Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Delirium (4-shot) » 4 (b)
Delirium (4-shot)
4 (b)
‘Zo, ben je terug?’
Ik frons en zie die dokter recht voor mijn bed staan met mijn dossier in zijn handen. De verpleegster ernaast lacht me vriendelijk toe.
‘Het is normaal dat je nog slaperig bent Gustav, maak je daar maar geen zorgen over. Jij moet je nu focussen op herstellen. Zoals je misschien al hebt vernomen heb ik een spoedoperatie moeten uitvoeren. Weet je nog wat er precies gebeurt is?’
Een beetje beduusd schud ik mijn hoofd en kijk naar mama.
‘Goed. Dat komt waarschijnlijk wel terug naar boven. Maar, de politie heeft me verteld dat je moest uitwijken voor een andere wagen. Zo is je wagen vast komen te zitten met de motorkap onder de vangrail. Je verwonding zijn niet ernstig naast het feit dat je je been op twee plaatsen hebt gebroken. Dat is opgelost met een simpel gipsverband omdat het slechts barsten waren. Je blaas daarentegen was er wat erger aan toe. Dat kan zijn omdat je in volle vaart tegen je stuur bent gevlogen. Maar, geen nood, je blaas is dankzij de operatie volledig herstelt.’
Mama knijpt in mijn hand.
‘En die andere bestuurder?’ breng ik er met een bibberende stem uit. Bibberend omdat ik tijdens zijn verhaal het hele gebeuren voor mijn neus zag, met mijn ogen gesloten.
‘Ze was in orde. Wel wat in shock omdat ze bezorgt was om u.’
Ik knik en mama staat recht om hem te bedanken en zijn hand te schudden.
‘Zo.’ Zegt ze, en gaat terug zitten in de stoel dichtst bij mijn bed. ‘Dat was me wat.’ En ze wrijft haar vingers tegen elkaar. Waarom is iedereen hier zo zenuwachtig.
‘Mam?’ ze kijkt op ‘Scheelt er wat?’
‘Natuurlijk niet jongen,’ ze knijpt iets te hard in mijn hand. ‘Slaap nog maar een beetje.’ En ze legt haar hand op mijn nog altijd gloeiende voorhoofd. Vast ook een bijwerking van de verdoving.
‘Dus jij denkt ook dat ze gewoon niet bestaat?’
Mijn ogen zijn dicht, ik slaap niet meer en dat wil dus zeggen dat mijn oren ook weer actief genoeg zijn om te horen hoe Fran en mama aan het fluisteren zijn.
‘Volgens mij niet mam. Je hoorde wat de dokter. Het is vast gewoon een fase, hij is haar misschien al vergeten.’
‘En wat als hij dat niet doet?’
‘Dan gebeurt het wel mam. Hij zal zelf wel merken dat het gewoon zijn verbeelding was. Wie weet was het een meisje dat hij ooit ergens is tegengekomen en heeft hij daarom haar gezicht gebruikt in zijn droom.’
‘Het was geen droom Fran!’ ze schrikken op. Dat was misschien iets luider dan bedoelt. ‘Hou erover op als je me toch niet geloofd.’
‘Gustav jongen…’
‘Nee mama. Laat maar.’
Ze staat op en verlaat de kamer terwijl ze stiekem probeert een traan weg te vegen uit haar ooghoek. Ik wed 50 euro dat ze de dokter gaat halen om me te kalmeren en uit te leggen dat het inderdaad gewoon de verdoving was die mijn hersenen hebben geactiveerd.
‘Gustav, komaan. Mama kan hier ook niet aan doen…’
‘Dat zeg ik niet. Ik zeg gewoon dat ik het niet gedroomd heb.’
‘Goed. Bewijs het dan.’
Stilte vult de kamer. Wat wel een beetje ironisch is, geef toe.
‘Dacht ik al.’ En koppig kruist ze haar armen voor haar borstkas.
