Hoofdcategorieën
Home » Naruto » BANG~relation » ~Talking to Kazuki~
BANG~relation
~Talking to Kazuki~
Ik went mijn blik van Sasori de Deidara af. Het is te pijnlijk om er naar te kijken.
“Kom, dan neem ik je mee naar je kamer”ť zegt Kana.
Ik heb te veel pijn in mijn lichaam en ziel om te kunnen reageren. Kana pakt mijn niet gekneusde hand vast en trekt me omhoog. Hij begeleidt mij naar mijn kamer en gaat dan weg.
Wat een rot streek. Kana wist dat ik Deidara leuk vind, en heeft mij dit expres laten zien. Misschien hoopt hij dat zijn kansen dan grote zijn.
Voorzichtig ga ik op de grond liggen. Met mijn goed hand pak ik mijn deken en wikkel ik me helemaal in. Ik leg mijn hoofd op mijn kussen. Ik probeer te slapen maar het lukt niet, maar het is zo dat ik niet kan slapen door wat er is gebeurd. Ik heb gewoon vreselijke honger. Aan de ene kant wil ik er zo snel mogelijk vanaf, aan de andere kant is honger hebben zo iets vertrouwdst dat het geen kwaad kan om gewoon nog even zo te liggen.
Plotseling staat het jongentje weer bij de deur.
“Kana is hier niet”ť zeg ik.
Het jongetje knikt.
“Weet ik”ť zegt hij.
We kijken elkaar aan.
“Wat is er dan?”ť vraag ik.
Het jongetje veert een beetje op, alsof ik hem op iets betrapt heb.
“Nee, niets. Ik ga weer”ť zegt hij.
“Nee er is iets”ť zeg ik.
Ik jongentje twijfelt een beetje maar geeft dan toch antwoord.
“Ik wilde je graag zien”ť zegt hij.
“Uhm… oké…”ť zeg ik.
“Is dat alles?”ť vraag ik. S
Het jongetje schud zijn hoofdje.
“Nee, ik wilde je ook nog iets vragen”ť zegt hij blij.
“Zo. Jij durft”ť zeg ik.
Het jongentje schiet in de lacht maar stopt er abrupt mee. Hij kijk mij verbaast aan.
“Wat was dat?”ť vraagt hij.
“Wat dat?”ť vraag ik.
“Wat ik net deed, toen jij dat zei”ť zegt hij.
Ik kijk het jongetje raar aan.
“Je lachte”ť zeg ik.
“Wat is dat?”ť vraagt hij jongetje.
Ik ben even met stomheid geslagen.
“Uhm… nou… dat doe je als je iets grappig vind”ť zeg ik.
“Wat betekend grappig?”ť vraag het jongentje.
“Dat betekend dat je iets leuk vind, om te lachen”ť zeg ik.
Het jongetje kijkt mij niet begrijpend aan.
“Dus het betekend dat als je lacht je iets grappig, dus om te lachen vind?”ť vraag hij.
Ik schud wat verward mij hoofd.
“Zo iets ja. Het is moeilijk om zo iets uit te leggen. Ik bedoel maar, iedereen weet er wel de betekenis van”ť zeg ik.
“O…”ť zegt het jongetje.
“Niet dat je dom bent of zo iets hoor!”ť zeg ik.
“Maar dat is niet wat je mij in de eerste plaats wilde vragen toch?”ť zeg ik.
“Uhm, ja…”ť zeg hij verlegen.
“Nou, wat is het?”ť vraag ik.
“Nou… papa had het altijd over mama. Dat het een geweldig vrouw zou zijn voor hem, en een geweldige moeder voor ons. Dat ze helemaal verliefd op papa zou zijn, maar… wat is verliefd?”ť vraag hij.
“Verliefdheid bedoel je?”ť vraag ik.
“Nee, papa zijn verliefd”ť zegt het jongentje.
Ik laat het taalgebruik even terzijde en begin uit te leggen.
“Als je verliefd op iemand bent voel je je heel erg aangetrokken tot die persoon”ť zeg ik.
“O… dus jij voelt je heel erg aangetrokken op papa?”ť vraag het jongentje.
Ik verslik me in mijn eigen speeksel. Het jongetje kijkt mij geschokt aan.
“Op die bitch? Nooit!”ť zeg ik als ik uitgehoest ben.
“Maar… papa zei-”ť zegt het jongetje.
“Luister niet naar je vader. Hij is een pe- stomme vent”ť verbeter ik me.
“O…”ť zegt het jongetje weer.
“Op wie ben je dan wel verliefd?”ť vraagt het jongetje.
De pijn die ik even was vergeten door ons gesprek steekt door mijn hart.
“Niemand”ť zeg ik.
“O…”ť
Er valt een stilte. Als dat alles was dat hij wilde weten kan hij nu beter weg gaan. Dan kan ik zonder gestoord te worden al mijn verdriet in mijn kussen uithuilen. Maar het jongetje gaat niet wel. Ik besluit het gesprek dan maar gaande te houden.
“Hoe heet je eigenlijk?”ť vraag ik.
Weer veert en jongetje op.
