulpeloos op de rug van de gebroken jongen die zijn schouder nu heel hard nodig had. Tom veerde op, die was zelf ook al half aan het wenen, maar een dwingende blik van David liet hem weer neerzakken.
Jill heeft drie verschillende Ebay-accounts. Bill jammerde. Daarop verkoopt ze petten en bandanas van Tom - het mes waarmee die geconcentreerd had zitten draaien viel met een leen luid geklingel op de grond -, T-shirts van Georg - Bí¡h! walgde die, dat ze dat wil aanrí ken! -, petjes en drumstokjes van jou, Gustav - ik moest even hoorbaar slikken -, en sieraden, riemen, petjes, boxers en- en haarplukjes, kleintjes, van Bill. sloot hij zijn lijst af.
Neeheee Bill gleed slap als een vod uit Steffs armen en Davids ogen seinden hem nog even te laten liggen. Ga haar anders maar even halen. zei hij en Steff verdween om enkele minuten later met Jill terug te keren. Goedemorgen! acteerde ze. Hebben jullie niet op mij gewacht om te eten? Ze zag Bill pas toen ze haar teen stootte. Zeg, kan je niet- Bill? Wat is er- Hebben ze iets gedaan? Toen hij zich oprichtte leek hij een beetje op een mishandelde panda.
Waarom doe je dit, liefste? Ik hóíº van je, weet je dat? Ik hóíº echt van je Haar ogen schoten van onze ziedende gezichten naar Bills teleurgestelde en weer terug. Nu valt het me ineens op dat hij de tegenwoordige tijd gebruikte. Hij moest écht van haar gehouden hebben Soit, we gaan verder.
Waarom doe ik wat? Maar ik hou ook van jou, Bill, van jullie allem-
Oh ja?! Hou je écht van ons? ECHT? Tom was razend opgesprongen,, hij schreeuwde met onverholen haat in zijn stem. Jill werd wit, haar lippen vormden geluidloos Shit.
Shit, ja, dí t kan je wel stellen, godverdomse SLET!! En dí í r ga ik me niet voor verontschuldigen, integendeel zelfs, stomme fu-
Tom, hou je in. beet David, en dus ging hij maar weer zitten, kneep zo hard in een pistolet dat de kruimels op de tafel vielen.
Juffrouw, aangezien u het niet waard bent veel woorden aan te verspillen, hou ik het kort. U gaat onder mijn toezicht uw koffers pakken, en daarna gaat u onder het deskundig oog van onze webmaster uw accounts ALLEMAAL verwijderen, waarna we u dwingend verzoeken dit hotel te verlaten. Heeft u dat?
Jill brulde, krijste. Het was grappig haar te zien doordraaien. En opeens tierde ze dat ze met plezier wat meer sappige details aan het verhaal dat ze aan de pers zou vertellen, wilde toevoegen.
We staarden haar aan. Verdomme, dachten we. Tang. David had alles - zoals altijd - onder controle. Dat zou ik niet proberen, juffrouw Nowack. Ãâ°én woord ik vind je wel. Altijd. Ãâ°én enkel woord. De dreiging die van zijn woorden uitging deed haar terugdeinzen. En toen was ze weg.
Hij haalde diep adem en lachte ontspannen. Tom vermoordt me echt. zei hij. Ik wist niet welke uitdrukking op mijn gezicht te lezen viel, het leek totaal onbelangrijk in vergelijking met was Gustav me hier allemaal had verteld. Hóé hadden ze dat in hemelsnaam kunnen achterhouden? Het leek ontzettend onmogelijk als elke stap die je zet op deze aarde vastgelegd wordt door tientallen fotografen. Zeker nu. David moest inderdaad niet bepaald geen loze bedreigingen spuwen, als die Jill nog altijd zwijgt
Gustav moest gedacht hebben dat verdergaan het gezondst was voor mijn hart, want hij vervolledigde zijn verhaal.
