Hoofdcategorieėn
Home » Twilight » I Will Find Her! » Gedachten
I Will Find Her!
Gedachten
“Nee, ga!”¯ zei ik half slapend.
Wanneer ik wakker word ben ik lig ik niet meer onder de boom. Ik lig in een zacht bed. De kamer waar in ik lig is niet groot, maar wel mooi. De muren zijn een zacht bruin,het plafond is volledig uit hout. i het bed heeft een donkerdere tint van hout. Verder staat er nog een nachttafeltje naast het bed met een klein lampje op en een inloopkast is er ook nog. Voor de rest hangen er nog wat schilderijen van schilders die ik niet ken. Samen een rustgevende kamer.
“Hallo,”¯ Zeg ik, maar ik krijg geen antwoord.
“Hallo, is hier iemand, waar ben ik??”¯ Vraag ik wat luider, waarschijnlijk was het juist niet luid genoeg.
“In mijn huis”¯, ook al wachtte ik op een antwoord hiervan schrok ik toch.
“Wie ben je en waar ben ik? En waarom ben ik hier?”¯ vraag ik geschrokken, dan zie ik ze de kamer binnenkomen met een vriendelijk glimlach.
“Het was een beetje koud buiten, denk ik.”¯
Ze is prachtig en haar haar heeft een kastanjebruine kleur, het is een mooi contrast met de lichte kleur van haar huid.
En haar ogen hebben een vreemde soort paarse kleur, de vreemdste kleur voor ogen die ik ooit gezien heb. Misschien draagt ze contactlenzen. Plots realiseer ik me dat ze zich nog niet heeft voorgesteld en dat ze ook geen benut heeft van wie ik ben.
“Mag ik je naar je naam vragen?”¯ vraagt ze me plots. Waarom vraagt ze dat zo en waarom wil ze mijn naam weten? Zou het erg zijn als ik die zeg? Nee, zoiets is niet geheim.
“Isabella, maar ik heb liever Bella. En wie ben jij?”¯
“Ow sorry dat ik mezelf niet voorgesteld heb. Mijn naam is Sophie, ik weet dat het een beetje verwarrend is. Is alles goed?”¯
Is alles goed? Nee, dat is het niet. Pap is ongerust en misschien zelfs wel verdrietig omdat ik weg ben, zijn laatste dochter. Toen wou ik terug naar huis, maar kon ik de weg niet vinden. Nu ben ik in een vreemd huis, al voelt het vertrouwt. Met een vreemd meisje dat tegen me aan het praten is.
“Nee, niet echt”¯,antwoord ik naar waarheid.
“Kan ik soms met iets helpen?”¯
“Ik weet het niet”¯, kan ze met iets helpen? “Ik zou graag even gaan wandelen, mag ik?”¯ Ik wilde het eerst niet vragen maar ze heeft me tenslotte ‘gered’ dus vroeg ik het toch maar.
Ik wil alleen zijn, denken over wat ik heb achtergelaten toen ik wegrende, mijn vader, mijn vrienden, alles wat ik had, mijn hele leven.
Nee, niet mijn hele leven, één ding was ik al verloren, mijn zus.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.