Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Eyecatcher » \37./
Eyecatcher
\37./
'En?' klonk het uit drie monden toen ik binnenkwam.
'Wat en?'
'Dan niet. Georg, ik win. Alweer.' Tom mepte de controller op zijn achterhoofd en sprong op.
'Dus?' vroeg hij terwijl hij naast me neerplofte.
'Nou ja, ze dacht dat mijn dak was weggeblazen. Oh, en ze weet nu dat het licht op de gang nooit aan mag.'
'Nee toch, heeft ze echt het licht aangedaan? Je had haar ook niet kunnen waarschuwen, aap.'
'“Hallo Sofie, we zijn op weg naar mijn bed en je mag het licht op de gang niet aandoen?”¯'
'Waarom niet?'
'Komaan Tom, hou op.' Er viel een stilte.
'Ze vroeg welke kant van het bed het mijne was.' zei ik een beetje onverholen verward.
'Jezus, kanten van een bed. Zijn jullie stiekem getrouwd en bleven jullie daarom zo lang weg?' riep Georg.
'Bemoei je met je eigen zaken, man!' schreeuwde Tom, duidelijk onthutst door de gedachte. Hij kon goed acteren, ik was de enige die zag dat hij geschokt was omdat de grap van Georg bijna op de waarheid neerkwam.
'Nee, we zijn ondertussen niet getrouwd.' leidde ik Georg en Gustav af terwijl Tom Marijn onder controle hield. 'Maar daarboven was er maar één klink aan de deur. Dus moesten we wachten tot Tom ons kwam bevrijden.' Er was toch tenminste één stuk juist.
Het stemmetje van mijn schuldgevoel werd wakker. Wat doe je nu, vroeg het. Je beschaamt hun vertrouwen, je liegt.
Nee, antwoordde ik, ik verzwijg alleen maar. Maar het gevoel was er al. Ik kon het niet van me afschudden, ik kon het niet negeren. Het bleef in me knauwen. Het was lang geleden dat ik me nog schuldig had gevoeld. Van de tijd met Jill.
'Wat spelen jullie?'
'Drie keer raden.'
'Ik heb er geen idee van, maar nu spelen jullie het in ieder geval niet meer. Nu speel ik!' En ik spurtte naar Georg, rukte de controller uit zijn verbaasde handen en glimlachte heilig.
'Ik durf te wedden dat niemand me kan verslaan.' zei ik met mijn borst vooruit. Er is maar één manier om hen aan het spelen te krijgen, en dat is hen uitdagen. Of belachelijk maken. Maar ze zijn allebei zeer effectief, weet ik uit ervaring. Het werkt bij mij namelijk ook altijd.
Sofie
Wat lig ik hier te doen?
Ik was hier nu al een tijdje, maar de vraag kwam nu pas in me op. Ik was bezig geweest met de geur van Bills trui. Vreemd - vreemd als in onbekend, maar niet slecht.
Ook had ik zitten denken aan het dak van de wagon. Ik wist nog van vanmiddag dat ik had gezien dat er natuurlijk licht had binnengeschenen, en me had afgevraagd hoe dat kon. Het waren spiegelramen, en geen enkele mens zou kunnen weten of er daarbinnen wel licht wí s. En ik had gezien dat er zonlicht was.
En toen had ik gedacht aan vanmiddag. Het was al meer dan een halve dag geleden dat ik hier voor het eerst had gestaan. Afgezien van het “Hey Clara”¯ en de grote zwarte ogen had dat normaal geleken. Maar sinds dan had alles wat gebeurde elke verbeelding getart.
Het leek wel alsof ik in een slechte FanFiction zat.
Misschien zat ik wel in een slechte FanFiction. Plotseling paniekerig kneep ik in mijn arm. Nee, ik was echt. Alles was écht gebeurd.
Ik rolde me op m'n linkerzij en keek naar de spiegel, die blonk in het schijnsel van de maan. Volle maan, natuurlijk. Alsof alles nog niet bizar genoeg was.
Op de plek waar mijn benen hoorden te liggen was het deken plat. En ineens voelde ik dat mijn bovenbenen bijna tegen mijn borstkas waren geduwd en dat ik ze daar krampachtig probeerde te houden, mijn armen eromheen geklemd. Het lag niet makkelijk, maar ik wilde me niet terug openplooien.
Ik merkte aan hoe ik lag en aan hoe ik me gedroeg dat ik me niet op mijn gemak voelde. Het was makkelijk om mezelf te lezen. En dat was de eerste keer dat ik daarachter kwam.
En samen met dat ongemak waren de vragen gekomen.
