Hoofdcategorieën
Home » Overige » 21st Century Breakdown » [1.2] She's a Rebel
21st Century Breakdown
[1.2] She's a Rebel
De laatste takjes van het bos, op de strook waar het overging in de stad, braken onder Celines zwarte ballerina’s wat een knersperend geluid veroorzaakte. Vanaf hier moest ze voorzichtiger doen, in de stad liepen veel vredesbewakers rond. Ze was nog nooit betrapt als ze terug kwam uit het bos, maar kon beter geen risico lopen. Gelukkig was het al stikdonker, als ze de zwakke straatverlichting maar vermeed moest het geen probleem zijn om ongezien de stad te doorkruizen. Het enige probleem voor haar was dat ze niet over de daken kon, omdat die keurig werden verlicht. Dan maar de gewone weg, over de grond, waar ze zich enorm onzeker voelde. Nadat ze voor de laatste keer had gecheckt of er echt niemand aankwam stapte ze achter de bomen vandaan. De wind speelde met haar rode haren terwijl ze naar de saaie, grijze huizen liep.
Stilletjes liep ze tussen de gebouwen door. Ze probeerde zich zo onzichtbaar mogelijk te maken, door dicht tegen de koude muren aan te lopen. Wat deden al die vredesbewakers hier? Het was alsof ze allemaal naar dit deel van de stad waren gekomen. Het benauwde haar, al vaak was ze op het nippertje ontsnapt, en dat was altijd als er veel vredesbewakers waren. Maar deze keer was anders, ze waren met veel meer, en stonden aan alle kanten. Ook de kant waar ze net vandaan was gekomen stond inmiddels al vol, omdat ze geen uitweg kon vinden was ze maar terug gegaan. Waren ze er achter dat ze hier zat, en wachtten ze haar op? Wat het ook was, ze zat als een rat in de val. Als ze niet snel iets zou verzinnen zou ze een behoorlijk probleem hebben. De hoofdwegen waren al afgesloten voor haar, en in enkele steegjes had ze bewakers gezien, waar ze met veel moeite aan ontsnapte. Koortsachtig zocht ze in haar hoofd naar ontsnappingsmogelijkheden. De enige twee waar ze op uit kwam waren het riool, en de daken. Beide waren riskant. Als ze voor de riolen zou gaan, zou ze er eerst in moeten geraken, en de deksels zaten hier met sloten vast. Toch moest het mogelijk zijn om binnen te raken, als ze maar iets smals en scherps had om het slot mee los te wrikken. De daken spraken haar meer aan. Ten eerste omdat ze elke dakpan kende. Elk hoekje of randje was haar vertrouwd, en ten tweede omdat ze er zeker op kon komen. Helaas was de kans dat ze alsnog gepakt werd enorm groot. Veel tijd had ze niet meer, want ze hoorde stemmen, vlakbij. Als ze al een putdeksel kon vinden, om het riool in te gaan, zou ze hem ook nog open moeten krijgen. Dat lukte haar nooit! Snel klom ze op de container, vlak bij haar. Ze zette haar rechtervoet op een uitstekende steen, en zocht met haar vingers grip ik kleine gaten in het cement. Langzaam trok ze zichzelf omhoog. Toen ze met haar voeten weer goed en wel op een steen stond zocht ze met haar handen naar een nieuw punt van grip. Tot haar verbijstering was het de rand van het dak. Met het laatste beetje kracht dat ze over had, trok ze zich op. Het ging moeizaam, maar het lukte. Vlak voordat ze de mannenstemmen uit het steegje waar zij net stond hoorde, liet ze zich hijgend op het dak zakken. Ze had het gered.
Nu ze een uitweg had, had ze al iets meer hoop dan net, maar ze moest ook nog ongezien over de daken klimmen. Bovendien zat ze hier helemaal verkeerd, als je van dak naar dak moest. Ze zou eerst terug moeten gaan om via de Traisesslaan richting hun grote landhuis te klimmen. Dit kon nog wel even gaan duren, en het klimmen van net had haar energie al deels verbruikt. Celine wist dat ze in dit deel het voorzichtigst moest zijn, er waren hier zoveel mensen dat er op de andere waarschijnlijk weinig of geen waren. Op handen en knieën klom ze over het dak. Ze had weinig grip en een paar keer dreigde ze te vallen, maar als ze zou gaan staan zou ze waarschijnlijk gezien worden. Voor nu was dit de beste oplossing.
Met een plof belandde ze op de harde, met kinderkopjes bedekte straat. Voor zover ze kon zien was er geen levend wezen te bekennen, wat best logisch was. In haar district gold een avondklok, wie zich tussen half negen ’s avonds en de eerste oproep slagen van de kerkklok, die meestal plaatsvonden om half zes ‘s morgens, buiten waagde werd in het ergste geval meteen verbannen naar het cursed deel. Volgens de geruchten was het de hel op aarde, zonder enige vorm van luxe. Elektriciteit en stromend water waren er niet, net zoals een riool. Alle inwoners behoorden tot het uitschot van deze wereld, het soort dat eeuwig zal branden in de hel. Het was een vreselijke plek, dat werd je tenminste voorgehouden. Celine geloofde het niet, omdat ze het niet met haar eigen ogen gezien had. Dat ging ook moeilijk door de dikke muur van gewapend beton die de twee delen van elkaar scheed. De enige mensen die rond dit tijdstip buiten hoorden te zijn waren de vredesbewakers. Zij controleerden of iedereen zich aan de avondklok hield. Maar omdat ze zoveel bewakers in een ander deel van de stad had gezien, geloofde ze niet dat hier veel waren. Waarschijnlijk kon ze veilig over straat.
