Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Een Nieuw Begin [CD] » /01/
Een Nieuw Begin [CD]
/01/
/01/
Het was al een tijdje geleden dat het gebeurde. Een tijdje geleden dat hij daar beland was. Een plaats na het einde van zijn korte, fantastische leven. Het was er mooi. Zorgeloos. Een geschenk. Net een sprookje. Maar sprookjes hadden geen barsten. Sprookjes liepen altijd goed af. Sprookjes waren sprookjes. De realiteit was heel anders.
Hij had het nooit verwacht. Hij had er nooit over nagedacht. Hij dacht dat hij zijn tijd goed gebruikte, dat hij van het leven genoot. Maar juist toen het allemaal over was besefte hij dat het anders zat. Hij had nooit een oog voor de kleine dingen gehad. Het was allemaal vanzelfsprekend geweest. Het hoorde bij het leven. Maar nu wist hij wat het echt betekende. Nu wist hij wat hij allemaal gemist had. Het heeft zijn ogen geopend. Weliswaar veels te laat, maar het besef alleen al was een stap vooruit. Hij leerde alles waarderen. Nu hij hier was, had hij alle tijd. Alle tijd om te bewonderen. Minuten. Uren. Wanneer het hem schikte. Er waren zo veel mooiere dingen daarboven. Het stond nergens beschreven. Nergens uitgelegd. Woorden zouden de plaats tekort doen. Het was alles in niets. Niets in alles. Een eigen plaats. Gecreëerd op de manier dat jij dat wilde. De eigen wensen. De eigen verlangens. Honderden manieren, mogelijkheden.
Maar het was geen totaalplaatje. Niet voor hem. Zijn wereld miste een stuk.
Af en toe keek hij naar zijn broertje. Bijna elke dag volgde hij zijn bewegingen. Of hij in orde was, of hij het allemaal nog aankon. Hij waakte over hem. Het nam al zijn tijd in bezit. Maar hij vond het niet erg. Zijn hele bestaan bestond om te waken. Over hem. Hij zag hem, vaak alleen. Opgesloten. Huilend. Het deed hem pijn. Pijn om te zien wat hij had aangericht met zijn afwezigheid. Hij had het ook niet gewild. Hij had ook willen blijven vechten. Vechten voor het leven. Maar het was zijn lot niet. Hij had niet meer verder moeten leven. Het hoorde niet. En hij begreep het. Hij begreep de reden. Hij gaf niemand de schuld. Hij wilde alleen een nieuwe kans. Eén kans.
David riep hen allemaal bij elkaar. Natuurlijk wisten ze allemaal waar het precies over ging. Hun band. Hun toekomst. Hoe het allemaal verder moest, wat er allemaal nog van hen zou worden. Ze lagen er al twee jaar uit. Ze hadden te veel om te verwerken. Het verlies. Zijn verlies. Bill. Hij was weg. Hij had hem achter gelaten. En dat kwam hard aan. Heel hard.
Het begon met een klein griepje. Net zoals ieder ander mens zou denken, dachten zij ook dat het over zou gaan. Niets belangrijks. Gewoon een koudje. Maar al snel ging het zingen hem steeds moeilijker af. Zijn stem werd steeds zwakker. Hij was steeds vaker vermoeid. De vrije dagen hielpen niets. Het was geen verkoudheid meer. Ook geen oververmoeidheid, stress of depressiviteit. Zijn gezondheid ging in een korte tijd gigantisch achteruit. Tom was heel bezorgd geweest over zijn broertje. Hij was vaak naar het ziekenhuis geweest, had alle controles die Bill moest ondergaan samen bezocht. Hij wilde zijn broertje niet alleen laten. Hij wilde een steun voor hem zijn. Maar toen de uitslagen bekend waren, was ook hij niet meer stabiel. Helder en verstandig. Allemaal verdwenen. Hij werd wankel. Zijn broertje werd opgenomen in het ziekenhuis. Vanaf toen bestonden zijn dagen alleen uit bezoekuren. Altijd tussen de witte muren. De dode lucht die de hele afdeling bedekte. De grijze sluier van wanhoop. Overal zwakke mensen. Zwakke lichamen. Allemaal met uiteindelijk hetzelfde lot. De dood.
Het werd hem steeds moeilijker, onverdraagzamer. Hij wilde niet geconfronteerd worden met de werkelijkheid. En daarom kwam hij steeds minder. Hij sloot zich steeds meer af, werd steeds afstandelijk tegenover zijn wederhelft. Het was zijn manier van omgaan met de waarheid. Hij liet hem los. Langzaam. Stap voor stap. Hij sloot het af. Zijn gedachten. Zijn gevoel. Het hoofdstuk van zijn leven. Voordat het zover was, had hij al opgegeven. Op een gegeven moment bezocht hij hem helemaal niet meer. Hij voelde er niets meer voor. Hij zag er het nut niet meer van in. Maar ergens op een eenzame kamer in dat vreselijke gebouw wachtte zijn broertje elke dag hoopvol, totdat zijn grote broer zou komen. Helaas kwam die dag niet meer. En toen hij eindelijk het besef kreeg, het besef dat zijn broertje juist op dat moment zijn steun het hardst nodig had, dat hij daar moest zijn en hem de hoop moest geven dat alles goed af zou lopen, was het te laat. Hij had zijn broertje opgegeven. En die volgde het voorbeeld. Dat had hij altijd gedaan. Zijn stappen klakkeloos gevolgd omdat hij altijd naar hem had opgekeken. Al liet hij dat niet altijd blijken. Ze wisten allebei dat het zo was. En hij was een teleurstelling geweest. Hij had zijn broertje laten zitten, hem met zijn eigen problemen achter gelaten. Nu had hij spijt. Maar spijt bracht hem nergens. Spijt was iets wat het bewijs gaf dat hij te zwak was om toen de realiteit onder ogen te zien. En daarom mocht hij geen medelijden hebben. Niet met zichzelf.
Reacties:
Wauw.
Dit is gewoon wauw.
Het is zo mooi beschreven, zo mooi verwoord.
Ik vind het prachtig, het ís prachtig.
Als iemand daaraan twijfeld is diegene gek.
Wauw.
Heel snel verder jij <3
Xxx,
Waaauuww.
Echt super mooi!
Prachtig.
Snel verdeer?
xxxx