Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » The Eyes of a Stranger » Astonished
The Eyes of a Stranger
Astonished
Met stalen zenuwen stond ik voor Venons huis. Het bevond zich tussen twee oude gebouwen die met hun laatste krachten zich staande wisten te houden. Zijn huisje leek op de huizen die werden beschreven in een oud boek die ooit eens had gelezen. Het bestond uit bakstenen die vaalrood waren gekleurd door de jaren heen. De houten deur stond in het midden, de donkergroene verf was merendeels afgebladerd. Aan beide zijde van die deur zaten ramen, één daarvan bestond nog uit glas, de rechter, de andere was als de rest van heel Berlijn dichtgetimmerd. En er was nog een klein gietijzeren hekje om het huisje gezet, het hield het verwilderde gras binnen.
Verbaasd was ik niet meer dat een jongen als Venon in zo’n huisje zat, ik was er immers al vaker geweest, meestal tegen mijn zin, zoals nu ook. Maar ik wist dat dit huisje van zijn ouders was en hij het over had genomen toen ze er niet meer waren. Wat er met zijn ouders was gebeurd, wist ik niet, en het vragen had ik nooit de moed voor genomen.
Twijfelend bleef ik voor de deur staan. Het kleine, ronde raampje dat het had, zat precies op mijn ooghoogte en in het midden. Twee rozen in glas in lood, een wit en de andere zwart, cirkelden om elkaar heen als Yin en Yang. Het hypnotiseerde mij, ze cirkelden steeds sneller, de karakteristieke bladeren van de rozen verdwenen door de snelheid. Het zwart omsloot het wit, het golfde er bovenop. Het wit was echter egaal.
Met een klap kwam ik op de grond terecht bij het herkennen van de mysterieuze jongen. Het zwart veranderden in zijn satijnen haren en het wit in zijn krachtige gezicht. Ik werd naar zijn bruine ogen gezogen, ze keken mij verbaasd aan.
“Wat doe jij hier?”¯ Het bleken Venons ogen te zijn die mij bespiedde achter het raampje, waar de rozen overigens terug in hun normale staat zaten.
Ik had even nodig om terug adem te kunnen halen en zei dan: “Zijn de jongens hier?”¯ Van binnen vervloekte ik mezelf door zo piepend te klinken, wat moest hij denken?
“Nee, die zijn hier helemaal niet geweest? Staat mij wat dan te wachten?”¯ Zijn gezicht veranderde gelijk in een grote grijns. Hij haalde zijn hand eens door zijn haar en vervolgde “Maar beantwoord jij mijn vraag dan nu.”¯ Geïrriteerd zuchtte ik.
“Ik wilde niet weer een gevecht op mijn geweten hebben, daarom ben ik hier.”¯ Venons ogen begonnen te fonkelen. “Zeg alsjeblieft niets meer,”¯ zei ik er vlug achteraan bij het zien van zijn blik.
“Wat? Ik zeg helemaal niets?”¯ Hij liet zijn grijns krimpen. “Heb je misschien zin om binnen te komen? Je hond is ook van harte welkom.”¯ Venon stapte opzij en wees naar binnen. Ik keek van hem weg naar Silver, die weer omhoog naar mij keek met een zielige blik. Die wilde niet mee.
“Nou… ik weet niet echt of dat zo’n slim idee is,”¯ vertelde ik aarzelend en keek over mijn schouder of Jader en de jongens niet alsnog aan kwamen lopen.
“Waarom? Ik zal toch niets doen?”¯ Twijfelend liep ik dan toch maar naar binnen, Silver ging liggen in het hoge gras met zijn snuit op zijn poten.
“Wil je iets drinken? Ik heb water, wat fris en ook alcohol als je dat wilt.”¯
“Nee, nee, doe maar gewoon een glaasje water,”¯ wuifde ik zijn laatste optie weg en nam gelijk zijn grijns mee. Ongemakkelijk nam ik plaats op een zwarte tweezitsbank, bekeek ondertussen zijn kleine maar vrij gezellig ingerichte woonkamer. Hij had het goed voor elkaar. De inrichting zag er niet uit als een bij elkaar gegrepen zooitje, zoals bij vele andere wel zo was. De muren waren namelijk netjes wit geverfd, het meubilair was intact, hij had voldoende energie en warm water. Vooral van de laatste twee was ik uitermate jaloers op.
