Hoofdcategorien
Home » Tokio Hotel » Humanoid » World Behind My Wall
Humanoid
World Behind My Wall
World Behind my wall
Zowel voor Ven als voor Willie was dit een speciale dag. Buiten het feit dat Thomas twee dagen geleden langs was gekomen, was er nog iets dat Ven dwars zat.
Vandaag moest ze op controle bij de dokter, en niet de gynaecoloog, maar een andere. Terwijl ze zich klaarmaakte, bedacht ze zich nog net dat ze nog niet ontbeten had. Willie sliep nog. Hij moest voldoende uitgerust zijn voor vanavond, want een vijfde verjaardag vierde je niet elke dag. Willie was een eerder op zichzelf gerichte jongen thuis. Hij kon soms erg serieus zijn waardoor hij wel ouder leek dan hij werkelijk was. Ven had zich er al vaker zorgen over gemaakt. Hij ging nu al enkele maanden naar het eerste leerjaar, en had hele goede vrienden op school. Hij was er altijd het zonneschijntje. Thuis had hij dan weer bij zijn aankomst een serieuze buiwisseling. Kinderen met gescheiden ouders hadden dat blijkbaar meestal.
Ven schrok wakker toen haar wekker ging. Ze was ingedommeld en had geen tijd meer om te ontbijten. Zo snel ze kon greep ze naar haar jas en stormde ze naar beneden. Mélanie kreeg nog net de instructies van de ochtend mee.
Natuurlijk was Georg zo vriendelijk om jaar te brengen sinds haar motor naar de vaantjes was gereden. Een auto-rijbewijs had ze eenmaal niet. Enkel Mélanie was in staat om dat ding in de garage te berijden.
Maandelijkse controle weer? vroeg Georg. Ven glimlachte even terwijl ze zich tegen zijn rug aandrukte, bang om te vallen.
Het is beter dan de vrouwendokter, zei ze. Georg begreep meteen wat ze daarmee bedoelde, en klopte zachtjes op haar hoofd. Het was duidelijk dat hij zelfs met twee op één motor met één hand kon rijden.
Eenmaal aangekomen in het ziekenhuis zag Ven dat er niet veel volk was, wat haar opgelucht deed ademhalen. Ze stapte naar het onthaal om zich aan te melden, maar door gewoon naar haar te kijken wisten ze al waar ze haar naartoe moesten sturen. In dit geval moest ze even in de wachtzaal zitten omdat haar dokter in een operatie zat. Het ging maar tien minuten duren, zeiden ze.
De dokter zijn naam was Richard Davidsohn. Hij was half robot en half mens. Lang geleden had de man een erge brand meegemaakt, en buiten grote brandwonden had de arme man ook nog een heleboel zwaar puin op zich gekregen. Bijna al zijn botten in zijn lijf waren aan stukken, en zijn collegas moesten zijn eigen Davidsohn-methode gebruiken om hem te redden. De Davidsohn-methode vergde jarenlang genezing, en maandelijkse controle om te kijken of het robotlichaam zich niet tegen zijn drager ging keren.
Ven ging zitten, maar Georg bleef staan. Hij hoorde Vens maag knorren, en probeerde haar te overhalen om iets in de automaat te gaan halen. Natuurlijk wou ze weer niet toegeven. Ze weigerde vriendelijk en staarde voor zich uit. Georg zweeg voor de rest. Ven begon uit verveling over haar been te wrijven en staarde in het rond.
En toen zag ze de man tegenover haar. Hij zag er moe uit. Zijn haren zaten in een staart, en buiten zijn ogen, waarvan de rechtse omringt was door een lichtbruin lidteken, kon ze niets van zijn gelaatstrekken zien. Op het eerste gezicht leek hij op Thomas, maar die had een lidteken aan zijn linkeroog. Toeval. Hoewel de man zijn hoofd naar beneden hield, leken zijn donkere ogen Ven aan te kijken. Ven huiverde zachtjes.
Mevrouw Aora? werd er gevraagd door een al te bekende mannenstem. Ven keek op, en tegelijk ook de man tegenover haar. Twijfelend stond Ven op en stapte ze weg, gevolgd door Georg. Maar net toen Ven besefte dat ze haar jas vergeten was, holde ze snel terug.
De vreemde man was weg.
