Hoofdcategorieën
Home » Overige » The Fairies' Tale » Chapter 18
The Fairies' Tale
Chapter 18
[MagikhiereigenlijkKolneerzetten? Ja? Dankje. ^^]
Kol POV
Kay, Nadezh, Tom en ik. Samen. Alleen. Tenminste - ik ben alleen. Waar Kay en Tom uithangen is wel te raden, Nadezh is Bill nog achterna gerend om te zeggen dat hij zijn jas was vergeten en dat ze het niet op haar geweten zou willen hebben als haar lieve Billie-willie verkouden zou worden. Tien minuten later is ze teruggekomen, mompelde ze iets dat klonk als ‘hmmpf’ en is ze in mist opgegaan. En ik heb mijn tijd verspild aan takjes verzamelen, oude sokken omtoveren tot oude sokken die echt helemaal niemand meer aan wil, hulpeloze pizzabezorgers bellen en dan vragen of ze ook taart verkopen, en in de vensterbank zitten terwijl ik me probeer te bedenken of we misschien een ambulance zouden moeten bellen voor een van onze - eh - huisgenoten. Of misschien eerder voor politieagenten, nu ik er nog eens over nadenk. Een glimlachje krult zich om mijn lippen, en ik kniel neer bij een van de glazen potjes die ik eergisteren nog in de natte aarde heb geplant. Een groot stuk zeil ligt eromheen, als een vreemd soort deurmat die iemand een beetje op een verkeerde plek heeft neergelegd. Bij nader inzien - heel erg op de verkeerde plek. De deur is tien meter verder, en om als ondergrond van het trampolinehuis dienst te doen ligt het ook te ver. Nu we het toch over de trampoline hebben - hij is omgewaaid. Arme Elisa. En ja, ook arme Shin, al is dat wat minder erg. Ik mag Shin niet zo, op de een of andere manier. Maar goed - terug naar mijn potje. Er zit een barst in de rand, de deksel is vervangen door een oud stukje stof, en er zitten twee gaatjes in de onderkant. Niet dat dat laatste een probleem is - dat is de bedoeling juist. Nu alleen nog wat regen, en het is een perfecte val voor alle wezens die je niet graag in je eten zou willen hebben. Voorzichtig trek ik het stukje stof op, maak onbewust een ‘hm’-geluidje als ik zie dat de regenwormen hier écht steeds dommer lijken te worden, en zet de glibberige beestjes op mijn hand. Dan ren ik weer richting huis, duw ik de deur open met mijn schouder en trap mijn schoenen uit, wetend dat het geen nut heeft aangezien de rest van ons hier straks weer komt binnenvallen, en dat wat zij aan hun schoenen zullen hebben heus niet schoner is dan modder. Ik schuifel de keuken binnen. Nog steeds niemand te bekennen - op Elvis na. Maar hij doet toch niets, op chagrijnig rondjes zwemmen omdat Suki hem verlaten heeft na.
‘Ook hallo,’ zeg ik maar, en huppel haast naar de gootsteen toe.
‘Wat zijn we weer lekker aardig.’
‘Hoor wie het zegt, dooie.’
‘Hé, ik heb tenminste niet - en wí¡t zijn dí¡t?’
‘Als Suki me niet zou vermoorden zou dit je avondeten zijn,’ mompel ik, terwijl ik voorzichtig een spatel onder het ijzer van de spoelbak duw. Met een krakend geluid schuift het hele stuk iets omhoog, en toont me het met zaagsel, aarde en vissenvoer gevulde aquarium dat van Elvis was voordat hij claimde niet van rechthoekig te houden. Zachtjes tik ik mijn nieuwe huisdiertjes bij de rest van de groep, vis een vaatje vissenvoer uit de kast en strooi het erbij. Geen idee wat regenwormen eten, maar zolang ze nog niet dood zijn is het goed. Wie weet komen ze ooit nog van pas. De herkenbare stem van de man die ik nooit anders heb gekend dan Jack - hoewel hij nog steeds zeurt dat ik hem best gewoon Johnny mag noemen - klinkt gedempt door de keuken heen, gevolgd door gelach, Daan die iets tegen Georg schreeuwt en een vreemd gerammel. Winkelwagenwieltjes. Snel duw ik de gootsteen weer terug op zijn plek, draai me om en weet nog net mijn spatel achter mijn rug te houden als een niet helemaal nuchtere Yasmine de woonkamer in rent, zonder me op te merken in de bank ploft en de theme-song van Star Wars neuriet. Na haar huppelt Suki de keuken binnen, gevolgd door Georg met een extreem rood gezicht en Daan die ‘hé Kol’ roept in zijn armen. Dorien op haar beurt botst tegen Suki op, zwaait naar me, valt bijna om en vraagt waar Kayley heen is. Alles wat ik hoef te doen is naar boven wijzen terwijl ik zo onopvallend mogelijk de la achter me probeer open te trekken.