Wat lig ik hier te doen, om mee te beginnen. En: Wist ik al dat ik hier ging belanden? Of: Had ik - nadat Soetkin, Kirsten en Elke waren vertrokken - er bewust voor gekozen om nog even te blijven staan omdat ik voelde dat ik hem ging tegenkomen, dat ik hem ging “redden”¯? Was ik bewust niet naar mijn auto gestapt toen alle zielen weer terug waren waar ze hoorden te zijn?
En de allesoverkoepelende vraag: Hoeveel had Clara hiermee te maken?
Sinds het gebeurde had ze niet meer van zich laten horen, de enige die af en toe nog boven water kon komen was Marijn. Ik had hem horen vloeken en schelden maar ze had niet gereageerd. Maarten ook niet.
Ik heb er alles mee te maken.
-Je bent er. Mijn stem klonk opgeluchter dan ze mocht.
Ja. Maar je vroeg iets. Maarten en ik hebben besloten om niet meer.. nou ja, wat doet het er ook toe. We kunnen toch allebei zo moeilijk onze mond houden.
-Waarom zouden jullie moeten beslissen om je mond te houden? Je hebt geen mond. grapte ik aarzelend.
Nee, we hebben geen mond. Daar heb je een punt. Ze klonk in ieder geval niet boos.
Maar we willen zwijgen omdat we jullie zelf jullie leven willen laten leiden. Het hoeft niet volledig te gaan zoals het onze is gegaan, als het einde maar min of meer hetzelfde is.
Ik wilde vragen hoe het zou eindigen, maar het klonk alsof ik te nieuwsgierig was en trouwens, ik hoefde mijn toekomst niet te weten.
-Ik wil niet dat je zwijgt, Clara. Ik weet niks over jou, over-. Over hoe je in mij bent geraakt. Hoe het komt dat jij er bent.
Ik weet niet of ik dat mag vertellen.
-Het is geen staatsgeheim, dat maak je me niet wijs. Ze lachte.
Nee, dat is het niet. Ik weet niet of ik mag van Maarten of Marijn.
-Je vraagt voor al de rest wel geen toestemming, en dan zou je dat voor dit wel doen?
Oké oké, ik geef het toe. Ik ben soms een beetje impulsief.
-Nou, dan mag je dat nu ook zijn. We kunnen daarna ook nog altijd zeggen dat het per ongeluk gebeurde.
Zaag.
-Dus?
Ik ben in jou omdat ik onverwacht ben gestorven. Ik durfde niet te vragen of ook onze dood hetzelfde zou zijn. Het was te luguber.
Oh, dus dat vind je luguber. Madame zit anders wel op de rand van een metershoog gebouw.
-To the point, Clara. En dat deed ze directer dan ik van haar verwachtte.
Ik ben gereïncarneerd omdat ik geen natuurlijke dood ben gestorven.
-Oh.
Doe niet zo droog, mens. Het deed pijn hoor! Zwijg, Clara. Dat mag ze niet weten. mompelde ze tegen zichzelf.
Ik besefte pas dat ik dood was toen ik in het donker viel. Geloof die “Het Licht Aan Het Einde Van De Tunnel”¯-theorie niet. Doodgaan is niet zo vredevol. Je ziet niks, je voelt niks, je betekent niks. En afhankelijk van hoe ongelukkig je was op het moment dat je stierf, des te vlugger kom je in Lichtloosheid. Ik weet van zielen die zes jaar en enkele maanden hebben gewacht op een plaatsing.
Sorry voor de “plaatsing”¯. Ik weet niet hoe het anders te zeggen.
-Ga door.
Lichtloosheid is een troosteloos verblijf. Het is er volslagen donker. Je ziet niks, je moet alles voelen. Je kan niet met elkaar praten, je moet alles denken.
-Dus dat is waarom...
Waarom wij in jullie hoofden praten door te denken, ja.
Er is daar niks te doen. Je kan alleen je leven vertellen. En je dood. Ze lachte schamper.
Er zijn er die hun dood zo opblazen dat ze op een dag verdwijnen. Het gerucht ging dat ze eeuwig die dood moesten herbeleven, ergens niet op de aarde. Dat ze elke keer een nieuw lichaam kregen waarmee ze de door hen zelfverzonnen pijn moesten verdragen. Zo probeerden ze de goede zielen van de slechte te scheiden. Zie het als een zeef: alle zielen - de goede en de slechte - liggen boven en onder en op en naast elkaar. Door te liegen werd het goede in de slechte zielen kleiner en kleiner, tot het zo klein was dat het door de gaten van het net viel. En een heel klein beetje slecht weegt toch meer dan heel veel goed, dus de slechte zielen zakken steeds verder naar beneden, tot ze erdoorheen zijn. Het is slechts een kwestie van seconden vooraleer alleen de goede overblijven. En dan, zoals ik al gezegd heb, wordt er gekeken naar de staat van ongelukkigheid op het moment van het overlijden. Ik ga je niet vertellen waarom ik ongelukkig was, maar ik stierf op de dag voor je geboorte.