‘Fran, ik heb het niet gedroomd oké. Het kan gewoon niet.’ Ik krijg bijna kippenvel van mijn eigen stem.
‘Vertel me dan eens over haar.’
Ik lach kort, maar stop zodra ik terug een pijnscheut krijg in mijn rug. ‘Waar moet ik in godsnaam beginnen?’
‘Waar je maar wil. Zolang je er niet te moe van wordt.’
‘We hebben elkaar leren kennen in het park, terwijl ik aan het joggen was.’ Oké, ja, dat is gelogen. Maar ik kan haar moeilijk de waarheid vertellen als ik hem zelf niet volledig weet. ‘Onhandig zoals ik ben liep ik tegen haar aan en zijn we op de grond beland.’
‘En laat me raden, mijn onhandige broertje heeft zich daar onsterfelijk belachelijk gemaakt.’
Mijn grijns zegt alles. Alles maar tegelijk zo weinig, denk ik. ‘Inderdaad. Ze was echt prachtig Fran, iets wat je zelden ziet. Snap je?’ ze knikt. ‘Ook al had ik ervoor gezorgd dat er aarde en bladeren in haar haren hingen.’ Voeg ik eraan toen terwijl ik in mijn nek probeer te wrijven. ‘De volgende keer dat ik haar zag was in de winkel. En mama -‘ Ik val abrupt stil in het midden van mijn zin. Mama. Mama was daar. Ze was daar en ze heeft haar gezien.
‘Wat Gustav?’ Haar hand raakt mijn wang. ‘Jezus wat heb je warm. Gaat het wel goed met je?’
‘Mama.’ Komt er afwezig uit mijn mond. Ze komt terug binnen, inderdaad, samen met de dokter.
‘Goed Gustav. Je moeder heeft me gevraagd om even wat op te klaren. Kan je me zeggen of je iets hebt dat kan aantonen dat Amber werkelijk bestaat?’
‘Mam? Weet je nog die keer dat ik meeging naar de winkel? Je zag haar, je maakte grapjes over haar. Je weet het!’
‘Jongen, het is 4 jaar geleden dat je meeging naar de winkel.’ Zegt ze bezorgd.
‘Gustav?’ Vraagt de dokter nogmaals om me erop te wijzen dat ik iets tastbaars over Amber moet zien te vinden. In volle wanhoop en onwetendheid begin ik plots te huilen. Gewoon te huilen, zomaar, ineens. Mama laat zich ontzet in de stoel zakken en Fran probeert me te troosten. Mijn hoofd blijft onophoudelijk nee schudden en dat terwijl ik zit te huilen zoals alleen een klein, ziek kind dat kan. ‘We waren getrouwd Fran. Getrouwd.’ Fluister ik in haar oor.
‘Het is oké Gustav. Het is oké.’
Uiteindelijk ben ik toch gekalmeerd. Ik moet zeggen, mijn dokter heeft veel geduld. ‘Goed.’ Komt er zwaar uit zijn mond die omlijnd wordt door een grijnzende baard. ‘Je moet je nergens zorgen over maken Gustav. Het is eigenlijk best normaal dat er zaken zijn die je gezien hebt, maar dat die eigenlijk niet echt bestonden. Je hebt iets gehad wat in medische termen een delirium wordt genoemd. Het betekend in mensentaal dat je hersenen tijdens de verdoving een stoornis hadden en daardoor een soort van hallucinatie hebben ontwikkeld. Het kan perfect zijn dat je haar volledig hebt verzonnen, maar het kan zijn dat je haar eerder ergens hebt gezien en dat ze onbewust is blijven hangen in je hersenen. Als je niet meer kan volgen, of het wordt even teveel, geef je maar een gil.’
Ik knik gewoon als antwoord. Het moet even doordringen dat ze niet bestaat denk ik.
