Hoofdcategorien
Home » Overige » Columns, sprookjes, kortverhalen.. » Sprookje: Principessa
Columns, sprookjes, kortverhalen..
Sprookje: Principessa
Er was eens een lelijk prinsesje. Ze had alles wat haar hartje begeerde, enkel haar uiterlijk had ze niet mee. Ze woonde on een kasteel, dat nog het meeste weg had van een immens paradijselijk vertrek. Haar kamer was zo groot als een half voetbalveld met roze olifanten, chocoladefonteinen en lieve dwergjes die suikerspinnen verkochten.
Ze had vijf zussen en twee broers, die stuk voor stuk beeldschoon waren. Haar lieve vader had voor haar vier oudste zussen een allercharmantste prins gevonden en haar oudste broer had in zijn vrouw de perfecte troonopvolgster gevonden.
Met haar andere broer, die twee jaar ouder was dan zij, kon ze het het beste vinden.
Zo zat ze op een mooie zomermiddag samen met haar broer, Stijn, in de tuin, die grensde aan hun eigen bos, terwijl er een hertje vredig op hen toekeek.
Toch was de sfeer niet zo luchtig en komisch als anders met Stijn. Hij maakte geen belachelijke grapjes en hij trok geen gekke bekken om Principessa aan het lachen te maken.
Scheelt er wat? vroeg ze daarom. Zij en Stijn hadden geen geheimen voor elkaar. Toch niet van haar kant. Stijn had het altijd meteen door als ze iets probeerde te verbergen. Hij was haar grote held en haar beste vriend.
Nee, het gaat wel. antwoordde hij kortaf. Hij sloeg zijn ogen neer. Principessa merkte zo dat hij loog.
Ik geloof je niet. zei ze. Je weet toch dat je alles tegen me kan zeggen. Wij hebben toch geen geheimen voor elkaar?
Ze keek hem lief aan.
Ik... Nee, tja, ehm... Ik... begon hij. Goed, hij kreeg het moeilijk, dan kreeg ze het er wel uit gesleurd.
Stijn, kom je eten? Je ouders roepen. En jij ook, Principessa! riep Hannah, de vrouw van Stijn. Hannah vond ze nog één van haar liefste schoonzussen. Ze had ook het meeste contact met haar, dankzij Stijn.
Ook Nienke, de vrouw van haar oudste broer, vond ze lief, maar met haar schoonbroers had ze geen al te nauwe band. Ze had opgemerkt dat die haar vaak uitlachten, of opmerkingen maakten als ze dachten dat ze het niet hoorde. Als Stijn erbij was, verdedigde hij haar altijd, maar als ze alleen was, was ze als een vogel voor de kat voor haar vijf schoonbroers. Zelfs haar ouders namen het niet voor haar op.
Kom, we gaan eten. zei Stijn, zichtbaar opgelucht omdat jij niets moest vertellen. Dat maakte Principessa nog nieuwsgieriger, maar zonder nog iets te vragen volgde ze hem.
Enkele dagen later zat ze op hetzelfde plekje in de tuin. Geamuseerd keek ze naar omhoog. Ze zat onder een roze suikerspinnenboom, waar van tijd tot tijd pommes d'amour afvielen. Hoe meer je van de suikerspin at, hoe minder appels eraan groeiden. Als je van het heerlijke, suikerrijke goedje af kon blijven, groeiden er dagen aan een stuk appels aan, die besprenkeld waren met rood glazuur. Principessa vond dat zo'n machtig systeem. Meestal lag ze hier in de schaduw, als de zon het hoogst stond, omdat haar gevoelige huid niet goed tegen de zonnestralen kon.
Toen de zon onderging, stond ze zichzelf toe om een klein beetje suikerspin te nemen. Dan zag ze de appels weer vervagen en stopte ze. Het was haar favoriete plekje in het hele kasteel.
Meestal was ze er helemaal alleen, maar nu zag ze ene man van ongeveer haar leeftijd. Eerst was hij nog maar een stipje in de verte, maar hij kwam steeds dichter en dichterbij.
Hij sjokte voorbij haar plekje, met zijn handen in zijn zakken. Hij zag haar niet zitten, omdat ze verborgen zat achter de laagst hangende bladeren van de boom.
Voorzichtig duwde ze het roze weefsel opzij en kwam tevoorschijn uit haar schuilplaats.
De jongen schrok van de plotse beweging in zijn omgeving.
Hallo! Ik ben Principessa. Je ziet er zo bezorgd uit. Zelfs ik heb niet zoveel rimpels en fronsen.
Ze probeerde hem aan het lachen te brengen. Zijn mondhoeken schoten omhoog, maar zijn ogen lachten niet mee.
Ik ben Martijn. Mag ik erbij komen zitten? vroeg hij.