Bij de dokter was het zoals altijd hetzelfde. Ze begroetten elkaar door de hand te schudden, spaken over het nieuws dat ze te vertellen hadden en dan ging Ven zitten op de stoel die haar werd aangewezen.
Dokter Davidsohn lachte even, en ook Georg leek een seintje van vermaak zien.
Venice, je komt hier toch vaak genoeg om te weten dat je je linkerschoen moet uittrekken?
Ven wist het inderdaad, ze was het gewoonweg vergeten. Met een rood aangelopen gezicht trok ze haar linkerschoen uit en wachtte ze op Davidsohn.
Ven had enkele jaren geleden een ongeluk gehad met haar brommer terwijl deze op vliegstand stond. Dat had haar haar durf om te vliegen en haar linkervoet gekost. Thomas was getuige geweest. Het was nog voor haar huwelijk gebeurd. Thomas kwam met zijn eigen brommer aanrijden, en samen probeerden ze hun nieuwe vliegstand uit. Helaas liep het voor Ven minder goed af dan voor haar vriendje toentertijd. Hij had haar bewusteloze lichaam naar het ziekenhuis gedragen terwijl hij zelf onder het bloed zat. Vens bloed.
Dokter Davidsohn beval Ven zoals altijd om haar voet af en toe te bewegen. Op en neer, op en neer, naar links en naar rechts, draaien, andere kant, staan op de voet. Het zag er piekfijn in orde uit. Ven voelde zich er niet echt beter op. Het was altijd in orde. Misschien één keer was er een schroef losgeraakt, en moest ze via een operatie terug vastgemaakt worden. Het was nogal een ervaring.
En hoe is het met Willie? vroeg dokter Davidsohn vriendelijk. Hij keek even op van Vens voet die net de keuring had doorstaan. Ven knikte even.
Met Willie gaat het goed, hij geeft deze avond een verjaardagsfeestje en al zijn vriendjes komen, zei Ven. Georg kreeg een glimlach op zijn gezicht, maar Ven wist niet waarom.
En zijn vader, komt die ook?
Ik ga hem vragen of hij ook wilt komen. Het is blijkbaar erg belangerijk voor de jongen dat zijn vader erbij is. Ven haalde diep adem, en kreeg een bezorgde blik van de dokter.
Oh jé, wat heb ik nou gezegd? vroeg ze met een tikje humor in haar stem. De dokter zei er niets op terug, maar glimlachte wel lief. Na de woorden die maandelijks herhaald werden vertrokken Georg en Ven terug. Buiten was het nog steeds grijs, en Ven begon zich af te vragen of de zon ooit nog tevoorschijn ging komen. Terwijl Georg zijn motor van het slot deed, trok Ven haar helm al aan. Ze was erg op haar veiligheid gesteld. Ze had op Georg zijn hart gedrukt dat hij ook een helm mmoest aandoen. De jongen zag er eerst het nut niet van in, maar toen Ven hem haar geheid vertelde van de voet, was het een ander verhaal.
Op weg naar huis hadden ze het over het feest van vanavond. Georg had gehoord dat verjaardagsfeestjes vroeger in de namiddag gegeven werden omdat s avonds te laat was. Toen was het abnormaal dat een kind een feest gaf om zeven uur. De ouders vonden het nu niet eens erg. Ven hield zich stevig vast toen ze terug het gevoel had dat ze achtervolgd werden. Subtiel keek ze in het rond, maar ze zag niets. Ze hoorde niet eens de motor van een andere brommer. Ven haalde diep adem.
En toen opeens werden ze de pas ingesneden. Georg moest hard remmen toen er een andere rijder voor hem kwam staan, en net toen hij wou omdraaien, kwam er nog een tweede bij. Ze reden rond hen heen en keken hen met een dode blik aan. Ven voelde hoe haar hart in haar keel begon te kloppen. Ze probeerde kalm te blijven, maar onder deze omstandigheid was daar geen mogelijkheid in. Toen de andere rijders stil waren blijven staan, en net van hun voertuigen afstapten, deed Ven hetzelfde. Ze beeldde zich in dat ze groter was dan deze mensen voor haar omdat ze dit anders niet had gekund.