Bill herstelde wel, maar traag. Héél erg traag. Ik weet niet precies hoeveel nachten hij zichzelf én ons wakker brulde, en ook niet precies hoeveel ochtenden hij én Tom, die hem s nachts troostte en in slaap wiegde tot hij weer wakker schreeuwde, met steeds diepere wallen aan de ontbijttafel verschenen. Weken en weken en weken trad hij op, alsof er niets aan de hand was. maar behind the scenes schermde hij zichzelf af van alles wat met haar te maken had. Hij ging meteen naar de bus, sloot zich op. We begrepen dat hij dit zelf moest oplossen, zelf verwerken. En uiteindelijk, tegen het einde van tour al, lachte hij. We schrokken ons te pletter. Het was maar een kort lachje geweest, helemaal niet speciaal, opvallend, wat dan ook. Gewoon, een grapje dat hij had opgevangen uit het gesprek tussen Calli en Saki, die buiten stonden te roken. Ik denk dat we hem ongeveer platbombardeerden met knuffels, en vanaf dan gedroeg hij zich steeds normaler. Nou ja, voor zover normaal kan als je Bill Kaulitz bent. En toen we na de tour de drie gecancelde concerten inhaalden, stond hij erop dat we weer dezelfde kamers namen. We sliepen door, die nacht, in één ruk.
Hoe hoe hebben-heeft Ik slaagde er niet in een concrete samenhangende zin te formuleren.
Hoe hij het heeft gedaan? Hoe hij het kon? We wisten het niet. En onlangs, héél onlangs, deze ochtend, zei hij dat zijn lichaam hier rond liep, en zijn geest bij Jill was, bij wat ze allemaal gezegd had, bij wat hij gemist had aan haar gedrag waardoor hij haar doeningen had kunnen voorspellen. Ze werden gescheiden van elkaar, een soort van een beschermende manier van Bills wezen om zich tegen de pijn te verdedigen. Ik zuchtte.
En toen jij er daarnet over begon, moest ik daar opeens aan denken. Het zou ongelofelijk grof van me zijn dit achter te houden, nu je dat letterlijk gezegd hebt. Scheiding van lichaam en geest. Dus toch. Hij heeft dat exact hetzelfde verwoord.
Bizar. zei ik, terwijl zijn laatste woorden naar alle hoeken van mijn lichaam sprongen.
En nog niet in het minst omdat hij er deze morgen ineens over begon, over haar. Al maanden meden we dat onderwerp, voorzorgen, en dan Heel even dacht ik dat.. Nee, dat is erover. Toeval.
Je dacht dat hij het opgemerkt wou hebben voor hij mij zag. Dat wou je toch zeggen? Hij reageerde niet, staarde me aan maar leek iets heel anders te zien. Iets wat hij niet leuk vond. Helemaal niet.
Sofie? Hij concentreerde zich weer op mijn gezicht, maar in zijn ogen kon ik nog de sporen van zijn gedachten zien. Was het de tijd waard om jou dit alles te vertellen?
Daar kan alleen jij over beslissen, Gustav, of ik het waard was. Maar ik ben een kluis voor de geheimen van vrienden. Het is niet veel, maar daar zal je het mee moeten doen, vrees ik.
Mooie zin.
Nee. zei ik, dat was de waarheid. Hij sloeg zijn blik neer bij het ontmoeten van de eerlijkheid in mijn ogen.
Ik zí¡l zwijgen, Gustav. Ik voelde dat hij nood had aan bevestiging.
Dat weet ik. Ik vertrouw je.
Dankje. Ik merkte hoe moeilijk hij het had dat te zeggen. Het moest al een tijdje geleden zijn.
Ik weet niet hoelang het stil bleef. We hadden elk genoeg aan waar onze gedachten ons heenvoerden. Bij mij gingen ze de richting uit van de jongens in mijn kamer, en dan specifiek naar hun capriolen met de stofzuiger. Zouden ze zijn pogingen tot totale vernietiging van het menselijk lichaam glansrijk hebben doorstaan, of zouden ze de strijd hebben moeten staken met meer blutsen en builen dan was gebruikelijk is in een gevecht met een venijnige stofzuiger? Ik had er het raden naar, en ik wachtte op het goeie moment om Gustav te vragen of we zouden terugkeren.