Ja, natuurlijk, ga ja gang. antwoordde Principessa. Ze ging terug zitten en gebaarde dat hij naast haar mocht komen zitten. Dat deed hij.
Mooi plekje. complimenteerde hij het tuintje.
Vind ik ook, ik kom hier graag. Het is hier zo rustig.
De modderpoel is trouwens ook geweldig. zei hij.
Oh, dat is geen modder, maar chocolade. Mijn broer en ik speelden er vroeger vaak in, en daarna sprongen we in de vijver, die gevuld is met limonade. Op de bodem liggen kauwgkomballen, die als belletjes naar het oppervlak drijven, en als ze boven zijn, spatten ze uiteen.
Wat leuk! Mijn kasteel heeft alleen een zwembad en een gigantische tuin, waarin levende tuinkabouters constant vragen of je wat wilt drinken. Ik word er gek van. zei hij.
Een zwembad is ook leuk. beurde ze hem op.
Maar het kan niet op tegen een kauwgkomballenpoel. lachte hij.
Je ziet er gelukkiger uit dan daarnet. Nu lachen je ogen mee.
het liet hem nog mooier lijken. Hij had lichtbruin haar en groene ogen. Hij had hoge jukbeenderen en een engelengezicht.
Het was het soort jongen waar zij alleen maar van kon dromen.
Ach ja, daarnet... Mijn vader heeft mer verloofd met Lily. Ze is bloedmooi, maar erg onbetrouwbaar. Ik heb zelfs het idee dat ik haar helemaal niets kan schelen, en dat terwijl we op trouwen staan! zei hij, plots weer somber. Principessa kon zich niet inbeelden dat iemand Martijn zo zou behandelen.
Dan verdien je beter en dat moet je je vader vertellen. protesteerde ze.
Zo simpel ligt het allemaal niet. Mijn vader is erg ziek, en volgens de dokters zal hij niet snel beter worden. Hij wil dat ik koning word van zijn koninkrijk, maar dat kan niet zonder troonopvolgster. Ik wil niet met Lily trouwen, maar nog minder wil ik mijn vader teleurstellen. legde hij uit.
Ben jij dan ook een prins? vroeg ze verbluft. Martijn knikte.
Zo zaten ze daar nog een tijdje. Martijn was erg grappig, had pretlichtjes in zijn ogen als die mee lachten, en hij leek niet afgeschrikt te worden door haar voorkomen.
Jij bent de eerste jongen die gewoon een praatje met me komt maken, ongeacht hoe ik eruit zie. zei ze onomwonden.
Ik heb bij Lily wel gemerkt dat uiterlijk niet alles is, en als ik gewoon een gezellige babbel met iemand wil, moet ik toch niet eerst kijken of ze wel mooi genoeg is? Dat is absurd.
Dat is lief. zei ze stil. Martijn glimlachte.
Toen het al bijna donker was, zei hij: Maar nu moet ik weg. Ik moet de chauffeur van de koets nog vinden, voor we kunnen opstijgen naar mijn kasteel.
Principessa zei hem gedag en keek hoe hij weer een stipje aan de horizon werd.
Een week later was Principessa weer in de tuin met Stijn.
Deze keer hadden ze geen tijd om te kuieren. Ze moesten meehelpen met het tuinfeest dat georganiseerd werd voor Tessa's trouwfeest. Tessa was haar drie jaar oudere zus. Zij zou overmorgen met Herbert in het huwelijksbootje stappen.
Ze had een hele waslijst met taken gekregen van haar moeder. Alles moest perfect zijn en het enige wat Tessa moest doen was van op de zijlijn toekijken en maskertjes opsmeren om er toch maar voor te zorgen dat haar huid even glad en glanzend bleef als altijd.
Wat was de wereld toch oneerlijk verdeeld.
Terwijl ze het bestek op tafel legde, keek ze nog eens naar haar plekje onder de boom. Martijn was al een paar keer langs gekomen die week, misschien kwam hij vandaag ook wel?
Je wilt weten of die knappe jongen weer komt, hé? vroeg Stijn plagerig.
Wat? Nee, ik keek gewoon of er al appels hingen aan de boom. zei ze, maar zelfs zij moest toegeven dat het niet erg geloofwaardig klonk en haar rode wangen hielpen ook niet echt. Stijn keek haar ongelovig aan.
Oké, ja... Martijn is best oké. En ik weet dat je wil dat ik oppas met het geven van mijn hart aan jongens als hij, maar... Weet je, in veel opzichten doet hij me wat aan jou denken. Hij is lief, maakt me aan het lachen, en ook al ken ik hem nog maar pas, ik kan alles bij hem kwijt... Maar het is niet zo dat het ooit iets kan worden tussen ons...
