Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Learn from A little city » *12*
Learn from A little city
*12*
Bill:
nu zitten we op het tweepersoonsbed in de kamer waar we gister ook waren. Ik weet niet goed hoe ik een gesprek moet beginnen met haar. Een kloppend gevoel heeft de overhand in mijn hoofd en maakt me bloednerveus zo ineens. Waarom? Ben ik bang dat er weer een mes tevoorschijn komt? Niet mogelijk. Ik heb vanochtend nota bene een mes in mijn handen gehad voor het ontbijt. Waarom dan die zenuwen? Ik schraap mijn keel even ongemakkelijk en tik met mijn nagels op mijn colablikje. ‘je weet niets te zeggen hè?’ zegt Ribelle plots. Een beetje beschamend knik ik. ‘is niet erg hoor. Ik weet zelf namelijk ook niet veel te zeggen.’ We glimlachen wat nerveus. ‘praat je veel als je vrienden er zijn?’ vraag ik om maar een beetje een gesprek te vormen. Ze schud haar hoofd. ‘over het algemeen niet. Ja, we maken geintjes en dollen wel wat. Maar veel praten niet. Althans, als we allemaal gezamenlijk zijn. Dan praten we eerder over andere onderwerpen. Afgezonderd vertrouwen de jongens alleen mij hun verhalen toe. Terwijl ze weten dat ik ze net zo hard op straat kan gooien als ieder ander.’ Haar ogen staan ver weg. Plots kijkt ze me weer aan. ‘Bill, geloof me, je hebt mijn jongens gezien als een stel vernielers, een plaag in een klein stadje, een stel doorgeslagen vandalisten. Maar zo zijn ze echt niet. Zo zijn wij niet.’ Ik vind het lastig. Iets in me roept telkens het beeld op van het vliegveld. Of het café van Mark nadat wij weer beneden waren gekomen en al die ravage zagen. Het is lastig om met zulke beelden in je hoofd de mensen die zoiets aangericht hebben niet als een gevaarlijke gang te zien. ‘hoe zijn jullie dan wel?’ fluister ik zowat. Abrupt draait ze haar hoofd weg. ‘gaat je niks aan.’ Zegt ze verbeten. Haar plotse stemwisseling brengt me in de war. Ze zucht diep. ‘sorry, ik ben in de war.’ Zegt ze. ‘ik ook.’ Mompel ik. Beneden klinkt een boel lawaai. ‘damn it. de jongens zijn er weer en zo te horen beuken ze te hard op de ramen. Seb zal dus wel slapen.’ Ze komt kreunend overeind en trekt haar broek een stukje omhoog. Nog net is er een stukje te zien van een blauwe string en ik voel mijn wangen een kleine blos krijgen. Ik sta ook op en loop voorzichtig achter haar aan naar beneden. Zodra we in de hal staan en Ribelle de deur opent begint ze te schreeuwen. ‘hoe vaak moet ik het nog zeggen! Neem jullie sleutels mee of klop gewoon zachtjes aan!’ er klinkt een boel geluid waaruit ik geen woord op kan maken. ‘koppen dicht!’ roept Ribelle met verheven stem en de jongens zijn gelijk stil. ‘en nu naar binnen en gedraag je een beetje oké?’ een jongen komt naar voren en begint te praten. ‘ah kom op Ribe. Seb was in slaap gevallen en we dachten dat jij er niet was. En Seb is alleen wakker te krijgen met een kernbomontploffing.’ Ribe zucht en wijst naar de gang. De jongens druipen naar binnen en lopen gelijk door naar de woonkamer. Ribelle sluit de deur en knikt met haar hoofd naar de woonkamer. ‘even voorstellen?’ zegt ze en ik wandel ietwat angstig achter haar aan.
‘hé Ribe! Nieuwe scharrel?! Zo zo, dat is wel wat anders!’ overal komen van zulke teksten vandaan. ‘niet op letten. Ze krijgen zo meteen allemaal een beuk.’ Fluistert Ribelle en ik grinnik zachtjes.
