Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Coincidence doesn't exist » 12.
Coincidence doesn't exist
12.
Jamie
Oh fuck. Fuck, fuck, fuck. Ik deed het weer. Precies hetzelfde. Het komt door zijn ogen. Ik heb ze al zo vaak gezien. Precies dezelfde. Maar dan net iets anders. Bills ogen leken alleen maar liefde uit te stralen, die van Tom zeggen zoveel meer. Ze hoeven niets te zeggen. Hij hoeft niets te zeggen. Ik moet iets zeggen, en snel, voor Tom besluit dat ik gestoord ben en wegloopt terwijl hij het gekkenhuis belt. Voor ik weer iemand verlies waarvan ik niet meer weet of ik van hem hou of niet.
‘Kijk,’ zegt iemand, het duurt even voor ik besef dat ik het ben. Mijn stem klinkt niet meer als mij. Ik kuch zachtjes in mijn hand. Hij is nat, koud, trillerig. Wat zal Tom wel niet denken als hij hem straks vasthoudt? Hij vindt me vast raar. Hij vindt me vast heel stom.
‘Hou me vast,’ mompel ik zachtjes, ik durf hem niet aan te kijken, ‘maar niet mijn hand.’
Hij neemt het veel te letterlijk. Niet-mijn-hand staat kennelijk gelijk aan alles-behalve-mijn-hand.
‘Zo. En nu leg je het uit,’ kietelt zijn stem in mijn oor. Zijn armen duwen mijn bovenlichaam tegen het zijne, stevig, maar toch voorzichtig, als een slagroomtaart waarmee hij de straat moet doorfietsen op een eenwieler. Zijn been heeft hij om de mijne heengeslagen. Ik besef me nu pas dat ik eigenlijk vrijwel helemaal op hem lig, en dat maakt me op een vreemde manier bewust van het feit dat er onder de grote lap stof van zijn broek nog iets anders zit dan benen alleen.
‘Wat - wat moet ik uitleggen?’
‘Alles.’
‘Maar hoe?’
‘Doe het gewoon.’
Ik slik, in de hoop dat de brok in mijn keel verdwijnt, samen met hem vreemde gevoel dat ik het liefst meteen zijn broek naar beneden trek en al het uitleggen achterwege laat.
‘Waar moet ik beginnen?’
‘Bij het begin.’
‘Welk begin?’
Hij zucht. Ik weet het, ik doe stom, het spijt me. Maar ik snap het gewoon even niet meer, ja?
‘Anders doe je net alsof het een sprookje is, jouw leven. Dan is het begin simpel. Gewoon - er was eens…’
Damn. Hij praat te zacht. Te lief. Te mooi. Te geduldig. Het geeft me hoofdpijn.
Niet aan denken, vertellen.
‘Oké dan,’ mompel ik. Een stukje oversized shirt kietelt in mijn mondhoek. Ik bijt er zachtjes op. Het smaakt naar Bills wasmiddel.
‘Er was eens een vrouw. Ze woonde in een heel klein, lelijk huisje dat naar bloemkool rook en lapte iedere dag haar ramen omdat ze niets anders te doen had. Ze was helemaal alleen, maar ze was te bang om iemand te zoeken om samen mee te wonen. Op een dag kwam er een knappe prins langs op zijn mooie stralend witte paard. Nee wacht. Op een dag kwam er een best lelijke man langs in een stoffige oude Toyota. Hij zag de vrouw haar ramen lappen en dacht ‘Oh fuck, zij is knap. Ik wil met haar trouwen.’ ’ Tom grinnikt zachtjes, haalt zijn eeltige vingertoppen door mijn haar. Een vreemd tintelend gevoel loopt langs mijn rug naar beneden, laat mijn stem zachtjes trillen. ‘Dus, nou, van het een kwam het ander. En toen trouwden ze. En toen kregen ze een dochter. Ze wilden eigenlijk geen dochter, ze wilden een zoon. Want ze hadden alleen maar jongensnamen verzonnen. Dus de man zei ‘Ja maar - Jamie kan toch ook best een meisjesnaam zijn?’ en de vrouw dacht er niet aan dat je het dan zou spellen als J-a-i-m-y. Dus, nou, toen was ik er. Ik ging naar school. Ik leerde piano spelen. Ik was eigenlijk heel gewoon. En toen ging ik -’
‘Wil je wat voor me doen?’ mompelt Tom, zijn hand plots stil.
