Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Bite [Vamps] » Hospital Visite [31]

Bite [Vamps]

24 april 2010 - 14:48

985

6

587



Hospital Visite [31]

Gustav


Loom rek ik me uit, de dekens liggen als een veilige baken van warmte om me heen, mijn kussen is deze nacht gevlucht want hij ligt niet meer onder mijn hoofd. Ik blik snel naar de wekkerradio op mijn nachtkastje, maar de wekker heb ik al een week niet meer moeten gebruiken. Alles van Tokio Hotel is nu officieel afgehandeld en ik ben officieel een werkloze volwassene. Officieel, officieel, officieel. Maar diep vanbinnen voel ik me nog steeds Gustav, dé drummer van Tokio Hotel.
Ik schuif uit bed, de dekens nemen een nieuwe vorm naar de matras aan.
Op de wekker verschuiven net de cijfers, het is nu negen uur.
Ik gris willekeurig een jeansbroek en een T-shirt uit mijn openstaande klerenkast. De versleten jeansstof voelt aangenaam op mijn huid. Het T-shirt was zwart, Spongebob danste op de overgang tussen voor en achterkant (rechts) en Patrick aan de andere kant. Dat T-shirt kreeg ik ooit van Tom.
Met sloffende voeten ga ik naar de woonkamer.
Sinds kort woon ik in een klein appartementje, ergens in de rand van Berlijn. Ik ben altijd het beste geweest in vermommen, ik leef hier nu al bijna twee weken en niemand weet dat ik eigenlijk dé Gustav Schäfer ben. Dat is maar goed ook, anders had ik heel de dag een stormloop aan meisjes in de inkomhal van het appartementcomplex.
Mijn appartement was makkelijk te beschrijven: Klein, met basiskleuren wit en groen dat overal in terugkwam, en vooral heel simpel. Overbodige luxe is nooit aan mij besteed geweest.
In de keuken open ik een kastje en haal er de papieren zak van de bakker uit. In de zak zit een worstenbroodje, dat ik voor het keukenraam oppeuzel. Soms kan ik echt genieten van kleine dingetjes, maar nu niet, zonder bepaalde reden.
Als ik de laatste hap naar binnen gewerkt heb, rinkelt de telefoon. Ik haast me de woonkamer in, loop om de bank heen en plof neer op de leuning naast het tafeltje. Alles doorslikkend, breng ik de telefoon naar mijn oor.
‘Gusta…’ begin ik mijn zin, maar wordt brut afgekapt door een hysterische Moritz, ik bedoel Georg.
‘Je moet nu onmiddellijk naar de Charité komen, geen tijd voor vragen, ik wacht je op aan de ingang. En het is dringend!’ Het tuut in mijn oor. Opgehangen.
Ik leg de telefoon weer weg en sta recht. De Charité, dat ziekenhuis is best wel een eindje van hier. Dan kan ik maar best de bus nemen.
In de hal schiet ik snel schoenen, jas, muts, sjaal en handschoenen aan en zet een zonnebril op. Uit een glazen kommetje vlak naast de deur vis ik mijn huissleutel en een beetje klein geld. Als Georg zegt dat het dringend is, dan is het dat vast ook. En ik vraag me af waarom hij me naar het ziekenhuis laat komen.
Mijn maag drukt samen. Er zal toch niets gebeurd zijn?

