Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » The Eyes of a Stranger » Sadness
The Eyes of a Stranger
Sadness
Er was nog geen vijf minuten aan lopen voorbij, of een appartementencomplex trok mijn aandacht. Elke verdieping had een groot raam. Wat een uitzicht hadden die mensen gehad, vooral de bovenste. Mijn ogen gleden over het gebouw heen omhoog. Beton en betimmerd hout, dat was het enige wat ik zag. Maar ik werd compleet verrast met de hoogste verdieping, het raam bestond nog uit glas.
Kriebels gingen door mijn lijf. Ik wist gewoon zeker dat die laatste bewoond werd. Door wie had ik nog geen idee van, maar diep van binnen hoopte ik op iets, of eerder gezegd, iemand.
De ingang was niet inloopbaar. Het hout was wonderbaarlijk nog in goede staat, ik kon het dus met geen mogelijkheid kapot maken. Dat werd een noodtrap zoeken.
Opgelucht vond ik er daadwerkelijk een achter de stenen voorkant. Met zijn laatste bouten zat de trap nog vast aan de muur, wanneer ik mijn handen om de reling klemde, kraakte het zelfs gevaarlijk. Het was dat mijn nieuwsgierigheid mij zover kreeg, anders was ik hier nooit aan begonnen.
Voorzichtig zette ik mij af van de grond en begon zo kalm mogelijk naar boven te klauteren. Mijn ogen kneep ik telkens stijfdicht wanneer de schroeven in de bouten hoog begonnen te piepen. Ik wilde niet nog meer gewicht erop leggen, en liep dus vlug door. Opgelucht kon ik de stalendeur al zien die mij - zo hoopte ik - binnen zal laten.
Met ingehouden adem knalde ik voor de tweede keer met mijn schouder tegen de deur, maar die gaf niet mee. Ik hield met moeite mijn gevloek binnen en ramde dan maar nog een keer erop in. Na al die jaren niets gedaan te hebben zou je toch denken dat er niets meer van over was.
“Yes,”¯ pufte ik uit en zag hoe de deur krakend open ging. Nog even nawrijvend over mij brandende schouder liep ik naar binnen. Het was pikkendonker en ik moest drie trees afdalen om op gelijken vloer te komen. Het licht achter mij gaf me gelukkig wat hulp; het scheen langs mij heen, viel over de vloer en reek tot aan een deur aan de andere kant van de hal. Dat was het appartement. Ik stikte van de zenuwen. Mijn handen zweetten, en een daarvan legde ik op een doffe, koperen deurknop. Het liet zich meedraaien naar links, maar niet zonder hevig te piepen. Happend naar adem hield ik mijn hart vast en probeerde zo min mogelijk de stilte verder te verbreken. Voorbij de deur was het even donker. Het vage licht wat door het raam kwam, was vanaf de gang al te zien. Het liet zich neerstrijken op de kale muur. Ik liet mezelf verder naar binnen, zachtjes mompelde ik of er iemand thuis was, ik voelde me namelijk toch wel onbeschoft. Maar niemand gaf antwoord, dus met ‘even kijken’ liet ik mezelf toe de deur achter mij te sluiten en schuifelend verder te lopen.
Het was hier binnen kaal. Aan het grote raam zat een bed geschoven, waarvan het zwarte laken eng netjes was opgemaakt. Er stond nog een rond nachtkastje van ebbenhout naast en verder in de rechter hoek, ook bij het raam, was een zwarte sofa geplaatst. De muren en plafond hoorde wit te zijn, er was al in geen tijden iets aan gedaan, zo dacht ik dat te minste. Als laatste stond er naast mij - ik stond nog in de deuropening - aan de linkerkant een boekenkast van hetzelfde hout als het nachtkastje en had het een tableau om eraan te kunnen zitten. Het was bezaait met bedrukten papieren en boeken; vele onstabiel gestapeld en sommige opengelegd om er direct weer verder in te kunnen lezen.
Midden in de kamer hield ik halt. De meeste linker muur lonkte naar mij. Het was behangen met papierwerk en foto’s, heel veel foto’s. Tussen het werk door waren diepe groeven in de muur te vinden en teksten die ik niet kon lezen vanaf hier. Een jeukend gevoel kolkte in mijn onderbuik. Het was vreemd, maar ik stikte van de angst. Ik leek hier omgeven te worden door iets, en ik kon er maar niet op wat het was of waar ik het mee kon vergelijken.
Mijn vingers gleden over de verscheidene foto’s. Het beetje maanlicht zorgde ervoor dat er een glanslaag op zat. De foto’s waar verkleurd door de tijd en zonlicht. Vale gezichten; lachend, serieus, pratend.
