Hoofdcategorien
Home » Tokio Hotel » Locked Up » Fire
Locked Up
Fire
Nadezhda PoV;
Ik voel me duf als ik mijn ogen open. Het duurt even voor de realiteit me inhaalt en mijn droom verdrijft, maar er is niet veel verschil. In mijn droom lag ik naast Bill, en ik besef me net dat ik hier en nu niet ní¡í¡st maar zo goed als op hem lig, opgekruld tegen zijn borst en met zijn armen om me heen.
Het vuur knappert nog steeds en ik heb het gevoel dat ik het nooit meer koud kan hebben.
Zeker niet met Bill in mijn omgeving.
Iets verderop ontwaakt Kol, die slaperig geeuwend haar hoofd optilt. Haar haren glijden langs haar gezicht, met een nonchalante beweging duwt ze ze weer achter haar oren. Pas nu valt het me op hoeveel er om haar arm hangt. Armbandjes, een touwtje, een veter, een stukje verband, Het verbaast me echter niet, zo is Kol nu eenmaal en zo zal ze altijd zijn. En daar ben ik meer dan blij om.
Morgen. zucht ze en kruipt op haar knieën dichter naar het vuur, dat een oranjerode gloed op haar gezicht schijnt.
Hoi. mompel ik en ga voorzichtig van Bill af zonder hem te wekken.
Dat mag je niet zeggen. zegt ze met lacherige toon en steekt haar handen naar het vuur uit.
Ik stap naar haar toe en laat me naast haar op mijn knieën zakken. De warmte streelt mijn gezicht.
Wat denk jij dat er nog komt? vraag ik en staar door de vlammen heen naar Suk en Tom, die nog vredig liggen te slapen.
Ik denk zoveel, maar ik denk niet dat jij ooit aan zoiets zou denken anders zou je nogal vreemd zijn, en ik denk ook dat het erg zal lijken maar niet zo zal zijn, want het wordt op televisie uitgezonden dus moeten de kijkers denken dat wij ons leven op het spel zetten terwijl dat natuurlijk niet zo zou mogen zijn. mompelt Kol in één onafgebroken ademtocht, zo snel dat het me even kost voor ik helemaal besef wat ze gezegd heeft.
Jij bent echt veel te geniaal. zeg ik en zie dan Suki wakker worden. Ze geeuwt, rekt zich uit en kijkt dan naar Tom. Dan kijkt ze naar het vuur - en ons dus.
Ik heb honger. zucht ze.
Het blijft stil terwijl ze naar ons toekomt, en ook als ze op ons komt leunen.
Soms zijn woorden onnodig. En soms zouden ze er beter wel zijn. Zoals nu. Het is té stil.
De stilte voor de storm.
We zijn nu allemaal al een tijdje wakker, ook de jongens. We zitten, stilzwijgend tot mijn ergernis, rond het vuur en staren voor ons uit naar de houtblokken. Het enige geluid, buiten het geknapper van de vlammen, zijn de rommelende magen. Want niet alleen Suki heeft nu honger, zo goed als iedereen. Behalve Taylor, want hij is net wakker en hij heeft nu zo goed als geen besef van zijn behoeftes. Dat komt nog wel, van zodra hij echt wakker is.
Er komt beweging. Tom slaat zijn armen om Suki heen en kust haar even zacht op haar wang.
Ik wil hier weg. bromt Bill, naast me, en slaat zijn armen om - Jammer genoeg niet om mij heen - zijn opgetrokken benen.
Naast ons ketst een steentje tegen de vloer.
Waar kwam dat vandaan? vraagt Kol en duikt op het kleine steentje af, met een perfecte snoekduik door de lucht en terechtkomend op haar handen, afwerkend in een koprol alsof dat alles een goedgetrainde routine is. We kunnen niet anders dan haar een applaus te geven.
Ze laat het steentje over haar handpalm rollen en kijkt dan omhoog.
Volgens mij komt het uit de muur. zegt ze dan.
Puik werk, Sherlock. bromt Bill, waarop ik hem aanstoot met mijn elleboog.
