Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Stand Alones » Puur [s]

Stand Alones

29 maart 2010 - 18:49

1667

7

724



Puur [s]

Ik post dit alleen, omdat ik dan een milkshake van Jess krijg. So don't shoot me, because it's rubbish.

Bill loopt richting zijn tweelingbroer, gaat een stukje voor hem zingen. Ik zie hoe hij geniet van het optreden. Tom glimlacht veel betekenend naar zijn broertje. Ik kan niet zien hoe Bill reageert, maar waarschijnlijk lacht hij ondeugend terug. Dan loopt Tom de trap op, richting Gustav. Bill beweegt zich richting de uitloop. Ik vraag me af wat er nu door ze heen gaat, wat Tom bedoelde met zijn glimlach. Zouden de jongens nog met hun hoofd bij het optreden zijn? Ik weet dat Bill en Tom meer zijn dan alleen broers. Ik heb ze een keer betrapt toen ze aan het zoenen waren. Toen zijn ze giechelend hun hotelkamer binnengegaan. De volgende ochtend kwamen ze veel te laat bij het ontbijt, met wallen van het slaaptekort. Ik heb ook niet veel geslapen toen, kon Toms gegiechel maar niet uit mijn hoofd zetten. Ik heb de hele tijd liggen woelen en het verbaasd me nog steeds dat ik uiteindelijk in slaap ben gevallen. Ik doe nog altijd mijn best zo min mogelijk aan die nacht te denken, omdat ik er alles behalve vrolijk van word.
Een harde elleboogstoot in mijn zij haalt me uit mijn gedachten. Ik kijk opzij en zie Tom naast me staan. Mijn hart slaat een slag over, ik kan er niets aan doen. Ik kijk naar zijn gezicht en zie hoe geïrriteerd het staat. Meteen is het opgelaten gevoel weg. Ik volg zijn blik naar beneden, tot mijn ogen rusten op mijn eigen basgitaar. Hij hangt om mijn schouder en ik heb mijn linkerhand om de hals geklemd, maar mijn rechterhand bungelt losjes langs mijn lichaam.
Juist, ja. We waren aan het optreden. Ik concentreer me zo goed mogelijk op de noten die de andere jongens produceren en herken Pain of Love. Het duurt nog een paar tellen voor ik weet waar we zijn, maar dan lukt het me weer om mee te spelen.
Bill zingt de laatste woorden van het lied. Terwijl de klanken wegsterven weet ik dat ik nu richting Tom moet lopen om samen het instrumentale gedeelte af te maken. Ik zie hem al op me af komen. Zijn mond hangt een stukje open. Dat is vaak zo bij Tom, maar ik kan mijn blik er niet vanaf houden. Pas als de jongen zijn mond sluit kijk ik op, recht in zijn bruine ogen. Nog voor ik kan zien wat voor emotie erin staat, flitst mijn blik opzij en voel ik mijn wangen warm worden; ik bloos. Van schaamte wil ik het liefst gelijk weglopen, maar dat kan niet. Ik moet hier blijven en tegenover Tom staan. Dan zit er niets anders op dan mijn haar voor mijn ogen zwaaien en naar beneden staren. Naar Tom kijken durf ik niet meer, bang voor rare blikken. Bang voor afgunst. Net als ik de laatste snaren aansla, bedenk ik me dat één blik, tussen mijn wimpers en haren door, waarschijnlijk geen kwaad kan. Mijn hart slaat opnieuw een slag over als ik zie hoe Tom mij nieuwsgierig in zich opneemt. Geen rare blikken. Geen afgunst. Geen woede.

