Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Lord of the Rings » Life After All. » Hoofdstuk 6, High Pass of Snow.

Life After All.

13 april 2010 - 17:08

1112

1

392



Hoofdstuk 6, High Pass of Snow.

Fangorn, het grootste woud van Midden Aarde was nu bedekt in een groot pak wit sneeuw. Airadan en Sidhlairiel zaten op een paar takken van High Tree, ze waren moe en vielen bijna in slaap. Langzaam liep de grote Ent door het woud. "Lang heb ik gewoond in Zuid Aarde. Mijn vader, Boombaard, vertelde mij vage dingen over een mythe. Hij vertelde mij iets over een paar ringen van de Dwergen, en over het hersmeden van iets. Meer weet ik er niet meer van. Ik was een nieuwsgierige Ent die tijd dus ik besloot op mijn eigen houtje.." Sidhlairiel schoot in de lach. "Naar Zuid Aarde te reizen." Ging High Tree ongestoord door. "Ik zocht naar de 'Zilveren Mijnen', en ik had ze gevonden. Helaas was er geen rekening gehouden met Enten, dus kon ik niet naar binnen. Verder ben ik nooit gekomen, de reden daarvoor was de Oorlog van Telfagoron. Ik had het hart niet om al die Zuiderlijke Enten aan hun grijze lot over te laten." Zei High Tree. "Wauw, wat gebeurde er toen?" Vroeg Airadan, gewoon om hem bezig te houden. "Ik besloot te vechten. Samen met tweeëndertig andere Enten zijn we op zoek gegaan naar elke vuile Orc, om die dan vervolgens af te slachten. Het was niet al te moeilijk om alle Orcs uit het bos af te slachten, maar in totaal hebben we er meer dan vierhonderd van die vieze modderklevers te pakken gehad, met extra hulp." "Van wie heb je dan hulp gekregen?" Vroeg Airadan. "Een groep sterke Dwergen van de Zilveren Mijnen." Sidhlairiel keek hem aan. "Dwergen? Die kleine rotskauwers? Walgelijk." Zei ze terwijl ze wegkeek. "Ik zag die Dwergen eerst aan als een bedreiging, al die bijlen maakten ons woedend." "Dus, je hebt ze vertrapt?" Vroeg Sidhlairiel, ze leek opgewonden. "Nee, ze sloten zich bij ons aan, en hebben samen het woud weer terug genomen." "Sidhlairiel antwoordde alleen met een teleurgesteld gezicht.

De ogen van een man werden groot toen hij de lopende boom zag. "Wat in.." Fluisterde hij in zichzelf. Hij was nog steeds verbaasd en bleef staren. Zijn aandacht ging naar de bosjes toen er geritsel vandaan kwam. Hij keek voor een moment, maar ging toen verder met het volgen van de boom. Hij moest snel lopen om de boom bij te houden. De Ent stopte even en keek om zich heen, iets had de aandacht van de Ent getrokken. Weer werd de man afgeleid door geritsel uit de bosjes. Hij begon licht geïrriteerd te raken, maar toch ook een beetje bang. Voor de zekerheid greep de man maar naar zijn strijdbijl. De Ent draaide zich om en zette het op een lopen. De grond trilde hevig bij elke stap die de Ent zette. De man vergat het geritsel en besloot de ent maar te volgen.

