Hoofdcategorien
Home » Tokio Hotel » Humanoid » Hey You
Humanoid
Hey You
Hey you
Ven keek kieskeurig naar alle brommers die voor haar stonden. Thomas stond naast haar. Zijn ogen keken over haar schouder mee. Toen Ven afkeurend haar hoofd schudde, stapte ze weer verder, gevolgd door Thomas.
Thomas was blijven slapen deze nacht. Het was laat geworden, en de kindjes wouden maar niet naar huis gaan. Toen Thomas uiteindelijk het laatste kind de deur uit had geduwd eens zijn moeder er was, vielen zijn ogen meteen dicht van vermoeidheid. Ven bood hem maar een bed aan.
Nog steeds geen keuze gemaakt? vroeg Thomas. Ven schudde haar hoofd, en stapte naar de volgende. Thomas had haar aangeraden om een huurbrommer te nemen aangezien haar voertuig de geest gegeven had. Georg had de zijne deze ochtend teruggevraagd.
Het is maar een huurbrommer, zei Thomas nog snel. Ven haalde haar schouders op. Een vóórbereiding op je nieuwe?
Mijn nieuwe wordt geweldig, dat betekend dat de voorganger ook geweldig moet zijn, zei Ven. Dan ben ik hem al gewoon. Thomas besloot om haar maar te laten kiezen. Hij stapte weg, en Ven bleef alleen achter. Ze wierp stiekem Thomas een blik toe, maar herpakte zich snel.
Niet naar je ex-man kijken, niet naar je ex-man kijken, mompelde ze tegen zichzelf. Ze haalde diep adem terwijl bedacht welke brommer ze zou pakken. En toen zag ze hem, ze herkende hem meteen. Zijn zwarte dreadlocks zaten in een staart deze keer, en hij had een zwarte leren vest aan. Hoewel hij een zonnebril op zijn hoofd had, kon Ven vrijwel meteen zeggen wie hij was.
De man van het ziekenhuis.
De man die haar gered had toen ze met Georg op weg naar huis was.
Ven kreeg bijna het gevoel dat ze gestalkt werd. Subtiel probeerde ze dichter in zijn buurt te komen, maar eens ze vermoedde dat ze naast hem stond, was hij weer verdwenen. Precies Thomas, dacht Ven. Ze zuchtte diep. Terwijl ze nog zocht naar de verdwenen man, forceerde ze haar ogen naar de brommers te kijken. Ze vond er maar geen goede.
Hé Ven! riep Thomas. Ven draaide zich meteen om en zag haar ex-man bij een moderne bak staan. Zo snel ze kon rende ze ernaar toe. Thomas zei niets, maar wees naar het kaartje. De laatste mode.
Ven ging er eens op zitten, en probeerde gas te geven. Helaas waren deze geblokkeerd, waardoor Ven geen meter vooruit raakte. Thomas lachtte ermee.
Toen Ven even naar de zijkant keek, zag ze een van de werkers. Ze zwaaide er even naar, waardoor de man naar hen toe kwam. Hij zag er jong uit, vast pas afgestudeert, en had bruine krullen.
Kan ik u helpen? klonk er uit zijn mond. Zijn stem was lager dan verwacht, waardoor Ven wel schrok. Ze probeerde te antwoorden, maar opeens was ze vergeten wat ze ook alweer wou doen; de verdwenen man was weer verschenen. Ven zag hem door zijn zonnebril naar haar staren. Ze probeerde na te denken.
Excuseert u mij even, zei ze terwijl ze even haar hand opstak de dezelfde boodschap stuurde. Toen liep ze weg. Thomas staarde haar met grote ogen aan.
Ven? riep hij.
Secondje!
De man leek te zien dat Ven hem volgde. Hij stapte heel rustig weer de kamer uit, maar deze keer kon Ven zien welke richting hij uitging. Even wierp ze nog een blik naar achteren, waar Thomas probeerde een conversatie te starten met de jongen. Zijn ogen waren op de motor gericht.
Toen Ven tegen een man aanliep, schrok ze zo luid dat de hele kamer het gehoord moest hebben. De man draaide zich om. Hij was dik, en had een kaal hoofd. Hoewel hij er op het eerste gezicht aardig uitzag, begon hij al een vies gezicht te trekken vooraleer hij een storm vloekwoorden op Ven liet neerkomen. Ze negeerde hem na een korte sorry, en zocht weer naar de andere man.
Zoals verwacht was hij verdwenen. Ven probeerde nog een keer rond te kijken, maar niet eens een muis dat op hem leek. Hij was gewoon, zoals Thomas altijd, van de aardbol verdwenen.
