Hoofdcategorieën
Home » Overige » Stand Alones » I'll Follow You
Stand Alones
I'll Follow You
Ik slenter door de straten, richting het kerkhof. Het kerkhof waar mijn tien minuten jongere tweelingbroertje ligt. Gestorven, op twintigjarige leeftijd. Op het podium.
Waarom? Dat weet niemand. Wist ik het antwoord op die vraag maar, dan had ik rust in mijn hoofd. Nu vraag ik me constant af wat er met hem aan de hand was. Ik weet alleen dat hij heel snel moe was. Misschien was het hem teveel geworden, was hij ingestort.
'Bill, ik mis je...' fluister ik, mijn ogen strak op de hemel gericht, al weet ik dat ik geen antwoord kan krijgen...
'Tegen wie praat jij nou weer,' zegt een klein jongentje vragend, 'zie je geesten of zo?'
Ik schud mijn hoofd. Geesten en dat soort dingen hebben mij nooit geinterreseerd. Totdat mijn broertje kwam te overlijden. Toen ging ik er steeds meer over denken.
'Oke, doei!' roept het jongentje en hij fietst verder. Ik schud verbaasd mijn hoofd.
Ik sla de hoek om en loop het kerkhof op, richting het graf van mijn broertje.
Voor zijn graf kniel ik voorzichtig neer. Het enige graf op het hele kerkhof waar nog veel levende bloemen liggen. Eerst werden ze altijd weggehaald, maar omdat de fans, en ik ook, er elke dag wel nieuwe neer kwamen leggen, hebben ze dat opgeven.
'Bill, waarom... Ik mis je, ik dacht dat, als we gingen, we samen zouden gaan...' breng ik moeizaam uit. Na enkele seconde voel ik tranen achter mijn ogen prikken, maar ik hou me in. Ik wil niet huilen, niet nu. Thuis laat ik alle tranen eruit stromen, nu niet...
'Ik meen het, ik mis je. Ik wens echt zo hard dat je bij me was. Al was het als geest, ik zou zo blij zijn als ik je kon zien...'
'Draai je om dan,' klinkt er van achter me en ik draai me meteen om. Ik zie mijn broertje staan, alsof hij nog leeft. Met de kleding aan die hij het liefste aanhad, alsof hij meteen na zijn dood als geest naar huis is gegaan om zich om te kleden, wat typisch Bill zou zijn. Ik wil op hem aflopen, hem om zijn hals vliegen, maar ik wil me ook inhouden. Ik wil in huilen uitbarsten, maar ik wil me ook groothouden. Ik wil gillen, maar iets in mij zegt dat ik dat beter niet kan doen. Bovendien wil ik ook niet geloven dat mijn broertje er echt staat. Dat ik geesten zie. Maar iets in mij zegt dat dit zo goed is. En om eerlijk te zijn, had ik een geest verwacht als een vage schim, maar hier ziet Bill er uit als... een levende?
Is dit echt mijn broertje, of is het een zieke grap? Herhaalt het zich in mijn hoofd. Ergens, diep van binnen, weet ik dat dit echt mijn broertje is.
'Bill?' vraag ik dan uiteindelijk en steek mijn hand uit.
'Ja, Tom. Ik ben het echt. Misschien niet als levend persoon, maar ik ben hier. An deiner Seite.' fluistert mijn broertje.
Mijn ogen vullen zich met tranen, tranen die meteen over mijn wangen stromen zonder dat ik het zelf besef.
Ik zucht diep en Bill loopt naar me toe. Hij slaat zijn armen om me heen en tot mijn grote verbazing voel ik dat hij me aanraakt.
Ik dacht altijd juist dat zijn armen als het ware door me heen zouden gaan, dat hij me niet zou kunnen aanraken.
In mijn hoofd weet ik zoveel dingen om aan hem te vertellen, maar ik krijg geen woord over mijn lippen.
'Tom? Gaat het wel?' vraagt Bill en ik knik zwakjes.
'Bill? Wat was er die avond gebeurd?' Vraag ik voorzichtig.
'Ik weet het niet, Tom, ik weet het echt niet. Ik weet zelfs niet welke liedjes we hebben gespeeld, op één na; het liedje waarop ik stierf; Hilf mir fliegen. Ik weet wat ik aanhad, ik weet dat ik het bijna het hele liedje bij jou stond. Ik weet het laatste zinnetje dat ik zong, maar wat er vóór dat liedje allemaal gebeurd was, ben ik vergeten...' zegt Bill angstig.