Wanneer ze op het punt stond om tegen de eerste man aan te lopen, haalde ze uit met haar hand, en sloeg ze de tweede vlak in het gezicht. De vreemden waren helemaal verrast van haar daad. De tweede zakte neer terwijl hij naar zijn neus, die gekraakt had, reikte. De eerste probeerde haar vast te grijpen, maar Ven haalde haar been uit zodat deze in de maag van de man terechtkwam. Georg keek met open mond toe, en voelde hoe zijn greep op het stuur sterker werd. Wanneer hij zich omdraaide, kon hij nog net een derde brommer in hun richting zien rijden. Deze was anders dan de anderen. Hij zag er gloednieuw uit, veel professioneler, dan alle andere. Ook de bestuurder zag er anders uit. In tegenstelling tot de twee mannen met hun korte haren die nauwelijks uit hun mutsen kwamen, had deze man lange zwarte dreadlocks. Vanboven zaten ze verstopt onder zijn muts, maar vanonder kon Georg ze letterlijk zien wapperen. Hij probeerde de man zijn gezicht te zien, maar door een of andere manier leek zijn gezicht verstopt te zijn. Georg zag hem dichterbij komen, en draaide zich terug naar Ven.
Deze was net bezig met nog een schop te verkopen, en had niet door dat de tweede man intussen alweer was opgestaan. Hij stond achter haar, op het punt om haar te grijpen, en toen opeens vloog de rijder voorbij. De tweede man lag meteen vijftien meter verder in een stapel dozen, en de onbekende rijder kwam weer op Ven af. Deze keer greep hij de eerste man mee. Ven rende zo hard ze kon terug naar Georg, en sprong op de achterbank.
Geef gas! riep ze luid. Georg reageerde niet. Hij keek naar de andere rijder die naar hem knikte als een teken van toestemming. Toen draaide Georg ruw aan de versnellingen, en reden ze weg.
Eens aangekomen aan het werk waren Ven en Georg allebei stil. Elke vraag die hun gesteld werd beantwoordden ze maar kort, en de opmerkingen die ze kregen negeerden ze. Ven was ondanks de shock die ze had opgelopen doodmoe. Ze legde haar hoofd neer op het bureau, en viel in een rustige slaap.
Hij is stil, altijd stil. Je hoort hem nooit komen. Je ziet hem nooit komen. Als hij er is, is het maar een fractie van een seconde. Toen Ven even opkeek, zag ze zijn gezicht voor haar, maar toen was hij weer weg.
Wacht, zei ze. Toen zag ze hem weer, heel even maar. Ze rende ernaartoe, maar toen was hij opnieuw verdwenen.
Wie ben je? vroeg ze. Het was stil. Hij liet zich niet meer zien, en Ven besloot om verder te gaan. Ze draaide zich om, en tot haar grote schrik stond hij achter haar. Ze haalde schokkend adem en keek even neer terwijl ze haar hand op haar hart legde.
Hoe heet je? vroeg ze uiteindelijk. Hij antwoordde niet. Zijn gezicht stond in een kalme pose, alsof hij zich van alles wat er rond zich gebeurde bewust was. Toen reikte Ven haar hand naar zijn gezicht, en streek ze langzaam over het lidteken dat zijn huis rond zijn rechteroog versierde. Hij zei nog steeds niets, ademde zelfs niet. Ven keek hem in de ogen aan, en herkende een soort van afzondering. Hij had duidelijk al lang geen sociale contacten meer gehad.
Toen opende de man zijn mond om iets te zeggen...
En dan werd Ven wakker dankzij meneer Philips die haar met een boze blik aankeek.
Zware nacht gehad, Aora? vroeg hij.
Ven wreef in haar ogen, en liet een geeuw ontsnappen. Hoeveel later was het nu? Was ze echt in slaap gevallen?
Spreek op, Aora!
Ven zuchtte, ze deed haar mond open, en toen werd ze opgebeld.. Het scherm verscheen, en ze zag Georg haar aankijken. Ze had het spelletje meteen door.
Met Venice Aora, kan ik u helpen? vroeg Ven overvriendelijk. Ze zag Georg naar haar knipogen. Meneer Philips zuchtte, en draaide zich om om het bureau te verlaten. Ven liet ongemerkt haar lazerstraaltje van haar pak op de deurklink rusten. Toen de oude man de deur wou opendoen, schreeuwde hij het uit. Ven stond onschuldig op, en mede-collegas volgden haar voorbeeld.