-Waarom merk ik pas vanmiddag dat we met twee zijn? Zeventien jaar na datum?
Omdat in die zeventien jaar nog geen enkele kracht was tegen gekomen die me zo overdonderde dat ik mezelf niet meer in de hand kon houden en van mijn bestaan liet weten.
-Kracht. Wat voor kracht?
Mijn partnerziel. Haar stem klonk teder maar tegelijk ook trots.
-Laat me raden: Maarten?
Van de eerste keer juist. Toen ik hem hoorde, vanmiddag, was ik zo blij, zo overrompeld dat ik jou voor een gedeelte overnam. En om op één van je andere vragen te antwoorden: nee, je hebt er niet bewust voor gekozen om te blijven staan. Dat heb ik voor je gedaan. Ik moest hem gewoon horen, van heel dichtbij. We waren nogal verbonden, snap je?
-Dat is een understatement.
Je hoeft me niet te geloven, hoor je. Ze klonk gepikeerd.
-Clara? Waarom is Bill Maarten? Begrijp me niet verkeerd, ik vind het top, maar waarom juist hij?
Dat is één van de vragen waar we ons in die jaren van nog niet bekende aanwezigheid in ons nieuwe lichaam mee bezighouden. Waarom zitten we in dit lijf, en niet in dat van haar beste vriendin? Er is maar één antwoord, en ik denk dat Maarten net hetzelfde denkt: wij moeten jullie helpen. Wij moeten onze lichamen helpen opdat ze hun leven niet zouden vergooien. Zodat jullie niet op het einde van jullie leven zouden beseffen dat jullie opgeleefd waren, zonder daar iets van te hebben gemerkt. Het is ook een les voor ons. Door jullie in een bepaalde richting te duwen, door jullie een beetje te beïnvloeden kunnen we jullie behoeden voor fouten die we zelf ooit maakten. Reïncarneren is een beetje schuld aflossen.
Er viel een stilte, die we nodig hadden om te verwerken. Nou ja, vooral ik had die nodig.
-Waarom zei Maarten niks? Op het dak?
Wat denk je nou zelf? Laat de creativiteit 'ns in je los.
Toen ik niks durfde te denken antwoordde zij in mijn plaats.
Hij voelde zich schuldig voor wat hij veroorzaakt had. Schuldgevoelens vreten een ziel op, nog meer dan mensen.
-Wat bedoel je daar nu weer mee?
Zielen zijn puur, zijn goed, ze liegen nooit. Maar iemand ten onrechte beschuldigen is even erg als je eigen dood opblazen. Misschien wel erger. Vals beschuldigen is het lafste liegen dat er bestaat. Het is dingen zien maar niet willen begrijpen, het is de waarheid niet willen zien. Liegen dus.
-Marijn heeft gelogen.
Ja.
-Wat gaat er met hem gebeuren?
Niks.
-Niks?
Niks. Een plaatsing is definitief en onomkeerbaar. En Marijn is een spilfiguur, een onmisbaar persoon in ons en jullie leven. Wat zou jij ervan denken als Tom opeens zou verdwijnen?
-Dat gaat niet, hij mag niet. Wat zou Bill doen zonder hem?
Dat bedoel ik net. Wat zouden wij doen zonder Marijn? Of hij nu liegt of niet, Marijn is een goede ziel. Hij zal nooit wreed zijn, nooit halfhartig of egocentrisch. Hij nam Toms lichaam over om Maarten en ik ook terug te roepen, en vroeger besliste hij niets zonder ons oordeel, onze raad, onze bedenkingen. Hem leren vertrouwen is moeilijk, hem vertrouwen geeft voldoening. Marijn is goed. Beter dan ik.
-Wat nu, “beter dan ik”¯?
Sofie, Marijn is de mooiste ziel die ik ken. Mooier dan ik, mooier dan Maarten.
-Maar waarí²m dan?
Omdat hij als enige nooit gekregen heeft wat hij wilde. Hij heeft zoveel pijn meegemaakt, zoveel verdriet, zoveel onbegrip. Nu weet je niet waar ik het over heb, maar ooit, op een dag, wanneer je zal merken hoe mooi hij is, zal je terugdenken aan mijn woorden. En je zal het volmondig beamen, dat weet ik nu al.
-Wat, ben je nu ook al helderziend of wat?
Er is niks meer aan het kijken van een film als je het einde al weet, Sofie. Haar stem klonk fragiel en afwezig. De pijn die erin verscholen lag deed me huiveren.
-Clara, ik wil je nog iets vragen.