‘W-wat dan?’
‘Noem jezelf geen ik. Noem jezelf ‘het prinsesje.’ Of iets in die buurt, dan.’
‘Eh. Als - als jij dat wilt?’
‘Ja,’ fluistert hij, en hij begint weer langzaam plukjes haar in zijn vingers rond te draaien. Het voelt net als wanneer mijn moeder vertelt dat alles wel weer goed komt, en een pleistertje op mijn geschaafde knie plakt. Ik haal diep adem, vertel verder.
‘Het prinsesje ging naar de middelbare school. Ze kreeg allemaal prinsessenvriendinnetjes, en ze zoende haar eerste prins. Toen studeerde ze af, trouwde ze met de prins en ging in een klein huisje midden in de stad wonen. Ze lapte de ramen niet, want dat deed haar prins altijd voor haar.’ Mijn adem stokt ergens halverwege mijn keel als ik Ernie voor me zie, op zijn kleine keukentrapje, een emmer water in zijn hand. Doe ik het zo wel goed? lacht hij.
Niet aan denken, vertellen.
‘En toen kregen de prins en de prinses een dochtertje. En eigenlijk hadden zij ook alleen maar jongensnamen bedacht, dus noemden ze haar Bo, want dat kan wel zo. En toen. Nou ja. Toen ging ze een keer binnen spelen, toen het prinsesje en de prins buiten zaten. En. Ik weet - ik had - ik had op moeten letten, maar de zon scheen, en het was zo lekker warm, en ik wilde niet, en voor ik het wist zei hij dat er brand was en. Binnen, bedoel ik. De brand was binnen en toen ging. Ging hij. En ik. Ik kon niet. Want ik. En. En toen was hij dood. En. En nou. Ja. Toen was hij dood. En zij ook.’
Ik huil niet. Ik heb al teveel gehuild. Ik kan niet meer huilen. In plaats van dat grijp ik Toms shirt vast, duw ik mijn neus in de heerlijke waspoedergeur. Hij zegt niets. Hij doet niets. Alsof ik nog niet klaar ben met vertellen.
En dat ben ik ook niet. Ik ben nog niet klaar. Ik heb nog niets over Bill vertelt.
‘Wil je - wil je de rest ook nog horen?’
De tikjes tegen mijn hoofd geven aan dat hij knikt. Ik zucht, mompel iets waarvan ik zelf niet eens weet wat.
‘Nou, ik - ’
‘Het prinsesje. Jij bent het prinsesje. Mijn prinsesje.’
‘Het - het prinsesje wist niet wat ze doen moest, dus nam ze de taxi. Ze wist eigenlijk niet waarheen, en ze viel in slaap nog voor ze had kunnen nadenken over wat ze had gezegd. Daarom herinnerde ze zich ook niet dat ze ‘Loitsche’ gezegd had. Dus, nou, ze kwam daar aan, en ze zag Bill. En Bill werd verliefd op haar. En het prinsesje ook op hem. Maar dat voelde niet goed, want de prins was net dood gegaan. En veel te laat besefte ze dat het allemaal niet kon. En ze liep weg. En toen ging ze hier wonen. En toen kwam Tom opeens binnenvallen. En dat is nu. Dat is het einde. Voor zover.’
‘Oh prinsesje,’ mompelt hij. ‘Dom, klein prinsesje van me.’
