Hoofdcategorieën
Home » Overige » Dertien klavertjes vier » Eén klavertje, duizend zandkorreltjes
Dertien klavertjes vier
Eén klavertje, duizend zandkorreltjes
IJs. Wind. Storm. Zelfs het weer lijkt van me te houden vannacht. Mijn blik glijdt over de kale rotsen, de wind wappert mijn haar alle kanten op. Een meeuw scheert door de laaghangende mist, zijn zeewierkleurige snavel recht voor zich uit, zijn vleugels als het zachte strandzand dat een paar honderd meter verderop zou kunnen liggen. Alleen, onverschillig, trots. Met als enige vriend de zee, de zoute lucht, de vrijheid, het schuim op de wilde golven. We lijken op elkaar, hij en ik. Alleen heb ik geen vleugels. Ik zit vast, vast aan de grond, vast aan het leven. Maar niet voor lang meer, meeuwtje. Niet voor lang meer. Straks, straks vlieg ik ook. Zo meteen. Dat beloof ik.
Ik zak op mijn knieën, laat de scherpe rotspunten mijn benen openhalen. Het geeft niet. Ik voel het niet eens meer. Mijn hand glijdt over het bruine steen, zand plakt zich vast aan mijn vingers. Zand. Ik heb het altijd al geweldig gevonden. Hele kleine steentjes, geschuurd, gemaakt, door anderen. Vervormd door hun eigen soortgenoten, afgebrokkeld, onzichtbaar weggestopt tussen gelijken. En ieder korreltje is net iets anders, anders gekleurd, anders gevormd, anders ontstaan. Het zijn net mensen. En je kunt er figuurtjes mee maken. Dat deed het hem vooral - de figuurtjes. Een glimlachje krult zich om mijn lippen als ik mezelf voor me zie, vijftien jaar terug, op het strand, een plastic schepje in mijn kleine handje geklemd. Ik was eigenlijk altijd op het strand. Het was mijn thuis. Het was waar ik me veilig voelde, als het nergens anders meer kon, waar ik kon zeggen wat ik wilde - juist omdat niemand me hoorde. Geen mens tenminste. De zee hoorde me. Ze hoorde me, en ze fluisterde terug. Ze ving me op als ik viel, bleef altijd precies waar ze was. Ze schreeuwde niet tegen me als ik iets stoms deed, ze haatte me niet om wie ik was, ze deed simpelweg niets meer dan bestaan. En dat was genoeg voor mij. Precies genoeg.
Ik ben hier al veel te lang, ja, ik weet het. Het is net zoals wakker worden. Je weet wel dat nog langer in bed blijven liggen nutteloos is, dat je maar veel beter kunt opstaan - en dat wil je ook wel, maar toch zou je wensen dat je nog even kon blijven liggen. Ja. Zo is het precies. En toch staan we iedere dag weer op, klaar voor een nieuwe dag, klaar voor weer precies hetzelfde. Misschien is dat het verschil wel - als je opstaat weet je wat er komt. Niet helemaal, maar toch wel een beetje. Je weet hoe het voelt om te ademen, te lopen, te voelen, naar je werk te gaan, te eten, thuis te komen - je weet het allemaal. Maar ik - ik weet niets. Ik weet niet hoe het is, daar. Ik weet het niet. En ik zou mezelf niet zijn als ik het niet heel graag zou willen weten. Dus ga ik maar gewoon. Ik ga, en ik zie wel. Ja. Dat doe ik. En het is vreemd om te zeggen - zelfs om te denken is het raar - maar ik heb er best zin in. Ik heb er zin in. Ik zucht, kijk nog eens om me heen. In de verte kan ik net het weggetje naar het strand zien waar ik zo vaak overheen heb gefietst, vlakbij me heeft een bosje onkruid zich dapper in de rotsen geplant. Zo’n vijf meter van me vandaan houdt de grond op, maakt plaats voor de zee, die rond deze tijd niet hoger komt dan een