En zo was er nog het papier, had de functie gekregen als behang. Het waren krantenknipsels, bruut uit hun pagina’s gescheurd. Foto’s, titels en teksten. Ik pakte er willekeurig een uit.
Do 02 september 2010
Een ongekende ramp.
BERLIJN - De grote uitgaansstad Berlijn heeft er nieuw litteken bij. Gisternacht is er een schokkende melding gedaan. De politie vond in een afgehuurd gebouw een moordaantal wat zeker in de honderd mensen is opgelopen.
De mensen zijn moeilijk te identificeren doordat de dader ze afschuwelijk heeft toegetakeld. “Foto’s zijn niet toegestaan, het beeld zal te schokerend zijn voor het oog”¯, aldus Michael Döm het hoofd van de politie, aanwezig bij het plaatsdelict.
Er wordt gezegd dat er gebruik moet worden gemaakt van DNA-testen om er zo achter te komen wie de slachtoffers zijn en natuurlijk wie de dader is. Wanneer dit bekend zal zijn is onbekend.
Wo 08 september 2010
Schokkend nieuws voor de Tokio Hotel fans.
BERLIJN - Na een week is het dan eindelijk bekend. Door DNA-onderzoek en de bekentenis van de verhuurder van het gebouw zijn we te weten gekomen dat hier het feest werd gehouden van Bill en Tom Kaulitz die eenentwintig werden. Familie, vrienden, kennis en crew waren aanwezig, dit waren de onbekende slachtoffers.
Bij het horen van dit vreselijke nieuws werd elk medium over verhit door gebruik. Radio’s werden overspoeld met aanvraag van hun muziek. Fans belden elkaar voor steun. Het was zo erg, dat providers de grote spanning niet aan konden en buiten gebruik raakten. Er is zelfs vernomen dat er meer berichten werden gestuurd dan met Nieuwjaar. Vele site, zoals Youtube en de Official Site van Tokio Hotel over de hele wereld, hadden onmens veel hits. Google kwam zelfs met het nieuws dat ‘Tokio Hotel’ en hun namen apart het meeste werden ingetypt.
Do 09 september 2010
De voormalige leadzanger van Tokio Hotel vermist.
BERLIJN - Wanneer het niet erger kan worden, wordt er vermeldt dat de zanger Bill Kaulitz niet gevonden is in het gebouw. Er is een zoektocht gestart, hopend om hem levend te vinden, of in ieder geval te vinden.
Elke dag begaan de fans een steeds zwaarder wordende tijd tegemoet. Er was lang geen besef, maar nu lijkt het tot de wereld door te dringen, de geliefde band is niet meer. In grote steden worden grootse gedachtenissen gehouden, zo ook in Berlijn. Op het plein bij de Brandenburger Tor staan duizenden fans met posters, bloemen en tranen. Zingen heel de dag door en huilen op de dichtstbijzijnde schouder. Het is een treurige periode en zal voor een groot litteken zorgen in de muziekwereld van Duitsland en mondiaal.
Ik stop met lezen. Bevend plaatste ik mijn hand op de zwart-wit foto van een krantenknipsel. ‘Tokio Hotel’ stond er boven dikgedrukt getypt. Vier jongens stonden geposeerd. De middelste met de kleine, zwarte hanenkam zoog al mijn aandacht op. Wijdbeens, gehuld in een zwarte en zeer strakke jeans. Handen in de zij en zijn kin opgetrokken. Zijn ogen keken mijn strak aan, dwars door de lens, regelrecht door het papier, recht mijn ogen in. Tranen sijpelden naar beneden.
Mijn hart maakte een duikvlucht bij het horen van brekend glas. Met glazige ogen keek ik om, bij het raam stond de mysterieuze jongen, balanceerde met zijn voeten op het houten hoofdeinde van zijn bed. Verbaasd en geschokt wist ik niets uit te brengen.
“Het is hier verboden.”¯ Zijn stem was laag, grauw, emotieloos. Ik probeerde hem aan te kijken, maar door het tegenlicht was zijn gezicht veranderd in een zwartgat.
“Ik wil je helpen,”¯ kreeg ik er uiteindelijk met moeite uit. Hij sprak niet meer terug, bleef daar maar staan bij het raam. “Echt waar,”¯ lipte ik nu hopeloos.
“Verdwijn!”¯ Hij begon te grommen, mijn hart vibreerde mee. Ik wilde niet bang voor hem zijn.
“Nee.”¯
Mist kolkte onder hem vandaan, de vertrouwde kou streelde mijn blote enkels. Gekraak trok mijn aandacht, ijskristallen tekenden zich op het grote raam.