Ik sla mijn armen om hem geen, nog steeds verbaasd over het feit dat zoiets kan bij een geest.
'Welk zinnetje was dat dan, Bill?' Vraag ik even nieuwsgierig als altijd.
'Ich hab' Fernweh,' zingt Bill voorzichtig, 'ich will zurück.' Hij zucht diep.
'Ik heb ook heimwee. Heimwee naar de mooie momenten met mijn broertje, heimwee naar de concerten die we speelden,' fluister ik zachtjes.
'Ik mis je, Tom. Maar ik beloof dat ik altijd bij je zou zijn, vanaf nu. Nur an deiner Seite.' zegt hij en ik glimlach zwakjes.
'Kom, we gaan lopen,' zegt mijn broertje en ik knik, Onderweg doe ik een oortje van mijn mobiel in, mochten mensen me raar aankijken als ik ga praten - hun kunnen Bill niet zien.
Samen met Bill loop ik het kerkhof af. Meteen schijnt de felle zon in mijn ogen en ik glimlach.
'Hoe reageerden de fans trouwens, Tom?' Vraagt Bill en ik hoor aan zijn stem dat hij twijfelde om dit te vragen.
'Huilen, gillen. Sommige gingen op de grond zitten met hun hoofd op hun knieën, wat me nog verbaasde dat dat kon, maar oké, het was niet zo heel druk,' zeg ik zachtjes.
'Ook zij missen je, Bill. Maar ze weten dat je niet terug in je lichaam kan,' vervolg ik mijn zin.
'Tom, zullen we naar ons... ik bedoel, jouw huis? Daar voelt het denk ik wat vertrouwder of zo,' vraagt Bill en ik knik.
Samen lopen we richting mijn huis. Eenmaal daar aangekomen maak ik de deur met kleine moeite open en loop ik naar binnen.
'Tom?' zegt Bill aarzelend als we in de woonkamer staan.
'Ja?'
'Ik heb heimwee.'
Verbaasd kijk ik mijn broertje aan. Het is misschien logisch dat hij heimwee heeft, maar toch verbaasd het me.
'Heimwee? Heimwee waarna, Bill?' Vraag ik dan.
'Naar ons huis, naar de concerten, naar Geo en Gus, naar Tokio Hotel... En vooral naar de geweldige momenten met mijn broer,' zegt Bill zacht.
'Ik ook Bill, ik ook. I'll follow you. Want ik ben echt heel blij dat ik je weer zie, maar ik weet niet... Zonder levende Bill kan ik minder en heb ik het gevoel dat ik iets mis,' zeg ik met een lichte nadruk op 'I'll follow you'.
'Tom, nee! Dat vergeef ik mezelf nooit! Dan... dan pleeg je zelfmoord voor míj,' roept Bill uit.
'Nou en. Al pleeg ik zelfmoord, Bill, voor jou heb ik zoiets over.'
Bill kijkt me aan en zijn ogen vullen zich met tranen, tranen die langzaam over zijn wangen stromen.
'Echt waar, Tommi? Meen je dat?' Vraagt mijn broertje vol ongeloof.
'Ja, Bill. Voor jou heb ik alles over. Je bent mijn tweeling broertje, voor jou durf ik mijn leven op te offeren,' zeg ik met een flauwe glimlach.
'Ik houd van je, Tom,' zegt hij dan.
'En ik ook van jou, broertje.'
Dagen kruipen voorbij en ik die dagen heb ik steeds liever dat de 'echte' Bill bij me is. Steeds meer en steeds vaker denk ik erover na om zelfmoord te plegen, puur omdat ik gewoon niet zonder mijn broertje kan. En al is hij nu bij me, ik heb het gevoel dat ik iets mis.
'Bill?' Vraag ik voorzichtig.
'Ja?'
'Stel... Stel, ik ga zelfmoord plegen. Als ik dan van een flat spring, wil je dan... Wil je dan met me meegaan? Ik wil niet alleen gaan. Niet nu...' zeg ik zacht en besef dan dat het nog best dom klinkt.
Bill kijkt me even aan en dan knikt hij heel voorzichtig en ik kijk hem heel dankbaar aan.
'Dankje, Bill! fluister ik en ik vlieg hem om zijn hals.
'Maar... Maar wanneer wil je dat dan doen, Tom?' vraagt Bill bang.
'Vanavond.'
Mijn broertje spert zijn ogen wijd open.
'Maar Tom... Waarom, als ik het vragen mag?' zegt hij.
'Ich will endlich bei dir sein,' antwoord ik.
'Ik ben bij jou, jij bij mij. Misschien ik niet in levende lijve, maar je bent bij me.'
'Ja, maar je bent er inderdaad niet in levende lijve. Als ik dood ben kunnen we de dingen doen de we altijd al deden, behalve muziek maken dan!'
Bill slikt voorzichtig.
'Kijk Bill. Ik ben echt heel erg blij dat je bij me bent, maar het voelt alsof... alsof ik iets mis.' zeg ik heel zacht.
'Oké. Ik ga met je mee, Tommi. Omdat jij het bent,' fluistert mijn broertje.
Die avond loop ik met Bill aan mijn zijde naar de hoogste flat in Berlijn. Als we bij de flat zijn duw ik de deur met kleine moeite open en lopen we naar binnen.
Bijna meteen daarna ren ik naar het trappenhuis en loop de vijftig trappen op. Eenmaal boven duw ik de grote, zwarte deur open en loop, gevolgd door Bill, naar buiten waardoor we nu op het dak van de flat staan.
Meteen begint Bill het refrein van Spring Nicht te zingen. Ik zucht diep en meteen houdt hij op.
Ik loop naar de rand van het gebouw en ga er op staan. Mijn broertje komt naast me staan en hij pakt mijn hand vast.
'Bill?' vraag ik bang.
'Ja, Tom?'
'Is het... Is het mooi daarboven?' Vraag ik en ik bloos.
'Ja, Tom. Dat is het zeker. Niemand heeft commentaar op je, er zijn geen stalkers en de zon schijnt. Je zou het bijna het paradijs kunnen noemen, Tom,' is zijn antwoord.
Ik besluit dat ik daar best tevreden mee mag zijn en ik knik.
Ik laat mijn blik voor de aller laatste keer in mijn leven over Berlijn ga en laat me dan voorover vallen, mijn broertje zijn geest meetrekkend in mijn val.
'Bill, ik houd van je.' zeg ik zacht en trek hem tegen me aan.
Net voordat we op de grond belanden leg ik mijn hoofd op zijn schouder en in enkele seconden flitst alles van de aflopen twintig jaar voorbij. En dan is alles zwart.
Daarna volgt een harde klap en een witte flits. Ik open mijn ogen langzaam en kijk om me heen. Ik voel dat ik de hand van Bill nog steeds vast heb en ik laat hem los.
Voorzichtig knipper ik met mijn ogen en kijk voor de tweede keer om me heen.
De lucht is blauw en er staat een zacht briesje. Er lopen mensen voorbij, vrolijk lachend en de bloemen bloeien volop.
'Wow, Bill, dit is prachtig...' fluister ik.
'Ja hè?' Antwoordt Bill. 'Kom.' vervolgt hij zijn zin.
Hij pakt me bij mij pols en trekt me mee naar een huis. Lichtelijk verbaasd om het feit dat er in de hemel huizen zijn frons ik heel even mijn wenkbrauwen. Bill opent de deur en sleurt me mee naar binnen.
Mijn mond valt open als ik in een van de hoeken van de kamer één van mijn gitaren zie staan.
Bill ziet het en zegt met een glimlach; 'Ja, Tom. Jij zei dat we alles konden doen wat we voorheen deden, daar had je gelijk in. Maar toen je zei "behalve muziek maken" had je geen gelijk.'
Ik glimlach.
'Dit is dus echt de hemel, Tom. En met mijn broer erbij is het hier voor mij perfect,' vervolgt Bill zijn zin.
'En weet je wat, Bill?' vraag ik en Bill schudt zijn hoofd.
'Voor mij is het hier meer dan perfect, de leegte die ik voelde, het gevoel dat ik iets miste, is weg.' zeg ik en ik geef mijn broertje een knuffel.
Reacties:
JA JOH -
Mijn naam onder DRIE verhalen, op ÉÉN dag, jullie moeten me hebben vandaag.
Maar okee, danke <3
Mooi <3