Hoofdcategorieën
Home » Lord of the Rings » From a dream into... » VI
From a dream into...
VI
‘Alsjeblieft Orophin, luister,’ smeekte Rumíl.
‘Nee, ik luister niet!’
‘Orophin, alsjeblieft,’ smeekte Rumíl weer.
‘Nee! Waarom zou ik? Jij wilt Legolas laten leven!’
‘Hij was gewoon jaloers,’ zei Rumíl.
‘Gewoon jaloers?’
Op dat moment arriveerde Legolas. Findëmaxa verscheen ook.
Legolas keek haar aan, glimlachte en knikte even naar haar.
Findëmaxa glimlachte terug en knikte ook.
‘Beste Lórien broeders, mag ik vragen wie deze mooie blonde Elf is?’
Findëmaxa lachte zachtjes om de manier waarop Legolas sprak.
Zijn warme zoete stem liet haar van binnen smelten.
Legolas glimlachte weer warm naar haar.
‘Dat is Findëmaxa, zij komt uit Zuid Ent Woud, Zuid-Aarde,’ antwoordde Rumíl beleefd.
‘Mooi’
‘Hoe durf je je gezicht hier te laten zien!’ schreeuwde Orophin.
‘Ik durfde het, omdat ik eindelijk de moed vond om mijn excuses te maken’
‘Excuses? Weet je wat er daarna gebeurd is!?’
‘Nee, mijn beste Lórien broeder’
‘Sidhlairiel is overleden!’
Legolas boog zijn hoofd. Zijn ware hart sprak voor hem en hij liet zijn tranen over zijn porseleinen gezicht stromen.
‘Het was niet opzettelijk bedoeld’
Orophin had zich te kwaad gemaakt om zich te uiten met woorden. De ader in zijn nek begon op te zetten.
‘Er mist verstand in dat mooie hoofdje van je!’ schreeuwde hij na minuten van stilte. ‘Maar wat heb je aan verstand, beide zijn er nu toch niet meer en jij zal voelen wat zij gevoeld hebben’
‘Iallon achen Orophin*, ik wil mijn excuses maken’
‘Dat is niet genoeg!’
Orophin trok zijn zwaard uit zijn schede. Het zwaard blonk in het vage licht.
‘Je zal het voelen’
‘Orophin, gedraag je, voordat je beslissingen neemt waar je spijt van gaat krijgen!’ smeekte Rumíl hem.
‘Nee!’
Findëmaxa keek naar Orophin en Rumíl. Ze kon niet geloven dat Haldir familie van de twee was.
‘Orophin, laat mij met hem spreken,’ zei ze.
Legolas keek naar haar en glimlachte treurig. Hij zag zichzelf sterven in het Gouden Woud. ‘Een kans Orophin, Ik weet niet wat me bezielde, ik was jaloers en…’
‘Goed! Ga…Nu! Voordat ik van gedachte verander. Findëmaxa, praat met hem, zie of je zijn vergiftigde ziel kan schoonmaken’
Ze knikte en samen met Legolas reed ze weg.
‘Le hannon!**’ riep ze van over haar schouder.
‘En?’
‘Wat en?’
‘Hoe voel je je?’ vroeg ze.
‘Daarover kan ik niks zeggen, omdat ik zelf het antwoord niet weet. Ik denk dat Orophin me beter…’
‘Misschien,’ viel ze hem in de reden. ‘Maar misschien kan je overnieuw beginnen, met een schone lei, in Zuid Aarde. Daar sta je niet bekend’
‘Of ik ga naar Mithlond***’
‘Kan,’ zei ze, met teleurstelling.
‘Maar Findë, mag ik je wat vertellen?’
Ze knikte en nam plaats naast Legolas, die tegen een dikke boom leunde. Ze waren niet ver van Lothlórien verwijderd. ‘Ik geloof niet dat Sidhlairiel overleden is’.
‘Maar Legolas?’
‘Findë, wil jij het voor me vragen? Vragen of Rumíl of Orophin het kunnen bewijzen? Want mijn hart zegt me dat ze hier nog is, als het waar is, dan moet ze iets voor me doen’
Findëmaxa knikte en schoof dichter naar Legolas. Die glimlachte, toen ze haar hoofd op zijn schouder liet rusten.
Vanaf dat moment bleven ze samen zitten, kijkend naar hoe de lucht van moment tot moment veranderde.
Geen woorden werden gesproken. Alleen vragen dwaalde rond in hun gedachtes.
* = Ik smeek je, Orophin.
** = Ik dank je!
*** = de Grijze Havens.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.