Ze sloeg haar ogen neer.
En waarom niet? vroeg hij verontwaardigd. Je weet wat ik altijd zeg.
Ja, ja. Ik heb veel meer te bieden dan die perfecte prinsesjes, omdat mijn karakter me tien keer mooier maakt dan zij ooit zullen worden. dreunde ze op. Het waren lieve woorden, maar in de praktijk hadden ze weinig of geen betekenis. Ze had nooit echt problemen gehad met haar uiterlijk, maar nu zou ze er alles voor over hebben om nog maar een beetje te lijken op die Lily of op haar zussen.
Weet je, ik twijfel al een hele tijd of ik er goed aan doe om je dit te zeggen, maar ik kan tegenover jou toch geen geheim bewaren... begon Stijn.
Aha, zou ze het nu eens eindelijk te weten gaan komen?!
Toen je pas geboren was, kwam er een slechte fee naar het paleis. Ze had er in het verleden voor gezorgd dat mama verliefd werd op papa. Daar wou ze nu een wederdienst voor. Ze vroeg geld, en dat kreeg ze. Ze vroeg een diner op het paleis met al haar feeënvrienden, en dat werd haar gegeven. Maar toen wou ze één van ons krijgen als dienaar, en dat wou pap niet geven.
Toen eiste ze dat hij zou kiezen tussen zijn jongste kinderen - dat zijn wij. Eén van die twee zou zij dan vervloeken. Pap kreeg drie dagen bedenktijd en koos uiteindelijk voor jou, omdat hij meende dat ik als jongen misschien ooit de nieuwe koning zou worden en er beter zou moeten uitzien. De fee vervloekte je, en zwoer dat er nooit of te nimmer iemand verliefd op je zou worden. Enkel als je echt de ware vindt, wordt je weer zo mooi als ons allemaal. besloot hij zijn relaas. Hij keek haar onzeker aan.
Ben je nu boos op me? vroeg hij.
Wat? Nee, natuurlijk niet. Je was drie, je had niets met die keuze te maken. zei ze verwilderd, maar toen vroeg ze gekwetst: Alleen... Waarom vertel je me dit nu pas?
Oh, lieve Principessa, ik weet het zelf nog maar enkele dagen. Katrijn vertelde het me, zij was toen acht en heeft alles gehoord. Ik dacht dat je boos op me zou zijn.
Principessa stond recht en viel haar broer in de armen.
Oh, Stijn, hoe zou ik nu boos kunnen zijn op jou? vroeg ze lachend, maar er rolde ook een traan over haar wangen. Ze was teleurgesteld in haar vader. Niet omdat hij haar gekozen had, maar om de reden waarom.
Stijn wreef haar over haar rug, maar stopte toen plots.
Kijk daar, Martijn is er! fluisterde hij, en hij wees naar de suikerspinnenboom. Verschrikt keek ze om. Hij stond er echt! Blij verrast liep ze naar hem toe.
Hallo, Martijn. lachte ze breed. Ze besefte nu pas dat ze hem gemist had, nu hij hier levend en wel voor haar stond.
Zijn ogen twinkelden toen ze zijn naam zei. Hij zag er opgelucht uit, alsof er iets van zijn hart was.
Ik heb mijn vader verteld dat ik niet met Lily wil trouwen. zei hij.
Wat?! bracht Principessa uit. Hoe reageerde hij?
Zo'n beetje hetzelfde als jij net. Eerst was hij boos en geschrokken, maar toen ik mijn verhaal deed, begreep hij me ook wel. Hij heeft liever geen troonopvolger, dan dat ik ongelukkig word.
Ach, misschien vindt je ooit nog weleens iemand die oprecht van je houdt, en zie jij die iemand ook graag. troostte ze hem. Als die iemand haar naam zou hebben, zou ze het gelukkigste meisje ter wereld zijn.
Wie weet, zei hij mysterieus. Zijn ogen schitterden meer dan ooit. Ze boorden zich in de hare, en ze voelde dat ze bloosde.
Twee dagen later zat ze aan tafel naast Stijn en Bart, haar oudste en meest gemene schoonbroer. Ze had net heel het verhaal over Martijn verteld aan Stijn. Ze had het zo stilletjes mogelijk proberen te doen, maar die opzet was duidelijk niet geslaagd.
Stijn en Hannah stonden op de dansvloer en Principessa speelde wat met haar servetring.
Nu denk je zeker dat je vrij spel hebt bij die... Marijn? spotte Bart. Hij grijnsde boosaardig.
Hij heet Martijn. zei ze hard. Ze moest zich niets inbeelden. Het was onwaarschijnlijk dat ze met Martijn meer dan vriendschap kon opbouwen, en ze moest ook niet in een luchtbel leven, waarin dat wel kon. Als die ontplofte, deed dat nog meer zeer.
