Hoofdcategorieën
Home » Overige » Szeretlek... » Muziek tot het Einde
Szeretlek...
Muziek tot het Einde
Ze danste. Ze danste ’s morgens, ze danste ’s avonds, ze danste ’s middags en ze danste ’s nachts. Ze danste in de tuin, ze danste over straat, ze danste op de tafel en ze danste in de klas. Ze danste in de regen, ze danste in de wind, ze danste in de hitte en ze danste in de kou. Ze danste. Haar leven draaide om dansen. Haar ziel, haar leven was haar dansen. Als ze danste keken de mensen, de mieren lieten hun broodkruimels vallen en de wolken vergaten te regenen. Ze danste op het ritme van de natuur. De wind maakte de mooiste melodieën. De krekels zongen het ochtendgloren nieuw leven in. De natuur was de vinylplaat die ze op de platenspeler legde en ze danste.
Hij zong. Hij zong wanneer ze danste, hij zweeg wanneer ze wandelde en hij riep wanneer ze liep. Wanneer hij zong, ontwaakten de bloemen. Het geklater van de waterval was de harp die zijn lied ondersteunde. Zijn muziek zette harten in vuur en vlam. Muziek die de wereld in stand hield, muziek die gelukkig maakte. Mensen vergaten hun problemen, de koeien dansten met de paarden en de bosnimfen ontwaakten.
Muziek was alles. Muziek was het water, muziek was de wind, muziek was de dieren, muziek was de zomer en muziek was de winter. Muziek was de wereld. Kinderen hielden van muziek. Pubers adoreerden muziek. Volwassenen waren gepassioneerd door muziek. Muziek was alles.
Ze danste verder, de heuvels over. Hij liep verder, zingend de heuvels over. Waar zijn klanken de grond raakten schoten bloemen als vlinders uit de grond. Vlinders die met haar dansten, vlinders die leefden van muziek.
Een stralende stoet van vlinders en klanken danste voorbij het dorp. Hij zong en zij danste. De wereld kwam tot leven. Het dorp kreeg meer kleur. Kinderen liepen vrolijk achter de colonne vlinders aan. De mensen wilden de muziek proeven, maar de smaak bereikte hun monden niet. De mensen wilden de vruchten plukken van de boom die door de klanken van de muziek ontstond, maar de boom verdween. De mensen wilden de muziek voelen, maar de muziek gleed over hun huid zonder hen aan te raken. De mensen konden het geluk niet proeven. Andermans geluk. Ze waren blind voor de nieuwe kleuren van het dorp en de stralende zon die hen begroette. Jaloezie infiltreerde in de toonladder van zijn gezang.
De wind speelde het lied dat door haar haren woei en ze danste. Hoe langer ze danste, des te luider de muziek werd. Hoe verder ze over de heuvels danste, des te scherper werd de muziek. Hoe meer hij zong, hoe hoger de muziek werd. De muziek werd zo hoog dat de hoogste berg in een molshoopje veranderde. De magie verdween uit de muziek.
De ooit zo blauwe hemel werd langzaam wit. De muziek werd kil, luider en nog steeds hoger. Wit werd grijs en vrolijke vlinders werden zwarte kraaien. Kraaien ontstaan uit de toonladder van de jaloezie. Kraaien die de dans en de zang deden verdwijnen. Kraaien die andermans geluk ombrachten.
Zo heerlijk poëtisch.
Zo heerlijk romantisch.
Zo heerlijk geweldig.
Zo heerlijk Soetkin.
Sofie