Hoofdcategorieën
Home » Nena » The Story of a Dying Angel » 5. The girl in the drawings
The Story of a Dying Angel
5. The girl in the drawings
Dan leun ik met mijn ellebogen op de tafel terwijl ik mijn hoofd ondersteun, naar Simeon’s tekening kijkende. ‘Wat teken je?’ Vraag ik dan vrolijk. Hij kijkt even op. ‘Ik teken jou.’ En dan buigt hij zich weer over zijn werkje. Nieuwsgierig probeer ik te kijken wat hij dan tekent. Maar hij heeft zijn arm ervoor liggen. Dan mompelt hij terwijl hij rustig doorgaat met tekenen:’Mama zal vast blij zijn als ze merkt dat je er weer bent.’
Ik kijk het 10-jarige kereltje even verbaasd aan. ‘Hoe bedoel je?’ Vraag ik stomverbaasd. En op dat moment komt Nena de kantine weer in. En Simeon houdt verstandig zijn mond en kleurt vrolijk verder. Nena gaat weer tegen over me zitten. ‘Lorena? Mag ik je iets vragen?’ Ik kijk even op. Ik zie hoe vriendelijk ze me aankijkt. Ik smelt letterlijk bijna! Ik knik. ‘Hoe kwam het dat je daarnet zo heftig reageerde? En ken ik je ergens van.. Je komt me zo bekend voor.’ Een gevoel van geluk overmeestert de meeste angst die zich nog in me genesteld heeft. Ik haal mijn schouders op. ‘Ik weet niet.. Ik uhm, ben nog nooit naar een concert van u geweest?’ Nena begint te lachen. ‘Alsjeblieft geen u! Ik smeek je! Dadelijk voel ik me nog ouder tussen al die jongen mensen hier.’ Ik begin even te lachen. Ik merk hoe ik wat losser kom en nu voel ik weer het vertrouwde gevoel wat ik vroeger altijd had. Ik kijk haar even glimlachend aan. En het enigste wat er in mijn hoofd om gaat is:’Ze herkent me ergens van!’
‘Maar waarom reageerde je zo extreem dan?’ Vraagt ze nog eens maar nu wat bezorgt. En meteen word ik weer weggetrokken uit het vertrouwde gevoel. Ik haal mijn schouders op en ik begin wat te stotteren. ‘Ik uhmm.. ik uhm…’ Ik zie vanuit mijn ooghoeken hoe Simeon me aankijkt en dan snel de aandacht trekt door de tekening onder zijn moeders neus te schuiven. ‘Kijk is mama..’ En hij duwt de tekening nog wat dichter haar kant op zodat ze zo goed als ‘gedwongen’ word om te kijken naar de creatie van haar zoon. En vreemd genoeg heeft ze zelfs door waar Simeon mee bezig is. Even kijkt ze hem vragend aan en dan weer naar mij. Maar zodra ik alweer weg kijk richt ze haar blik op de tekening. ‘Wat heb je getekend lieverd?’ Hoor ik haar met een lieve bemoederende stem zeggen. En verbaasd blijft ze naar de tekening staren. ‘Wat is dit liefje?’ Vraagt ze dan op een iets andere toon die ik niet echt thuis kan brengen.
Haar ogen veranderen van verrast naar triest. Ook haar lichaamshouding verandert. En met een hele pijnlijke glimlach geeft ze de tekening terug aan haar zoontje. ‘Mooi lieverd.. mooi..’ Simeon gaat weer zitten en gaat weer verder met kleuren. En ik kijk toe hoe Nena haar best moet doen niet in huilen uit te barsten. Nu vraag ik me toch af wat hij getekend heeft. ‘Mag ik is zien wat je getekend hebt?’ Vraag ik dan. Simeon knikt en schuift de tekening naar mij. Dan staat hij weer op en voor ik het weet duwt hij me wat naar achter en zit hij op mijn schoot. In eerste oogopslag zie ik een vijver en een grote boom, met iemand die tegen de boom aanleunt en naar het water kijkt.
Maar als ik dan nog eens beter kijk. Zie ik dat ik dat ben. Inclusief de vleugels. En in mijn armen draag ik een klein kindje met donker bruine oogjes. Net zo donker als die van mij. Maar het is niet zomaar een tekening. Die plek herken ik uit duizenden! Even kijk ik verbaasd naar de tekening. En ik zie hoe Nena me afwachten aankijkt. ‘Lieverd..’ Mompelt ze dan moeilijk met een gebroken glimlach. ‘Ga maar is kijken of papa er al is..’