‘Oké. Ik weet niet of je moeder al de tijd heeft gehad om je te vertellen dat we je na het ongeval een paar dagen in een kunstmatige coma hebben gehouden. Dat klinkt ernstiger dan het is. Want het wil eigenlijk zeggen dat we je lichaam de kans hebben gegeven om een beetje rustiger te worden. Dat is waarschijnlijk de periode dat je het delirium hebt gehad. Een soort van kruiswoordraadsel om je hersenen fris te houden.’
‘Dus het zat echt gewoon in mijn hoofd?’ Mijn stem klinkt onzuiver en onvast.
‘Ik vrees van wel.’
Ik knik alweer. ‘Mag ik wat alleen zijn?’ Vraag ik meer aan Fran dan aan iemand anders. ‘Ik geloof dat ik nog wat wil slapen.’
‘Natuurlijk.’
Een aai over mijn wang en een kus op mijn voorhoofd van mama. Als ze buiten zijn beginnen de tranen terug over mijn wangen te lopen. Hoe harder ik begin te huilen, hoe harder mijn lichaam schokt en hoe minder adem ik begin te krijgen. De pijnscheuten zitten in mijn ruggengraat, mijn borstkas en in mijn hoofd. Maar dat betekent niets in tegenstelling tot wat ik voel in mijn hart. Het hele leven dat ik heb gezien bij haar is niets. Het betekent niets. Hoe kan ik zoiets nu verzinnen? En welke onnozelaar vindt nu een delirium uit?
Het gepiep dat me bereikt is op de maat van een voelbare hartslag in mijn borstkas. Heb mezelf echt inslaap gehuild? Ongelooflijk, daar ben je dan 21 jaar voor. Mijn nek doet pijn en ik probeer me zo goed als mogelijk op mijn zij te draaien zodat ik mijn hoofd wat beter kan plaatsen op het verassend zachte kussen. Ik open traag en met duidelijke moeite mijn ogen. In de stoel waar eerder Fran zat zit nu iemand anders met haar gsm te spelen. De hartmonitor slaat op hol als ik eindelijk merk dat ze rode krullen heeft. Ze zitten in een warrige, scheve staart. En op de rug van de stoel hangt haar bruine sjaal. Geschrokken veert ze recht als het onregelmatige gepiep blijft aanhouden.
‘Heb ik je doen schrikken?’ Vraagt ze voorzichtig als ik haar aanstaar. Mijn hart begint weer normaal te kloppen. Opgelucht kijk ze naar de monitor en terug naar mijn gezicht. Ze ziet er moe uit.
‘Oh, hey. Sorry.’
‘Sorry?’
‘Van het ongeluk. Ik was de bestuurster van de andere wagen. Het was zo dom. Er liep een kat over de weg en ik week uit maar merkte jouw wagen te laat op. Je bent toch oké?’ Ze ratelt aan één stuk door en begint te blozen als ik haar nog steeds zit aan te kijken. ‘Dat gebeurt altijd als ik zenuwachtig ben.’
Ik grijns. ‘Maakt niet uit. En ja, ik ben oké.’
‘Geweldig.’ Zucht ze opgelucht. ‘Ik bedoel, het gebeurt niet elke dag dat ik iemand die beroemd is van de weg rijd.’ Haar mond blijft een beetje open hangen en ze kijkt me verontschuldigend aan. ‘Dat klonk beter in mijn hoofd, geloof ik.’
Ik lach zachtjes en voel de pijn door me heen trekken.
‘Heb je pijn?’
Snel schud ik mijn hoofd en zeg dat het niets ernstig is.
‘Ik kan wel iemand halen voor je.’
‘Niet nodig. Misschien beter als je weg bent, dan denk je tenminste niet dat ik een mietje ben.’, ik haal mijn schouder op en kijk haar bloedserieus aan.
Ze lacht zachtjes en bijt op haar lip. Net zoals ik het me herinner. ‘Goed.’ Brengt ze me terug uit mijn gedacht. ‘Ik kan beter gaan. Je kunt je slaap wel gebruiken en je ziet er een beetje moe uit.’
