Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Stand Alone » Dansen in de regen [Géén TH]
Stand Alone
Dansen in de regen [Géén TH]
Zachtjes loop ik de trap af. Ik schuif de la van de schoenenkast voorzichtig op en pak me balletschoenen. Met een harde klap valt de la uit de hele kast.
‘Shit.’ Vloek ik zachtjes.
Nu maar open dat niemand wakker word. Maar het is al te laat. Ik hoor voetstappen op de overloop. Ik pak mijn gevallen schoenen en open de voordeur. Net op dat moment zie ik een schim verschijnen op de trap. Ik hoef niet te weten wie het is. Met een paar grote stappen staat de schim bij mij.
‘Waar ga je naar toe?’ Vraagt de kille stem.
Ik antwoord niet. Ik probeer weg te rennen, maar een sterke hand grijpt mijn arm vast. Hij dwingt me in zijn gezicht te kijken.
‘Waar ga je naar toe?’ Herhaalt hij.
‘Buiten. Mag het?’ Stotter ik.
Er wordt ruw een kus op mijn mond gedrukt en mijn gezicht wordt los gelaten. Ik ren de deur uit zonder nog achterom te kijken. Dan sta ik stil. Zonder op te kijken probeer ik te bedenken waar ik ben. Ik zie regendruppels neervallen op het gras. Nog met mijn balletschoenen in mijn handen laat ik me zakken op het gras. Mijn benen worden nat op het moment dat ze het van het ochtendkou natte gras raken. Ik strik snel mijn schoenen dicht en zoek een open plekje uit op het gras. Ik ga op het uiterste puntje van mijn tenen staan en draai een rondje. Ik sluit mijn ogen en beeld me in dat ik niet op een groot, nat grasveld sta, maar op een podium. Allemaal mensen kijken mij gespannen aan. Afwachtend voor wat ik ga doen. Ik pak mijn been vast en draai wat pirouettes. Iedereen kijkt me bewonderend aan. Dan voel ik een grote scheut pijn in mijn been waar ik op stond. Ik zak in elkaar en laat me weer vallen op het natte gras. Ik grijp naar mijn been en kijk om me heen. Er komt iemand uit de bosjes. Het is een man met een groot geweer.
‘Jonge vrouw! Gaat het? Sorry! Waar heb ik je geraakt?’ Zegt de man en hij knielt naar mij neer.
‘Mijn been.’ Kreun ik.
De man pakt mijn been vast en kijkt ernaar. Weer trek ik samen van de pijn. De man pakt zijn mobiel en toets wat in. Ik kan niet precies horen wat hij zegt. Niet veel later staat er een ambulance op het grasveld. Er komen allemaal mensen om me heen zitten. Ze tillen me op een brancard. Alles gaat aan me voorbij. Ik ben wel wakker, maar realiseer me niet echt wat er gebeurd. Mijn karretje word naar een kamer gebracht waar met grote letter OK op staat. Er word een kapje op mijn mond gedrukt en ik val in een diepe slaap.
Ik word wakker en kijk direct naar mijn been die hoog in een spalk hangt. Naast mijn bed zit hij weer. Hij die mijn droom kapot heeft gemaakt. Waardoor ik op een grasveld moet oefenen. Hij streelt door mijn haar.
‘Het komt allemaal goed, schatje.’
Zo fluistert hij nog meer lieve woordjes in mijn oor. De dokter komt binnengelopen en begint te praten.
‘We hebben slecht nieuws voor je. Je zult nooit meer kunnen lopen.’
Ik schrik. Ik voel me verloren. Nooit meer dansen. Nooit op een podium kunnen dansen voor een groot publiek. Nooit meer plezier krijgen in het leven.
‘Rot allemaal even op!’ Schreeuw ik uit het niets.
Drie weken later. Ik ben thuis. Jippie. Ik in mijn rolstoel. Ik voel mijn benen niet. De deur word open gedaan en hij duwt me naar binnen.
‘Wacht.’ Zeg ik.
‘Wat?’ Hoor ik zijn stem zeggen.
‘Ik wil nog even naar buiten.’
‘Waarom?’
‘Daarom. En ik wil liever alleen gaan. Wat je ook zegt. Ik zal nu gaan.’
Hij kijkt me aan met een gemene blik, maar knikt dan toch. Ik draai mijn rolstoel om en rij mezelf het gangpad weer af. Met veel moeite kom ik aan bij het grasveld. Het grasveld waar alles is gebeurd. Het grasveld waar ik die nacht nooit naar toe had moeten gaan. De man. Ik denk weer aan hem. Zijn geweer die glansde zo. Hij was aan het jagen op konijntjes. Alsof ik de lengte heb van een konijn! Ik kijk omhoog en zie de zon verdwijnen achter donkere wolken. Waterdruppels vallen opeens met een sneltrein naar beneden. Ik hou me hand op en binnen de kortste keren ligt er een plasje water op me handpalm. Mijn droom is verwoest, maar ik leef nog steeds. Misschien lijkt alles nu donker, maar er is mij verzekerd dat ik nog lol kan hebben. Maar ik geloof er niet meer in. Ik weet het allemaal niet meer. Alsjeblieft. Zorg dat ik weer lol kan maken.
‘God. Waarom heeft U dit voor mij uitgekozen? Ik had een droom. Waarvoor ik alles over had. Alles over heb. Ik wil het zo graag. Waarom heeft U mij dit afgepakt?’ Fluister ik.
Ik weet niet hoelang ik daar heb gezeten, maar alles voelde koud aan toen het ophield met regenen. Het voelt zo koud dat ik geen gevoel meer heb. In één keer weet ik het. Mijn rolstoel begint te rijden en na een kom ik aan bij een brug. Even lach ik. Wie is er nu zo dom om geen leuning bij de brug te bouwen? Maar tenminste wel goed voor mij. Ik duw het knopje om en rij de grote brug af, de autobaan op. Het enige wat ik nog voel is de klap als ik de grond raak. Toen een automobilist mij per ongeluk raakte, was ik al weg.
Lieve Marian,
Jij bent uit ons leven weggenomen,
Maar in ons hart zul je eeuwig voort blijven bestaan
Jij had een droom
Jij was iemand die er altijd voor zou blijven vechten
Maar jou droom is je afgenomen.
Jij geloofde in dingen,
Waar niemand anders in durfde te geloven
Rust In Vrede
Onze lieve Marian.
1993 - 2009
Woow O.o
wooow O.o
Woow O.o