Maar dat wou niet zeggen dat Bart er zomaar grapjes over mocht maken. Het was zo al erg genoeg.
Bart had blijkbaar genoeg van het getreiter, want hij stak een chipje in zijn mond en reikte naar een toastje met verse kaviaar, terwijl hij een praatje begon met zijn vrouw.
Hoe kon Saskia met zo iemand trouwen?!
Plots werd de immense buitenpoort geopend. Marie, de vaste keukenhulp, die paddenstoelen aan het plukken was, kwam aangelopen en riep: er komt een man te paard aan, ik kon hem niet stoppen. Het leek me wel een allercharmantste verschijning.
Dat zijn de ergste vijanden! snoof Bart. Moest niemand hem vertellen dat hij zelf de stempel had allercharmantst te zijn?
...En...En... Hij vroeg naar u, mevrouw Principessa!
Helemaal rood aangelopen, wees ze naar haar.
Naar... mij? vroeg Principessa verwonderd.
Achter Marie klonken hoeven en in een mum van tijd stond een ridder te paard in de tuin.
Soepel sprong hij van zijn paard en stapte hij op Principessa toe.
Toen hij er was, knielde hij en zette zijn helm af. Martijn!
Ik kon gewoon niet thuis blijven. Ik werd er gek van. Mijn geest was thuis, maar met mijn hart zat ik hier. Hij nam haar hand vast. Het was muisstil in de zaal. Iedereen keek naar hen. Dankzij jou had ik de moed om Lily te laten vallen. Ik wist dat alles beter zou worden. Ik wil niet verder zonder jou, Principessa. Ik kijk verder dan iedereen durft kijken, omdat ze bang zijn voor de geweldige persoon die je eigenlijk bent. En ik ben blij dat ik die stap wel gezet heb. Ik hou van je, Principessa.
Wat moet ik hierop zeggen, als alles al gezegd is? vroeg ze, met tranen in haar ogen.
Ik heb ooit eens ergens gelezen dat een kus een mooie truc is van de natuur om woorden te stoppen waar ze overbodig zijn. lachte hij, en zijn stem trilde.
Wat een geluk dat je dat gelezen hebt. glimlachte ze en ze kuste hem. Wat ze nooit verwacht had, was gebeurd. Hij had verder gekeken dan de plek waar iedereen toe in staat was, en hij hield van wat hij zag.
Ik hou ook van jou, Martijn. zei ze, en haar stem was overmand door emoties.
Ze voelde zich warm worden, alsof heel haar leven veranderd was;
Je... Je.... Principessa? vroeg Martijn verwonderd en hij keek haar bevreemd aan.
Natuurlijk ben ik het. lachte ze, maar zelfs haar lach leek anders. Ze raakte haar gezicht even aan. Helemaal glad en acné-vrij. Ze holde naar binnen en keek naar zichzelf ind e grote spiegel in de hal. Ze had nu een klein wipneusje, en fonkelende, groene ogen.
Ze had lang, chocoladebruin haar en was minder mollig.
Achter haar klonken voetstappen.
Stijn kwam aangehold en sprong haar om de hals.
Ik zei toch dat je niet moest wanhopen, lieve zus. zei hij, en zijn stem sprak oprechte vreugde voor haar uit.
Ook Martijn kwam binnen.
Jij bent het toch echt, hé? vroeg hij onzeker.
Ja, zo zou ik er moeten uitzien, als die kwade fee me niet betoverd had. legde ze uit, maar ze zag zijn fronsende blik.
Dat verhaal vertel ik je wel een andere keer. zei ze.
Weet je, gek genoeg maakt het me niets uit. Ik ben verliefd geworden op je persoonlijkheid, en je bent nu gewoon nog mooier dan de prachtige persoon die je al was. zei hij en hij sloeg zijn armen om haar heen.
Wil je alsjeblieft meekomen naar mijn paleis? vroeg hij hoffelijk.
Natuurlijk. antwoordde Principessa.
Ze knuffelde Stijn, zwaaide de volledige zaal uit, en vertrok, samen met Martijn, naar haar nieuwe thuis.
Ik hou van sprookjes!! En al helemaal van dit sprookje!!! <3
Vind het echt helemaal geweldig, hoe je erop komt van die suikerspinnen/appelboom en een vijver van chocolade en kauwgomballen, gewoon geweldig!!
"Het was onwaarschijnlijk dat ze met Martijn meer dan vriendschap kon opbouwen, en ze moest ook niet in een luchtbel leven, waarin dat wel kon. Als die ontplofte, deed dat nog meer zeer."
Dit is zo'n mooi verwoord!
Kben echt helemaal verliefd geworden op je sprookje!! :d
Snel nog eentje? :p
Xx