Simeon stapt weer van mijn schoot af en loopt weer naar de deur. Net voor hij naar buiten loopt draait hij zich even om en werpt hij me een klein glimlachje toe. Daar zit ik dan, alleen.. met Nena. En ik heb het idee dat er zo meteen iets gaat gebeuren wat ik alles behalve verwacht. Ze pakt de tekening weer vast en klemt hem tussen haar smalle vingertoppen. Even ontsnapt er een snik uit haar mond. En het duurt niet lang voor de tranen over haar wangen rollen. Dan bedenkt ze zich pas dat ze niet alleen is in de kantine en ze kijkt me even geschrokken aan. Snel veegt ze haar tranen weg en zet ze een neppe glimlach op. ‘O mijn god. Sorry, let maar niet op mij!’ En ze begint wat stom te lachen. Ik kijk haar wat somber aan. Ik zie gewoon hoe ze kapot gaat aan het verdriet óm Christopher.
Ze kijkt nog een keer naar de tekening en barst dan weer en tranen uit. ‘Sorry..’ Snottert ze dan tussendoor. ‘Maar… het is.. gewoon.. Nee laat maar..’ En ze staat op om een stuk keukenrol te pakken om haar tranen te drogen. Ze veegt haar tranen weg en komt weer zitten. ‘Nu staan we tenminste quitte!’ Zegt ze dan lachend terwijl ze haar neus snuit. Ik weet niet of ik hierop moet antwoorden met lachen of huilen. Dan zie ik hoe ze me nog wat beter aankijkt. Dan glijden haar ogen weer af op de tekening. En dan kijkt ze weer naar mij. ‘Iets wat ik gewoon niet snap dus..’ Mompelt ze haast onverstaanbaar in zichzelf. ‘Weet je…?’ Zegt ze dan verbaasd. Terwijl ze mij aankijkt. ‘Volgens mij ben jij dit?’ Ik doe net of ik haar niet begrijp en haal mijn schouders op in de hoop dat ze er niet op doorgaat. Maar ze blijft naar de tekening kijken en dan weer naar mij. Ik voel me er ongemakkelijk door, wellicht betrapt misschien.. ik weet niet.
Ze blijft in zich zelf mompelen. ‘Ja, ik weet het zeker. Wat vreemd. Echt.. Ja!’ En ze springt verstrooid overeind en loopt naar de deur. ‘Wacht.. ik ben zo terug!’ Mompelt ze wat chaotisch en verstrooid. Versuft en overrompeld blijf ik achter in het lokaal. En ik begin het gevoel te krijgen dat de tekening van Simeon me verraden heeft. Niet veel later komt ze het lokaal weer in lopen met een flink looptempo. En in haar handen heeft ze een map en wat losse papieren. ‘Kom is..’ Mompelt ze terwijl ze het me ook gebaart. En ze haalt nog meer tekeningen uit de map. Ik ga naast haar zitten. Als een gek begint ze de tekeningen langs elkaar te leggen. Mijn hart bonst weer in mijn keel als reactie van wat ik dan zie.
Een stuk of 10 tekeningen liggen verspreid over het tafelblad. Stuk voor stuk hebben ze allemaal betrekking tot mij. Overal zie ik wel mijn gezicht ergens in verwerkt. Ik schrik ervan. Hoe kan hij zo obsessed zijn als dit de eerste keer is dat hij me ziet? Nena kijkt me helemaal in de war aan. ‘Heb jij mijn zoon eerder gezien?’ En ze blijft me twijfelend en vragend aankijken. Ik schud mijn hoofd. Ze blijft me doordringend aankijken. ‘Weet je het echt heel zeker?’ En ze legt haar hand op mijn arm die op tafel ligt. Ik voel hoe haar lichaamswarmte over glijdt in het mijne en op dat moment komen Philipp, Bill, Tom, Samuel en Simeon binnen. Ietwat geschrokken trek ik mijn arm terug. En het vijftal kijkt ons vragend aan. Nena raapt snel de papieren bij elkaar en stopt ze terug in de map. Snel doet ze of er niets is. Maar natuurlijk kan iedereen zien dat ze gehuild heeft. Iet wat verbaasd komen ze binnenlopen. Ik ben nog helemaal verward van de tekening en van Nena’s aanrakingen van het afgelopen uur. Bill, Tom, en Samuel gaan tegen over me zitten. En ondertussen trekt Simeon me weer naar achter zodat hij weer op mijn schoot kan klimmen. Ik krijg het niet eens meer mee. Ik ben gewoon helemaal in de war.
Pas als er een kop koffie voor mijn neus neergezet word ontwaak ik weer uit mijn roes. Als ik recht tegenover me kijk zie ik Bill me vragend aankijken. En Tom.. Die staart dromerig en wazig voor zich uit. Geen wonder.. Ik wist het wel. Hij vind haar gewoon leuk. Nena is ook totaal géén lelijke vrouw. Maar Tom.. en Nena..? Ik vind het vreemd. Ik ken hem dan niet echt goed. Maar qua zijn uitstraling zou ik niet zeggen dat hij op vrouwen zoals Nena zou vallen. Van zijn broer verwachtte ik dacht echter meteen, dat hij Nena wel een aantrekkelijke vrouw vond. Maar vreemd genoeg heeft hij op dit moment meer aandacht voor mij als voor Nena.