En heel zachtjes, onuitgesproken, onhoorbaar, maar toch verstaanbaar ‘Ik hou van je,’ erachteraan.
Zo. Nou. Datduurdenogallang. Ja. Ik weet het. Het spijt me, maar ik denk dat ik gewoon niet snel kan schrijven, dat ik gewoon niet doen kan wat ik zeg. Dus, nou, vanaf nu is het er wanneer het er is, en is het er nog niet wanneer het er nog niet is. Misschien maak ik het zelfs wel nooit af. Ik weet het niet. Ik zie wel. Sorry.
Reacties:
Dit had ik gisteren gelezen. Toen ik iets moest opzoeken over de Echo Awards. [vraagmenietwaarom. :x]
Maar ik moest weg, dus ik kon niet inloggen en een reactie plaatsen. Dus dan nu! *kraakt vingers*
Ten eerste: Kol, als je dit niet afmaakt, kom ik naar Amsterdam. Ik weet nu waar Tessa woont, en Tessa weet waar jij woont, en ze is het vast met me eens dat je dit moet afmaken, en dan gaan we je samen dwingen. >;D
Ten tweede: de reden dat ik wil dat je dit afmaakt. Het is gewoon... Eigenlijk is het helemaal niet gewoon. Het is bijzonder. Jij hebt zo'n bijzondere schrijfstijl, zo heel Kol-like, en dat is positief, ja, just in case you didn't quite get that yet. Je schrijft als een gedachtenstroom, zo uniek en zo herkenbaar. Ik herinner me zelfs nog van gisteren dat ik een quote had:
Ik besef me nu pas dat ik eigenlijk vrijwel helemaal op hem lig, en dat maakt me op een vreemde manier bewust van het feit dat er onder de grote lap stof van zijn broek nog iets anders zit dan benen alleen.Zo... ja, ik weet eigenlijk niet hoe ik moet beschrijven. Het klinkt zo volwassen. Als iets wat je in een boek zou lezen.
En ik realiseer me dat ik deze reactie veel te lang maak, maar het boeit me gewoon niet. [En dat ligt niet aan het feit dat er nog een Frans tekst op me ligt te wachten, om geschreven te worden welteverstaan.]
In ieder geval, Kol, weet ik zeker dat al je lezers [mij inclusief dus!] ontzettend teleurgesteld zouden zijn als je niet verderging, ook al is dat natuurlijk je eigen keuze. Ik weet in elk geval van mezelf dat ik wel bereid ben te wachten op een stukje CDE.
MAAK UT AF O__O ik vind dit zo leuk verhaal.
weetjewel :d
en TOM MAG BIJ DER BLIJVEN !
xd ookal is ut best zielig voor Bill maarja
>< please maak ut af
Hey, Kol, doe even normaal wil je.
-ja, ik heb het tegen jou-
Je maakt dit wel af. Want Jamie moet Bill weer gelukkig maken.
Want terwijl Tom daar zo zit, zit Bill daar wel dood te gaan, en dat zit mij niet lekker. Maargoed,oké,oké.
Ik bedoel gewoon. Maak het af, daar is het veel te goed voor. En wij zijn geduldig genoeg geloof ik
Je beschrijft Tom hier zo lief. Niet normaal.
En dit verhaal is te goed om niet afgerond te worden.
En, nou. Ik snap het wel als het niet gaat. Maar goed.
Dit is stiekem ook een prachtige eind, zeker weten :x
Maar ik wil gewoon niet dat het stopt, denk ik...
<3
Ik herrinerde me net dat ik je nog een reactie verschuldigt was. Dus, hierbij.
Alleen weet ik niet helemaal meer waar dit stuk over ging, behalve dan dat Tom erin zat, en Jamie, en Ernst en Bo min of meer.
En ik vond het geweldig, dat weet ik nog wel! ^^
En je moet dit afmaken, anders, nou, dan, nou, het móet gewoon. Anders word ik depressief!