Hoofdcategorieën
Home » Overige » 21st Century Breakdown » [1.3] She's a Rebel
21st Century Breakdown
[1.3] She's a Rebel
Haar wandeling over het pad was voorbij. Hun gigantische, eikenhouten voordeur doemde voor haar op. Ze legde haar bleke hand om de deurklink en duwde hem naar beneden. Terwijl ze trok ging de deur luid krakend open. Met even lichte en sierlijke pasjes als altijd liep ze de met grote stenen betegelde hal in. Achter haar ging de deur weer dicht. Ze snoof het laatste restje van de koele avondlucht op. Even keek ze om zich heen. Vanuit de woonkamer kwam een dun streepje licht door het kiertje tussen de deuren. De deur naar de keuken zat dicht, dus ze kon niet met zekerheid zeggen of daar mensen waren. Verder maakte de gigantische inkomsthal, die zich door de hele breedte, en dat was nogal wat, van het huis uitstrekte, een verlaten indruk. Celine besloot dat ze eerst naar de keuken zou gaan, om de koelkast te plunderen, en haar buit daarna boven op te eten. Of ze op haar kamer, die ze deelde met haar zussen Angelique, Leya en Alice, of op het dak zou eten, zou ze dan wel zien.
Ze probeerde zo min mogelijk geluid te produceren terwijl ze naar de keukendeur liep. Met een zwaai trok ze hem open, zodat ze naar binnen kon. De geur van spruitjes trok haar neusgaten binnen. Deze keer had ze geluk dat ze weg was gebleven, spruitjes stonden redelijk hoog op haar dit-eet-ik-dus-niet lijst. Niet dat er normaal hele geweldige dingen op tafel stonden, meestal bestond de maaltijd uit een miezerig stukje vlees of vis met een kleine portie slecht bereidde groente. Desserts werden alleen opgediend als er bezoek kwam, normaal gezien was alle zoetigheid taboe in dit huis. Dat was de manier van haar ouders om aan God te laten zien dat ze goed genoeg waren voor de hemel, iets waar Celine van walgde. Je leeft maar één keer, daarna is je toekomst onzeker, dus maak er wat van, en houdt op met je gebazel. Helaas ging dat er bij haar ouders niet in, waardoor ze er niets mee opschoot. De keuken was op haar na verlaten. Gelukkig, dacht Celine. Nog zoiets van haar ouders wat Celine niet begreep. Ze aten maar drie keer per dag, ontbijt, lunch en diner, waarvan ze bij de eerste twee maaltijden met z’n achten hetzelfde aten als één normaal persoon tijdens een normale dag, en de laatste ook armzalig was. Buiten deze tijden was het streng verboden om te eten, maar Celine trok zich er meestal weinig van aan. Twee keer werd ze betrapt, en de vijf dagen in de kelder met zweepslagen die daarop volgden waren geen pretje. Toch liet ze zich niet weerhouden, ze had honger.
Op haar tenen sloop ze naar de ijskast, om te kijken of er iets eetbaars in stond. De inhoud was schaars, vooral de spullen die je niet eerst moet opwarmen voor ze eetbaar zijn, maar na even rommelen vond ze toch een paar dingen. Snel sloot ze de koeling weer, zodat ze naar boven kon glippen voor ze gesnapt werd. Ze sloop de keuken uit, en sloot de deur weer achter zich. Net toen ze de trap op wou lopen hoorde ze een stem vanuit de woonkamer.
‘Celine?’ Het was onmiskenbaar haar vader. Naar boven gaan en doen alsof ze het niet gehoord had had geen zin, tenzij ze de komende dagen graag in de kelder wou doorbrengen. Met een zucht stond ze stil. Even gleden haar ogen door de hal, op zoek naar een verstopplaats voor het eten. Al snel had ze er één gevonden, onder de trap. Het was niet echt geweldig, maar ze had weinig tijd, en als het aan haar lag kon ze het zo mee naar boven nemen. Bovendien, wie zou er zonder reden onder de trap kijken? Ze legde de spullen zo onopvallend mogelijk neer, en slenterde toen met tegenzin naar de woonkamer.
‘Ja? Wat.’ Haar stem klonk hard in de warm ingerichte ruimte. Het was er ook warm, door het vuur dat in de openhaard brandde.