‘oké, eens zien… gasten! Dit is Bill. Bill, dit is de groep. Ik wijs je zo wel aan wie wie is.’ Ik word van een paar kanten begroet en Ribelle wijst naar een lange jongen die naast Seb neergeploft is op de bank. ‘dat daar is Josh, hij is een beetje de klungel van onze groep. Vandaar dat er hier ook amper vazen staan zonder gelijmde stukken.’ Josh is een jongen van rond de 19 schat ik. Hij ziet er door zijn lange postuur daadwerkelijk nogal slungelig uit en zijn donkerbruine haar wat helemaal door de war zit bevestigd dit. ‘de jongen die daar ondersteboven op de stoel ligt is Johney. Hij is 20 en een irritante meelbal. Hij moet altijd lol trappen en dat is niet altijd gunstig. Maar hij is wel altijd gezellig.’ De jongen ondersteboven trekt een verdrietig gezicht wat er ondersteboven uitziet als een glimlach. ‘hayaa, je veter zit los.’ Ik haal een wenkbrauw op en kijk even naar mijn laarzen. ‘welke veter?’ zeg ik en de jongen begint spontaan te lachen en dondert van de stoel af. ‘dat bedoel ik…’ zegt Ribelle. Ze besteed geen aandacht verder aan Johney en wijst naar een oudere man die in een luie stoel geploft is. ‘dat daar is Ted. Hij is de oudste van ons allemaal en heeft ons een heleboel bijgebracht op het gebied van motoren.’ Ted bromt zachtjes. ‘jongedame, niet wijzen naar een oude man, die overigens helemaal niet zo oud is voor zijn 30 jarige leeftijd, Dat is onbeleefd. Maar alleen voor deze keer is het goedgekeurd.’ Zegt hij met een vette knipoog naar mij toe. Ribelle lacht even. ‘ja ja opa, niet wijzen. Zal het onthouden.’en dus knikt ze naar een jongen die bij het raam staat met haar hoofd. ‘en dit is Mitch. De jongste van ons allemaal denk ik. Hij was zestien toen hij bij ons kwam. Inmiddels al zeventien hoor.’ Het verbaasd me een beetje om iemand hier te zien die zo jong is. De meeste gasten hier zijn rond de 20. Ik krijg een vriendelijke en verlegen glimlach en Ribelle kijkt zoekend rond. ‘waar is…’ verder komt ze niet. Een gespierde jongen duikt achter haar op. hij heeft sluik donkerbruin haar wat strak achterover gekamd is en bijeen gebonden door een touwtje. Zijn ogen zijn grijs en staan vrij agressief naar mijn mening. Ook zijn houding en gezicht bevalt me niets. Hele puntige jukbeenderen, een grove kin, lange smalle neus en wenkbrauw bogen die dicht tegen de oogleden aankomen waardoor hij er nors en sluw uitziet. Hij slaat zijn armen om Ribelle haar middel en probeert haar te kussen. Ribelle duwt hem weg en de kus beland op haar wang. ‘wat een hartelijk onthaal schoonheid. Mag ik tegenwoordig niet eens meer een kus?’ onzeker kijk ik van de jongen naar Ribelle toe. Hebben ze soms wat? Maar ik heb Ribelle helemaal niet gehoord over een vriendje? Waar hebben we het überhaupt over gehad? Alleen over de mensen in deze kamer! Ik snap er niets van.
‘nee, en die krijg je ook nooit meer. Dat weet je best.’ De jongen glimlacht scheef. ‘komt nog wel prinses, dat komt nog wel met de tijd.’ Zijn blik wend af en zijn ogen ontmoeten de mijne. Ik zie dat hij me opneemt en hij haalt minachtend zijn neus op. ‘en wat is dit geval?’ zegt hij. Zeg hallo! Ik ben geen “geval”¯. ‘dit is Bill. Bill, dit is Dwaylon.’ Korter kon het niet zowat. Het is duidelijk te merken dat Ribelle niet bepaald veel zin heeft om nu met deze jongen te praten. Dwaylon haalt zijn schouders op en kijk me dan recht aan. ‘Ribe, je zegt zelf altijd dat het gevaarlijk is zomaar mensen mee te nemen. Al helemaal vreemde mensen. Maar ik denk dat jij het het beste zult weten. En voor jou Dill, doe alsof je thuis bent. Maar niet al te veel, anders trap ik je verrot.’ Ik snuif even. ‘het is Bill en nee, ik voel me nu echt 100% thuis na zo’n verwelkoming van jou. Maar doe geen moeite, ik loop liever niet in jouw weg.’ Ik zeg het zo neutraal mogelijk en ik zie dat Dwaylon even slikt. Ja jongen, een Kaulitz de mond snoeren lukt bijna niemand. Al helemaal niet met bijdehante opmerkingen of verwijten.
Dwaylon snuift even en loopt daarna de keuken in en komt terug met wat blikjes bier die hij iedereen toewerpt. Hijzelf neemt ook ergens plaats in de inmiddels flink volle woonkamer en Ribelle gebaart me mee te lopen naar Mitch die nog steeds bij de vensterbank staat. We beginnen een praatje en al snel kom ik er achter dat Mitch een toffe gast is. Hij is niet een grote prater maar wat hij zegt is zeker interessant. Het verbaasd me dat hij met zijn intelligentie bij deze groep zit. ‘dat is een verhaal apart.’ Zegt hij daarop.
Reacties:
omgg i kwil ook dat verhaal apart horen. XD njaah je schrijft ehct fantastisch! snel verder xoxo linsoo <3<3
dat verhaal apart wil ik ook horen,
krijgen we het te horen??????
maare fijne vakantie,
snel verder,
xx
veeeeeeeeeeeeeerder ;3