Hij was enkele minuten geleden opgestaan, dwaalde door de living van mijn studiootje, bekeek de schilderijen. Eigenlijk is dit toch meer een appartement? had hij met het zicht op de stad voor zich gevraagd.
Appartement klinkt behoorlijk volwassen voor iemand die nauwelijks twee maanden het huis uit is. En ik hoor liever studio dan kot, dus.
Kot? Ik lachte.
Dat zeggen wij hier in België. Ik weet het Duits of het Engels er niet van, maar in Nederland zeggen ze kamers. Hij had geknikt, en na enig aarzelen was hij het balkon opgegaan, waar hij nu nog altijd te vinden was, genietend van het uitzicht dat je had over Brussel vanop de achtste verdieping. Ik schuifelde naar hem toe en wurmde me tussen hem en de laurier.
Nog niet uitgekeken? vroeg ik, terwijl ik een vluchtige blik op de lichte grijze uitlaatgassenwolk tussen de gebouwen wierp. Mijn ogen bleven een seconde hangen op het blinkende Atomium in de verte.
Eigenlijk wel. Maar het is afleidend. Ik dacht net aan iets Nog voor ik me kon afvragen waar hij van afgeleid wilde worden, ging hij verder.
Wat denk je echt van Clara? Ik bedoel, geloof je dat zelf? Ik keek hem verbluft aan. Teleurgesteld ook.
Ik vind het jammer dat je me op dat gebied dan weer niet vertrouwd. Ik kan je alleen maar vertellen wat ik zie en denk, hoor. En als jij denkt dat ik dat verzin Ik zuchtte. Dan is dat je volste recht. Ik ga je heus niets verplichten. Ik draaide me om, ging over het drempeltje terug de living in. Het was stil in mijn hoofd.
Vlak voor ik de deur wou openen - ik was ervan overtuigd dat het juiste moment toch niet zou komen - trok Gustav, die me achterna was gekomen, me aan mijn arm weg van de klink. Mijn hand greep in het niets.
Mijn zin kwam er verkeerd uit. Ik geloof je wel, en ik vertrouw je meer dan normaal ik voor meer dan mag. Ik wou je gewoon vragen of- of je het niet vreemd vind dat je niet helemaal van jezelf bent. Nee, dat is pas vreemd. Laat maar. Hij boog zn hoofd en wendde zich naar de deur.
Je vroeg je af of ik wel wí­lde geloven dat mijn geest van iemand anders is. Of ik dat niet eng vindt dat die iemand al dood is. Dat mijn geest theoretisch al begraven is. Bedoelde je dat? Het voelde goed dit allemaal luidop te zeggen.
Dan kan ik je dit zeggen, Gustav: denk jij dat ik voor vanmiddag iemand, wie dan ook, geloofd zou hebben als die me zou vertellen dat mijn geest voor een deel die van Clara Van Daalen was, geboren in de winter van 1932, op 13 januari om precies te zijn?
Verbijsterd staarden we elkaar aan.
Hoe weet je dat? vroeg hij ontdaan.
Ik wí­st het niet. antwoordde ik stil. Ik vóélde het. Ik slikte. Het is die dag, en niet anders. Het voelt aan als mijn geboortedatum, alhoewel het die niet is. Mijn oogleden trilden, alles om me heen werd wazig, onbelangrijk.
Sofie?! riep Gustav in de verte. Hoe, die stond net nog voor mijn-

Misschien is een tienbeurtenkaart geen overbodige luxe, dacht ik, met mijn hoofd nog in de 21ste eeuw, vlak voor ik de grens met de vorige zou overglijden.

Wat is een tienbeurtenkaart?


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.