Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Eyecatcher » \26./
Eyecatcher
\26./
In de lift stonden we redelijk op elkaar gepakt.
Mevrouw Cornelis en haar boodschappen hadden veel plaats nodig. Reken daarbij ook nog eens haar dolle chihuahua Missy O en het ego van de mevrouw zelf, en je komt zonder problemen aan een halve lift. Maar als we het hele hebben en houden van mevrouw Cornelis vergeleken met dat van Lysa, zijn we duidelijk beter af in dit geval.
Ik verstijfde toen een hand over mijn onderrug gleed. Oh wonder, ik stond naast Maarten.
Heeft die nu geen manieren?
Zijn handpalm. Hij haat het als je daarin knijpt.
Zijn tanden knarsten toen ik hard in het zachtste deel van zijn hand kneep, en de druk op mijn onderrug verdween.
Clara, Sofie, hij gaat slaan. Hij is woedend. Doe iets, nu.
‘Oh! Hoe gaat het met zijn darmpjes, mevrouw? Nog steeds geen werking van de laxeerpilletjes?’ Ik zakte impulsief naar beneden en strekte mijn hand uit naar de door het hele blok gehate rat, terwijl ik Maartens vingers boven mijn hoofd hoorde kraken.
‘Haar.’ antwoordde de vrouw koel, terwijl ze me vanonder haar wimpers minachtend aankeek.
‘Hí í r darmpjes. Hè, m’n lieve Ookiepookie, je heb het toch wel lastig! Jaah, je bent mijn allerliefste schattebout, ja hoor! Jha!’
De hond kefte venijnig en hapte naar mijn uitgestoken hand. Mevrouw Cornelis keek tevreden toe.
‘Laat deze marteling toch alsjeblief zo snel mogelijk voorbij zijn.’ mompelde ik terwijl ik van het schrikken achterover viel en oog in oog kwam te staan met de verraderlijke oogjes van het gewelddadige monster.
Ze blafte nog een keer, en in de stilte die daarop volgde maakten ook Tom, Georg en Gustav kennis met de zwaar opgemaakte maar nog steeds overmatig geïrriteerde blik van de eigenares, als reactie op het gegniffel om mij en om de hond.
Het gesprek tussen mij en mevrouw Cornelis mocht dan niet in het Duits geweest zijn, volgen konden ze wel.
Toen de liftdeur achter de wekelijks gemasseerde trippelvoetjes dichtgleed en wij eindelijk terug naar beneden konden gaan, durfden ze zich een lachbui permitteren.
‘Laxeerpillen. Voor zo’n hond?’
‘Ik durf te wedden dat al zijn ingewanden naar buiten spoelen.’
Ik lachte geremd mee, terwijl ik vlug opstond en naar de andere kant van de lift schoot.
Mijn ogen gleden via de spiegel over Maarten, en ik merkte dat Bills zwartgeverfde haar een bijna blonde schijn had gekregen. Al kon dat ook aan de verlichting liggen.
Hij prutste aan de nagels die Bill kunstig had gelakt, en met een verwrongen trek om zijn mond krabde hij alles eraf.
Mietje dat het was, verdomme. Ik heb toch ook altijd de slechte.
Ineens keek hij me recht aan, nog steeds met de spiegel als boodschapper.
Ik weet niet hoe lang we zo elkaars blik vasthielden, maar het duurde tot we op het garageverdiep waren aangekomen en leek eindeloos. Tom keek toe, maar greep niet in.
De bekende lucht van vuilniszakken en uitlaatgassen waaide in mijn gezicht toen we uit door de deur naar de garage gingen. Ik weet niet hoe het komt, maar vanaf mijn jeugdjaren vond ik dat ondergrondse garages lekker roken.
De auto blonk in het licht van de tl-lampen, die vlug aansprongen en een heleboel bolletjes teisterden mijn ogen.
Ik stapte in, de anderen schoven achter en naast me. Toen ik het knopje van de afstandsbediening voor de poort indrukte, schoot een flits van het ‘gevecht’ van deze middag door mijn hoofd. Bill die een verdienstelijke poging deed om Tom dood te kietelen en lachte.
Dat zag ik Maarten nog niet zo snel doen. Hij keek onafgebroken naar buiten. Tom deed hetzelfde, alleen aan de andere kant en Gustav in het midden. Georg zat stil naast me.
Tijdens de rit zweeg iedereen, ik was zelfs blij dat we eindelijk aan het station gekomen waren. Maarten kon niet snel genoeg uit de auto komen.
Terwijl ik zijn rug volgde en dacht aan hoe diezelfde rug hier nog geen vijf uur geleden ook gelopen had maar van een andere eigenaar, brulde Tom iets, en ik verliet mijn gedachten terwijl ik goed mijn best aan het doen was om mijn lip in twee te bijten.
