Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Fear [7-Shot] » Anuptaphobia
Fear [7-Shot]
Anuptaphobia
Anuptaphobia - Fear of staying single
Ik wist eerst niet of het een echte angst was. Het leek me dat ik verre van de enige was. Iedereen is op zoek naar een levensgezel, toch? Pas toen ik de druk voelde, toen ik nergens anders meer mee bezig was, toen ik nachtmerries kreeg, toen ik me inschreef bij een zesde datingsite, toen ik de wanhoop meedogenloos voelde stijgen, wist ik het. Het was weer zover.
Ik ging elke avond uit, verwaarloosde mijn studies. Na onze anorexiaproblemen hadden Ophelia en ik ons allebei ingeschreven aan de faculteit psychologie. Het was een logische keuze: ons halve leven waren we al elkaars psycholoog geweest. We hadden zelfs twee studio’s in hetzelfde gebouw gevonden, met uitzicht op een flat-in-aanbouw in hartje Berlijn.
Ophelia zei niets, ze schudde alleen haar hoofd als ik weer eens uit de les glipte omdat ik net een sms’je had ontvangen van één of andere online date die me wilde ontmoeten. Ze nam nota’s voor mij en deponeerde ze ’s avonds op mijn bed voor ze naar haar eigen kamer ging.
De muren van onze studio’s waren zo dun als papier, en onze bedden stonden met de hoofdeinden tegen elkaar. Ik wist dat ze me hoorde thuiskomen, dat ze de voetstappen op de trap telde, dat ze elke zucht en kreun in mijn kamer kon horen. Dan zette ze muziek op. Niet om haar ongenoegen te uiten of om te laten merken dat ze mij en mijn date kon horen. Ze speelde The Doors, heel zacht. Omdat ze wist dat ik hield van de stem van Jim Morrison. Omdat ik het zo lief vond dat ik ervan moest huilen.
Ja, ik hou van mensen die mij doen huilen. Ik hou van mensen die mij laten voelen. Ophelia was zo’n mens. Dat is niet vreemd, misschien heb jij gewoon nog nooit zo iemand ontmoet.
Het punt is, bij geen enkele van mijn dates voelde ik ook maar iets. Ik ging zelfs met een paar homo’s mee, voor het geval dat. Maar nee, niks.
Piepjonge meisjes die verliefd waren geworden op mijn foto’s, oudere vrouwen op zoek naar een verzetje. Mooi, lelijk en alles ertussenin. Ik ging met hen uit, zoende hen, sliep soms met hen en probeerde intussen uit alle macht van hen te houden. Op straat scande ik iedereen die ik passeerde, op zoek naar iemand die de bliksem bij me zou laten inslaan.
Ophelia deed precies het tegenovergestelde. Ze was nog steeds bloedmooi, maar ze sprak met niemand. Elke jongen die haar aandacht probeerde te trekken werd met een passieve blik op de vlucht gejaagd. Het leek alsof zij alleen wilde blijven. Iedere keer wanneer ik haar zo bezig zag, stond het haar op mijn armen recht.
Bij elke examenperiode studeerde Ophelia voor twee. Een paar keer bond ze me letterlijk vast aan mijn bureaustoel en dwong me een hele nacht lang mijn syllabussen te lezen. Godzijdank dat ik haar had, anders zat ik nog steeds in mijn eerste jaar.
Op een avond, toen ik me klaarmaakte voor mijn date met een zekere Valerie19, liep ik naar haar kamer om een kam te lenen. Ze lag op haar buik op het bed, de lakens op een hoop geschopt, haar wang tegen het hoofdstuk Behaviorisme geplakt, een potlood nog tussen haar vingers. Ze sliep als een blok.
Het was geen blikseminslag. Meer een mep van een goed gevuld kussen tegen mijn nietsvermoedende achterhoofd. Toen ik me niet van dat tafereel kon afkeren, toen ik moest blijven kijken naar de gouden krullen die haar gezicht omkransten, toen ik de neiging voelde om naast haar te gaan liggen en eeuwig met haar te slapen, wist ik het eindelijk. Idioot die ik was. Hier lag ze, het meisje waar ik al twaalf jaar van hield, met wie ik meer had beleefd dan ik kon bevatten, die mij nooit in de steek had gelaten, op wie ik ooit zo verliefd was geweest dat het me bang maakte. Eindelijk besefte ik dat die verliefdheid nooit weg was geweest, of zelfs verminderd. Ik was alleen bang geweest om het toe te geven. Niet meer.
Ik sloop op mijn tenen de kamer uit en rende naar buiten, vergat Valerie19 volkomen. In de supermarkt en bij de juwelier kocht ik alles wat ik nodig had om voor het eerst in mijn leven zelf een angst te overwinnen.
Een uur later stommelde ik hijgend de trap weer op. Ze was wakker en bladerde geeuwend door haar cursus.
‘Hoe was het met je date?’ vroeg ze over haar schouder.
‘Ik ben niet geweest,’ zei ik. Ze fronste en ik ging naast haar zitten. Uit mijn zak diepte ik twee bellenblazers op. ‘Wil jij er ook één?’
Ze keek me nog steeds achterdochtig aan, maar ging toch overeind zitten en nam één van de plastic buisjes aan. Ik draaide die van mij open en blies een stroom veelkleurige bellen door haar kamer. Ze spatten met zachte plofjes open op de tafel, op de vloerplanken, tegen het raam...
‘Jouw beurt.’ Ophelia draaide aan de schroefdop. Het buisje rammelde. Met opgetrokken wenkbrauwen haalde ze de dop eraf en tuurde erin. Haar hele gezicht veranderde.
Met haar wijsvinger roerde ze in het zeepsop. Er schraapte iets over de bodem, en toen ze haar vinger terugtrok kwam er een ring mee. Glimlachend hield ze hem omhoog en blies. Een regenboogkleurige zeepbel bolde naar buiten, groeide en spatte heel plots uit elkaar. Ik nam de glibberige ring over van haar. Nat en blinkend lag hij in mijn handpalm, een dunne band van zilver met een kleine steen. Een zirkoon, geen diamant. Dat kon ik niet betalen.
‘Nu jij,’ zei ze zacht en stak haar hand uit. De ring gleed makkelijk over haar vinger. Ik drukte er een kus op en proefde zeep.
‘Het spijt me dat het zo lang duurde,’ mompelde ik.
‘Twaalf jaar,’ fluisterde ze terug. ‘Maar het was het waard.’ Ze drukte haar handen tegen mijn wangen. ‘Wij zijn het waard.’
‘Ik hou van je, Ophelia,’ zei ik. ‘Ik hou van je en ik ben niet bang om het te zeggen. Beloof me dat je bij me blijft?’
‘Dit is wel geen eerlijke oplossing,’ grinnikte ze. ‘Je bent bang om alleen te blijven, en dan doe je mij een aanzoek. Dat is niet je angst overwinnen, dat is je angst elimineren.’
‘De uitkomst is hetzelfde,’ weerlegde ik. ‘Het enige verschil is dat ik het deze keer helemaal zelf heb gedaan.’
‘Helemaal?’ vroeg ze en hield haar hand op. ‘Me dunkt dat de ring toch echt aan mijn vinger zit.’
‘Oké, met een beetje hulp dan,’ gaf ik toe. ‘Een helpende hand.’
We waren tweeëntwintig jaar oud en de wereld was heel even van ons.
Oohhhh, dat is zooo lief.<3
Mwhi, Me likes a lot!<3