Hé Ven! Probeer je tijdelijke brommer eens uit! riep Thomas in de verste. Ven draaide zich in een ruk om door zijn woorden. Had hij werkelijk die motor voor haar gehuurd? Zo snel ze kon rende ze weer naar hem toe. De jongen was de blokkades weg aan het doen, en Thomas pakte Ven bij de schouders. Zijn ogen keken haar streng aan.
Probeer hem heel te houden, lieverd, zei hij. Toen draaide hij haar rond haar as en duwde hij haar richting het voertuig. Ven was toch nog steeds van haar stuk gebracht door Thomas zijn woorden.
Probeer hem heel te houden. Ven dacht opeens aan alles wat haar was overkomen. Eerst het gevoel van achtervolging, dan haar brommer in de prak gereden door enkele zotte rijders, daarna aangevallen in de straat met Georg. Ook dat voorval in de steeg zat nog vers in haar geheugen. Waarom was zij opeens iedereens slachtoffer sinds ze die code gekraakt had?
Toen Ven uiteindelijk de brommer gehuurd had, en samen met Thomas naar huis reed, kreeg ze het gevoel dat dit haar eerste veilig ritje was sinds dagen. Voor Thomas deur probeerde Ven even naar binnen te kijken, maar ze kreeg niets te zien. Ze vroeg zich af wat hij te verbergen had.
Ze namen afscheid, en toen vertrok Ven opnieuw, deze keer alleen.
En ze voelde zich er niet gemakkelijk bij.
Terwijl Ven eens goed gas gaf, schreed ze over de straat. Hij was leeg, iedereen werkte. Ven moest maar ook eens naar haar werk rijden. Net toen ze naar rechts afsloeg, dacht ze dat ze iemand naast zich zag rijden, maar eens ze goed keek was er weer niets te zien. Een beetje van haar stuk gebracht remde Ven af, bang dat haar verbeeldingen haar nog een ongeluk gingen bezorgen. Haar hart klopte in haar keel van de zenuwen, en even had ze de neiging om Georg te bellen. Toen ze zich na een tijdje weer veilig voelde, en zeker was dat er niets rond haar reed, gaf Ven weer volle gas. Het was nog een kwartiertje rijden eens ze aan de Fürcompany was, en dan moest ze nog de superbeveiligingssysteem aansluiten. Thomas had haar uitgelegd hoe deze werkte, maar ze had niet opgelet. Ze was met haar hoofd ergens anders geweest.
Maar toen opeens remde ze abrupt. Ze was in een leeg straatje zonder huizen terechtgekomen, en had helemaal niemand verwacht. Toch stond er iemand voor haar. Zijn brommer herkende ze uit duizenden, en ook zijn lange dreadlocks de langs zijn schouders gleden waren onmiskenbaar. Ven haalde even diep adem en probeerde zich in de arm te knijpen om uit deze droom te ontwaken. Toen het toch realiteit bleek te zijn, stapte Ven af.
Hé, jij! riep ze. Haar ogen op de vreemde man voor haar gericht. Hij antwoordde niet. Hé, ik heb het tegen jou! voegde ze er nog aan toe. Weer kwam er geen antwoord. Toen Ven een stap zette, draaide de man uit reflex aan zijn gaspedaal, maar zijn remmen waren nog vast. Hij ging niet meer dan een millimeter vooruit. Ven dacht zich toch veiliger te voelen bij de brommer. Ze draaide zich om, keek zorgvuldig naar haar voeten om niet te struikelen, en had opeens de rijder weer in haar gezichtsveld. Hij had zich naast haar brommer gezet en leek te wachten tot ze erbij kwam staan. Ven had hem nochtans niet horen rijden. Ze was helemaal gek aan het worden.
Wie ben jij? vroeg Ven toen ze terug aan haar voertuig stond. Haar ogen keken waarschijnlijk boos.
De spookrijder, zei de man. Ven haalde een wenkbrauw op, en lachte luid.
Nog nooit in heel mijn leven... mompelde ze binnensmonds. Ze krabte in haar haar en keek bewust de andere kant uit. En wat is je wèrkelijke naam?
De man aarzelde. Hij trok zijn zonnebril uit, waardoor Ven kon zien dat zijn rechteroog omringt was met hetzelfde lidteken als Thomas aan zijn linkeroog. Vens mond viel open van verbazing. Pas toen merkte Ven dat ze de man zijn ogen al eerder had gezien. Ook het moedervlekje onder zijn lippen kwam haar bekend voor.
Jij, mompelde ze. De spookrijder die haar al dagen volgde was niemand minder dan Bill, de vader van Tom. Hij was aanwezig bij Willies verjaardagsfeest. Hij was overal aanwezig. Ven voelde een golf van afschuw door haar lichaam gaan.