‘Hey, moet je niet iets zeggen? Ondankbaar kind!’ Maarten draaide zich stuurs volledig om en spuwde ‘Nee.’ uit. Hij gooide Tom nog een very dodelijke blik toe en liep de trein in. Ik kon door de spiegelramen niet zien of er ergens licht brandde, maar ik vermoedde dat David wachtte.
Ik schrok op van iemand die lekker lomp naast mij plofte op de passagierszetel, waar net Georg nog had gezeten. Het leek me niet meer dan logisch dat het weer Georg zou zijn, maar ik schrok mij een driedubbel hartinfarct toen ik dezelfde kastanjebruine ogen keek als van de persoon die daarnet weggelopen was.
Even dacht ik dat Bill terug was, dat Maarten had verloren, dat hij…
Het was Tom. ‘Heb jij een idee hoe we het gaan oplossen?’
‘Oplossing?’ mompelde ik.
‘Voor het concert morgen, en de soundcheck nu.’
‘Maarten kan zingen.’
'Wat een toeval.' antwoordde Tom sarcastisch.
'Toch niet. Het is nog steeds Bills stem.' Ik hapte naar adem door mijn woorden. Het klonk alsof ik Tom ervan beschuldigde dat hij zijn broer al vergeten was.
Hij vond niet dat het zo klonk, en een reeks pruttelende geluidjes maakte me duidelijk dat ik volgens het volgens hem bij het verkeerde eind had. Ik liet hem geen kans om dat te bewijzen.
'Tom, maak dat je als de bliksem uit de auto bent, en dan rijd ik misschien nog vlugger weg en zie je me nooit meer terug. Ik wil niet nog een leven-’
Tom hapte naar adem, nu zou het gaan komen, een hele preek over geen discipline en eenvoudige mensenkennis.
Zie je, daar had je het al. Ik voelde me even een drieënhalfjarige die niet kon begrijpen dat de zon niet uitdooft in de zee als ze ondergaat, toen Tom met een zwijg-luister-en-ik-duld-geen-tegenspraak-toon meer woorden produceerde in exact 1 minuut 43 seconden dan ik in deze situatie op nog geen 4 minuten.
‘Sofie. Nu moet je eens goed naar mij luisteren. Jij weet evengoed als ik (daar is de mensenkennis) dat je dat NIET zou kunnen (en daar was de geen discipline).
Als je dit nu doet, hoeveel keer zou je bewust onbewust voorbij gereden, gelopen, gefietst zijn, nieuwsgierige blikken werpend door ramen waar elke normale mens geen steek door zou zien?
Je zou je elke dag, elke minuut afgevraagd hebben hoe we het redden zonder Bill, wat we zouden verzinnen, wat jí¬j zou verzinnen als iemand een fout zou opmerken. De enige manier om Maarten in toom te houden, ben jij. We kunnen ons alleen dekken met het op het toneel verschijnen van Clara.' Nu was hij degene die me geen kans liet tegen te spreken.
'Sst, tijdens de rit naar hier heb ik zo’n beetje zitten denken en-’
‘Tom, deed het geen pijn?’, de plagende stem van Georg duikelde in mijn schedel. Hij en Gustav hadden op een afstand met elkaar staan babbelen, maar David en Maarten kwamen uit de trein en liepen in onze richting. Het was het signaal om te vertrekken, en Georg kwam Tom uit de auto porren, ware het niet dat hij deze eerst nog wat moest pesten.
‘NEE! En laat me nu met rust, ik probeer iets uit te leggen aan iemand met verstand! Sorry Gusti, ik had het op die aap naast je.
Sofie, jij moet naar het concert komen. Ik weet niet of je al van plan was om dat te doen voor Maartens opkomst, maar nu moet het. Je kan je er niet vantussen muizen.’
'Dat weet ik. Maar toch zal het niet lukken.'
Kennelijk verloor Tom zo stilletjes aan zijn zowieso al weinige geduld, ik zag dat hij het even niet leuk vond dat ik zijn briljante plan met één zin de Titanic achterna zond. Hij vond het nog ergelijker dat ik zo beslist klonk.
‘En wat is dat dan?’
Ik kon de ergernis horen. ‘Ik heb geen tickets.’
Hehe, en hier is weer die typische jou humor ^^
Dit ga je niet menen. Ik krijg geen lucht in die garages o:
die ruiken dus écht niet goed.
en ik wil eigenlijk nog veel meer quoten- maar ik wil ní²g een stukje lezen en zometeen begint benedorm bastards, en geloof me, dat is het enige progamma op de wereld dat je niét wilt missen
<3