Voorzichtig kwam ze tussen de huizen vandaan. Ze stak de weg over, met zachte pasjes. Bijna onzichtbaar verplaatste ze zich over de grond. Hier voelde ze zich niet op haar gemak, dagelijks liepen de mensen van First Heaven hier. De achterlijke verraders, de schapen die niet meer zelf konden denken. Celines zicht was ’s nachts ook prima, wat nu goed van pas kwam. Een kleine regenpijp verscheen in haar blikveld. Prima, daarmee kon ze weer op het dak komen. Nog één keer keek ze om zich heen, om zeker te weten dat ze alleen was. Toen ze zeker wist dat niemand haar kon zien liep ze naar de stalen buis. Ze legde haar hand om het ijzigkoude voorwerp. Met haar rechtervoet zocht ze naar een uitsteeksel waar ze hem op kon plaatsen. Gelukkig vond ze die snel. Ze zette zich af van de grond, en klom omhoog. Voorzichtig zette ze haar voeten tegen de stenen muur, en gebruikte ze de regenpijp alleen nog maar om zich aan vast te houden. Het was vermoeiend, enorm vermoeiend zelfs. Maar gelukkig bereikte ze de dakgoot al snel. Ze strekte haar arm uit, en klemde haar vingers vast. Lang zou het haar niet houden, maar als ze zich snel optrok moest het geen probleem zijn, Ze klom nog iets hoger, voor ze zich het dak op hees.
Ze was weer boven, weg van de kille straten. Hier boven werd je niet voordurend omringd door muren. Ze waren er wel, maar veel minder dan beneden. Hier boven liep geen enkel mens uit de stad. Ze vonden het brutaal en onbeschoft. De enige die je hier vond was Celine, die veel liever daar was, dan beneden. Ze voelde zich hier veilig. Haar voeten werden verlicht door de straatverlichting die hoog genoeg was om boven de daken uit te komen. Een dun straaltje maanlicht viel over haar hoofd heen, waardoor je haar haren kon zien wapperen in de wind. Normaal zou ze rond dit tijdstip niet zo lopen, voor haar eigen veiligheid, maar vanavond durfde ze het wel. En wat nou als ze haar zouden oppakken? Ieder ander persoon in First Heaven was al lang naar het cursed deel verbannen als hij zou doen wat Celine dagelijks deed, maar dat overkwam haar niet. Haar vader, Peter Goodness, was de hoogste leider in het district. Hij besloot wie er naar het cursed deel verbannen werd, en daar hoorde Celine niet bij, hoe graag ze het ook zou willen. Onder de druk van het blessed deel kon ze niet leven, en de andere kant kon onmogelijk slechter zijn. Dat was alleen mogelijk als de andere kant één gigantisch klooster was, maar een klooster bouwen in de hel, dat klonk erg onlogisch.
Al veel te snel naar haar mening was haar klimtocht voorbij. Ze was moe, maar wou de nacht nog niet verlaten. Het huis in de verte staarde haar dreigend aan, maar ze wist dat ze er naar toe moest. Met tegenzin sprong ze van het dak, nu moest ze toch echt over straat lopen. De laatste huizen van de stad liet ze achter zich. Het pad naar hun huis was verschrikkelijk lang en liep door het begin van een klein, aangeplant bos. Als hij zou willen had haar vader hier ook agenten neer kunnen zetten, die haar moesten opwachten als ze terug naar huis ging. Eén keer had hij zoiets gedaan, maar de man had niet verwacht dat Celine van zich af zou slaan. Ze had zijn rechterbeen en een rib gebroken, waardoor de man onmiddellijk moest stoppen met zijn baan. Terwijl Celine de lange weg bewandelde dagdroomde ze wat over de verre oorden die ze ooit nog wou bezoeken.
Reacties:
Onder de druk van het blessed deel kon ze niet leven, en de andere kant kon onmogelijk slechter zijn. Dat was alleen mogelijk als de andere kant één gigantisch klooster was, maar een klooster bouwen in de hel, dat klonk erg onlogisch.
Dat vond ik even heel geniaal.
Heel dit verhaal is geniaal. Echt. Celine is iemand die ik zo als vriendin zou willen.
En ze moet snel naar het Cursed deel gaan en Daymian ontmoeten. *wbw*
Want want want
Zoals Kol zei: Daar is tenminste iets te beleven.
Daniëlle, 21st is echt supergeweldig en ik houd ervan<3
Coowl, heb het koud net als coowl ^_^
Celine is was het awsome
weet geen reactie ben misselijk
en nog meer dingen
Céline is een ongelooflijk geniaal personage
En dit stuk is echt geweldig <3
En ik vind het trouwens geniaal hoe jij die kerk en de regels met de natuur en de daken verwerkt
En ik nu verder lezen, aan dit genious verhaal o_o"