Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Bite [Vamps] » Cruel Guy [30]

Bite [Vamps]

22 april 2010 - 20:55

1358

6

522



Cruel Guy [30]

Ik sta in de douche, stoom wikkelt zich om me heen als een warme deken en ik zing een liedje waarvan ik niet wist dat ik het kende, maar nu perfect mijn gevoel beschrijft: gelukkig, en een beetje ongeduldig omdat Tom zo lang wegblijft. Shampoo kriebelt over mijn armen naar beneden. De wind beukt tegen het raam, bladeren ritselen.
Ik ben nog nooit zo tevreden geweest met mijn leven!
Beneden slaat de deur dicht, ik hoor mensen door de gang stormen. Ofwel zijn Tom en Bill zo gehaast om als eerste op de toilet te zijn, ofwel moeten ze gewoon laten zien wat ze gekocht hebben. Ik gok op het laatste, draai de kranen toe en stap het hokje uit. Meteen sla ik de badjas om me heen, de witte stof zuigt de waterdruppels van mijn huid.
Als ik in de deuropening sta, met mijn ene voet al op het tapijt van de overloop en de andere nog op de donkergrijze drempel, vang ik flarden van het gesprek beneden op.
‘Ja… Echt!... Hij!... Julia… Boven?’
Ik hoor al voetstappen op de trap, dus haast ik me de overloop op. Halverwege de trap stopt Huyen en gebaart me snel mee te komen. Ik hol achter hem aan.
Beneden staan Nancy, Bill en Tom al op me te wachten. Nancy heeft haar armen voor haar romp geslagen en heeft een frons op haar voorhoofd, Tom en Bill kijken om zich heen en bijten - allebei! - op hun onderlip.
Als Tom mij ziet, stapt hij op me af en verbergt zijn hoofd in de stof van mijn badjas. Ik druk mijn lippen op het topje van zijn kruin.
‘Wat is er?’ vraag ik en duw Tom overeind. Hij kijkt me aan, iets angstigs schommelt heen en weer in zijn irissen.
‘Wij hebben Demitri gezien.’ zeggen ze synchroon. Ik knipper één keer… Twee keer… Drie keer… Dan kijk ik naar Huyen en Nancy, die knikken.
‘Maar, wat?!?’
‘Ga jullie kleren en spullen pakken, we zijn weg hier!’ zegt Huyen en spurt zelf als eerste de trap op. Bill trekt Tom en mij mee, ik loop als verdoofd de trap weer op.
Net als het weer goed gaat, duikt hij op!
In een waas van snelheid gooi ik kleren en spullen en andere dingen in mijn koffer, tot ik bijna Tom in het voorvak stop omdat hij naast me kwam staan met zijn tas in zijn hand. Ik had het gelukkig op tijd door.
Een broek, T-shirt en schoenen heb ik niet ingepakt. Die trek ik nu snel aan. Mijn vingers trillen heftig en ik kras in mijn huid, maar ik voel het niet.
Als stof mijn lichaam bedekt, sluit ik de rits van de koffer en sleep die achter me aan. Tom hijgt zachtjes terwijl hij helemaal geen inspanning gedaan heeft, maar ik snap hem wel. De angst vreet aan je, van binnenuit verlamt het je tot je niets meer voelt in de uiteindes van je lichaam. En dan sta je daar, in een zwarte ruimte, met vier muren om je heen, die steeds dichter komen tot ze je pletten en vermorzelen en er niets anders overblijft dan een - bang - hoopje stof.
Als Tom en ik weer op de onderste trede staan, kijken we naar Huyen en Nancy die knuffelend in de gang staan. ‘Ik bel je.’ zegt hij, ‘ik ga je missen.’ zegt zij.
Angstaanjagend gekraak, een scharnier van de deur suist langs hun hoofden en geschrokken kijken ze naar de deur.
Het hout barst, in het midden steken de houtspijlen naar binnen toe uit. Dan houdt het kraken op, en een momentlang is het dodelijk stil. Dan valt de deur naar beneden, en met het geluid van een inslaande bom valt het in stukken op de grond, stof waait op en even overheerst het gevoel van een oude western film.
Uit de lichte mist van stof stappen drie figuren in zwarte kapmantel gehuld, twee ervan herken ik met een pijnlijke schok. Demitri en Stefano. Tussen hen in staat een voor mij onbekend meisje.
‘We komen om te feesten!’ roept Stefano grijnzend en zet als eerste een stap naar binnen. Ik duw Tom opzij, struikelend rent hij de woonkamer in en trekt in zijn vlucht Bill mee.