‘Kom zitten.’ Ondanks dat de stem van haar vader uitnodigend klonk, wist ze dat het een keihard bevel was. Om problemen te voorkomen deed ze het ook maar. ‘Celine, we zien je zo weinig. Je bent altijd maar boven of buiten, hoe kunnen wij je nou leren hoe je goed moet leven? En je bezoekt de kerk ook nooit meer…’
‘Tijdsverspilling,’ mompelde ze zacht, maar kennelijk toch iets te hard, want haar vader stopte met zijn ellendelange preek.
‘Wat zei jij daar?’ zijn harde ogen boren in het gezicht van zijn dochter.
‘Tijdverspilling,’ zei ze nogmaals, deze keer iets duidelijker. De ogen van haar vader leken vuur te spuwen.
‘Celine Avangeline Goodness!’ Geërgerd keek Celine hem aan. Ze walgde er van als mensen haar hele naam gebruikten. Als ze Celine zeiden wist ze ook wel dat ze haar bedoelden. Bovendien vond ze haar tweede naam, Avangeline, echt om te kotsen. En dan was ze nog niet over haar achternaam begonnen, Het was als een brandmerk. Iedereen in First Heaven wist dat de familie Goodness het district regeerde, het was nogal moeilijk om dat niet te zien, aangezien haar vader dat op alle mogelijke manieren duidelijk probeerde te maken. Het straalde iets uit, iets liefdevols, braafs. Als je over First Heaven zou lezen, zou je bij de naam Goodness meteen aan mensen die allemaal braaf naar de kerk gaan denken. Mensen die nooit een wet ovetreden, zelfs geen kleintje. Maar in Celines geval was niets minder waar. Ondertussen ging Petrus, Celines vader, vrolijk door met zijn preek. Hij leek niet door te hebben dat Celine alleen vaag iets opgevangen had over ‘Gods wraak’ en ‘Eeuwig branden in de hel’.
Toen Petrus klaar was met zijn preek bleef Celine rustig zitten. Ze voelde dat het geen zin had om hem te smeren, in de bui waarin haar vader nu verkeerde. Waarschijnlijk zou ze het dan alleen maar erger maken. Half onderuitgezakt zat ze op de harde, antieken bank. Ze staarde wat naar de blokken hout, die langzaam wegteerden in het vuur. Het wierp een fel oranje schijnsel op het tapijt voor de openhaard. De gedempte stemmen van haar ouders drongen door in haar oren, vermengd met het gelijkmatige getik van de klok en het geknetter van de vonken. Wat ze precies zeiden wist Celine niet, maar de kans dat het haar interesseerde was net zo groot als de kans dat er op dit moment marsmannetjes een voetbaltoernooi hielden op de Saturnus. Waarschijnlijk ging het over problemen in het district, de o zo interessante preek die de dominee vandaag had gehouden of één van de vele bladzijden in de Bijbel. In ieder geval, niets wat het luisteren waard was.
Reacties:
Ik vind het echt eengoed verhaal en ben nog niet in slaap gevallen
Je schrijft en beschrijft het goed.
Can't wait till the next chapter
o.o
arme zij. :I
muh. watmoethetvreselijkzijnomzote. eh. leven. armeCeline. arme,armeCeline. ikhebzinomhaaroptegaanzoekenenhaarzo - whoesj - hetCurseddeelintegooien.
ja. datzouikmoetendoen. maar dat kan ik niet, dat kan jij alleen. jij, als Almachtige Schrijver-figuur die geweldig is. ^^
entrouwens - verrothaaretennuniet? I;
nouja. vastniet.
enenen. zeheefteenhondnodig. Celine. [vraagmenietwaarom. hetzougewoonleukzijn. ^^'']
enenenen. we vallen niet in slaap. o.o
echt. absoluut. niet. o.o''
hetistegeweldigominslaaptevallen.
netalsjij. ^^
zo. ennustopikmetonzintypenenwachtiktothettijdisvooreennieuwstukje.
*gniffel* Ik vind spruitjes lekker.
Mheee, Daantje, dit is niet om bij in slaap te vallen! Dit is om bij op het puntje van je stoel te zitten en aan het computerscherm te blijven kleven en aan het einde van het stuk te denken: Nou, ik wil nog. <3
Want ik wíl nog! Mhii! *-*
21st is geweldig, Daantje, zoals alles wat jij schrijft.