Mijn gedachte maakte een plotse scherpe bocht. Wat was er met mij in godsnaam aan de hand bij de voordeur van Venon? Het leek erop dat de jongen in het zwart mij had bezeten, ik kon niet anders dan aan hem denken, hem zien en hem ook nog eens zien in voorwerpen. Wat had dat allemaal te betekenen? Eén ding wist ik wel, ik was ongelooflijk nieuwsgierig naar de persoon. Hoe hij heette, wie hij was, wat hij hier deed, wat hij met mij moest, waar hij leefde en hoe hij het hier overleefde. Al wist ik diep van binnen het antwoord op de laatste vraag al. Hij overleefde het hier niet. Hij keek mij aan met een blik die zei dat hij vanbinnen was gestorven, maar niet kon stoppen met ronddwalen. En dat was iets wat ver boven mij nieuwsgierigheid stond, en dat iets was medelijden.
“Zo, en waar zit jij met je gedachten? Je hebt niet eens doorgehad dat ik naast je ben komen zitten en een glas voor je neus hebt gezet.”¯ De woorden van Venon duwde de gedachte over hem weg om plaatst te maken. Ik keek hem aan.
“Oh, sorry, dat had ik niet door, dankje,”¯ ratelde ik op een laag volume en nam het glas in mijn handen om eruit te nippen. Het koude water deed me verbazingwekkend goed.
Venon nam hier blijkbaar geen genoegen mee en zei: “Lorraine, deze laatste weken herken ik je niet meer. Waar is die pittige vrouw gebleven die alles van zich afbeet? Je kom nu zo lusteloos over en je lijkt meer in een andere wereld te leven dan is deze.”¯
“-Vind je dat gek?”¯ onderbrak ik hem ruw.
“…Nee,”¯ zuchtte hij en bekeek mij nog eens onderzoekend. Zijn bruine ogen waren donkerder dan normaal. “Maar wil je niet vertellen wat er in dat mooie koppie in je omgaat?”¯ Ik schrok van zijn woorden, en dat liet ik hem ook goed merken; ik had grote ogen en mijn lippen waren in een verbaasde houding gaan staan.
Maar ik herstelde mij. “Ik kan je niet vertrouwen.”¯
“Kan je dat niet of mag je dat niet?”¯ Die was raak. Hopeloos focuste ik maar op de glas in mijn handen, het water kolkte door de beweging die ik creëerde. Ik staakte de beweging bij het voelen van een hand die onder mijn kin was gedoken om bij mijn kaak te komen en kantelde mijn gezicht naar Venon. “Dit is geen kleintje, niet?”¯
Nee, dit was niet iets wat je één, twee, drie vertelde.
“Bitte, laat het vallen,”¯ verzuchtte ik en zette het lege glas terug op de salontafel voor mij. “Ik denk dat ik maar weer eens moet gaan, Silver wacht nog steeds buiten op mij.”¯ En zo stond ik op om daad bij mijn woorden te voegen. Maar er werd bij mijn hand gegrepen.
“Wacht, ik laat je er wel uit.”¯ Hij glimlachte bij mijn blik en stond ook op. Woordeloos liepen we naar de gang en zag terug het kleine raampje van de voordeur die me zo in zijn macht had. Venon liet me ervan wegkijken. Omdat hij stukken groter was moest ik omhoog kijken. “Doe alsjeblieft voorzichtig.”¯ Zijn lippen streelde zacht de mijne.
Silver liep terug naast mij over de stoep, ik besteedde alleen niet zoveel aandacht aan hem, er was zich namelijk zojuist een vulkaan uitgebarsten in mijn hoofd, mijn wangen waren erdoor gaan gloeien. En dit had allemaal met de kus van Venon te maken.
Reacties:
Stranger heeft Venon overgenomen.
Let vooral niet op mij. :']
ik vind venon en rain wel schattig, maar iets klopt er niet =]
xx
Dorien ontneemt me de woorden uit de mond.
Als Silver nee zegt, dan is het ook nee.
Venon moet van Rain afblijven dude!
Hij keek mij aan met een blik die zei dat hij vanbinnen was gestorven, maar niet kon stoppen met ronddwalen.
Die is zo pijnlijk mooi *-*
En ja, nu is Rain ook behekst door de ogen van de Stranger *wbw*
Meloves<3
Oke, here it comes.
Ik heb even heel stranger gelezen,
*en ik vond de moed niet om overal een reactie te plaatsen, alhoewel jij dat 100000000 verdient*
en en en en - ik was er zo gewoon aangeraakt dat ik altijd een stukje verder kon lezen, dat ik daarnet écht verdwaasd achter mijn pc zat te staren, met de gedachte dat dit het laatste stukje was.
Like omggg? ik wil nu nu nu meer <3
Jij snel verder gaan ?