Hoofdcategorieėn
Home » Sprookjes » De smid en de 2 zonen » De smid en de 2 zonen
De smid en de 2 zonen
De smid en de 2 zonen
De smid en de twee zonen
Er was eens een wapensmid die twee zonen had.
Maar de oudste zoon was gemeen en was vol van zichzelf.
Het enige wat hij graag deed was anderen uitsluiten en niks delen.
de jongste zoon was niet zoals zijn oudere broer. Nee, hij was het tegenovergestelde, hij was lief en gaf om anderen.
Op een dag werd de vader getroffen door een ernstige ziekte, het was niet te genezen met normale medicijnen.
De vader vertelde de twee zonen dat er maar één medicijn bestond,
en dat het werd bewaard door de drie heksen van Weleer, die woonden in het Bos van Gruwel.
Hij waarschuwde ook dat ze gemeen en sluw waren en het medicijn niet zomaar zouden geven.
Na dit gehoord te hebben, pakten ze hun spullen en vertrokken.
De oudste liet zijn spullen dragen door zijn broer, want hij vond zichzelf te goed om het zelf te dragen.
Na een paar dagen gewandeld te hebben kwamen ze aan bij het huisje van de 3 heksen die gelegen lag op een hoge berg in het Bos van Gruwel, zoals vader had verteld.
“Kom laten we naar binnen gaan”¯: Stelde de jongste voor, en opende de deur. Deze ging open met een knarsend geluid. De jongste zoon was bang, maar zette toch een voet binnen. Hij zag dat het huis verlaten was en gebaarde zijn oudere broer dat hij naar binnen kon komen.
Ze liepen door het huis, en zagen een brandende openhaard.
De broers vonden het raar, omdat het eruit zag alsof het al jaren verlaten was.
Met een knal waaide de deur dicht, en voelde de twee een hevige wind de kamer inwaaien. Een wervelwind vloog door het huis en splitste in drie afzonderlijke wervelwinden.
Ze verloren langzaam snelheid en namen gedaantes aan.
Het waren de drie heksen van Weleer.
De broers krompen ineen van angst, maar de jongste zocht al zijn moed bij elkaar en zei met trillende stem: “Wij komen voor onze vader, hij is ernstig ziek en we weten dat jullie het medicijn hebben wat hem kan redden”¯. De drie heksen antwoordde met schaterende lach: “Ja wij hebben het, maar eerst zullen jullie moeten bewijzen dat jullie het waardig zijn. Jullie moeten drie opdrachten volbrengen, en in elk van deze opdrachten moeten jullie een voorwerp verzamelen. Breng ons de voorwerpen en jullie zullen rijkelijk beloond worden.”¯
De jongste liep naar de heksen en kreeg een briefje in zijn hand gestopt. Op dit briefje stonden drie dingen geschreven, het eerste luidde als volgt: “Op een berg bij het meer van Dromen, moedig en hoog, staat een bloem onder de maan, wees erbij voor de volle maan, anders zal de hoop vergaan”¯.
De jongste wist dat de eerst volgende volle maan over twee dagen plaats zou vinden.
Ze aarzelden geen moment en vertrokken gelijk. Een dag later kwamen ze aan bij de rivier en ook de berg, ze zagen de bloem erop staan. Alleen er was één probleem waar ze geen rekening mee hadden gehouden. De berg was blokvormig in plaats van bergachtig. Er was dus geen helling om naar boven te gaan.
Ze zochten een oplossing om boven te komen, en zagen opeens een kleine kabelbaan.
Deze was verbonden met de bovenkant van de berg en net groot genoeg voor de twee broers.
De jongste liep erheen en wou instappen, maar plots zag hij dat het bewaakt werd door een groen klein mannetje. “Excuseer me”¯: vroeg de jongste. “We willen graag naar boven, en we vroegen ons af of we naar boven mogen. Het mannetje vertelde hem: Als jullie me wat eten geven breng ik jullie naar boven”¯. De jongste zoon had maar weinig eten bij zich maar gaf toch een deel aan het mannetje, de oudste zoon daarin tegen gaf niks aan het mannetje. Hij zei:”¯Ik heb nauwelijks genoeg voor mezelf, laat staan dat ik wat kan missen”¯. Het mannetje vond wat hij kreeg van de jongste zoon genoeg en stemde in om ze allebei naar boven te brengen .Het mannetje zei:“Stap maar in, de volgende halte, de top van de berg”¯, terwijl het karretje piepend naar boven ging.