Zeg maar.
-Ga ik iemand vermoorden?
Gek! Natuurlijk niet! Wat een afschuwelijk idee! Hoe kom je daarbij?
-Je vroeg om creativiteit, en vroeg of laat zou je dat hebben moeten bekopen. Liever vroeg dan laat, moet ik toegeven.
Als ik zou kunnen, ik gaf je een draai om je oren! Ik kreeg bijna een hartaanval!
-Nee hoor. Wij kregen bijna een hartaanval.
Claras lach schaterde om de guitige ondertoon, en ik had het gevoel dat ik eindelijk weer mezelf was. Clara in mijn hoofd en Sofie in het lichaam, als één vast geheel. Het voelde lekker.
Maarten en Bill komen eraan. Doe je ogen dicht - oh, dat zijn ze al - en, probeer niet te overdrijven, wil je?
Ik zuchtte nog even overdreven luid en opvallend, en Clara mopperde over “de Jeugd van Tegenwoordig”¯ totdat de deur openging. Dan stokte haar stem, en de plotselinge stilte verraste me.
'Ik weet best dat je nog niet slaapt. Ik heb zo m'n bronnen, moet je weten.' fluisterde Bill vriendelijk in mijn oor, vlak voor ik van de schrik overeind vloog, keihard met mijn hoofd tegen het zijne botste en hem met een serieuze blauwe plek en een gekneusde neus opzadelde.
*heeft het niet negeerbare gevoel dat stukjes Eyecatcher posten hopeloos en overbodig is geworden*
Reacties:
Nee toch, heeft ze echt het licht aangedaan? Je had haar ook niet kunnen waarschuwen, aap.'
'“Hallo Sofie, we zijn op weg naar mijn bed en je mag het licht op de gang niet aandoen?”¯'
'Waarom niet?'
'Komaan Tom, hou op.' Er viel een stilte.
Dit is zo een conversatie dat ik met mijn beste vriendin zou hebben ^^"
behalve die stilte dan.
Omdat hij als enige nooit gekregen heeft wat hij wilde. Hij heeft zoveel pijn meegemaakt, zoveel verdriet, zoveel onbegrip. Nu weet je niet waar ik het over heb, maar ooit, op een dag, wanneer je zal merken hoe mooi hij is, zal je terugdenken aan mijn woorden.
Dit is mooi <3
en heel dat stuk van die zielen ook.
En ik vind het leuk- het is alsof iedereen nu vrede met elkaar heeft gevonden.
en zo'n tweede persoon is handig.
als je raad wilt- je verveelt.. kun je gewoon even in je hoofd een gesprek voeren.
'Ik weet best dat je nog niet slaapt. Ik heb zo m'n bronnen, moet je weten.' fluisterde Bill vriendelijk in mijn oor
En dit is nu weer leuk <3 We hebben in het verhaal altijd nogal de negatieve kant van de zielen gezien- en nu komt de positieve kant. Clara die Sophie verhelderende uitleg geeft -en mij trouwens ook, ik snap het nu helemaal- en dat van die bronnen is gewoon geweldig.
En mijn hele uitleg ga ik zo meten geven
Ik geloof dat ik een tijdje je verhaal vergeten ben.
sorry daarvoor, maar nu heb ik alles weer gelezen. En je moet weten, het is helemaal niet overbodig om stukjes te posten.
xx
Aaah!
Sorrysorrysorry voor de late reactie, ik ben ook zo'n muts T.T
Maar het is niet hopeloos en overbodig om Eyecatcher te posten, echt niet! Veel meer mensen zouden dit verhaal moeten lezen, want het is geniaal. <3
Ik moet eigenlijk Latijn doen, maar jou een goede reactie geven is even veel belangrijker.
Want echt, je mag mag mag níet het idee hebben dat Eyecatcher slecht is of hopeloos of overbodig want dat is het niet, snappie-vous? ö
Ik houd er van, ik houd er echt van. En ik ben stiekem ook wel een beetje blij met de uitleg van Clara, want ik begon me al af te vragen hoe dat nou werkte met de zielen en stemmen en alles. ^^"
Nja. =D
Het is geniaal, Sofie, en dat lieg ik niet. Dat meen ik, met heel mijn hart. <3
Oh - My - God -
Dit is echt een van de allermooiste stukken die je oooooooooooooooooooit geschreven hebt!
hoe gij de dood beschrijft, da's keimooi!
Hoe komt gij daarop?!
En het is ook wel grappig, dit stukje is echt keiprefect jong (:
't Is grappig, serieus, keigoed geschreven, superorigineel
& maf... ik ben er nog helemaal van ondersteboven (en dan vooral over hoe gij op da stukvan die zielen komt!)
't Is echtechtecht meer goed!