Georg staat inderdaad al aan de ingang te wachten. Van zodra hij me in het vizier krijgt, begint hij te zwaaien. Ik zet een pasje bij om sneller bij hem te zijn, nieuwsgierigheid schuurt langs mijn schedel en prikt in mijn ogen. Dit is me nog nooit eerder gebeurd, het voelt zo verwarrend vreemd.
‘Kom, snel mee.’
Hij klemt zijn hand om mijn bovenarm en sleurt me het gebouw in. Veel tijd krijg ik niet om rond te kijken, maar ik ruik wel de typische, steriele geur en hoor wel de gedempte voetstappen op de linoleumvloer.
In de lift duwt hij op de vierde knop, die van de ‘Intensive Care’. De deuren gleden toe en sloten al het geluid buiten, behalve mijn hijgende adem en het getik van Georgs voeten op de liftvloer.
‘Wat is er nou?’ vraag ik en por hem in zijn zij. Ik weet nu al dat er iemand op de intensieve ligt, en dat het iemand is die zowel Georg als ik ken.
‘Het is gruwelijk.’ zegt Georg, zijn stem nauwelijks meer dan een schril gepiep.
De lift komt schokkend tot stilstand, ik ben de eerste om uit te stappen, Georg volgt op mijn hielen en geeft instructies. We stoppen voor kamer 482.
Tijd om op het plakkaatje naast de deur te kijken, heb ik niet. Ik word gewoon binnengeduwd.
Binnen tref ik - zoals Georg al zei - het gruwelijkste beeld ooit aan.
Tom, aangesloten aan minstens zeven machines. Buizen en draadjes en pleisters lopen over elk stukje van zijn huid, zijn ogen zijn gesloten.
Blauwe plekken sieren eveneens zijn gebruinde huid, die zichtbaar kleur verloren heeft. Nog even en je kan hem echt weer blank gaan noemen.
Bill zit naast het bed, met zijn handen om Toms rechterhand geklemd. Hij huilt niet, hij lacht niet, hij doet niets. Hij zit er maar, met een strak gezicht, maar in zijn ogen vonken tranen.
Hij kijkt heel even op als hij ons hoort binnenkomen, een zuinig glimlachje kan er vanaf.
Ik loop om het bed heen en ga op mijn knieën naast Bills stoel staan.
‘Gaat het?’ vraag ik voorzichtig. Hij knikt, ik zie hem slikken.
Door impulsen gedreven sla ik mijn armen om hem heen, hij legt zijn hoofd zuchtend tegen mijn schouder.
‘Het is niet eerlijk, hij was alleen maar verlí­efd!’
Ik wrijf sussend over zijn haar, en voor deze keer maakt hij daar geen kabaal van. Dat is ook logisch, op zo’n momenten besef je wat het belangrijkste is.
‘Wat heeft hij?’ vraag ik als ik denk dat Bill weer kalm is.
‘Zes breuken, ik weet niet meer precies waar. Ergens een inwendige bloeding, maar die hebben ze al kunnen stoppen of repareren of wat dan ook. Hij zal zo wel wakker worden, dat doet hij altijd om half elf.’
Ik knik en laat hem los, Georg wisselt me af en bekommert zich om voormalig Tokio Hotel-zanger.
Voetstappen klinken weer door de kamer, David komt binnen, en op datzelfde moment ontwaakt Tom zachtjes. Hij knippert een paar keer, tegen het felle licht, en blikt dan door de kamer. Hij ziet mij en Georg en Bill en David, en onder de mondkap die zuurstof toevoert, glimlacht hij.


Voor Nadezhda, omdat we haar Missen <'3


Reacties:

1 2

VampireFangs zei op 24 april 2010 - 16:09:
Jemig. wauw o.o <3

Ik moest huilen bij dit stukje:

Bill zit naast het bed, met zijn handen om Toms rechterhand geklemd. Hij huilt niet, hij lacht niet, hij doet niets. Hij zit er maar, met een strak gezicht, maar in zijn ogen vonken tranen.


Zo puur, en Jemig, als. Nou. Buh. Bill<3
En tegen het einde toe moest ik ook glimlachen, toen Tom wakker werd.
Hebben jullie enig idee hoe goed bite is?!<3

Anyways, Gustav Pov is kinda cute en verwarrend op zijn manier :3
*gaat zitten en wacht braaf op het vervolg*

Ohja:
‘Het is niet eerlijk, hij was alleen maar verlí­efd!’

DIe is zo mooi en hard voor Tom<3

Buh.
Djezzie moet weer hier heen komen, ik mis haar ook <3