Met nieuwe moed loop ik na afloop van het podium af. Tijdens de korte pauzes ben ik gespaard gebleven, maar zodra ik backstage aankom zie ik een woedende crew staan.
‘Georg Listing!’ Ja, dat ben ik. Sinds wanneer spreken we elkaar aan met achternamen?
‘Wat was jij in hemelsnaam mee bezig?’ Ik was aan Tom aan het denken, antwoord ik in mijn hoofd. Tegelijkertijd zinkt de moed me in de schoenen. Ik laat mijn schouders hangen en mijn haar glijdt voor mijn gezicht. Ik durf niemand aan te kijken.
‘Krijg ik nog antwoord?’ Wat kunnen mensen toch ongeduldig zijn. Ik weet niet wat ik moet zeggen, daar kan ik ook niets aan doen.
‘Laat hem toch met rust. We raken allemaal wel eens de weg kwijt. Hij heeft de rest van het concert perfect gespeeld, er valt hem niets te verwijten.’ Mijn hart slaat dit maal twee slagen over. Eén bij het horen van zijn stem en één omdat hij me verdedigd. Bijna wordt er nog een slag overgeslagen, bij het horen van het compliment, maar dat wordt me gelukkig gespaard. Hoeveel slagen kan een hart overslaan? Tom wordt nog eens mijn dood.
‘Er valt hem genoeg te verwijten.’ Wordt hij fel tegengesproken.
‘Er valt iedereen wel wat te verwijten. Zal ik een lijst maken met dingen die we jullie kwalijk zouden kunnen nemen? Spaar het me alsjeblieft, dan ben ik morgen nog niet klaar.’ De stilte die volgt geeft aan dat iedereen het met Tom eens is. Of ze dat nu willen of niet.
‘Oké,’ verbreekt één van onze bodyguards de stilte, ‘Laten we naar de tourbus gaan.’ Opgelucht dat het onderwerp veranderd is, kom ik in beweging. Een hand op mijn schouder zorgt dat ik mijn pas inhoud. Ik kijk ernaar en herken Toms vingers - als hij zo door gaat krijg ik een hartritme waarin standaard een slag over wordt geslagen.
‘Wacht even.’ Fluistert zijn stem in mijn oor. Ik sta onmiddellijk stil. Ik wil me omdraaien, maar Tom geeft me de kans niet. Hij slaat zijn armen om mijn middel en trekt me mee naar achter, tot hij met zijn rug tegen de muur leunt.
‘Tom, wat-’ Hij kapt mijn woorden af met een zacht gesis. Genoeg om mij mijn mond te laten houden. Als iedereen de kamer verlaten heeft zakt Tom langzaam door zijn knieën, waardoor hij op de grond zakt en ik op zijn schoot terecht kom.
‘Er is iets met je.’ Spreekt Tom op normaal volume, voor ik ook maar kan beseffen wat er met me gebeurt. Een beter antwoord dan een simpele knik met mijn hoofd kan ik niet bedenken. Knijp jezelf. Spookt het door mijn hoofd. Je droomt, laat je niet meeslepen. Droom ik? Misschien wel, maar ik pieker er niet over mezelf te knijpen. Als dit een droom is, wil ik zo lang mogelijk doorslapen.
‘Vertel het maar.’ Alsof hij al weet wat me dwars zit, legt hij zijn hand op mijn dijbeen. Zou hij het weten? Zou hij een vermoeden hebben? Of zou hij gewoon een plek zoeken om zijn hand neer te leggen en wordt mijn been toevallig uitverkoren? Maar waarom zit ik dan op zijn schoot? Misschien droom ik toch wel, maar Toms lichaam voelt zo echt.
‘Georg?’ Ik buig mijn hoofd zo, dat ik zijn gezicht kan zien. Mijn gedachten zijn één grote warboel. Waarom doet Tom zo? Ga ik het hem vertellen? Zo ja, waar begin ik? Zo nee, wat vertel ik hem wel?
‘Je kunt het me echt vertellen.’ Hoor ik Tom zeggen.
‘Ik hou van je.’ Het is eruit voor ik er erg in heb. Het brengt al mijn gedachten op orde: ik vertel het hem. Ik heb het hem verteld. Hij weet het. Hij weet dat ik van hem hou. Meteen daarna wordt alles weer warrig. Wat als hij me nu van zich afgooit? Wat als hij bekent dat hij een relatie met Bill heeft? Houdt hij ook van mij? Natuurlijk heeft hij iets met Bill en houdt hij niet van mij. Ik heb ze nota bene betrapt. Weet hij überhaupt wel wat ik bedoel? Wat als iemand het gehoord heeft? Wat als…? Je droomt, Georg. Maak je niet zo druk.
