Hoofdcategorieën
Home » 30 Seconds to mars » We've found what we need. » Chapter 19:
We've found what we need.
Chapter 19:
Sarah:
Zenuwachtig zat ik samen met Roel in de taxi, ik zat steeds op het klokje te kijken, het ging té sloom. We hadden Zoé in het hotel gelaten, ik zou het wel tegen Shannon zeggen. Roel praten gezellig verder, 'Saar, en nou wat zullen we eens gaan vragen? " ik knikte kort. Mijn hersens waren niet meer in staat om mijn mond open te doen. De auto stopte, snel stopte ik wat dollars in zijn hand. Het was een flat gebouw. Roel en ik keken snel omhoog, het was prachtig wit. Snel stapte we naar binnen, we werden naar boven begeleid door een bewaker. Ik voelde me nu net een ster, die overal een bodyguard bij zich had. Roel en ik spraken helemaal niet. De bewaker stond stil voor een deur. "here it is." Hij gaf ons snel een knipoog. ik duwde langzaam de deur open, Roel stapte snel naar binnen. Hij was blijkbaar zijn zenuwen de baas, ik treuzelde, ik durfde niet. Ik stapte langzaam ook naar binnen. Ik zag Jared's verbaaste gezicht toen hij mij binnen zag stappen. Ik lachte kort. ik was bang dat ik zou overgeven. Hoe ik me op me gemak had gevoeld in Nederland was nu helemaal voorbij. Roel ging snel op een stoel zitten, ik ging naast hem zitten, foute keuze. Nu keek ik recht in Jared's gezicht. Zijn blauwe ogen keken vrolijk naar mij, hij zei ook niets.
Jared:
Daar, opeens stond ze er. Zij had dus tickets gewonnen voor deze meet & great. Ik lachte, ik had niet gekeken naar wie er naast haar zat. een stem, zij was het niet. "Hi, We're Sarah And Roel, from the Netherlands. " Ik keek met tegenzin naar de andere persoon, ik had verwacht dat het Zoé was, niet dus.
Daar zat een jongen, hij lachte, hij had er blijkbaar veel zin in.
Zou hij dan...? "Hi Sarah And roel, Nice to meet you. Ask anything what you want." Ik keek naar Sarah, ik wist niet of ik mocht laten zien dat we elkaar kende.
Shannon:
Sarah, een jongen, géén Zoé. Blijkbaar was de chemie tussen mij en Zoé alleen maar voor mij, niet voor haar. Ze gaf dus niets om me, niet eens om de band. Ze was dus lekker achtergebleven daarzo. ik keek onverschillig omheen. Ze zouden me niet zien huilen. Zelfs Jared zou het niet mogen merken. Niemand mocht het merken, het liefst was ik als een kleine jongen in iemands armen gevallen, of huilend op bed gevallen. 'Maar ik was geen kleine jongen meer, ik was een drummer, die nu vragen moest beantwoorden.
Ik was een mislukking.
als ik een band zou ontmoeten zou ik juist heel kalm zijn. kalmer dan normaal. dat is altijd als ik zenuwachtig ben...