Het meisje rent me voorbij, de woonkamer in. Ik kijk met een vernietigende blik naar Demitri en hol dan ook de woonkamer in.
Daar zie ik haar steeds dichterbij Tom en Bill komen, die angstig weggedoken in een hoekje zitten. Ik neem een aanloop en werp me op de rug van het meisje, die door haar knieën zakt en languit op de grond valt. Ze rolt zich om en ik spring snel van haar af.
‘Weg hier.’ zeg ik. Ik leg mijn handen op Toms wangen en druk mijn lippen op die van Tom, Bill gaat al op zijn hurken zitten om weg te kunnen lopen.
Een ijskoude hand klemt zich in mijn nek en trekt me achteruit. Ik spartel, maar tegen de greep van Demitri kan ik niets beginnen. Dan duwt hij me op de grond en wend zich tot Tom.
‘Dat zal je leren mijn meisje af te pakken.’ gromt hij, slaat Tom in zijn gezicht en trekt hem dan aan zijn arm overeind. Dan grijpt hij met zijn handen naar Toms nek, zoals hij net bij mij deed, en wurgt hem half. Tom begint paars aan te lopen.
‘Maar ik ga je niet laten sterven, ik moet je nog pijn doen. Veel pijn!’ En na dat gezegd te hebben, duwt Demitri zo hard mogelijk Tom opzij. Wankelend valt hij achteruit, zijn schouders zijn het eerste die in aanraking komen met het glas, dat op slag door midden breekt. Een oorverdovende gil, en dan blijft er niet veel over van Tom dan bloedsporen en gebroken glas.
‘Hoe kon je?!?’ gil ik huilend en schiet overeind om Demitri te meppen, te slaan, te vermoorden met alles dat ik in me heb. Mijn vuisten raken zijn lichaam overal, maar hij kan alleen satanisch lachen.
Ik huil en grom en sla en bijt en vloek en scheld, maar al dat hij doet, is lachen en dat maakt me zo gefrustreerd. Bill wordt - ik zie het goed! - getroost door het meisje, ook hij huilt, zwarte strepen lopen over zijn wangen en tranen druppelen op het plekje waar Tom net nog zat.
Demitri grijpt me vast en sleept me mee. ‘Mak, meekomen jij!’
Het meisje, Mak dus, laat Bill voor wat hij is en kijkt even door het gebroken raam naar buiten.
‘Hij leeft nog, wees niet bang,’ grijnst ze naar me, ‘maar hij heeft héél veel geluk gehad.’
Ik trap om me heen, ik moet los, ik moet naar Tom!
In de gang houdt Stefano Nancy en Huyen tegelijkertijd in een wurggreep. Niet dat ze nog kunnen doodgaan, maar ze kunnen nu niet weg en dat was de bedoeling. Als Stefano Demitri ziet, gaat hij van ze af en loopt achter Mak aan.
‘Monster, pak ze!’ roept Nancy. Monster stuift door de gang, bijt zich vast in Demitri’s arm en krast met zijn poten over de vloer.
Als we buiten zijn en de ijskoude wind onze haren doet wapperen en mijn tranen wegveegt, gromt Demitri.
‘Rothond!’
Monster maakt een duikvlucht door de lucht en komt met een akelig kraken op de grond terecht. Een plasje rode vloeistof vormt zich om hem heen en wordt steeds groter. Ik voel Demitri’s nagels mijn buik in boren en als ik vluchtig over mijn schouder kijk, zie ik dat zijn ogen rood zijn.
‘Weg hier.’ zegt Mak en speelt met de autosleutels, die ze uit haar zak haalde.
Ik hoor Tom vaagjes kermen van de pijn, Bill hard huilen, Nancy gillen en schreeuwen, Huyen roepend achter ons aan lopen en Monster huilen.
Demitri legt me over zijn schouder, zodat ik kan zien welke ravage we achter laten.
Bill ligt op Toms borstkas, die nog maar zachtjes op en neer gaat. Ook rond hem ligt een bed van bloed, zijn ogen zijn gesloten en uit zijn mond sijpelt bloed.
Huyen loopt nog steeds achter ons aan, maar hij gaat te traag. Onmogelijk om ons nog in te halen, en ik zie in zijn ogen dat hij dat ook weet.
En dan is er nog Nancy, die zo hartverscheurend huilt, samen met Monster.
Ik word op de achterbank geduwd. Monster jankt hard, voor de laatste keer.
En nog voor het portier dicht slaat, wordt het weer dodelijk stil.


Reacties:

1 2

NaNaa
NaNaa zei op 22 april 2010 - 21:06:
Oh. Mijn. God.
-Stilte-
Dit is zo fockin' spannend, en zo fockin' mooi.
Ik hou van jullie <3
Jesus. Dit is echt. Wauw. Bite gewoon. <3