Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » A freak of nature [afgewerkt] » 7.
A freak of nature [afgewerkt]
7.
Ik stopte mijn spullen in een doos, dan was het gemakkelijker om alles te verplaatsen. Ik ging verhuizen naar de zolder. Mam wilde me opvrolijken door me een ruimte voor mij alleen te geven. Ik was al gelukkig en hier werd ik niet meer blij van. Ik dacht dat ze eerder Tom mega blij maakte. Maar als ik hem zo zag, leek hij eerder depressief dan blij. We hadden al bijna een week niets meer tegen elkaar gezegd. Tom had een groot litteken boven zijn oog. Ze hadden er met een mes gesneden, die ‘vrienden’ van hem. Zijn lip was ook nog best dik. Tom was al een week niet naar school geweest. Omdat hij niet kon lopen vanwege zijn voet en van de angst. Dat had ik zo door, ervaring. Die jongen had een trauma volgens mij. Ach, nu weet hij eindelijk eens hoe het voelt om verraden te worden door je vrienden. Ik keek rond of ik niets was vergeten en ging toen met de doos naar de zolder. Het was er zwart geschilderd en ik had nieuwe meubels. Mijn posters hingen al op. Ik zette de doos op bed en ging terug naar Tom zijn kamer. Hij lag met gesloten ogen muziek te luisteren. Zonder toestemming begon ik zijn hip-hoppende posters op te hangen op de plek waar eerst mijn posters hingen. Toen ik klaar was ging ik zonder een woord te zeggen weg. Hij hoefde me ook niet te bedanken. Nu ging ik naar de woonkamer, Elly halen. Ze kwam met plezier mee. Ik zette haar op mijn bed. Ze nam mijn iPod uit de doos. Ik gniffelde en zette alles op zijn plek. Ik keek eens rond. Het was hier enorm groot, maar dat vond ik niet erg. Ik nam het laatste uit de doos. Een pakje sigaretten. Ik staarde er even naar. Ik had die van Tom gejat. Toen ik ze zag kreeg ik er enorme trek in. Ik zat nu tussen twee vuren. Bij houden of terug geven? Ik stopte het uiteindelijk in mijn broekzak en nam mijn laptop. Tijd op nog eens een blog bericht te plaatsen.
bloggers,
Wat er vorige week allemaal gebeurt is, is niet samen te vatten. Het was gewoon vreselijk. Die vrienden van mijn broer dwongen me jointjes te roken zodat ik stoned werd en toen wilden ze me een winkel laten overvallen. Tom dwong me naar huis te gaan, hij wilde niet dat ik het deed. Hij zou alles wel regelen. Ik liep honderd meter verder en viel toen gewoon op de grond en toen werd alles zwart.
Ik werd weer wakker in de regen en herinnerde me na een tijd alles weer dus ging ik opzoek naar Tom. Ik vond hem totaal gewond op de grond, in de regen. Op het eerste moment was ik zeer bezorgd om hem, hij bleef wel mijn tweelingbroer. Maar hoezeer de tijd verder liep, begon ik te vinden dat dit zijn verdiende loon was. Eindelijk heeft hij eens gevoeld hoe ik me voelde toen ze me in elkaar sloegen. Het is misschien hard, maar het is wel zo. Ik kan zijn ‘sorry’ niet aanvaarden. Het zal me niet gelukkiger maken. Ik heb me bij alle pijn en eenzaamheid neergelegd dat ik nu zelfs gelukkig ben. Hoewel alles me nog steeds kapot maakt.
Mijn moeder heeft me de zolder gegeven om me blij te maken. Dat ik een eigen plek heb. Ik denk dat ze enkel Tom blij maakt hiermee. Ik word niet gelukkig door spullen. Zoals men altijd zegt: ‘Geld maakt niet gelukkig’
of ‘geluk kan je niet kopen’.
Ik heb best wel angst voor morgen, dan is het weer maandag en ik weet zeker dat Tom zijn ‘vrienden’ hun geduld gaan verliezen. Ze gaan niet lang meer wachten op Tom. Ik heb een gevoel dat er morgen iets gaat gebeuren.
Bill.x
Die volgende morgen was ik vroeg wakker. Mijn maag rammelde als een gek dus besloot ik een boterham met choco te eten. Luka en Lucas kwamen deze week weer. Baaibaai rust en stilte. En van Lisa zou ik sowieso geen last hebben, ze praat toch niet tegen me. Ik stopte al mijn spullen in mijn tas. Ik voelde in mijn broek of ik er niets overbodigs in had zitten. Mijn hand botste meteen op het pakje sigaretten. Ik liet het erin zitten en ging naar de bushalte. Tom ging nog niet naar school. Aan de bushalte stak ik dan toch maar een sigaretje op. Het leek alsof ik het nodig had want toen ik het peukje op de grond gooide en er op trapte, voelde ik me veel beter. De bus kwam eraan. Ik ging ergens vooraan zitten en keek niet naar achter, naar Tom zijn vrienden. Ik kauwde op een kauwgom om de sigarettengeur uit mijn mond te krijgen. Ik was blij dat ik op school kwam. Gewoon zodat ik uit die muffe bus kon. Ik was al misselijk. Op de speelplaats nam ik plaats op een bankje en keek wiskunde na. Ik was ‘vergeten’ te leren dit weekend. Opeens kwam Brandon naast me zitten. En nog geen twee seconden later was ik omsingeld. Ik probeerde geen angst te tonen. “Jongetje, waar zit je broertje?”¯ vroeg Brandon. “Thuis,”¯ antwoordde ik zo neutraal mogelijk. “We moeten nog wat afhandelen met hem,”¯ zei Stijn. Hij maakte een vuist. Ik kreeg een brok in mijn keel. “Wel, we gaan weer,”¯ zei Simon. Ze stonden op en gingen weg. Brandon gaf me nog een harde klap op mijn achterhoofd. Ik wist wat ze van plan waren. Ik zou moeten zorgen dat ik voor hen uit school was, anders was ik dood. Maar hoe kon ik eerder uit school komen als hun al tien minuten eerder uit de les vertrokken?
Nou. Bill. Je laat je 'fangs' zien, en bijt en zuigt ze helemaal leeg.
En dan help ik je wel^^
IkvindTomwelzielignu:x
MelovesIt<3