Eenmaal boven aangekomen plukte de jongste zoon de bloem en stopte hem in zijn rugzak.
Hij pakte de lijst en streepte de bloem door, en las de tweede opdracht:”¯Achter de poort die praat, die in het land van de dwergen staat , het voorwerp dat je daar zult vinden, vinden wij heel fijn, maar het zal niet gemakkelijk zijn”¯. De jongens mochten geen tijd verliezen en stapten weer in het karretje en gingen naar beneden.
Onder aangekomen stapten ze richting het land van de dwergen. Na een paar uur wandelen zagen ze in de verte de poort.
Hij had de vorm van een gehoornd beest, met rode ogen.
De jongste vroeg aan de poort of hij naar binnen mocht, terwijl de oudste ging zitten en zich er niet mee bemoeide. De poort antwoordde: “Als je het raadsel oplost mag je naar binnen”¯. De jongste was goed in raadsels en vroeg aan de poort wat het raadsel was. Hij antwoordde: “In het bos staan drie paddenstoelen te koop,Dwerg A heeft een rood paddenstoeltje, Dwerg B heeft een vijver en Dwerg C heeft een terras, welk paddenstoeltje bracht het meeste op?”¯De jongen dacht diep na en antwoordde: “Geen enkel want ze staan nog te koop”¯. De poort zei dat het antwoord correct was en opende zoals beloofd zijn mond. Ze zagen een zandloper staan. Dit moest het volgende voorwerp zijn. Hij pakte de zandloper en streepte het af op de lijst. En de oudste las de volgende opdracht voor:”¯Met grote ogen kijkt hij je aan, met je vriendschap zal je het verslaan, ben je gemeen en slecht en niet bereid verder te gaan, dan zal je geen fouten meer begaan”¯.
De jonge vroeg zich af waar hij het kon vinden. En op dat moment verschoven de letters op de brief, en vormde een kaart.
Op deze kaart stond een “X”¯. De jongste dacht dat daar het voorwerp moest liggen.
Ze volgden de kaart en kwamen aan bij een groene weide.
In deze weide zagen ze een klein konijntje. Het was een heel schattig konijntje met grote ogen en een leuke roze snoet. Het kwam dichtbij de broers en de jongste aaide het en gaf het wat brood.
De oudste keek het konijn aan en vond het maar stom, hij gaf een harde schop tegen het dier, dat daarna verdween in de lucht en zich zelf weer kenbaar maakte door met grote stofwolk neer te ploffen in een bosje.
De jongste vroeg waarom dat weer nodig was. Hij liep naar het arme beest toe en nam het mee.
Op dat zelfde ogenblik versteende de oudste broer. De zoon die overbleef dacht terug aan de brief: “Ben je gemeen en slecht en niet bereid verder te gaan, dan zal je geen fouten meer begaan”¯.
Dat moet de brief dus betekenen. De oudste had dit zelf over hem heen geroepen en het was zijn eigen schuld.
Het derde en laatste voorwerp had hij dus gevonden.
Hij haastte zich zo snel als hij kon richting het Bos van Gruwel naar de drie heksen.
De broer kwam aan bij het huisje en ging weer naar binnen. “Ik heb de voorwerpen die jullie vroegen, nu wil ik mijn medicijn.”¯
De heksen stemde in en gooide de voorwerpen in een grote pot, waaruit een flesje kwam.
“Geef dit flesje aan je vader en hij zal weer beter worden”¯: Zeiden de heksen.
“En vergeet je beloning niet”¯. De jongen kreeg van de drie heksen een pot met goud.
“Dit is omdat je een hart van goud hebt, en je oudere broer heeft zijn beloning ook al gehad, want hij had een hart van steen.”¯
De jongen liep naar huis en gaf zijn vader het medicijn.
De vader genas en ze leefden nog lang en gelukkig.
Einde
Reacties:
Ik vind het een mooi verhaal
Ik weet ook zeker dat je alleen maar leuke reacties krijgt hoor
ja, ja.. ik weet het: ik ben een slijmbal
anyways.. leuk gedaan
xx