Hoelang stalk je me al?! vroeg ze nogal in shock. Bill zijn ogen vlogen open van verbazing.
Weet je, we hebben elkaar nooit echt officiëel leren kennen, zei Bill. Ven zuchtte luid. Ze stak haar hand uit en keek doelbewust in de andere richting.
Venice Aora, zei ze. Bill nam de hand niet aan. Zijn ogen staarden haar doordringerig aan. Wat nu? Ik heb me nu toch officiëel voorgesteld?!
Nou, als je mijn hulp wilt hebben moet je me wel je echte naam geven, Venus, zei Bill. Vens mond viel open. Ze liet haar hand zakken met een vreemd gevoel in haar lichaam. Deze man wist haar echte naam en was nog niet eens dichtbij een vriend van haar.
Venus. Aora, mompelde Ven toen ze haar hand terug opstak. Ze voelde hoe ze pissig werd. Deze keer schudde Bill de hand wel.
Bill Kaulitz, zei hij daarop terug.
En toen viel het muntje. Ze kende die naam, Kaulitz. Jaren geleden was deze man nog een beroemdheid geweest, een nationale superheld die altijd mensen hielp als het nodig was.
Ik dacht dat jij dood was? vroeg Ven vol verbazing. Bill zijn gezicht stond nog altijd uitdrukkingsloos.
Ik twijfel daar nog vaak over, mompelde hij. Toen hij een geluid leek te horen dat Ven nauwelijks opmerkte, leek hij minder op zijn gemak. Hij balde zijn vuisten en spande zijn spieren op.
Luister, ik leg je straks alles uit als je nu op mijn brommer stapt en met me mee komt, fluisterde hij bijna. Ven draaide zich snel naar haar brommer en probeerde te protesteren. Bill hield haar echter tegen.
Wat is belangerijker? Je leven of zon duf fietsje?
Dat was de zin die Ven overtuigde om toch maar op de brommer te stappen. Net toen ze neerzat vlogen er twee brommers de straat op, de een nog wraakzuchtiger dan de ander. Dat waren de twee die Ven en Bill daarvoor al hadden afgescheept. Ven drukte zich tegen Bill zijn harde rug aan toen die plankgas gaf en vooruit raasde. Nog even wierp Ven een blik op de brommer.
Sorry, Thomas, mompelde ze terwijl ze haar handen greep rond Bill zijn borstkas verstevigde.
Bill zijn rijstijl was niet te beschrijven. Als Ven het goed had, hadden ze er maar tien minuten over gedaan om naar Vens huis te rijden, wat Ven toch pak een halfuur gekost zou hebben.
Pak alles wat je nodig hebt, en laat een bericht achter voor Thomas, hij zal voor Willie zorgen, beval Bill snel. Ven knikte met haar hart in haar keel en rende zo snel ze kon naar boven om haar spullen te pakken. Veel had ze niet nodig. Enkele kleren, haar mobiel, geld... Alles raakte in één rugzak. Na snel een bericht voor Thomas gegrabbeld te hebben snelde ze naar buiten. Bill stond nog steeds zoals toen Ven hem achtergelaten had: erg rustig maar toch gespannen op zijn brommer. Weer hoorde Ven de twee achtervolgers achter zich aankomen.
Hou je vast, beval Bill. Weer reden ze weg, en deze keer duurde de rit langer.
Toen Bill de brommer stilzette, kon Ven hem niet loslaten. Haar ogen stonden wijdopen, en zijzelf stond op het puntje van hyperventilatie. Na een minuut hing ze nog steeds aan Bill. Uiteindelijk hielp hij haar maar. Zachtjes pakte hij haar handen vast om ze uit elkaar te trekken. Toen dat gelukt was draaide hij zich om om Ven haar handen terug te geven. Er kwam geen reactie uit de vrouw.
In de steeg was je toch wel moediger, mompelde Bill. Hij stapte van de brommer om zijn benen te strekken. Op dat moment herpakte Ven zich. Ze schudde wild met haar hoofd.
Wí¡t is er nu verdomme aan de hand? riep ze uit. Ze snel ze kon sprong ze van de brommer. Ze rende op de stretchende Bill af.
Bill negeerde haar. Hij stak even zijn armen in de lucht om ze uit te strekken, en haalde diep adem. Daarna wierp hij Ven een blik toe.
Jij bent Venus Aora, je werkt voor de Fürrcompany en hebt onlangs een heel belangerijke code gekraakt, zei Bill snel. Je bent gescheiden, hebt één zoon, je beste vrienden zijn Georg Listing, Blinky Mikeson en Jennifer Robinson, je ex-man heet Thomas Gaffer, je ouders zijn op je zestiende gestorven, sindsdien leefde je bij je oma, je huisbot zijn serienummer is Mel02214#9 en noemt zichzelf Mélanie.
