Hoofdcategorieën
Home » Lord of the Rings » Life After All. » Hoofdstuk 5, Two sides of the river.
Life After All.
Hoofdstuk 5, Two sides of the river.
Airadan werd geschrokken wakker. "Thia vae." Zei Sidhlairiel met een sarcastische lach. "Ja." Was zijn antwoord. "Wat is er?" "Niets, denk ik. Gewoon een droom." Zei Airadan, staarde nog even vooruit, maar schrok toen van het grote vuur dat Sidhlairiel had opgezet. "Nou, aan jou te zien was het eerder een nachtmerrie. Je ziet er niet uit. Duik de rivier anders even in, zal je nodig hebben." Zei Sidhlairiel met een lach. Airadan rook even en snapte waar ze het over had. "Inderdaad ja, voel vrij om er bij te komen." Zei Airadan met een onbewuste glimlach. Sidhlairiel hief een wenkbrauw. Airadan stond op, draaide zich om, en liep richting de rivier. "De rivier is de andere kant op, schat." Zei Sidh' tegen hem. Airadan draaide zich om. "Schat?" "Het gleed eruit, stond er niet bij stil." Airadan knikte zachtjes, en liep toen de andere kant op.
"Dían!" Schreeuwde Kína uit. Kína stond samen met Airlinde op het dak van een gebouw. "Dían!" Schreeuwde Airlinde daarna uit. Airlinde ging Kína achterna. Dían lag op de rand van het gebouw, met haar keel open gesneden. Ze had nog wat andere sneeën op haar arm, van haar verdediging. Kína barstte in tranen uit, en Airlinde keek wanhopig. "Findëmaxa." Zei ze starend, daarna kreeg ze een blik van woede in haar ogen. "Wie, ik?" Zei een stem achter hun. Kína draaide zich om en staarde in pijn voor haar uit. Findëmaxa had Kína doorboord met het zwaard van Dían. Findë trok het zwaard uit haar levenloze lichaam. Airlinde keek en zweeg, ze schudde even en trok toen haar zwaard. "Avo garo, je wilt dit niet." "Zeker wel." Zei Findëmaxa terug, met een enge, gemene lach. Airlinde sprong naar Findëmaxa toe om uit te halen maar ze pareerde de aanval en sloeg zelf toe. Airlinde wist zich te verdedigen voor vijf slagen maar werd toen ontwapend door Findë'. "Ni ní»r achen." Zei Airlinde, en dat waren haar laatste woorden. Met het zwaard van Dían werd diep uitgehaald naar haar buik, raak. Airlinde viel op de grond, veel bloed liep uit haar lichaam. Kína keek haar nog even aan, met haar hand op haar bloedende buik, maar het laatste wat zij zag, was Findëmaxa's voet die op haar afkwam.
[Nu komt er eigenlijk iets anders, dus ik schrijf verder na dat stuk.. Just wait for this :'D]
Airadan lag aan de kant van de rivier, hij was nog niet helemaal nat en trilde bijna van de kou. Hij werd geroepen. "Airadan, ledhim hi." "Waarheen?" "Nou, ik weet het niet, maar het eten zet zichzelf niet op tafel." "Dat is waar, telithon." "Schiet maar op." Riep Sidhlairiel terwijl ze haar boog pakte. Airadan liep naar haar toe. "Geen woord tegen Findëmaxa over wat er is gebeurt." Zei Airadan tegen haar. "Als we haar ooit nog terug zien." Was het antwoord van Sidhlairiel, in Airadan's oren klonk het een tikkeltje gemeen, maar hij vergat dat al weer snel. Na vijf minuten rennen kwamen ze aan bij een smal beekje. Twee kleine herten, en een groot zwijn dronken daar. Sidhlairiel had al een pijl getrokken. "Dago den." Fluisterde Airadan tegen haar. Sidhlairiel knikte kort en liet te pijl los. Het zwijn keek om naar Airadan, in de ogen zag je woede. Airadan trok zijn zwaard en wachtte. De zwijn nam een sprint met het laatste kracht dat hij over had en vlak voor Airadan's neus sneuvelde hij, door een tweede pijl van Sidhlairiel. "Le hannon." Zei Airadan tegen haar terwijl hij zijn zwaard weer opborg. "Gell ní®n, raap jij dat beest op?" "Abgerim sí hen." Zei Airadan en wees naar een open plek. "Ah, leuk." "Inderdaad." Zei Airadan instemmend. Airadan trok weer zijn zwaard en Sidhlairiel haar messen. Ze namen een sprint naar de open plek. De Haradrim waren zeer verrast door het bezoek van twee elven, en trokken hun zwaard. "Thostach sui íºan." Zei Airadan met een grijns op zijn gezicht. De zeven Zuiderlingen keken dreigend. Airadan liep naar ze toe, net als Sidh' en sloeg met zijn zwaard tegen de buik van de Zuiderling, de twee helften vielen van elkaar. In tussen had Sidh' ook al twee neer door een paar snelle steken. Een zachte trilling voelde Airadan onder zijn voeten, en even later weer. Ze keken verward, Airadan en Sidhlairiel, maar ook de Zuiderlingen. Uit het niets kwam er een boomstam van boven die net naast Airadan inslag, maar ook vier Haradrim soldaten plette. Het bleek al snel dat het geen boomstam was, maar de lange been van een ent. Airadan keek verbaasd. "Hé!" Riep Airadan. De ent kwam langzaam tot stilstand, en draaide langzaam zijn hoofd om, naar Airadan. "Zo!" Begon de ent. "Ik had het nooit.." Airadan rolde met zijn ogen. "kunnen raden." De ent nam weer een hap lucht. "Prins Airadan, of" Nu rolde Sidhlairiel ook met haar ogen. "Is het al, Koning?" "Mae Govannen, High Tree. Nee, ik ben nog niet gekroond, en ik betwijfel of ik dat wel wil. I houd meer van de natuur, en alles eromheen dan mijn vader's troon." High tree antwoordde alleen door langzaam te knikken. Sidhlairiel keek Airadan aan. "Ken jij die ent?" "Hij woond in zuid aarde, ik kwam hem ooit eerder tegen, wat mij eraan doet denken.." En hij draaide zich aan High Tree. "Wat doe jij hier, zo ver weg van huis?" Vroeg hij. "Ik, jonge meester... Ben hier... Op een soort... vakantie..." Airadan keek de grote boom aan. "Juist, zou jij ons misschien een lift kunnen geven?" Vroeg Airadan aan High Tree. "Dat, vriend... Ligt er geheel aan... waar jij heen wilt..." Airadan keek Sidh' eventjes aan. "Waarheen?" Fluisterde Airadan. "Hoezo, jij was de prins hier." "Maar jij bent degene die de kaart van Midden-Aarde uit je hoofd kent." Zei Airadan bijna sissend. Sidhlairiel keek omhoog. "Caradhras." Airadan keek haar aan. "Wat? We kunnen daar niet heen." "Waarom niet, het is de snelste weg naar Rivendell." Zei Sidhlairiel tegen hem, ze klonk erg overtuigend. Airadan slikte even, hij had niets met grote hoogtes, hij was liever op de grond. "Caradhras." Zei Airadan langzaam. "En daar zal ik jullie brengen, jonge geliefden." Zei High Tree, beide keken High Tree aan alsof hij gek was.
O.o
Is zenoudood? :' (
Dat mag niet. ^^)
Maar, ENTEN!!!! <333
Snel meer?