Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Is There Someone,Who Would Care If I Die? (TC) » Is There Someone,Who Would Care If I Die? (TC)*10
Is There Someone,Who Would Care If I Die? (TC)
Is There Someone,Who Would Care If I Die? (TC)*10
na twee lange uren was het de laatste speeltijd. ik voelde me niet echt goed. alles deed nog zo'n pijn,ik moest veel moeite doen om men tranen in te houden. ik ga thuis toch maar wat pijnstillers nemen ofzo. ik ging tegen een muur staan en pakte men kladboekje uit men boekentas. het is wel moeilijk om rechtstaand te schrijven,maarja..
'hey billy,kan je niet zitten?' omg,ik heb nog nooit zo'n schrik gehad bij het horen van die stem. tyson. onbewust begon ik te beven. please laat hem me niks doen,ik kan het niet meer aan!
'bill,ik vroeg je iets! gisteren had je wel meer je stem gebruikt,haha.' ik haat die valse lach. hij weet dat hij me pijn deed,moet hij het er nu dan nog eens inwrijven ook? wat heb ik hem ooit verkeerd gedaan!?
ineens voelde ik zijn hand men schouder omklemmen,en uit automatischme hield ik men armen voor men gezicht. hij begon me simpelweg uit te lachen... ik zag verschillende mensen naar ons kijken,het maakte me bang.
zijn hand kneep me harder en ik zakte een beetje van de pijn. hij keek me diep in men ogen en had die brede grijns weer op zijn vuil gezicht. ik voel precies zuur omhoog komen,maar ik kan het nog inhouden. zenuwen raasden door men lichaam. ik had zo'n schrik,niet normaal. waarom ben ik toch te laf om iets te doen? waarom kan ik hem niet een goed pak slaag geven? ik wil niet in angst leven met men verkrachter op dezelfde school! dat hou ik nooit vol. hij zal me dikwijls vuil aankijken,of zoals nu doen. hij kneep nog harder en ik piepte even. tranen branden al,maar ik hield me in. ik wil geen zwakte tonen,zo is het al erg genoeg...
eindelijk liet hij me los en liep luid lachend weg. ik zette me terug wat rechter en richte men blik naar de grond. ik wil nu niemand aankijken. wat zullen ze wel niet denken. een gast van 17 die niet eens voor zichzelf opkomt...
maar de waarheid is : ik heb al heel men leven voor mezelf moeten opkomen. in dat weeshuis was ik altijd die het laatste stukje brood van de maaltijd kreeg. ik moest altijd vechten voor voedsel. meestal verloor ik en ging ik met een lege maag slapen. een slaapplek in dat weeshuis was ook niet zoals je zal denken. ik had niet eens men eigen bed. nee,ik sliep in het midden,geplet tussen twee andere jongens. gezellig was dat als ze dan ook nog eens begonnen snurken. ik heb dikwijls nachtenlang wakker gelegen en gedroomd van een eigen gezin,een eigen bedje,een eigen leven. ik had nergens over te beslissen. alles werd voor mij geregeld,ik had nooit een keus. wou ik iets doen,dan mocht het niet. ik moest alleen doen wat zij zeiden. toiletten poetsen,kots opkuisen,eten maken,bedden opmaken,wassen,afwassen,stofzuigen,en ga zo maar door. ik heb dikwijls geweigerd,omdat ik eens ziek was ofzo,maar dan kreeg ik een slag in men gezicht. dat was het signaal voor me om toch maar te luisteren,voor er meer klappen vielen. ik heb geen gelukkig leventje gehad daar. ik heb soms zelf nu nog nachtmerries erover. vooral toen de ene keer dat ik hevige ruzie had met een jongen die vijf jaar ouder was als mij. hij had men laatste stuk brood gestolen en had expres in men bed gekotst ,zodat ik op de grond moest slapen. ik was toen zo kwaad,ik viel hem aan. maar ik was uitgehongerd en ondervoed,dus ik verloor. ik voelde toen een hevige pijn in men zij en viel op de grond. ik greep naar de pijnlijke plek en voelde een mes zitten. ja,een mes...
elke keer als ik me omkleed om te gaan slapen,dan zie ik het litteken. het heeft me getekend voor het leven. het zal altijd een aandenken blijven aan dat weeshuis. ik heb het gehaten daar. ik wou mezelf ophangen,maar dat ging niet. ze hielden ons in het oog. ze lieten ons geen enkel moment alleen. alleen als we naar de wc moesten. maar zoals verwacht,heb ik daar nooit een mesje gevonden of iets. ze wisten dat het slecht met me ging. maar ze lieten me doen,ze lieten me vechten als een dier voor een beetje eten. in die tijd heb ik me echt een béést gevoeld. er zijn nog veel dingen gebeurd daar. ik heb er vanaf men geboorte gezeten tot men 14. dan ben ik kunnen vluchten en leef nu dit leven onder men nieuwe naam. men moeder had me vroeger Ben genoemd zeiden die van het weeshuis. maar nu heb ik mezelf dus bill genoemd. niemand weet wie ik ben,niemand kent me. en zo wil ik het houden. nu ging het me al een klein beetje beter als in het weeshuis,maar nu is men wereld ingezakt. ik kan gewoon niet meer. ik wil niet meer vechten. ik wil keuzes,ik wil een eigen leven! ik wil zelf beslissen! het is min leven,niemand mag me zeggen wat ik moet doen,denken of voelen. maar ik heb men wil verloren,ik kan niet meer...
MEER