Ho ho! riep Ven om hem te doen stoppen met praten. Bill keek haar verstoord aan, maar zweeg inderdaad. Hoe ken jij al mijn gegevens zonder dat ik ze je verteld heb?
Ik ben je beginnen volgen sinds je die opdrach hebt gekregen, zei Bill doodserieus, alsof stalken heel normaal was. Vens ogen waren nog groter geworden, en er kwam geen woord meer uit haar mond.
Ik moest zoveel mogelijk over je weten vooraleer ik je kon helpen. Ik moest weten of ik te maken had met een vechtersbaas zoals toen je die twee daar hebt neergeslagen, of een bang mietje zoals toen je niet van mijn brommer wilde stappen.
Ven zuchtte lichtjes geïrriteerd terwijl ze terug naar de brommer stapte.
Waarom mij? vroeg ze. Bill ging haar richting uit, maar bleef bewust twee meters van haar afzitten.
Jij hebt de code gekraakt, Venus. Jij bent hun grootste doelwit momenteel. Toen keek Ven op. Ze schudde haar hoofd.
Dat kan niet! Ze weten niets over mij! Ik en maar een anonieme persoon!
Ze hebben in jouw computer ingebroken van het moment dat jij in die van hun gebroken was, ze hebben al je bestanden geüploaded, en zolang deze bestanden in hun computers zitten ben jij hun doelwit, zei Bill op een kalmerende manier. Ven keek even verbaasd op.
Dus deze mensen die me volgden... zijn zij...?
Gewone mensen, maar hun bedrijf vindt het maar leuk om een minicomputertje te zetten in hun brein zodat ze al hun bevelen opvolgen. Precies robots, maar dan mensen, verklaarde Bill. Ven voelde haar lichaam helemaal verzwakken. Ze ging neerzitten op de brommer, en Bill trok even een vies gezicht. Toch zei hij er niets op. Hij stapte weer op Ven af.
Wij gaan samen deze bestanden verwissen, en het bedrijf uitschakelen vooraleer ze jou of iemand anders pijn kunnen doen, zei Bill geruststellend. Ven keek even op met bange ogen.
Wie is er nog hun doelwit? vroeg ze ongerust. Bill zijn ogen gleden naar boven en leken naar de lucht te staren. Waarschijnlijk dacht hij na.
Momenteel vooral jij, maar ze zullen er niet aan twijfelen om je gezin en je vrienden ook neer te halen. Weer klonk zijn stem emotieloos. Was dit wel een mens?
Willie? Ven liet haar hoofd tussen haar handen vallen en kneep haar ogen dicht. Bill deed er niets op.
Thomas kan goed voor zichzelf zorgen, en Willie is veilig bij hem, zei Bill nog, in de hoop om haar op te beuren. Ven haalde haar schouders op. Ze kon niet onderduiken terwijl Willie en Thomas in gevaar waren. En dan waren er ook nog Georg Goody en Jennifer. Wat als er hun iets ging gebeuren?
Kunnen we ze niet meenemen? vroeg Ven. Bill schudde zijn hoofd.
Thuis zijn ze veiliger dan bij ons weet je, antwoordde hij. Zachtjes trok hij Ven van zijn voertuig en ging hij er zelf op zitten. Nu moeten we echt een schuilplaats zoeken.
Ven knikte terwijl ze achter Bill ging zitten. Weer sloot ze haar armen rond Bill zijn buik en drukte ze zich tegen zijn rug. Ze besloot om deze rit haar ogen maar eens dicht te houden. Een spookrijder kon nogal snel zijn op zijn voertuig.
Toen vertrokken ze.
Voor Kayley omdat ze verschrikkelijk vroeg moest opstaan vandaag!
Reacties:
Ik ben je beginnen volgen sinds je die opdrach hebt gekregen, zei Bill doodserieus, alsof stalken heel normaal was*gniffel* Is het ook, Bill.
Mheee. Bill. *-*
Ik houd van Bill.
Sorry, dat moest echt even gezegd. x'D
Er is nu alweer een beetje duidelijkheid geschept, myaaay. Hoewel ik me nu afvraag waar die code voor dient, of heb je dat al verteld en ben ik het met mijn warhoofd gewoon vergeten? (=
Hoe dan ook, ik meende wat ik gisteren op msn zei: Humanoid is mooi. En ik vind het heerlijk dat je de laatste tijd weer regelmatig stukjes post. <3
Bedankt
En true, verschrikkelijk vroeg! x.x'
Ik ga verder lezen. Want dat duurt altijd lang. Je hoofdstukken zijn lang<3
Maar dat is niet erg, meer Humanoid (: