Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Koordinaten Unbekannt » Zesde droom
Koordinaten Unbekannt
Zesde droom
Ik zit in een oncomfortabele, houten stoel. Om het nog pijnlijker te maken zitten mijn handen strak vastgebonden. Het touw dat daarvoor gebruikt is snijdt pijnlijk in mijn vlees. Ik weet zeker dat er flinke striemen op mijn polsen te zien zullen zijn zodra de touwen ervan af worden gehaald. Als ze ervan af worden gehaald. Ik kijk op en zie dat er drie bekende gedaantes in de hoek van de kamer staan. Ik kan de gezichten niet zien, al weet ik hoe die eruit zien. De gedaantes dragen rode gewaden met kappen over de hoofden. De schaduwen die op de gezichten vallen maken het weer onmogelijk om ze te zien. Waarom verschuilen ze zich, als ik ze toch al gezien heb? Ik neem aan dat ze me angst aan willen jagen. Twintig jaar geleden, of een jaar geleden, is het ze gelukt. Dit maal niet. Langzaam glijden de gestaltes weer op me af, precies als vorige keer.
‘Hij komt me wel eng bekend voor.’ Hoor ik de vrouwenstem fluisteren.
‘Hallo Bill.’ Spreekt de voorste gestalte. Ik schiet in de lach.
‘Bill?’
‘Ja, zo heet je toch?’
‘Nee, ik heb nooit Bill geheten.’
Ik zie hoe drie ontzette gezichten me aanstaren.
‘Hoe kan dit? We hebben nog nooit de verkeerde bezocht.’ Spreekt de vrouw.
‘Hou je mond.’ Snauwt de voorste haar af.
‘Ik vraag het me eigenlijk ook wel af. Waarom dacht u dat ik Bill was?’ Vraag ik nieuwsgierig.
‘Wij zijn naar Bill toe gezonden. We zijn nog nooit verkeerd terecht gekomen.’ Herhaalt de man wat de vrouw eerder al zei.
‘Er is iets met die Bill, hij is ook zonder toestemming onze wereld binnengekomen. Wat is jouw relatie met Bill?’ Nu is de vrouw weer aan het woord.
‘Veel.’
‘Dus je kent hem wel?’ Vraagt de voorste man.
‘Ja.’
‘Wat is jouw relatie met Bill?’ Herhaalt de vrouw.
‘Hij is mijn beste vriend.’
‘Is dat alles?’
‘Nee.’
‘Wat nog meer?’
‘Hij is mijn tweelingbroer.’
‘Dan ben jij Tom.’ Constateert de man.
‘Ja.’
‘Tweeling. Eeneiig of niet?’
‘Weet u dat niet eens? Ik dacht dat u ondertussen mijn hele leven wel op papier zou hebben. Eeneiig, ja.’
‘Wat doet dat er nu toe?’ Vraagt de man niet begrijpend.
‘Dan zit het probleem waarschijnlijk in de biologische kant van het verhaal. En de psychologische. Tweelingen lijken in veel opzichten op elkaar, het is makkelijk om je te vergissen in de identiteit van een tweeling. Waarbij komt dat het niet bij iedereen even makkelijk is om het hoofd binnen te dringen. Hoe sterker iemand emotioneel is, hoe moeilijker het is binnen te dringen. Hoe moeilijker ook om hem of haar door de poort te trekken. Als Bill sterker is dan jij, is het logisch dat wij hier terecht komen. Toen Bill door de poort liep, werd hij waarschijnlijk ook met jou verward. Jij was een makkelijk slachtoffer. Die Jamila van jou was toen der tijd nog makkelijker, ze was totaal ingestort. Nu heb ik een stuk meer moeite met tot haar door dringen.’
‘Waarom zou u ons nog willen bezoeken?’
‘Ik heb een aantal keer geprobeerd haar via dromen te laten weten wie eraan kwamen. Dat is makkelijker dan via papier, want dat moet ik dan weer op een locatie afleveren waar ze het zeker weten vindt. Ik weet dat jullie een hut hebben, maar Jamila is soms dagenlang van huis weg. Als de lente en zomer weer aanbreken mag jij ook helpen met ontvangen. In de winter en herfst doen we het niet, we gunnen mensen die hier komen een eerlijke kans op overleven.’
‘Waarom komen we hier?’ Ik moet het weten.
‘Ooit gehoord van de Ark van Noach? Dit lijkt er een beetje op. We kiezen de mensen die het op aarde niet goed hebben en halen ze hierheen, zodat deze planeet ook bewoond wordt.’
‘Dus jullie halen ons hierheen om ons gelukkig te maken?’
‘Ja.’
‘Hoe kon ik ooit gelukkig zijn zonder Bill?’ De vrouw bijt op haar onderlip, zonder antwoord te geven.
‘Maar dit is niet wat we kwamen vertellen, Tom.’ Onderbreekt de man geïrriteerd.
‘We kwamen eigenlijk vertellen dat, al ben je nu weer bij je broertje, we het nog altijd op je ziel gemunt hebben.’
‘Jullie hebben mij naar deze wereld verplaatst zodat jullie mijn ziel konden krijgen?’ De man knikt.
‘Je bent nu weer samen met je broertje, dus je zult voorlopig nog niet opgeven. Je moet wel weten dat je, zodra je dood gaat, bij ons terecht komt.’ Mijn beurt om te knikken.
‘En je moet niet denken dat je er onderuit komt.’
‘Dat denk ik ook niet. Komt Bill naar de zelfde plaats als ik, na zijn dood?’
‘Ja.’
‘En Jamila?’
‘Daar valt over te onderhandelen.’
‘Dat zou ik op prijs stellen.’
‘Je bent niet van plan ons te ontlopen?’
‘Ik zou niet eens weten hoe.’ De man begint zich duidelijk te irriteren aan mijn kalmte en doet er nog een schepje bovenop, in de hoop me bang te maken.
‘Je moet namelijk weten, Tom, dat wij jouw einde al hebben gepland. Wat we in de planning hebben staan kan nog veranderen, maar die kans in niet zo groot.’ Ik knik alleen maar.
‘Zou je willen weten waar je sterft?’
‘Nee.’
‘Zou je willen weten wanneer je sterft?’
‘Nee.’
‘Maakt je overlijden je ook maar iets uit?’ Het besluit over mijn einde heb ik al genomen op de dag dat ik mijn broertje terug zag. Vandaar dat ik nu niet van streek ben, maar uiterst kalm.
‘Het maakt mij niet uit of ik sterf op een stralende zomerdag of tijdens een steenkoude winternacht. Het maakt me niet uit of ik verdrink in een overstroming of omkom van uitdroging. Het maakt me zelfs niet uit of ik een snelle, pijnloze of een lange, pijnlijke dood lijdt. Houdt uw planning wat dat betreft gewoon zoals hij nu is. Er is echter één ding wat voor mij heel belangrijk is. Als dit in uw planning niet gebeurt, smeek ik u bij deze dat te veranderen. Ik wil sterven met Bill en Jamila aan mijn zijde.’
Reacties:
Wow, wat een mooi einde.<3
En en en ik vind het wel jammer dattie nu gestopt is. =x
Maar oke, t verhaal was gewoon dikke liefde.
xxx<33
ik vind het wel een mooi einde
toch jammer dat je stopt!
maar hij was wel echt heel mooi!!
xxx
HIJ IS GEWLDIG <33
super!
:3