‘Ik begrijp het.’ Zijn antwoord brengt me nog verder in verwarring. Hij begrijpt het. Hij is niet boos. Hij is niet ontzet. Het lijkt alsof hij het al wist. Had hij het verwacht? Hoe dan? Hoe kon hij het weten? Hij kon het niet weten. Niemand wist het. Wat gaat hij nu doen? Hij doet niets. Waarom doet hij niets? Hoe kan hij zo rustig blijven? Houdt hij toch van me? Je droomt, maakt je nou niet druk! De stem schreeuwt bijna.
‘Maar jij niet van mij.’ Constateer ik.
‘Waarom denk je dat?’ Zijn vraag geeft me nieuwe hoop. Van zijn lichaam komt geen reactie. Hij zit nog altijd tegen de muur geleund. Eén hand op mijn dijbeen, zijn gehele lichaam ontspannen.
‘Omdat jij al van Bill houdt.’ Ook dit antwoord lijkt hem niet van zijn stuk te brengen.
‘Dat is interessant. Waar haal je dat vandaan?’ Zijn stem klinkt een tikkeltje nieuwsgierig, maar verder nog steeds neutraal. Alsof hij het wel wil weten, maar het hem niet uitmaakt.
‘Ik heb jullie betrapt, weet je nog?’
‘Oh ja.’ Hij brengt het alsof hij het werkelijk vergeten was.
‘Je hebt gelijk,’ vervolgt hij dan, ‘Bill en ik zijn erg intiem samen, om het zo maar te zeggen. Meer dan broertjes horen te zijn. Veel meer. Ik hou van hem, zeker wel. Maar als je denkt dat ik verliefd op hem ben, heb je het mis.’ Ik open mijn mond om iets te zeggen, maar hij drukt zijn wijsvinger ertegenaan om me het zwijgen op te leggen.
‘Je wilde zeggen dat ik dat niet kan maken, tegenover hem?’ Ik knik.
‘Hij weet het. Hij weet dat ik niet verliefd op hem ben.’
‘Dus je hebt geen relatie met Bill?’
‘Nee, ik ben helemaal single.’ Mijn hart maakt een sprongetje.
‘En dat hou ik graag zo.’ Die kwam hard aan. Tom moet het aan me gemerkt hebben. Zijn ene hand rust nog steeds op mijn dijbeen, de andere legt hij nu boven op de mijne. Hij klemt zijn vingers eromheen. Zijn lippen strijken over mijn haar. Houdt hem tegen, Georg. Laat je niet meeslepen door een droom. Hij drukt een kus op mijn voorhoofd. Hij houdt niet van je. Zijn lippen hebben mijn neus bereikt. Niet verder naar beneden, je houdt niet van me. Probeert mijn brein Tom te stoppen. Draai je hoofd weg, Georg! Hij. Houdt. Niet. Van. Je.
‘Nee.’ Breng ik zwakjes uit. Tom negeert het. Hij weet dat ik het niet meen. Zijn lippen raken de mijne en ik voel me alsof ik verlamt ben. Ik kan het niet tegengaan. Ik kan het niet. Ik wil het niet. Ik heb hier te lang op gewacht. Ik doe geen moeite het nog te stoppen, geef me helemaal over aan Tom. Geen liefde. Geen relatie. Geen droom. Puur plezier.


Reacties:

1 2

xTomTommer
xTomTommer zei op 19 april 2010 - 20:33:
Het zijn schatjes, allemaal
Ge-wel-dig<3


xBlackAngel
xBlackAngel zei op 19 april 2010 - 20:23:
Ass kickend Ö


YarahartBill
YarahartBill zei op 18 april 2010 - 0:41:
Halloooow!
JIJ NOEMT DIT CRAP??
Je bent niet helemaaaa 100%
Dit is heeeeeeeeeel goed hoor!!
En ik moest echt gwn niet verder
naar beneden kijken om de laatste regels enzo al te lezen!
Je maakte me nieuwsschierig!

xxxxx. <3


TomEnDoos
TomEnDoos zei op 16 april 2010 - 20:59:
YAAAAAAAY

oké
dit wordt
heel
heel
heel
eng

IK VIND GEORG LIEF IN JOUW VERHAAL


XMariellaX
XMariellaX zei op 15 april 2010 - 19:08:
HAHA !,
Ik zie Georg al écht zo zitten XD.
Vandaar dat hij altijd in het bijzijn van Tom naaar beneden kijkt ;D