Ven en Georg stapten samen naar beneden. Het was alweer donker buiten, en de sterren verschenen in de hemel. Ze hadden daarnet een discussie gehad van het voorval van daarjuist. Als Ven die lazer nog één keer onnodig ging gebruiken zorgde Georg er letterlijk voor dat het dind uit haar pakt werd gehaald. Georg greep naar zijn broekzak.
Ik rij vanavond met Goody en Jennifer mee, raak je thuis zonder mijn motor te mollen? vroeg hij lachend. Ven moest even lachen van zijn opmerking, en pakte de sleutels die haar aangegeven werden aan.
Fijn dat je me zo vertrouwt, zei ze. Georg lachtte luid en stapte weer weg. Hij zwaaide haar nog even na. Ven bekeek de sleutel. Ze belde nog snel naar Willie om te zeggen dat ze terug naar huis kwam nu, en begon uiteindelijk haar zoektocht naar de brommer van Georg..Toen Ven helemaal onderaan de trap was, kreeg ze haar zak toegereikt van de portier-robot, die alle mensen binnenliet, of buiten. Ze had vriendelijk naar hem geknikt, want ze wist dat ook die metalen wezens dingen voelden.
De motor vond ze snel. De helmen zaten in een koffer die tegelijk ook het zitje was van de brommer. De tweede helm liet ze liggen, ze wou die van Georg eens een keer proberen. Terwijl ze de helm goedzette, stapte ze naar de motor. Hij stond daar zoals altijd Georg altijd deed uit voorzorg, verstopt in een steegje.
Ve, had altijd graag het laatste nieuws. De motor was de duurste die er ooit was, en dat begreep ze ook meteen toen ze er voor de eerste keer op zat. De motor had zowel rijstand, als vliegstand, hoewel Ven dat nog nooit geprobeerd had; ze leed onder een zware vorm van wat men vroeger hoogtevrees noemde. Georg en zij waren ze samen gaan kopen, en Ven had dezelfde gehad, totdat hij gemold werd. Ven maakte zich klaar om op de motor te zitten, tot ze aan de overkant een andere motor zag staan. Het was bijna dezelfde, hoewel die van de bestuurder voor haar veel geavanceerder leek. Die had Ven niet zien liggen in de winkel, vernam ze toch. Ze besloot om het gewoon te negeren en naar huis toe te gaan. Toen ze de sleutel in het contact draaide, leek het alsof alles ineens gebeurde. De motor tegenover haar draaide aan zijn versnellingen, en raasde op haar af. Tegelijkertijd leek het alsof de bouwwerken van daarboven - die al een tijdje gestaakt waren - het begaven, en zo één voor één stenen liet vallen naar beneden. Ven besefte dat het niet het goede moment was om laat te komen, maar ze besefte tegelijk dat het ook niet zo gezond was om daar te blijven, ter pletter gereden worden door de motor tegenover haar, of geplet te worden door de stenen die naar beneden vielen. Ze wist niet eens welke van de twee erger was. En dan dacht ze nog aan haar belofte aan Georg. Ze zou de motor niet mollen. Hij zou haar wat aandoen!
Ven draaide de sleutel nog eens in het contact, en draaide twee keer aan de versnelling. Ze staarde steeds naar boven om te kijken of ze niet onder een steen reed, en moest tegelijk ook naar voren kijken om niet tegen de bestuurder tegenover haar te rijden. Haar hart klopte in haar keel, en even dacht ze dat ze eraan ging. Terwijl ze scherpe bochten bleef maken op het asfalt, kwam ze dichterbij de andere motorrijder, die het duidelijk op haar gemunt had.
Toen het ernaaruit zag dat alle stenen gevallen waren, bleef alleen nog maar de motor voor haar over. Hij kwam steeds dichterbij, en Ven kreeg koude rillingen over haar lichaam.
Net voor ze tegen hem zou aanrijden, gaf Ven een ruk aan haar stuur, en haar motor verdween naar rechts, meteen de straat in. Ze slikte even diep, en nam niet eens de moeite om naar achteren te kijken. Ze haastte zich naar Willie. Ze was al tien minuten te laat, en ze moest ook nog nakijken of de motor geen krasje had gekregen. Ven voelde hoe haar hart weer in haar keel klopte. Twee keer in één dag, dat was niet meer normaal. Ze moest maar eens naar de politie stappen.
