Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » When you save my life.[Twincest] » 4.
When you save my life.[Twincest]
4.
Ik lees de brief en ga der gewoon heen. Ik pak vast me tas en doe mijn mobiel, mes, sigaretten, mijn geld en sleutels der in. “Bill, kan je voor mij die pizza der in doen?”¯ “Maar mam ik wil net roken.”¯ “Dan steek je hem maar aan in de keuken. En dan mag je vanaf nu binnenroken. Ik ben het zat dat je naar buiten moet. Je bent al zo mager, en omdat het best koud kan zijn. Verbrand je alleen maar calorieën.”¯ “Mam ik weeg gezond, ik ben 58 kilo.”¯ “Bill je bent 18, je hoort meer te wegen. En trouwens je bent 1.89 dus dan moet het zeker.”¯ “MAN! Ik eet al zo veel! Ik eet elke week pizza omdat jij mij niet naar een anorexia kliniek wil hebben! Ik eet super veel, maar als je zo doet word ik echt gek.”¯ “Bill, lieverd. Ik wil niks liever dan jou gezond hebben. En je moet daar voor echt aankomen. Ik wil niet dat je net als je broertje uit huis word gezet.. En dat ik je nooit meer zie.”¯ “Maar mam, Tom is al langer dan ik me herinner der niet meer. Al paar jaar. 17 jaar. En ben nu 18. Mam, dat gebeurt niet ik beloof het.”¯ “Mooi schat. Het komt helemaal goed.”¯ Als ik me sigaret heb opgestoken en de pizza in de oven heb gedaan ga ik tv kijken. Ik zie niks boeiens dus kijk ik in de dvd box. En zie een dvd met de titel “Bill Kaulitz 01 09 1990”¯ ik kijk de dvd en zie dat ik daar alleen zit. “Bill waar is Tom?”¯ “Tom is weg, ik nu alleen.”¯ “Waar is Tom heen dan?”¯ “Die is weg, door mensen die hem gingen stelen, ze hebben myn broer gestolen.”¯ Ik begin zachtjes te huilen. Ik heb myn broer al zo lang niet gezien. Ik zet de dvd maar uit. En pak mijn moeders pizza uit de oven en begin langzaam te huilen. “Lieverd, het komt allemaal goed. We gaan je broer een keertje opzoeken.”¯ “Mam, dat hoeft niet.”¯ - Tring. - “Met Bill Kaulitz?”¯ “Hallo Bill, is je moeder ook thuis?”¯ “Ja, komt ze.”¯ “Met Simone?”¯ “Met Sandra Buurman, ik hoorde dat uw zoon erg word gepest, en liever niet het huis uit gaat. klopt dat?”¯ “Ja, dat klopt.”¯ “We hebben een gesloten inrichting voor zulke jongens, en we hebben een plekje gevonden in Berlijn. Zou uw misschien vandaag in de gelegenheid zijn om langs te komen? Met Bill?”¯ “Ja dat zou kunnen, want Bill is nu thuis.”¯ “Oké, ik geef u het adres.”¯ Ik hoor mijn moeder het adres over schrijven en hoor het haar herhalen, waar zou dat adres voor zijn? “Bedankt, en tot vanmiddag.”¯ Hoor ik mijn moeder zeggen.
Oeeh, een instelling voor Billa?