kleine vijftien meter onder me. De zon is verdwenen achter een hele lading donkergrijze wolken die lijken te schreeuwen dat ik snel binnen moet gaan zitten met een trui aan en een kop warme thee. Maar ik ga niet. Ik hou niet van binnen. Ik hou niet van warmte. Ik hou niet van thee. Ik hou van het strand, de zee, de golven, de wind. En daar ben ik nu. En zo hoort het. Zo moet het zijn. Ik laat me op mijn rug zakken, staar naar de wolken. Ze zijn mooi - veel mooier dan als ze gewoon wit zijn. Ze zeggen zoveel meer. Zonder er echt over na te denken leg ik mijn armen onder mijn hoofd. Iets kriebelt aan mijn armen, maar het is geen zand, en geen rots. Het is onkruid. Ik lig in het onkruid. Ik trek een paar plantjes uit de grond, open mijn hand vlak boven mijn hoofd, laat de wind ze meenemen, zoals hij mij zo ook zal meenemen. Het zijn klavertjes. Ik breng mijn hand alweer naar de grond om er meer te plukken, maar dan bedenk ik me. Stilletjes draai ik me om, keer mijn rug naar de lucht. En ik zie hem meteen. Alsof het allemaal zo gepland is, alsof dat ene plantje hier speciaal voor mij groeit, alsof het niet anders kon zijn. Voorzichtig sluit ik mijn vingers om het steeltje, trek het tussen de anderen vandaan. Ik laat mijn vingertoppen over de zachte, groene blaadjes glijden. Het zijn er vier. Haast automatisch sta ik op, loop voor de laatste keer over de ruwe, puntige rotsen. Mijn voeten lijden me vanzelf naar de zee, zoals ze altijd al gedaan hebben. Met een vreemd gevoel onder in mijn buik steek ik het klavertje in een van de knoopsgaten van mijn oude grijze trui, en gewoon omdat ik vind dat het moet schop ik mijn schoenen uit. Nog één keer laat ik mijn blik over het land glijden, nog een keer kijk ik naar alles wat ik haat, breng ik mijn hand naar mijn hoofd en knik, als een soort afscheid. Een afscheid waar ik al lang op gewacht heb. En nu - nu is het zover. Eindelijk. Ik spreid mijn armen, leun naar voren. En ik ben niet bang, niet bang dat ik val, niet bang voor de diepte onder me. Ik leun gewoon, ik leun tot mijn voeten de rotsen loslaten. En dat is nu. Ik besef het eigenlijk maar half, en tegelijkertijd voel ik het, tot diep in mijn hart. Ik vlieg. Ik vlieg, eindelijk. Ik vlieg, zoals ik de meeuwen zo vaak heb zien doen. De wind door mijn haar, de zeelucht om me heen, alles precies zoals ik zou wensen, niets dat me verbied te doen wat ik al zo lang heb willen doen. Ik vlieg. Ik vlieg, eindelijk.
Reacties:
Mooi echt mooi jij schrijft altijd mooi?
niet gezond meer
eigenlijk wel
>_<
maar het is geweldig
en togh zo kol style
*Stilte*
Eigenlijk ben ik heel blij dat je bent komen zeggen dat er een nieuw deeltje was..ik was zelfs aant wachten op een volgende SA:p
Maar dus... ik vind dit echt weer een heel erg mooi verhaal! Ergens is het best wel een triest verhaal, maar ik voel me helemaal niet zo wanneer ik het lees... je hebt het net heel erg mooi gemaakt ...
wow...ik weet niet wat nog te zeggen, gewoon echt proficiat !
'k kijk al uit naar de volgende (:
_Xx
Wauw.
Ik maak een diepe buiging en neem mijn hoed voor je af.
Het is mooi. Dat is het echt. Dat is het heel erg echt!
Nicole, stop twijfelen. Je bent een geweldige schrijfster. <3
Dit is echt zo mooi <3
En het einde is zo perfect
Het had niet beter gekund!
Dit is een nuteloze reactie, dus ik stop maar.Heel snel verder <3
Xxx,