‘En Nadezh?’
‘Eh. Weetikniet.’
Mijn vingers klemmen zich om het handvat heen, zachtjes trek ik het hout een stukje naar me toe.
‘En Tom?’
‘Nou, raad zelf maar.’
En als het goed in heb ik nu nét genoeg ruimte om - nee, nog een stukje. Oh fuck, ik haar krakende lades.
‘En jij? Wat heb jij gedaan?’
‘Oh, niets interessants, hoor.’
Een krakend geluid, een felle pijn in mijn rug, luid gerinkel, en tot slot een harde knal als de la het begeeft en neerkomt op de keukenvloer. Terwijl iedereen naar me kijkt.
‘Eh,’ is alles wat ik zeggen kan.
Een uur later, al het bestek is willekeurig weer teruggepropt in de la, die Georg - niet helemaal vrijwillig - weer aan elkaar getimmerd heeft. Jack en Yasmine zijn ergens waarvan ik eigenlijk helemaal niet wil weten waar - en ik hoop dat ze Kay en Tom niet storen, Elisa en Shin zijn onder de trampoline verdwenen, Nadezh is nog steeds spoorloos en de rest speelt Twister in de woonkamer. Of nou - toch niet helemaal. Ik speel in feite niet - ik draai en ik mag toekijken - en Bill is naar boven gestuurd om de was te gaan doen, eigenlijk alleen omdat hij de enige is die normaal T-shirts kan opvouwen. Ik grinnik als Daniëlle schreeuwt dat dat ene groene vakje van hí¡í¡r was, Georg spontaan de hik krijgt en River in een nogal vreemde pose staat - met zijn arm om Daan heen - en tegelijkertijd probeert te zien of hij Dorien al te erg beledigd heeft. Zachtjes tik ik tegen het pijltje.
‘River - linkerhand op groen.’
‘Wí¡at? Maar dat is - dat is - ’
Met een vreemde afschuw glijdt zijn blik naar Georg, wiens hele lijf zo’n beetje boven de kleine groene rondjes op het matje zweeft. En de enige vrije plek is bij zijn benen. Daniëlle proest het uit van het lachen en valt meteen bijna, Georg schreeuwt iets dat klinkt als ‘als je het waagt!’ en Do weet kennelijk niet of ze heel hard moet gaan lachen of juist het tegenovergestelde. Centimeter voor centimeter schuift Rivers hand naar uitgerekend dat plekje waar hij hem niet hebben wil. En dan is het mijn beurt weer.
‘Rechtervoet op rood. Voor eh - Dorien.’
Ik heb het amper uitgesproken en ik weet al dat dat haar niet lukken gaat. En ik heb gelijk. River krijgt een knie tegen zijn neus, valt boven op Georg, die met één zwaaiende arm Dorien van de mat af weet te slaan en daarna Daniëlle in haar zij schopt. Geschreeuw mengt zich met gelach als River zijn neus vastgrijpt en naar de keuken rent voor een zakdoekje. Het kon ook gewoon niet goed gaan. Correctie - niets kan hier goed gaan.
Nyap, gewoon pure onzin. Sorry. ^^''
En nu moet Dezh weer. Of Kay. Ofiemandanders.
Reacties:
*probeert zich heel stil dood te lachen om tvkijkende familieleden niet te storen*
Ik vind dat Kol vaker moet schrijven
Omg
Geweldigheid die perfect past bij TFT. En FanFic.
Ideetje, laten we morgen twister spelen in Antwerpen.
Nou, oké, dan worden we echt enorm vreemd aangekeken denk ik. o.o
Ik wil een echte Dekkers Mansion waar jullie allemaal zijn.
Dat zou nogal eens een leven zijn. Lekker chill, geen school, we moeten ons nergens zorgen over maken.
Wacht nee, dat laatste klopt niet, want we maken ons juist wel zorgen.
Of Elvis wel genoeg eet en of Gustav geen goudvissen eet - per ongeluk, my ass - en of Daantje Georg niet doodslaat met een zweep ofso.
Auwtch.
Oké.
Nou.
Je hebt gelijk.
Nu moet Dezh weer.
Want waar hangt zij uit?
En ik en Tom... *wbw*
Ohmy... Kol! *strijk*
Dit is echt geniaal x"D
Nee. Wacht.
Oh, echt, ik kom niet meer bij voorlopig.
Vooral dat twister, jezus, geweldig x"D
Alleen, weet Daan niet of ze Rivers hand dí¡í¡r zo leuk vindt (in beide gevallen).
Sorry spoken, jullie zijn eng. Please don't kill me...