"Helaas bestaan er deze dagen geen Dwergen meer die aan mijn kant staan. Die kleine mannen hebben nu alleen maar oog voor hout. Daar maken ze dan werktuigen van." De Ent stopte. "Dus, High Tree, wat ga je doen als je weer Dwergen ziet?" Vroeg Sidh' in de hoop op en een kwaad antwoord. "Negeren." Antwoordde de Ent rustig. Sidh' antwoordde met een frons. "Airadan!" Riep Sihdlairiel. Hij schrok wakker en greep meteen naar zijn mes, "Ja?!" Riep hij geschrokken. Hij zwaaide met zijn mes, niet wetend dat er niets aan de hand was, totdat hij van de grote tak afgleed. "Airadan!??" Riep Sidhlairiel weer terwijl hij schreeuwend naar beneden viel. De val werd gebroken door de hand van High Tree. "Jonge meester Airadan, pas op waar je heen valt. We willen toch niet dat de prins zijn arm breekt, of erger?" Vroeg High Tree aan hem. Airadan schudde afwezig met zijn hoofd, Sidhlairiel leek het hilarisch te vinden. Terwijl Airadan zijn mes weer wegstopte, bleef High Tree stilstaan. "Kijk, de voet van Redhorn." Zei High Tree en hij wees naar berg. De berg was oogverblindend in het zonlicht. De witte sneeuw leek nog witter dan normaal. "Wauw.." Fluisterde Airadan in zichzelf. "Ik zal jullie er snel heen brengen, maar verder kan ik niet gaan. Jullie zullen te voet verder moeten over de berg." "Dat gaat wel lukken." Zei Sidhlairiel tegen Airadan en High Tree. De ent vervolgde zijn reis.

"Kom op, we hebben meer hout nodig!" Zei een Dwerg tegen een groep andere Dwergen, het leek op een klein legertje, ze waren met ongeveer honderd. "Waar halen we al dat hout vandaan?" Vroeg een Dwerg. "Fangorn ligt niet al te ver weg, laten we gaan." Zei de Dwerg, hij leek de leider te zijn van de groep. "Maar Thalí­n, de monsters in het woud, wat doen we daar dan mee?" "Kappen." Zei Thalí­n met een grijns op zijn gezicht. Thalí­n en zijn groep waren bijna aan het rand van het bos en aan de voet van Redhorn. Ze begonnen te rennen, alsof Telfagoron ze op de hielen zat. "Fangorn is ons doel!" Riep de leider trots.

"Hier zal ik jullie moeten laten gaan. Ik neem het risico niet om dichterbij te komen, de laatste keer dat ik een lawine veroorzaakte liep het maar net goed af." De ent zette Airadan en Sidhlairiel op hun voeten neer, ze zakten niet weg in de sneeuw, zoals High Tree. "Lichtvoeten." Zei High Tree geamuseerd. Alle drie lachten.

De Ent waar de man achteraan rende was gestopte. De Ent leek ergens heen te kijken, ver weg. De man keek verward. Toen de Ent begon the fronsen zette hij het op een lopen, om de stampende boomstammen te ontwijken.

High Tree keek om en gaf een brul. Sidhlairiel en Airadan, die al verder waren gelopen, keken geschrokken om. De grond begon hevig te trillen toen er meer enten tevoorschijn kwamen."Broeders, Eik, Beuk, Wilg, Walnoot, Berk en ook Linde. De Dwergen zijn hier om het woud op te schudden. Verzamelen hout voor hun grote hutten. Hout voor werktuigen, voor in de mijnen. Lang hebben wij hier geleefd en al onze bloedlijnen. Nu verdedigen wij ons huis, onze plek. We zullen tegen ze zeggen: vertrek!" En na dat vers zette alle enten het op een lopen.

Airadan en Sidhlairiel keken nog om. "Dwergen?" Zei Sidhlairiel, en keek vragen. "We kunnen niet meer terug, nu niet meer. We gaan, kom." Zei Airadan. "Waarom niet, we hadden wel tijd om Alfarië te beschermen, toch?" "Dat is waar, maar we hebben al teveel tijd verloren. We moeten de bergen over voor de stormen beginnen." Zei Airadan. "Misschien heb je gelijk ja. We moeten naar Baitian gaan." "Baitian?" "Ja, Bergmeer?" "Nooit van gehoord, wat is het dan?" "Een groot meer, in de berg." "Ah, juist." Zei Airadan met een lach. "Ik zie het wel, maar we moeten nu echt gaan hoor."


Reacties:


Merel
Merel zei op 14 april 2010 - 18:03:
Jaj,
I want more!