Bill, werk je honger niet uit op Kol! zeg ik en kijk hem even streng aan, maar zijn pruillipje doet mijn gezichtstrekken meteen verzachten. Ach, kom hier. zeg ik daarom snel en houdt mijn armen open.
Auw. klinkt achter ons op, ik draai mijn hoofd naar haar om. Ze staat op haar tenen, haar handpalm ligt tegen de muur en haar vinger verdwijnt de muur in.
Wat doe jij? vraagt Taylor, die zichzelf overeind werkt en op haar afstapt.
Niets, dat zie je toch? zucht ze en beweegt haar arm voorzichtig heen en weer.
Dacht je zo weg te kunnen? vraagt Tom, een tweede steentje valt naar beneden als antwoord.
Wacht eens. zegt Suki en komt een beetje overeind. Ik weet al hoe. Elke keer als wij weg zeggen, valt er een steentje naar beneden. En ze heeft gelijk, want een halve baksteen stort zich naar beneden en opgelucht trekt Kol haar hand terug, met haar linkerhand om de wijsvinger aan haar rechterhand geklemd.
Je weet pas wat je dierbaar is als je het dreigt te verliezen. zegt ze overdramatisch en leunt tegen Taylor aan.
Goed, dus we moeten heel de tijd het woord weg gebruiken om de muur af te breken? Een hoop gruis dwarrelt door de lucht met een snelheid die alle elegantie uit dwarrelen wegtrekt.
We moeten gewoon een weg zien te vinden, denk ik. zegt Suki, waarop de helft van de muur naar achter klapt en op betonnen traptreden kapotvalt. Kol klimt al half over het muurtje als wij het echt doorhebben. Tom springt hyperactief op en neer met Suk in zijn armen, Bill struikelt over zijn eigen benen heen.
Oh mijn god. klinkt gedempt van verraf, mijn aandacht is getrokken.
Ik loop om Bill heen, duw me over het muurtje en loop door de aardedonkere, stoffige gang verder, mijn handen tastend naar iets dat me in evenwicht zou kunnen houden.
Stapje voor stapje, eerder schuifelstapje voor schuifelstapje, loop ik de trap af.
Dan zie ik een deuropening, iets verderop, oranje licht schijnt naar binnen. Ik ga zo snel als mogelijk zonder te vallen en kom dan in een oase van licht, waar ik pas na enkele keren knipperen aan gewend ben.
Oh mijn god.
Reacties:
owke, wat is daar dat iedereen OMG! begint te roepen
weten weten weten!!! nieuwsgierigheid.
liefteren
AHW. Bill en Dezh zijn gewoon voor elkaar gemaakt <3
Ik zie ze zo liggen <3
En zitten.
En staan.
En leven.
En wonen.
Oh. Skipdatallemaalmaar x']
Het komt er op neer dat je het zo geweldig schrijft, dat ik het wel voor me moet zien <3
Enenmhu. Het is gewoon geweldig <3
Kayley, ik haat je. Ik wil weten wat er 'Oh mijn god' is. *pruillip*
Anyway, dat van die afbrokkelende muur is heel cuwl gevonden ^^
En LU is gewoon geweldig, de personages, hoe je het schrijft, de dingen die je laat gebeuren, echt heerlijk.
In mijn droom lag ik naast Bill, en ik besef me net dat ik hier en nu niet ní¡í¡st maar zo goed als op hem lig, opgekruld tegen zijn borst en met zijn armen om me heen.Damn. Dat is zo'n droombeeld. <3
Mhehe, mijn PoV. ^^"
En Kol is inderdaad geniaal!
Maar jij ook, Kay. Dat je dit zo kan schrijven, is ook geniaal. Hell, al die personages, al die perspectieven, ik had bij NBN al moeite met wisselen tussen Lina en Maja! O.O
En dit is gewoon geweldig.
Excuse me, ik ben nog niet helemaal wakker en ik zit volgens mij in een godverdomme-TH-is-voorbij-dip, maar dat maakt jouw verhaal er niet minder geweldig op.
En Melis heeft gelijk, ik wil ook weten wat er te 'Oh mijn Gotten' () valt! Ãâ
ichliebedich
Wajooo!
Ik wil het wetnn!
snel verdeer?
xxxx