“Ik?”ť vraagt hij.
“Nee, ik had het tegen die deur daar”ť zeg ik.
Hij lacht even schattig maar houd dan op met lachen.
“Ik heb geen naam”ť zegt hij.
“Echt niet?”ť vraag ik.
Het jongentje schud van nee.
“Wat voor vader ben je dan? Als je je kind geen naam geeft”ť zeg ik.
“De rest heeft ook geen naam”ť zegt hij.
“Ik bedoelde als je je kinderen geen naam geeft”ť zeg ik.
Het jongentje staart droevig voor zich uit.
“Ik kan je wel een naam geven”ť zeg ik dan.
Het jongentje begint te stralen.
“Echt waar?”ť vraagt hij blij.
Ik knik ja.
“Zo moeilijk is het niet, ik moet er alleen een vinden die bij je past”ť zeg ik.
Ik laat allemaal jongensnamen door mijn hoofd gaan maar geen vind ik echt bij dit jongentje passen. Plotseling schiet mij er een naam te binnen.
“Ik heb er een voor je”ť zeg ik.
“Echt waar?”ť vraag het jongentje weer.
“Kazuki…”ť zeg ik.
“Het betekend vrede”ť zeg ik.
“Dank je mama!”ť zegt Kazuki.
“Ho ho!”ť zeg ik.
De jongen kijk mij geschrokken aan.
“Voor de duidelijkheid, ik ben niet je moeder”ť zeg ik.
Tenminste, nog niet, bedenk ik me.
“Ik ben je wat oudere vriendin”ť zeg ik.
“O…”ť zegt Kazuki stralend.
Ik weet niet waarom, maar dit gesprek heeft me opgepept. Er is meer in het leven dan Deidara. Ik wil helemaal nog niet dood, en zeker niet om de vrouw van die viezerik te worden. Er is nog zo veel moois in het leven. Ik ga voor mijn leven knokken. Ik ga een plan verzinnen om hier weg te komen.
Plotseling maakt mijn maag een knorrend geluid dan door de hele kamer te horen is. Kazuki schiet in de lag.
“O, sorry voor dat”ť zeg ik.
“Wat was het?”ť vraagt Kazuki.
“Dit hier”ť zeg ik terwijl ik in mijn buik prik.
Kazuki houd zijn hoofd een beetje schuin.
“Wat doet het?”ť vraagt hij.
“Wat het doet?”ť vraag ik.
Kazuki knikt ja.
“Nou… uhm… zo veel”ť zeg ik.
Kazuki kijkt me raar aan.
“Sorry, het is te veel om uit te leggen”ť zeg ik.
Plotseling gaat de deur open. Kana stapt binnen en kijk Kazuki vernietigend aan.
“Wat doe jij hier?”ť vraagt hij.
“Papa”ť zegt Kazuki geschokt.
“Ik… ik wilde…”ť stottert hij.
“Ik riep hem”ť zeg ik.
Kana en Kazuki kijken mij beiden verbaast aan.
Snel went Kana zich weer tot Kazuki.
“Is dat waar?!”ť vraagt hij.
“Uhm…”ť zegt Kazuki.
Ik knik driftig ja. Als Kana mij weer aankijkt doe ik alsof ik de muren bestudeer. Hij kijkt weer naar Kazuki.
“Nou?!”ť vraagt hij.
“Ja…”ť zegt Kazuki niet erg krachtig.
“Ik had gezelschap nodig”ť zeg ik snel.
Kana kijk mij met samengeknepen ogen aan.
“En vraag niet waarom ik jou niet had geroepen, ik hoef die rotkop van jou nooit meer te zien”ť zeg ik.
Ik zie dat Kana zijn best doet mij niet aan te vallen.
“Dit”ť zegt hij terwijl hij van mijn naar Kazuki wijst.
“Is de eerste en laatste waarschuwing”ť maakt hij zijn zin af.
Kazuki knikt uitvoerig ja terwijl ik mijn wenkbrauw optrek.
“En wegwezen nu”ť zegt hij tegen Kazuki.
Kazuki weet niet hoe snel hij weg moet komen.
Kana went zich naar mij.
“Ik wil niet dat je met de kinderen praat”ť zegt hij.
“Maar het zijn toch ook mijn kinderen, bitch van me?”ť
Reacties:
Lol, Kana got his ass pwn'd Total ownage, lol
Wel spannend! Aww, Kazuki is best wel kawaii x'3 <33 XD (Ik hou van de <33 )
Snel verder?
Lol, Epic. Ik snapte alleen een klein stukje niet lol, toen je Kazuki uitlegde wat Lachen is
Verder is het perfect Begint wel spannend te worden XD
die laatse zin is goed, alleen zo geef je wel toe dat je zijn vrouw wilt worden.
ik ga ook snel verder met mijn verhaal, ik bel jou morgen nog wel een keertje.
ga je snel weer verder?
daidai
p.s. "ga je snel verder" is zo'n beetje het standaard zinnetje dat in elk berichtje staat.
hahahaha,
dat laatste, geniaal x)
Kazuki is een mooooooooie naam <33