Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Cinema Bizarre » Start all over » Hoofdstuk 19, Downstaires again

Start all over

14 maart 2010 - 15:30

890

0

322



Hoofdstuk 19, Downstaires again

[i]Ik steek maar wat kaarsen aan. Kaarsen, doen me denken aan gezelligheid, kerstmis..liefde..[/i]

Weken vol ellende kruipen voorbij. Een paar uitbarstingen op school. Iedereen zeurt aan mijn hoofd wat er is. Ook leraren doen het. De andere jongens zijn hartstikke lief voor me. Doen leuke dingen met me. Behalve Kiro… Het is allemaal goed bedoelt. Maar vergeten doe ik het toch niet. Ik kan langzaam maar zeker steeds meer herinnering weg stoppen in een diep en donker hoekje in mijn hoofd. Ik leer er langzaam mee omgaan.

Please go away, come never back again..



Nog een paar weken verder fiets ik door de stad. Het is een heerlijke dag. Ik voel me sinds tijden weer echt vrolijk. Ik kan weer echt lachen. Lachen dat ik het ook echt meen. Vogeltjes fluiten ook al schijnt er geen zonnetje. Die zit verstopt achter een dikke laag wolken. Maar die doen me niks. Die kunnen mijn vrolijke bui niet aantasten. Waar die vandaan komt? Ik heb geen idee. Er is niks om vrolijk over te zijn eigenlijk. Er is niks bijzonders gebeurt. Misschien heb ik, zonder het zelf te weten, de laatste Kiro herinneringen weg gestopt. Geen reden meer om verdrietig te zijn. Het is inmiddels ook al 3 maanden geleden. Bloemetjes beginnen boven de grond te kruipen. Een boom is gehuld in een prachtig kleed van bloesem. Een zoete geur hangt in de lucht. Ik rijd een extra groot rondje door de stadt. Maar dat ik eindelijk weer eens kan genieten wordt mij blijkbaar niet gegund. Om het hoekje van de school komt Kiro aan gewandeld. En hij is niet alleen. Hij loopt hand in hand met een jongen die ik niet ken. Hij wend zich tot de jongen, maar als hun lippen elkaar bijna raken krijgt hij mij in de gaten. De glimlach om zijn lippen verdwijnt. Mijn hart, dat net weer een beetje aan elkaar begon te groeien, wordt met een gloeiendhete steekvlam tot as verteerd. Mijn benen stoppen met bewegen. Seconden lang kijken we elkaar aan. Dan roept hij me, met zijn warme stem. Zijn stemgeluid schud me wakker. Ik wil die stem niet horen. Ik wil niet horen wat voor lulverhaal hij op wil hangen. Ik zet het op een fietsen. Alles wat Kiro naar me roept dringt niet tot me door. Tranen branden achter mijn ogen. Ik voel me flink genaaid. Ook al slaat dat nergens op. Waarom nou zo net voor mijn neus? ‘’Anne asjeblieft!’’ Klinkt er nog net voor dat ik de straat uit rijd. Dat is de druppel die de emmer doet overlopen. Tranen biggelen ober mijn wangen. Uit de donkere lucht boven me vallen dikke druppels naar beneden. Ik neem niet de moeite om mijn cappicoun op te zetten. Het gaat steeds harder regenen. Zoete regendruppels mengen zich met mijn zoute tranen. Waarom heeft hij niks gezegd? Waarom moest ik hem zo tegenkomen? En net nu alles beter ging. Wordt niks me dan meer gegund? Zwart glimmend wegdek flitst onder me door. Een lichtflits verlicht de donkere wereld om mij heen. Niet snel daarna volgt een klap. Ik ben nooit bang voor onweer geweest. Maar nu wel. Het intense gevoel van eenzaamheid, de trieste regen en donkere lucht, in combinatie met het onweer doet me niet veel goeds. Het is ijskoud. De harde druppels doen pijn aan mijn gezicht. Mijn jas begint door te raken. Thuis flikker ik mijn fiets neer en open de deur. De lampen gaan niet aan als ik de schakelaar omhaal. Ook dat nog. Het enige geluk dat ik schijn te hebben is dat er verder niemand thuis is. Ik strompel naar boven en stroop mijn natte kleren van mijn klame lichaam. Ik pluk een warme trainingsbroek een veel te groot vest uit de kast. In het voorbijgaan naar beneden, zie ik iemand in de spiegel. Een bleek meisje, met uitgelopen make-up. Haar hangt als natte slierten langs haar hoofd. Doffe ogen staren mij aan. Ik herken mezelf niet meer. Ben ik dat echt? Snel kijk ik de andere kant op. Ontvlucht mijn spiegelbeeld. Als ik water in de waterkoker giet, bedenk ik me dat die het ook niet zal doen. Dus ik giet het maar in een pannetje. Ik kruip met een warme kop dampende chocomel op de bank. Het is akelig stil en donker in huis. Ik steek maar wat kaarsen aan. Kaarsen, doen me denken aan gezelligheid, kerstmis..liefde.. Ik kan een snik niet onderdrukken. Ik staar naar de flikkerende vlammetjes. Stomme kaarsen. Niks leuks aan. Dan gaat de deurbel. Ik staar verschrikt in de richting van de gang. Ik sta op en open de deur van de gang. Bij de voordeur blijft mijn hand twijfelend in de lucht hangen. Maar ik open uiteindelijk toch de deur. Voor me, in de zijkregen, staat Kiro. Mascara zit op zijn kin en zijn haren hangen slapjes langs zijn gezicht. Ondanks deze trieste aanblik kan ik mezelf niet beheersen. ‘’Klootzak!’’ Schreeuw ik. Ik bal mijn handen tot vuisten. Mijn mond gaat open, maar sluit elke keer weer. Ik probeer meer woorden naar zijn hoofd te slingeren. Ik wil schreeuwen dat hij op moet rotten, dat ik hem haat, dat hij niet ziet wat er is. Maar het liefst dat ik hem nog niet vergeten ben..En hij mij blijkbaar wel. Of toch niet? Gefrustreeds snikkend zak ik tegen de muur op de grond, verstop mijn hoofd in mijn handen. Waarom is alles zo vertieft moeilijk?


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.