Eens thuis aangekomen zag ze enkele autos op haar oprit staan, en ook een brommer. Ven kon hem niet goed zien omat het zo donker was. Ze lette er niet meer op, deed Georg zijn voertuig op slot, en stapte toen naar binnen. Het feest was zowat al begonnen. Willie en nog een paar vriendjes renden door de gang, en er stonden zon tweetal ouders met elkaar te praten. Snel propte Ven haar haar in een staart en probeerde ze haar hartslag te doen kalmeren. Ook Thomas was er. Hij was de ouders bezig aan het houden.
Sorry dat ik zo laat ben, zei Ven terwijl ze zich in de groep voegde. Thomas, die naast haar stond, legde zijn hand rond haar heupen, en kuste haar op haar wang.
Welkom terug, schat, zei hij. Ven keek hem met grote ogen aan, maar toen ze zag dat het de bedoeling was, speelde ze mee. Tegenwoordig waren gescheiden ouders zon schande voor de kinderen. Ven had zich er al vaak zorgen om gemaakt dat Willie daardoor gepest werd.
Toen vertrok Thomas weer naar Willie, en speelde even met hun mee. Ven stond uiteindelijk alleen bij de ouders. Ze bekeek ze één voor één. De eerste was een vrouw. Ze had blond haar, en een grote glimlach op haar gezicht. Ze bleek de moeder van Benjamin te zijn. De andere was een man. Hij had zwart haar en een bril, waardoor Ven het moeilijk had om zijn gezicht goed te bekijken. Hij was de vader van Tom.
Ze waren alletwee bereid om te blijven deze avond. Ven was ze dankbaar. Thomas verdween met de vrouw naar de keuken, en veronderstelde dat de man meeging, maar deze bleef staan alsof hij met Ven wilde praten. Ven staarde hem een beetje verward aan, maar keek abrupt weg toen ze zag dat zijn ogen op de hare plakten. Hij had dezelfde ogen als Thomas, dat had ze gezien.
Ik ben Ven, zei ze uiteindelijk toen ze de stilte beu was. Ze stak haar hand uit, en wachtte af. Toen beantwoordde de man haar begroeting door de hand te schudden.
Bill. Zijn stem klonk zacht, hoewel zijn gezicht dat niet kon zeggen. Hij had stoppels en een vreemd lidteken boven zijn wenkbrauwen. Hem te zien dacht ze dat hij de stem van zon rocker die heel de tijd schreeuwt zou hebben.
Dankje om te blijven, zei Ven, in een poging om een conversatie te beginnen. Meteen kwam Bill terzake. Hij draaide zich zodat hij vlak tegenover haar stond, en keek haar doordringend aan.
Als ik je gevraagd zou hebben om die code niet te breken, zou je dan geluisterd hebben? Wat een vraag, dacht Ven. Natuurlijk niet! Ze kreeg een grijns op haar gezicht.
Hoe weet jij dat ik een code gekraakt heb?
Mijn zoon. Die heeft het van jouw zoon, zei hij. Toen keek hij weer weg naar de jongens. Tom had korte blonde haren. Zijn gezicht stond speels. Toen hij zag dat zijn vader naar hem keek, zwaaide hij even naar hem. Bill hief zijn hand lichtjes op en zwaaide terug.
Kom maar mee naar de keuken, zei ze. Bill knikte, en volgde haar. In de keuken stond Thomas al te wachten op de twee. Toen hij Ven vragend aankeek, haalde Ven even verbaasd haar schouders op. Thomas glimlachte.
Wilt u iets drinken? vroeg hij.
Reacties:
Omg
Zwarte dreadlocks.
Dat is toch...
Ja...
Toch? (:
Tom? (:
En Bill<3
Trouwens, een stuk van toen met die stenen en die motorrijder, dat is toch nog al eens geweest? Of heb ik gewoon een vreemde, gehallucineerde deja-vu?
Het is trouwens geweldig, as usual!
Ik wil nu trouwens weten wat Bill haar wil zeggen enzo.
Dus snel verder? (:
Ãâ.
Ik weet niet wat ik moet zeggen. xd
Mhe, er zitten zoveel geheimen in dit verhaal, en onopgeloste vragen, en en... Dat vind ik cuwl, maar ook heel erg frustrerend. Omdat ik dus wil weten wat de antwoorden op die vragen zijn!
En. Ja, sorry. Ik ben slecht in reacties geven. Maar ik ben blij dat je nu vaker stukjes post, want ik heb het echt gemist. <3