‘Jij ook.’
‘Ik wou zeker zijn dat ik je niet vermoord had.’ Lacht ze. Ze trekt haar tas van de grond en gooit haar jas over haar onderarm. Haar sjaal draait ze rond haar nek, maar laat hem tegelijk los over haar schouders hangen. ‘Maar, ik ben wel blij dat alles oké is.’
‘Bedankt. Ik bedoel, niet dat je me van de weg hebt gereden, maar dat je…’ begin ik te ratelen. Ze lacht. ‘Ja, dat je op bezoek bent gekomen.’
‘Graag gedaan.’
Nee nee nee nee. Ze gaat richting de deur en dreigt weer te verdwijnen uit mijn leven. ‘Wacht.’ Komt er uit voor ik het weet. In een wanhopige poging om me recht te duwen laat ik me met vreselijke pijn weer terug op mijn kussen zakken. ‘Ik - uhm, ik weet je naam niet. En ik bedoel, als je het wilt goed maken en je hebt het geduld om te wachten tot ze me hier laten gaan kunnen we bijvoorbeeld, nou ja, iets gaan drinken.’ Wat ben ik toch geweldig goed als het neerkomt op het verpesten van iets wat heel beschaafd en gentlemen-like zou kunnen gebeurt zijn.
Ze lacht, bloost maar herstelt zich meteen. ‘Amber. En, graag.’
‘Goed.’ Zucht ik opgelucht. Ik sta echt op het punt die hartmonitor op de grond te smijten nu die duidelijk aangeeft hoe zenuwachtig ik wel niet ben.
‘Goed.’ Zegt ze met een glimlach.
‘Ik zie je.’ Komt er nog net uit terwijl ze zich omdraait. Ze zwaait lichtjes in mijn richting en gaat de kamer uit. Zelfvoldaan laat ik me terug in mijn kussen zakken.
Delirium, my ass.
Reacties:
Die laatste zin is grappig. x'D
En omg. Ik. Moet eigenlijk Latijn doen. Maar ik wil ook reageren.
En.
Dit is geweldig, wist je dat?
Zo cool dat ze toch bestaat, ook al was het ook weer een delirium, en oh, jezus, ik vind het gewoon geweldig. <3
[Sorry voor deze stomme reactie, maar meer komt er niet uit op het moment. --']
Omg dit is echt een geweldig verhaal
En het beste:: AMBER BESTAAT.
Alleen minder dat ze daarvoor Gustav moest aanrijden?!
Ik denk dat het eerder toekomstkijken is dan delerium!!
Ik vind het echt een mooi verhaal. Kzat er goed in, heb alles volgens mij in een kwartiertje uitgelezen endat is voor mijn doen snel
Mocht je nog eens zo'n mooi verhaal hebben, tell me
Wat ben ik toch geweldig goed als het neerkomt op het verpesten van iets wat heel beschaafd en gentlemen-like zou kunnen gebeurt zijn.
Echt een super, super, super, super, suuuuuper leuk verhaal! Enenen echt superknap dat de lezers in het laatste stuk pas weten waar het eigenlijk nou helemaal over gaat. Enenen, koel einde ;P
Enen, Amber bestaat, Amber bestaat!
Btw
‘Geweldig.’ Zucht ze opgelucht. ‘Ik bedoel, het gebeurt niet elke dag dat ik iemand die beroemd is van de weg rijd.’ Haar mond blijft een beetje open handen en ze kijkt me verontschuldigend aan. ‘Dat klonk beter in mijn hoofd, geloof ik.’
Haha, Amber is koeeeel x'D
HA!
AMBER BESTAAT!
Hehehehehehe XD
Ik vind het supertof! :'
Ze bestaaaahaat *doet rondedansje*
En nu ga ik eten^^
<3
ik begon echt te lachen bij die zin,
eigenlijk bij heel het laatste stuk,
dit was echt een supergoed verhaal,
xx