“Nee,”¯ klonk er weer zacht uit mijn mond. Al mijn moed hield ik stevig vast. De kristallen begonnen harde te krassen over het glas door mijn vastberadenheid. Zijn lange jas klapte harder uit elkaar door de opkomende wind, zijn haren gingen wild mee.
“Dit ben jij, niet?”¯ Mijn vingers gleden over zijn papieren gezicht. “Bill..”¯ Mijn hart voelde zicht opgesloten tussen mijn ribben. Zijn naam hardop uitspreken had affectie op mij. Hij leek er niet van op te kijken. “Dan is dit je broer.”¯ Zorgvuldig liet ik mijn vingertoppen van zijn gezicht over die van een andere jongen gaan. Onder zijn voeten stond ‘Tom’ in dikke letters, ik sprak het uit.
Hier reageerde hij wel op, of in ieder geval de snijdende wind. Ik keek weg van de muur, zag hoe zijn handen tot vuisten waren gebald. Behoedzaam stapte ik dichter bij, ik wilde zijn gezicht zien. Hij was bevroren door zijn eigen kilte. Zijn gezicht was gewrongen, lippen die naar binnen gezogen waren, ogen vernauwd. Van binnen stroomden de tranen. Ik had iets erg gevoeligs geraakt, daar was ik mij bewust van.
Ik had nog één stap te gaan, dan kon ik mijn hand op zijn vuist leggen, maar hij zette zich af en zei in zijn sprong: “Blijf van mij vandaan!”¯ Het donderde voor een laatste keer en liet zich meenemen met de wind. Ik gilde, keek toe hoe hij zich achterover liet vallen; als vleermuisvleugels spreidde zijn zwartleren jas zich uit, zijn benen waren lichtelijk uit elkaar en zijn armen gestrekt in een horizontale lijn.
Tranen lagen bevroren op mijn wangen. Met verwilderden ogen had ik mezelf bij het open raam gekregen, keek naar beneden, maar er was geen enkel teken van de jongen. Geen enkel teken van Bill
Reacties:
Dit is zo awtch.
Je hebt geen idee in wat voor spanning jij mij al hebt verkregen in stukjes Stranger. Soms zat ik echt op het tipje van mijn stoel, te lezen, met grote ogen van *omg- wat gaat er nu gebeuren?*
en en en en- ik ben het met Dorien eens^^
Bill is hier echt heerlijk <3
En trouwens, die Artikels waren precies echt.
en jij moet gewoon verder gaan <3
En nu ga ik Instrumental lezen, wat ook al zo een leuk verhaal is ^^
Ohmymwhiiiiii!!
NEINN, ontknopingen betekenen bij jou meestal dat het einde eraan zit te komen... Nee toch, he?? o_o Hoeveel delen wordt Stranger??
Bill is zo'n awesome personage hier. Een echt duister, gekwetst nachtwezen. Zo hoort een vampier te zijn. Suck on that, Twilight!
Me loves. Me wants more.
<333
Oja. Oja. Sorry voor nog een reactie, maar ik moest even zeggen dat het tevens mijn adem ontnam en ik vind de krantenartikeltjes echt niet normaal goed. En Bill. Jemig, je hebt hem zo mysterieus en geweldig neergezet. Het is alsof we een grote mysterie hebben opgelost, maar we zijn pas bij het begin. Want: Hoe is hij vampier geworden? Hoe heeft hij het wel overleefd? Wat wil hij van Rain? En ga zo maar door...
Jemig. Ik heb zó'n zin in de volgende deel.
<3
Jemig.
Ik heb nog nooit en dan echt bij geen enkele verhaal zo'n spanning gevoeld en beleefd als in dit ene hoofdstuk.
Jemig. Ik denk niet dat ik nog zinniger zal kunnen reageren, maar maar: ik ben echt sprakeloos. Heel ergs sprakeloos.
Hoe flik je dit man?
Ik zat gewoon -serieus- maar twintig centimeter van mijn beeldscherm verwijderd. En WAUW. Alles is zo gedetailleerd en realistisch beschreven.
Mag ik even jaloers zijn? Ahum.
Perfectie komt hier heel erg dicht bij in de buurt.
Amen.
Amazing.
Elke keer laat je me weer sprakeloos tegen mn computerscherm gedrukt achter, en net als ik denk dat het niet nog een keer kan,
wel dus.
Ik was zo nieuwsgierig naar wat er komen ging, dat ik erg snel las, hehe.. dus lees ik 'm nog een keer.. en wie weet nog een keer.
8) can't wait for this to continue.
<3 i love it! réally.