Langzamerhand ontwaakt Nena ook uit haar roes en begint ze ‘vrolijk’ tegen Simeon en Samuel aan te praten. ‘En kerels.. Wat gaan we vandaag nog doen?’ ‘Met chri.. Ehh Lena buiten spelen!’ Simeon glijdt van mijn schoot af en trekt me mee naar de deur. Ik lach even naar de anderen, mompel dan:’We komen zo wel weer terug..’ En ik laat me verder mee sleuren. Echter weet ik wel, zodra ik die deur achter me dicht trek, ze zullen beginnen te praten over mij.
Twijfelend trek ik de deur achter me dicht. ‘Waar gaan we heen?’ Vraag ik verast en verbaasd. Simeon draait zich niet om maar mompelt binnensmonds:’Wij gaan naar buiten!’ En hij springt vrolijk de trap af met mij achter hem aanslepende. Iedere keer als hij waar een sprong maakt, danst zijn wit blonde haar mee op de beweging. Dan laat hij mijn hand los en onder aan de trappen aangekomen duwt hij de grote deur open. Er stapt een vrouw naar binnen. ‘Heey tante Nane!’ Roept Simeon vrolijk de vrouw toe. Nu ik beter kijk zie ik het. Maar natuurlijk.. Nena’s jongere zusje. Als ze mij ziet verstard ze even. Ze kijkt me warrig en vragend aan en voor ze nog iets kan zeggen trekt Simeon me meer naar buiten. Net voor ik door de deurpost naar buiten verdwijn zie ik hoe ze me nog even verbaasd na kijkt.
Alweer helemaal verbaast laat ik me meesleuren door Simeon. Niet veel later beland ik op de rand van de zandbak en hij erin. ‘Simeon?’ Vraag ik dan wat onzeker. ‘Joh.. Was ist?’ Vraagt hij vrolijk wanneer hij zijn haren voor zijn ogen wegveegt, en dat zelfde ook, niet zo heel veel later, bij mij doet. ‘Ik .. uhm.. Waarom heb je die tekeningen gemaakt?’ Simeon legt het schepje neer wat hij zojuist had opgeraapt en klopt zijn broek af en komt overeind. ‘Omdat ik je moet helpen..’ Ik snap niet zo goed waar het kleine kereltje heen wilt met dit gesprek maar ik speel maar mee. ‘O van wie dan?’ Vraag ik spelend verrast. ‘Van jou..’ En hij kijkt me niets begrijpend aan dat ik niet snap waar hij over praat.
‘Hoe bedoel je dat precies?’ Vraag ik terwijl ik mezelf van de rand laat afzakken de zandbak in. ‘Gewoon.. Je hebt het me heel vaak verteld!’ Ik kijk hem stomverbaasd aan en ik moet moeite doen mijn gezicht niet tot een idioot vragend grimas te trekken. ‘Wanneer dan?’
Simeon zucht even en ik merk dat hij geërgerd raakt, omdat ik hem gewoonweg niet begrijp. ‘In mijn droom natuurlijk!’ Roept hij uit alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Snel kijk ik geschrokken om ons heen, voor het geval er mensen zijn die ons in de gaten houden. ‘Maar Simeon.. Luister is..’ Simeon loopt een paar passen naar me toe en laat zich in mijn schoot vallen. ‘Ja?’
Ik slik even. ‘Beloof je.. dat je mama er niets over verteld.. Het maakt haar alleen maar verdrietig!’ Even ben ik verbaasd van wat ik zei. Zei ik nu ‘mama’ gebruikende als in de ik-vorm of in niveauaangepaste taal naar Simeon toe. Simeon knikt. ‘Dat beloof ik..’ We blijven even stil. En we zitten nutteloos in de zandbak. Al hoewel.. zo nutteloos is het niet. Ik heb eindelijk weer contact met de mensen waar ik zo ontzettend veel van hou. Iets waar ik al bijna 18 jaar na uit heb geleefd. Simeon legt zijn hoofd tegen mijn borst en ik zie hoe hij stilletjes luistert naar mijn harstslag. Even peins ik erover of ik mijn armen om hem heen zal slaan of niet, maar bij nader inzien. waar ook niet? En voorzichtig sla ik mijn armen om hem heen, wat hem nog dichter tegen me aan doet kruipen.
‘Tante ‘Nane’ zag je ook, alleen weet ze het nog niet. Net als mama. En Samuel, die snapt dat niet en papa ook niet. Daarom zal mama hem er ook niets over vertellen. En daarom moet jij met haar praten.’ Ik kijk even stomverbaasd naar het jongetje wat op mijn schoot mij de les zit te lezen. Tot mijn stomste verbazing vraag ik ook nog:’Maar hoe dan?’ Simeon kijkt even op en glimlacht lief. ‘Ze komt vanzelf naar jou, maar dan moet je niet meer bang zijn..’ Ergens word ik kwaad van binnen, al weet ik dat hij gelijk heeft. Maar hoe wil een tienjarig jongetje mij nu zeggen wat ik moet doen. Ik word er niet meer wijs uit. Dan mompel ik maar:’Dat probeer ik ook..’
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.