Hoofdcategorieėn
Home » Overige » Songs of the last days » A dangerous mind
Songs of the last days
A dangerous mind
Mijn been trilt, dat is een van mijn vele zenuwtrekken. Ongeduldig en ongeïnteresseerd begin ik de kamer te bestuderen. De muren zijn wit, in een van de hoeken staat een menselijk skelet. Achter ons staat een onderzoekstafel en de muren zijn versierd met posters en tekeningen van het menselijk lichaam. Waarom zijn de onderzoekruimtes van dokters toch altijd zo eng?
Een hand neemt de mijne vast en ik kijk op. Bill knijpt in mijn hand om me gerust te stellen, maar dat wil niet erg lukken.
“Rustig nu Tom, hij komt zo wel.”¯
“Hoe kan je nu zo rustig zijn? Er is iets aan de hand Bill, ik voel gewoon dat er iet niet klopt! Ik moet weten wat er aan de hand is!”¯
Ik heb de laatste woorden net uitgesproken wanneer de dokter eindelijk binnenkomt.
“Goedemorgen meneer Kaulitz en Kaulitz. Ik neem aan dat jullie komen voor de uitslag van het onderzoek?”¯ We knikken beiden en volgen de arts wanneer met een teken dat vraagt.
Ik kan in zijn ogen gewoon zien dat er iets aan de hand is, ik weet het zeker! Dat rare lachje, nee, er is iets goed mis. Zijn ogen zijn vol met medelijden, dat kan maar een ding betekenen, van binnenuit ben ik aan het sterven.
Wat is er aan de hand? Waaraan ga ik dood? Die vraag blijft onbeantwoord. Ik wil het weten, moet het weten! Mijn gedachtes slaan nergens meer op, verschillende rampscenario’s spelen zich af. Opnieuw wordt er in mijn hand geknepen, maar ik kan het niet. Ik moet het antwoord weten voor ik weer rustig kan worden.
De man blijft me ijzig stil aankijken. Nog steeds die ogen vol medelijden, en die lach die niets goeds verraad. Eindelijk haalt hij de röntgenfoto’s uit de grote bruine envelop en hangt ze in de lichtbak tegen de muur. Ik zie dicht bij mijn hart een zwarte vlek zitten. Het is het apparaatje waar ik zoveel van hou, en waarvan ik weet dat er nu iets mis mee is.
“Het was een experiment, jou pacemaker. Blijkbaar heeft het gefaald. De batterij heeft kortsluiting gemaakt. Normaal gezien zouden we deze eruit halen en een andere in de plaats steken, maar hij een schade aangericht waardoor dit niet meer mogelijk is. Het spijt me dat ik het moet zeggen.”¯
“Maar, ik kan niet zonder dat ding!”¯
Hij antwoord me niet, maar kijkt me aan met zijn met medelijden gevulde ogen. Ze boren zich steeds dieper in me en laten het me beseffen.
Ik ga dood.
“Hoe, hoelang…?”¯
“Hooguit overmorgen.”¯
Ik schrik en staar naar de foto terwijl mijn hand uit die van Bill glijdt. Overmorgen ben ik dood. Overmorgen is het gedaan. Geen Tom en Bill meer, dan is er alleen nog Bill. Geen Tom en Scotty meer, dan is er alleen nog Scotty. Geen Tom en zijn vrienden meer, dan zijn er alleen nog zijn vrienden.
Ik heb antwoorden gezocht, maar ze hebben me geen gevoel van voldoening gegeven. Het enige wat de antwoorden brachten, was angst.
Wat zielig!